Kazakhgate: Agusta bis

MR-politicus Armand De Decker is geschorst door de tuchtraad van zijn partij. De bewijzen stapelen zich op in de affaire waarin hij lobbyde voor een Oezbeeks-Belgische miljardair. Kazakhgate wordt meer en meer de Agusta-affaire van MR.

Uitgerekend twee dagen na het opduiken van nieuw bezwarend materiaal, heeft de tuchtraad van de MR oud-senaatsvoorzitter Armand De Decker uit al zijn functies ontheven, maar niet uit zijn publieke mandaten. Hij blijft dus – voorlopig – burgemeester van Ukkel én Brussels parlementslid. In elk geval zal De Decker niet meer kunnen spreken in naam van de partij.

De MR had dan ook amper beweegruimte. Opgejaagd door de lekken in de pers stelt de ethische raad van de Franstalige liberalen “dat de scheiding der machten te allen prijze moet worden beschermd”. Aanleiding is het onderzoek naar De Deckers lobbywerk voor de Oezbeeks-Belgische miljardair Patokh Chodiev. De zaak brengt de partij van premier Charles Michel (MR) in een lastig parket.

Op een drafje

Er loopt al sinds 2014 een gerechtelijk onderzoek naar de zaak, maar sinds kort duiken steeds meer bewijzen op tegen de voormalige senaatsvoorzitter. Het was op vraag van het Franse Elysée dat De Decker in 2011 werd ingeschakeld als advocaat voor Patokh Chodiev, die zich voor de rechter moest verantwoorden voor witwassen en schriftvervalsing.

De Kazachse president had er bij zijn toenmalige Franse collega Nicolas Sarkozy op aangedrongen om dat euvel te regelen. In die zin kwam een afkoopwet Frankrijk goed uit. Chodiev zou zijn proces kunnen afkopen en in ruil zou Kazachstan bereid zijn om voor miljoenen Franse helikopters te kopen. Alleen al door de verwijzing naar smeergeld en helikopters doet de zaak erg denken aan de Agusta-affaire, die midden jaren 90 enkele socialistische ministers de das omdeed.

De Decker heeft steeds ontkend dat hij politieke druk zou hebben uitgeoefend om de afkoopwet erdoor te krijgen. Maar een mail die De Standaard kon inkijken, spreekt dat duidelijk tegen. Daarin laat een Franse cabinetard aan het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat de afkoopwet erdoor is gekomen dankzij De Decker, en dat die ook de bevoegde ministers heeft ‘gensensibiliseerd’. Voor zijn bijdrage ontving hij – als advocaat – overigens een som van 741.000 euro.

Eerder al moest de MR-politicus toegeven dat hij samen met de Franse advocate Catherine Degoul op een zondag bij de toenmalige minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) thuis was langsgeweest, om hem warm te maken voor een afkoopwet. De Clerck zelf houdt vol dat hij de twee wandelen heeft gestuurd. De andere ministers die hij zou hebben benaderd, Didier Reynders (MR, Buitenland) en Steven Vanackere (CD&V, Financiën), ontkennen.

Feit blijft dat CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten op 24 februari 2011, luttele dagen na De Deckers bezoekje, een wetsvoorstel indiende voor de afkoopwet. Daarmee bracht CD&V het dossier in een stroomversnelling. Hoe kwam dat wetsvoorstel tot stand? En welke rol speelde De Clerck daarin? Zolang het onderzoek loopt, wil Verherstraeten niet reageren. Maar De Clerck ontkent dat hij het proces heeft beïnvloed. “Servais heeft gehandeld op vraag van de kern”, zegt hij.

“Die afkoopwet is er op een drafje doorgejaagd”, zegt vrederechter op rust Jan Nolf, die in zijn nieuwe boek ook een hoofdstuk aan de hele zaak wijdt. “Meer zelfs: de wet bevatte één gigantische fout en moest zo snel mogelijk gerepareerd worden. Maar nog voor die reparatiewet er kwam, kon Chodiev zijn proces afkopen. Daar alleen al stel ik me grote vragen bij. Dat hele wetgevingsproces is totaal ongewoon en onordentelijk verlopen. Daar zijn alle specialisten het over eens.”

Ongenoegen en bitterheid

Of ministers zich door Armand De Decker hebben laten leiden? “Als zij dat ontkennen, wil ik dat graag geloven. Anderzijds zie je in de tijdlijn duidelijk dat het proces in een stroomversnelling kwam. Bovendien: zeker de toenmalige minister van Justitie, Stefaan De Clerck, had over zo’n ingrijpende wet toch voor een grondig debat moeten ijveren, met hoorzittingen en een advies van de Raad van State. Een minister moet de bewaker zijn van de rechtsstaat. Dat is een rol die hij alvast niet heeft gespeeld.”

De oppositiepartijen eisen nu een onderzoekscommissie. Ook de MR zelf dringt daar nu op aan. “Er moet absolute klaarheid komen in deze zaak”, zegt de woordvoerder van premier Michel. Niettemin vragen alle meerderheidspartijen om eerst het resultaat van het onderzoek door het parket af te wachten.

“Dit dossier is vijf jaar oud, dus het vereist nu ook geen absolute urgentie”, zegt De Clerck nuchter. Volgens huidig Justitieminister Koen Geens (CD&V) zit het onderzoek in de eindfase. Maar Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke waarschuwt voor uitstel. Hij benadrukt dat een onderzoekscommissie een gerechtelijk onderzoek niet in de weg zit.

In Frankrijk staan ze intussen al wat verder. Daar is onder anderen advocate Catherine Degoul in verdenking gesteld voor de omkoping van De Decker. In haar verklaringen gaf de dame volgens De Tijd nog mee dat ze 25.000 euro cadeau deed aan een liefdadigheidsfonds van prinses Léa van België, tante van koning Filip. De MR-voorman zou haar naar eigen zeggen op het hart gedrukt hebben dat het “goed zou zijn als ze wat zou doen voor het koninkrijk België”.

Verder gaf Degoul ook meer tekst en uitleg over de reden waarom Armand De Decker – toch ingeschakeld als mede-advocaat van Patokh Chodiev – niet opduikt in de officiële documenten over de zaak. “Het leek ons beter dat hij niet in de openbaarheid kwam”, zei ze.

Jan Nolf hoopt dat de zaak in ons land even goed uitgespit zal worden. “Die afkoopwet heeft het wantrouwen en het onrechtvaardigheidsgevoel van de bevolking gevoed. Er is ongelooflijk veel ongenoegen en bitterheid over justitie, en dat komt voor een groot stuk omdat sommige mensen hun proces kunnen afkopen. Die hele wet moet herzien worden.”

Met zijn schorsing is voor Armand De Decker het verhaal nog niet ten einde. Los van het gerechtelijke onderzoek stuurt zijn partij hem ook nog door naar de federale deontologische commissie. Mogelijk komt zijn parlementaire onschendbaarheid in het gedrang.

Tijdlijn

  • 18 februari 2011: Brusselse raadkamer verwijst de zaak voor witwassen en schriftvervalsing tegen Belgisch-Oezbeekse zakenman Patokh Chodiev en twee kompanen door naar de correctionele rechtbank.
  • 20 februari 2011: Senator Armand De Decker (MR), die ook advocaat is van Chodiev, en zijn Franse confrater Catherine Degoul brengen toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) thuis een bezoek. De Clerck verwijst hen door naar het parket.
  • 21 februari 2011: Beide advocaten gaan naar het kabinet van De Clerck en spreken daar met de kabinetschef. Opnieuw vangen ze bot.
  • 22 februari 2011: Het Brusselse parket-generaal tekent hoger beroep aan tegen de verwijzing naar de correctionele rechtbank van de zaak-Chodiev.
  • 24 februari 2011: Servais Verherstraeten (CD&V) dient een wetsvoorstel in tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering voor het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom. De zogenaamde afkoopwet.
  • 17 maart 2011: De wet wordt goedgekeurd door de Kamer.
  • 16 mei 2011: De wet gaat van kracht.
  • 17 juni 2011: Het parket treft een schikking met Patokh Chodiev in ruil voor 23 miljoen euro.
  • 19 juni 2011: In een mail van een Franse cabinetard naar Franse minister van Binnenlandse Zaken staat dat Armand De Decker mee de wet erdoor heeft gekregen en dat hij drie bevoegde ministers heeft ‘gesensibiliseerd’: Stefaan De Clerck (CD&V), Didier Reynders (MR) en Steven Vanackere (CD&V).
  • 27 juni 2011: Frankrijk sluit een deal met Kazachstan over de aankoop van Franse helikopters. Kazachstan eist wel dat de zaak tegen Chodiev vervalt. Daarom vraagt het Elysée De Decker of hij de afkoopwet versneld door het parlement kan jagen. Hij krijgt 741.000 euro.
  • 30 juni 2011: Het verval van de strafvordering tegen Chodiev wordt vastgesteld in een arrest achter gesloten deuren.

Bron: De Morgen

Wilfried Martens: “Spitaels was grote persoonlijkheid”

Voormalig premier Wilfried Martens zag Guy Spitaels als politiek generatiegenoot evolueren van “een socialist du possible” tot “iemand die op communautair vlak heel sterk radicaliseerde”. “Een grote persoonlijkheid”, blikt Martens terug.

Ook voormalig SP-kopstuk Willy Claes spreekt lovende woorden over Spitaels. Martens leerde Guy Spitaels heel goed kennen toen de Waalse socialist als vicepremier toetrad tot de eerste regering van Martens in 1979. Samen realiseerden ze de staatshervorming van 1980. “Hij was toen een gematigd man, een socialist du possible, ook op het communautaire vlak.”

Toen de socialisten in 1981 het hervormingsplan van Martens verwierpen, koos Spitaels voor het partijvoorzitterschap van de PS en ging hij harde oppositie voeren tegen de besparingsmaatregelen die Martens samen met de liberalen uittekende.

Ook op communautair vlak raakte Spitaels steeds verder van Martens verwijderd. Hij radicaliseerde en omarmde het Waalse regionalisme. Toen de socialisten in 1987 in de regering terugkeerden, bleef hij als voorzitter een harde houding aannemen in communautaire dossiers.

“Er moet ergens een déclic geweest zijn. Op communautair vlak is hij sterk geradicaliseerd. In het laatste interview dat ik van hem las toonde hij zich zeer pessimistisch over de communautaire verhoudingen. Hij zei dat hij niet meer zou investeren in België, een mening die ik niet deel.”

Ondanks politieke meningsverschillen was Martens vorig jaar nog aanwezig op het feest naar aanleiding van de 80ste verjaardag van Spitaels in Aat. “Hij was toen nog in volle vorm. Het verwondert me dat ik nu lees dat hij wellicht aan een tumor is overleden.”

“Guy Spitaels was een grote persoonlijkheid, zowel academisch als politiek. Op politiek vlak heeft hij zijn stempel gedrukt op de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw. Voor wie hem niet goede kende, kwam hij over als een sfinx, maar wie hem wel kende, kon goed met hem samenwerken”. Dat verklaarde toenmalig SP-kopstuk Willy Claes, die net als Spitaels partijvoorzitter, minister van staat en vicepremier in een aantal regeringen-Martens was.

Claes wees op de rol van Spitaels bij de ontwikkeling van de PS, die hij tot boven de 40 procent van de stemmen wist te tillen. Maar hij speelde ook een belangrijke rol in het communautaire debat, waarin hij zich hard en resoluut opstelde, maar ook een grote zin voor een evenwichtig compromis aan de dag legde.

Beide politici stonden ook terecht in de Agusta-affaire, waardoor ze gedwongen werden ontslag te nemen: Claes als secretaris-generaal van de Navo, Spitaels als Waals minister-president. “Ik begrijp nog altijd niet waarom Guy Spitaels en ik op de beklaagdenbank moesten plaatsnemen.

Spitaels heeft als gevolg van de zaak volledig gebroken met de nationale politiek. Hij wilde niet meer praten over de periode voor Agusta, maar concentreerde zich volledig op zijn carrière van academicus. Hij schreef een aantal boeken over de internationale politiek, waarbij hij zich kritisch uitliet over de VS”, aldus nog Willy Claes.

Bron » De Standaard

PS-kopstuk Guy Spitaels is overleden

Oud-PS-kopstuk Guy Spitaels is op 80-jarige leeftijd overleden. Hij kreeg de bijnaam “Dieu” omdat hij veel invloed had in zijn partij. Dat bleef ook zo, totdat hij veroordeeld werd in de smeergeldaffaire rond Agusta-Dassault. Spitaels is overleden aan de gevolgen van een hersentumor.

Spitaels begint zijn politieke carrière begin jaren 60. Hij wordt lid van de PS naar aanleiding van de stakingen in Groot-Brittannië, maar echt politiek actief is hij pas in de jaren 70 wanneer hij gaat werken op verschillende PS-kabinetten.

In ’74 wordt hij senator, drie jaar later is hij verkozen tot burgemeester van Ath, zijn geboortestad. Hij wordt dan ook minister van Arbeid in de regering Tindemans II en later in de regering Vanden Boeynants II. In de eerste 4 regeringen van Wilfried Martens is hij ook vicepremier.

Na de val van Martens IV wordt hij voorzitter van de Parti Socialiste nadat de PS in de oppositie is beland (foto onder als voorzitter tijdens een partijcongres). In 1983 krijgt hij de eretitel “minister van staat”. Vier jaar later kan hij zijn partij met een verkiezingsoverwinning weer in de regering Martens VII loodsen.

Met Spitaels aan het roer haalt de PS dan 40 procent van de stemmen. Dat maakt hem “incontournable” binnen zijn partij en levert hem de bijnaam “Dieu” op. Een bijnaam die hij tot in de jaren 90 krijgt toegedicht. In 1992 stopt hij als partijvoorzitter en wordt hij minister-president van de Waalse regering. Een functie die hij niet lang zal uitoefenen.

Een goed jaar later breekt de smeergeldaffaire Agusta-Dassault uit, een gerechtelijk onderzoek naar corruptie bij de aankoop van gevechtvliegtuigen van het Italiaanse bedrijf Agusta door het leger in 1988. In het kader van dat onderzoek vraagt het parket van Luik om de onschendbaarheid van Spitaels gedeeltelijk op te heffen zodat zijn rol in de affaire onderzocht kan worden.

Niet lang daarna neemt Spitaels ontslag als minister-president, maar een jaar later wordt hij toch weer dat parlement ingestuurd wanneer hij verkozen wordt tot voorzitter van het parlement door de leden van het Waalse parlement.

Zijn ster is dan al tanende door de verdachtmakingen in de zaak-Agusta-Dassault. Onder druk van de beschuldigingen in de smeergeldaffaire treedt hij in 1997 af als parlementsvoorzitter en burgemeester van Ath. Een jaar later heffen de parlementen van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest zijn onschendbaarheid op.

Spitaels houdt vol dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan corruptie, maar het Hof van Cassatie veroordeelt hem toch tot 2 jaar voorwaardelijke celstraf voor passieve corruptie. Hij mag 5 jaar lang geen publieke functie meer uitoefenen en moet een boete betalen. Ook SP’er Willy Claes en PS’er Guy Coëme worden veroordeeld voor passieve corruptie.

Guy Spitaels heeft zijn voorliefde voor Wallonië nooit onder stoelen of banken gestoken. Hij was ook liever minister-president van het Waalse Gewest dan minister in de federale regering. In Vlaanderen staat hij al snel bekend om zijn uitspraak: “Le lion flamand rugit, mais il n’a pas de dents” – “De Vlaamse leeuw brult, maar hij heeft geen tanden”.

De socialistische familie verliest met Guy Spitaels een derde voormalig kopstuk op korte tijd. Onlangs zijn ook ex-minister Michel Daerden (PS) en Etienne Mangé (SP -SP.A) gestorven.

Bron » VRT Nieuws

Voormalig SP-penningmeester Etienne Mangé overleden

Etienne Mangé, de voormalige penningmeester van de SP, is overleden. Dat bevestigt zijn boezemvriend Freddy Willockx. Mangé raakte bekend toen hij in opspraak kwam in de Agusta- en Dassaultaffaire. De voormalige SP’er overleed in de Filipijnse hoofdstad Manilla.

Freddy Willockx, een boezemvriend van Mangé, bevestigde zondagavond het nieuws. “Ik heb het overlijden van Etienne vernomen via zijn zoon. We kenden elkaar al van in 1963. We zaten toen in dezelfde klas in het atheneum in Gent. Nadien zijn we samen naar de universiteit gegaan. Ik heb hem trouwens overtuigd tot het socialisme, want Etienne was eigenlijk een overtuigde liberaal.”

Willockx loodste Mangé binnen op zijn kabinet toen hij in de jaren ’80 minister was. “Nadien heeft Louis Tobback hem weggehaald om de studiedienst van de partij te leiden. Vanuit de studiedienst had hij veel invloed op de vernieuwing van de partij.” Nadien werd Mangé penningmeester van de SP. “Dan knapte hij onder meer het vuile werk op om geld binnen te halen om de krant De Morgen draaiende te houden”, zegt Willockx.

In die periode raakte Mangé ook betrokken bij het Agusta-schandaal. Dat Italiaans bedrijf bouwde helikopters en betaalde smeergeld aan SP en PS in ruil voor het mogen leveren van helikopters aan het Belgische leger. Mangé werd in december 1998 tot een jaar cel met uitstel veroordeeld voor zijn aandeel in de affaire. “Jammer genoeg ging Etienne in die zaak uit de bocht”, zegt Willockx daarover.

De laatste jaren hield Etienne Mangé zich bezig met het bouwen van luchthavens in het buitenland, onder meer in Manilla op de Filipijnen. Daar is hij ook overleden. “Het was trouwens al jaren geleden dat ik Etienne nog gezien heb. Maar ik bewaar hele mooie herinneringen aan hem.”

Bron » De Standaard

Analyse: De moord op André Cools

Niettegenstaande de vele communautaire en andere spanningen in België, is politiek geweld bij ons zo goed als onbestaande. Oud-premier Marc Eyskens zei het ooit zeer bloemrijk: “In België vloeit de zever overvloedig, maar bloed vloeit er nooit!” Donderdagmorgen 18 juli 1991 vond de uitzondering plaats die deze regel bevestigt. Om half acht ’s ochtends in Luik op de parking van het appartementsgebouw waar hij woonde, kogelde een onbekende de PS-toppoliticus Cools neer.

De komst van de hulpdiensten kon niet baten. Het was geleden van 1950 dat een parlementslid in functie vermoord werd. Ook toen ging het om een Luiks politicus, de communist Julien Lahaut die een week voordien de eedaflegging van kroonprins Boudewijn had verstoord met de kreet “Vive la République!”

André Cools was jarenlang de absolute alleenheerser in de PS(B). Hij was tien jaar voorzitter geweest en lange tijd vicepremier. Hij was één van de architecten van het afgeschoten Egmontpact dat onder meer een regeling bood voor Brussel-Halle-Vilvoorde, via een tijdelijk inschrijvingsrecht in Brussel. Hij was ook Minister van Staat. Toen hij vermoord werd, was zijn actieve politieke carrière grotendeels voorbij.

Hij was nog burgemeester van het kleine Flémalle en parlementslid. Toch bleef hij nog ‘sterke man’ binnen de PS. Al leed hij in Brussel wel invloedverlies omdat voorzitter Guy Spitaels zijn opgang aan het maken was als ‘Dieu’. Maar in Luik deelde André Cools nog altijd de lakens uit.

Hij kon politieke carrières maken of kraken. Zo lanceerde Cools Laurette Onkelinx op de Luikse PS-lijst, dochter van Cools-compaan Gaston Onkelinx, vakbondsman en later PS-senator.

In zijn nadagen bekommerde Cools zich ook om de lamentabele economische toestand in zijn thuisstad Luik. Hij zag hoe de Generale Maatschappij steeds minder investeerde in de regio. Hij betreurde neergang van de staalindustrie (Cockerill-Sambre, Tubemeuse) en de wapenindustrie (FN).

Met geld van allerhande overheidsinstellingen (Omob, intercommunales,…) probeerde hij de Luikse economie op te vijzelen. Hij ging daarbij zonder al te veel scrupules te werk. Hij zei ooit: “Vanden Boeynants is de gangster van de privésector” en hij voegde eraan toe dat hij “de gangster van de openbare sector” was.

Zoon Marcel Cools wond er geen doekjes om: “Als een wet hem niet aanstond omdat die de uitvoering van zijn plannen bemoeilijkte of verhinderde, dan bruskeerde hij de wet gewoon.” Dat gaf hij zonder verpinken toe: “ik misbruik mijn macht, maar ik doe dat in het belang van de Waalse Gemeenschap.”

Dat leverde resultaat op. Zo was Cools de stuwende kracht achter de uitbouw van de luchthaven van Bierset. Cools stond ook bekend om zijn koleriek karakter. Hij deinsde er niet voor terug iemand verbaal de grond in te boren.

Dat leverde hem ook veel vijanden op. Hij had dan ook al herhaaldelijk doodsbedreigingen ontvangen. Hij had daarom ook geregeld een pistool op zak. Cools had het over zijn ‘ange gardien’, zijn bewaarengel. Hij had ooit aan de flamboyante oud-premier Vanden Boeynants gezegd dat hij vreesde niet op een normale manier aan zijn einde te zullen komen. Cools had VDB na diens ontvoering zelfs gezegd: “Mijn beste, jij en ik zijn niet gemaakt om in bed te sterven.”

Onderzoeksrechter Ancia deed speurwerk naar alle Luikse schandalen. En toen waren er heel wat stinkende potjes ‘hangende’, zoals onder meer het parkeermeterschandaal, het schandaal rond illegaal begraven gifvaten op een terrein in het Seraing van Guy Mathot en uiteindelijk ook de Agusta-affaire.

Cools-getrouwen, met onder meer Philippe Moureaux op kop, hadden het Luikse gerecht getipt. In zijn nadagen had Cools erover geklaagd dat de Luikse PS niets gekregen had van de smeergelden die bij de helikopteraankoop zouden zijn betaald. De moord op André Cools baarde meteen één van de grootste naoorlogse politieke schandalen …

Eind ’88 had de rooms-rode regering Martens 46 Italiaanse helikopters gekocht. Bevoegd defensieminister was de PS’er Guy Coëme. Door de moord op Cools waren de schijnwerpers op die aankoop gevestigd. Uiteindelijk bleek dat Agusta voor zo’n 50 miljoen Belgische frank smeergelden had betaald om de aankoop binnen te rijven. Het geld was op een Zwitserse rekening gestort. De Agusta-affaire veroorzaakte een stortvloed aan ontslagen bij socialistische excellenties. Eerst PS’ers, de “drie Guys” (Mathot, Coëme, Spitaels).

Daarna Vlaamse socialisten, Willy Claes als NAVO-secretaris-generaal en Frank Vandenbroucke als minister van buitenlandse zaken. Claes was bij de helikopteraankoop in ’88 minister van buitenlandse zaken. Frank Vandenbroucke werd pas in ’89 partijvoorzitter. Hij stootte in een kluis op een restant niet-aangegeven geld. Hij sprak toen de woorden uit “verbrand het geld”, maar penningmeester Mangé heeft die opdracht nooit uitgevoerd.

Uiteindelijk bleek dat ook de Franse vliegtuigbouwer Dassault smeergeld had betaald die naar beide socialistische partijen was gegaan. Dat gebeurde voor de modernisering van de F 16-straaljagers. In 1998 veroordeelde het Hof van Cassatie tal van socialistische kopstukken zoals Guy Spitaels en Willy Claes.

Zonder de moord op André Cools was er wellicht nooit een Agusta-affaire geweest. De smeergeldzaak was vermoedelijk nooit uitgelekt. Maar omdat het een mogelijk motief voor de moord op Cools was, kwam de affaire volop in de schijnwerpers.

De familie Cools klaagde er zelfs over dat onderzoeksrechter Ancia al haar energie investeerde in de Agusta-affaire en niet langer in het oplossen van de moord. Onderzoeksrechter Ancia gebruikte de moord zelfs als breekijzer om de nodige informatie te krijgen over de Zwitserse rekening waarop het smeergeld was gestort.

Ancia bezorgde het Zwitserse gerecht een verklaring met als boodschap dat de opheffing van het bankgeheim nodig was om ‘de moord op een Belgische Minister van Staat’ op te lossen. Met dat argument ging het heilige Zwitserse bankgeheim eraan en gaf de zogenoemde ‘Kasma-rekening’, waarop het Agustageld was gestort, al zijn geheimen prijs.

Met de hulp van een spijtoptant raakte ook de moord opgelost. Twee Tunesische huurmoordenaars hadden André Cools afgemaakt voor de som van 150.000 frank. Ze waren ingehuurd door figuren uit het Luiks-Italiaanse misdaadmilieu.

Uitgerekend op het kabinet van Waals PS-minister Alain Vanderbiest waren er twee medewerkers die uit dat dubieuze milieu afkomstig waren: privé-secretaris Richard Taxquet en chauffeur Pino Di Mauro.

Via het kabinet verrijkten ze zich. Ze gingen zogezegd voor de partij geld ophalen bij bedrijven en ze staken het zelf op zak. Met een kabinetswagen trokken ze ook naar Liechtenstein om een pakket gestolen aandelen te verzilveren. Ze konden zich dat soort praktijken permitteren omdat minister Vanderbiest in hun handen een willoze figuur was. Ze voerden hem dronken en ze sloten hem op in zijn bureau of ze namen hem mee naar bordelen.

André Cools was die praktijken ter ore gekomen. Hij had zich al laten ontvallen dat die ‘mandolinespeler’ (privésecretaris Taxquet) weg moest. Volgens tal van Coolsisten was André Cools van plan om Vanderbiest bij de verkiezingen van eind ’91 af te voeren. Hij zou geen verkiesbare plaats meer krijgen en dus ook geen Waals minister meer worden.

Cools was dus voor de zakkenvullende kabinetsmedewerkers een sta-in-de-weg want hij zou een einde maken aan hun lucratief kabinetsleven. Ze vonden op Sicilië uiteindelijk twee Tunesische druivenplukkers die bereid waren om Cools af te maken. De moord op de PS-topman had dus niets te maken het grote politieke corruptieschandaal van Agusta, maar wel met ordinaire criminaliteit.

Toch is de moord op André Cools voor verschillende redenen een politiek sleutelmoment. Het bracht een corruptieschandaal aan het licht die de partijfinanciering in een totaal ander daglicht plaatste. Zo werd partijfinanciering door de overheid een vanzelfsprekendheid. Ook bracht de moord een twijfelachtige kabinetscultuur aan het licht. Onder PS-voorzitter Di Rupo is de kabinetswerking op een veel zakelijker leest geschoeid.

Bron » VRT Nieuws