Loopt het spoor dood als een autopsie niets oplevert bij een cold case?

De autopsie van Annie De Poortere heeft 30 jaar na haar verdwijning geen uitsluitsel kunnen bieden over hoe ze precies om het leven is gekomen. Dat laat het parket weten. “Maar dat wil niet noodzakelijk zeggen dat we nooit zullen weten wat er met haar gebeurd is”, vertelt Frank Van Saelen in het Radio 1-programma De Wereld Vandaag. Van Saelen is gewezen diensthoofd van de afdeling Moord en Agressie bij de federale gerechtelijke politie in Antwerpen.

“Natuurlijk is materieel bewijs heel belangrijk”, steekt Van Saelen van wal. “Dode lichamen kunnen soms wel degelijk nog spreken bij een autopsie of toxicologisch onderzoek. Een messteek in de ribben of een kogelgat in de schedel kan je ook jaren na het overlijden nog vaststellen, zelfs als de vlezige componenten van het lichaam zijn vergaan.”

“Als er geen materiële aanwijzingen zijn, wordt het voor de speurders wel een stuk moeilijker. Nu nog huiszoekingen doen bijvoorbeeld, dat is niet evident. Maar onmogelijk is het niet.”

Verhoren

Toch lijken de speurders in deze zaak de moed nog niet helemaal op te geven. Zo blijft de toenmalige echtgenoot van Annie De Poortere voorlopig nog aangehouden met een enkelband. Volgens bronnen verklaart hij dat hij haar thuis dood aangetroffen heeft en vervolgens begraven heeft. Kan de man blijven verhoren nog iets opleveren?

“Over dit specifieke dossier kan ik weinig zeggen, maar een verhoor kan ook na 30 jaar nog nuttig zijn”, beaamt Van Saelen. “De situatie van een cruciale getuige kan veranderd zijn: denk aan relaties die stuklopen, vriendschappen die verbroken kunnen zijn… Misschien praten er nu wel mensen die dat vroeger niet konden, wilden of durfden. Of weegt de wroeging na al die jaren uiteindelijk te zwaar door om te blijven zwijgen, nu de zaak weer onder de aandacht komt.”

Een leugendetector kan daarbij een hulp zijn. “Al zijn er believers en non-believers”, nuanceert Van Saelen. “Een echt bewijsmiddel zijn de resultaten van een leugendetector niet, maar je kan altijd proberen om zo bijvoorbeeld de druk wat op te voeren.”

Oude dossiers laten spreken

Daarbij is het natuurlijk belangrijk om het oude dossier grondig te raadplegen en de belangrijkste verdachten van toen opnieuw op te zoeken. Klopt hun verhaal nog wel, als je de nieuwe elementen erbij haalt?

“Maar ook mensen waaraan de speurders destijds niet gedacht hebben, moet je in overweging nemen. Misschien wijst de vindplaats van een lichaam wel in een richting waar destijds te weinig evidentie voor was, en nu wél relevant blijkt.”

Met de ogen van nu kijken naar het verleden, dus. “Zonder een oordeel te vellen over hoe de speurders het destijds hebben aangepakt”, benadrukt Van Saelen. “Zo hebben we met DNA-onderzoek enorme vooruitgang geboekt, iets wat men toen nog niet kon weten. Wat kan je nog verder uitspitten met de mogelijkheden van vandaag? Welke sporen mis je, en waarom? Wat er niet in een dossier zit, is even belangrijk als wat er wél in een dossier zit.”

Moeilijk gaat (soms) ook

Als je al die pistes grondig onderzoekt, kan je af en toe ook na tientallen jaren nog een cold case kraken. “Zo hebben we ervaring met een verdwijning uit 1998, waarbij het toch tot een doorbraak is gekomen. Er kwam een assisenproces en de daders werden veroordeeld. Dat is natuurlijk het ideale scenario.”

“Tijd speelt altijd in je nadeel. Maar een zaak is pas klaar als ze ofwel helemaal opgelost is, of als je elke steen 10 keer hebt omgedraaid. Voor cold cases is dit mijn advies: maak je schoenzolen vuil en ga opnieuw de baan op”, besluit Van Saelen.

Bron » VRT Nieuws

Kan nieuwe DNA-wet cold cases als Bende van Nijvel alsnog helpen oplossen?

Speurders mogen voortaan in het DNA van een onbekende moordenaar kijken, om bijvoorbeeld zijn haarkleur en leeftijd te achterhalen. Het parlement keurde een baanbrekende DNA-wet goed, in de aanwezigheid van familieleden van slachtoffers.

“De tijd van Witse en Inspector Morse, die met de juiste ondervragingstechnieken mensen tot bekentenissen dwongen, ligt achter ons”, zei minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) donderdag in het parlement. “Vandaag zijn ­criminaliteitsbestrijding en het ophelderen van misdrijven meer dan ooit het werk van forensische rechercheurs.” De oorspronkelijke DNA-wet dateert van 1999. Nochtans heeft de wetenschap sindsdien stevige stappen vooruitgezet. De ‘DNA-Evaluatiecommissie’ vroeg al in 2019 om speurders meer mogelijkheden te geven.

“Concreet veranderen nu vier ­zaken. Er komt vooreerst een wettelijk kader voor familiale zoekingen. Tot nu konden de speurders DNA alleen vergelijken met het erfelijk materiaal van verdachten of van veroordeelden die al in de databank zitten. Speurders mogen nu ook kijken of er een familielid van de dader in die databanken zit. Het gaat dan om mensen in de eerste graad, die voor minstens 50 procent het DNA van de dader delen: een vader, moeder, zoon, dochter, broer of zus.”

Zoeken op Y-chromosoom

In het buitenland zijn tal van voorbeelden bekend van moordenaars die zo ontmaskerd werden. In Frankrijk werd de moordenaar van Élodie Kulik (24) zo ontmaskerd. De jonge vrouw werd op 10 januari 2002 verkracht en vermoord toen ze naar haar auto wandelde. De ­dader liet DNA achter, maar werd niet geklist. Grégory Wiart werd pas ontmaskerd toen zijn vader tien jaar later DNA moest afstaan, en daarmee onbewust aantoonde dat zijn zoon de moord pleegde.

“Ook onderzoek op basis van het Y-chromosoom wordt mogelijk”, zegt Van Tigchelt. “Alle mannen die veroordeeld worden in een zedenzaak, zullen niet alleen hun DNA maar ook een staal van het Y-chromosoom afgeven. Die worden in een nieuwe Y-STR databank opgeslagen.” Het Y-chromosoom is een stuk van het DNA dat bij mannen overgaat van vader op zoon. Door het Y-chromosoom te vergelijken, kun je verder kijken dan een vader of een broer. Ook een verre achterneef is dan herkenbaar als een ­familielid. Sofie Claerhout, doctor in de forensische genetica aan de KU Leuven, zei in 2019 al dat het Y-chromosoom de ontbrekende schakel kon zijn om cold cases op te helderen.

Haarkleur en ogen

Daarnaast moet de nieuwe wet ook de zoektocht naar vermiste personen ondersteunen. “Onze databank met het DNA van vermisten en hun familieleden wordt gekoppeld aan de I-Familia databank van Interpol”, zegt Van Tigchelt. Daarin zit het DNA van alle overleden personen die nooit geïdentificeerd zijn en het DNA van vermiste per­sonen uit andere landen. Mensen die al jaren als vermist staan opgegeven in ons land, zouden vlak over de grens dood teruggevonden kunnen zijn zonder dat iemand een verband heeft gelegd.

“Ten slotte zullen speurders veel meer informatie uit het DNA van een onbekende verdachte mogen halen, de zogenoemde genotypering”, zegt Van Tigchelt. Nu mogen ze alleen kijken of het om een man of een vrouw gaat. “Ze zullen zo een inschatting kunnen maken over de haarkleur, de oogkleur, de biogeografische afkomst en zelfs de leeftijd.” Huidskleur wordt niet opgenomen.

Van Tighelt omschrijft de nieuwe DNA-wet als “het juiste evenwicht tussen veiligheid en privacy”. “We hopen dat deze wet ertoe zal leiden dat we cold cases kunnen oplossen.”

Al 33 jaar op zoek

Zo is er moord op de 26-jarige ­Ingrid Caeckaert. De vrouw werd op 16 maart 1991 met 62 messteken gedood in haar flat in Heist. Hoewel er DNA van de dader gevonden werd, wachten haar ouders Georges Caeckaert (88) en Marie-Josephe Vereecke (83) al 33 jaar op antwoorden. Ze waren donderdag bij de stemming in het parlement.

“Zelfs als we hiermee maar één cold case oplossen, was het de lang weg waard”, vindt Van Tigchelt. “Dan kunnen we nabestaanden ­zekerheid geven. In landen waar ­familiale zoekingen al langer ­bestaan, zijn ze een groot succes.

En de Bende van Nijvel? Ook in dat dossier zit DNA dat gevonden is op een sigarettenpeuk en op een kogelwerend vest. “Een zwarte bladzijde uit de Belgische geschiedenis”, zegt Van Tigchelt. “Het is uiteraard mogelijk dat de techniek gebruikt wordt. Of dat zal gebeuren, hangt van de onderzoekers af.”

De wet verschijnt volgende week in het Staatsblad. Dan is het aan de onderzoeksrechters om dossiers vanonder het stof te halen en te ­bekijken of ze met de nieuwe wet opgehelderd kunnen worden.

Bron » De Standaard | Cedric Lagast

DNA-databank van vermiste personen identificeert vier onbekende lichamen in één jaar tijd

Dankzij de DNA-databank voor vermiste personen zijn vorig jaar vier onbekende lichamen geïdentificeerd. Het gaat onder meer om het stoffelijk overschot van Britta Cloetens. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC). Dat kon in 2023 ook 69 nieuwe profielen toevoegen aan de databank.

De DNA-databank werd op 1 juli 2018 opgericht met als doel onbekende lichamen te identificeren of sporen van vermiste personen te vinden.

Er bestaan drie soorten DNA-profielen. Ten eerste zijn er de niet-geïdentificeerde lichamen. Daarnaast worden ook sporen van vermiste personen, zoals tanden, aan de databank toegevoegd. Tot slot wordt het DNA van verwanten van vermiste personen bijgevoegd.

Bijna 12 jaar vermist

Vorig jaar zijn 17 niet-geïdentificeerde lichamen, sporen van 9 vermiste personen en DNA van 43 verwanten van vermiste personen toegevoegd aan de databank. In vier gevallen heeft de databank kunnen bijdragen in de identificatie van een onbekend lichaam.

Zo slaagden speurders er dankzij de databank in om gevonden menselijke resten te linken aan Britta Cloetens, die bijna twaalf jaar vermist was. In december 2022 vond een jager menselijke resten terug. Op basis van DNA-onderzoek werd in april vorig jaar een match gevonden met Cloetens.

In een ander geval werd een veroordeelde geïdentificeerd.

Bron » Het Laatste Nieuws

Eerste “Cold Case Bureau” van het land opent in Aarschot: “Moordenaars die hun geheim meedragen, kunnen bij ons terecht”

Onderzoekscollectief Bureau Van Meerbeeck opent in Aarschot een Cold Case Bureau. In het kantoor kunnen mensen terecht die meer weten of te weten willen komen over onopgeloste misdaden.

In de Leuvensestraat in Aarschot kan je binnenkort naar het eerste “Cold Case Bureau” van het land. Het wordt een ontmoetingsplaats voor mensen die geïnteresseerd zijn in onopgehelderde misdaden of een bepaalde cold case graag opgelost zien. “Al jaren staan we nabestaanden en achterblijvers bij met het samenstellen van een dossier in de hoop dat het gerecht daar opnieuw mee aan de slag kan gaan. Onze medewerkers deden dat altijd van op verschillende locaties en er was een noodzaak ontstaan om dat onder te brengen in één bureau”, vertelt oprichter Kurt Wertelaers.

Moordenaars met wroeging

Niet alleen nabestaanden die met vragen zitten, maar ook daders die willen praten, kunnen in het kantoor terecht. “Naast moordenaars die heel lang met hun geheim zitten, zijn er vaak mensen die dat geheim delen en daar al jaren over zwijgen”, legt Wertelaers uit. “We zijn ervan overtuigd dat, hoe oud een zaak ook is, er ergens wel iemand moet rondlopen die meer weet. Die mensen kunnen bij ons terecht, in de grootst mogelijke discretie.”

In het kantoor zal niet alleen onderzoekswerk gebeuren, maar er zullen ook opleidingen en evenementen worden georganiseerd. “We willen binnenkort ook een bibliotheek openen waar je alle mogelijke boeken en andere publicaties over cold cases kunt lenen of lezen. Iedereen is vrij om daar naartoe te komen.”

Bron » VRT Nieuws

“Het is opgezet spel van hemzelf”: dood rijkswachter Peter (37) blijft mysterie

‘The answer is blowing in the wind.’ Dat staat op het graf van de Lokerse rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37). Hij liet in 1996 het leven bij een professionele moord. Een moord die na bijna 25 jaar nog altijd niet opgelost is. De hypotheses over zijn dood zijn vaak knotsgek, maar toch is het een smet op het blazoen van justitie dat de dood van een dienaar uit de eigen rangen nooit werd opgelost. Al beweren veel kwatongen dat ook uit eigen politiekringen het onderzoek bewust vertraagd werd. Een reconstructie van een van de weinige onopgeloste moorden op een politieagent in ons land.

14 november 1996 om 20 uur, de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat in Sint-Niklaas loopt leeg. Peter De Vleeschauwer is planton, rijkswachtjargon voor een permanentie in het wachtlokaal van de kazerne. De dertiger blijft alleen achter op zijn nieuwe werkplek. Hij is recent overgeplaatst van de brigade van Lokeren naar Sint-Niklaas, een welgekomen rustiger korps na de hel waar hij in Lokeren door ging.

Enkele collega’s waren er volgens integere De Vleeschauwer zodanig corrupt en doordrongen van racisme dat er veel spanningen waren. De gevoelens waren trouwens wederzijds. Zijn collega’s met bedenkelijke sympathieën startten een petitie op om Peter, tevens vakbondsman, eruit te werken: te principieel en een man die te veel volgens het boekje werkte. Een milieu-activist ook, in die tijd zeldzaam in politiemiddens.

Toch keert de rust na zijn overplaatsing niet volledig terug voor de rijkswachter. Twee dagen voor zijn verdwijning dient De Vleeschauwer nog klacht in bij de onderzoeksrechter na doodsbedreigingen. Volgens zijn verklaring was het steeds dezelfde trage stem aan de telefoon in de kazerne: “Peter. Nu. Dood.” De beller wist ook precies wanneer hij zou opnemen. Hij belt nog een vriend op de dag van zijn verdwijning. “Ik heb problemen, maar ik vertel het morgen wel. Ik kan er met niemand anders over praten.” Hij diende ook klacht in bij onderzoeksrechter Walter Van de Sijpe.

Grote Beer

Tussen 20 en 21 uur stopt een BMW aan de poorten van de kazerne en voor de rijkswachter het beseft, wordt hij meegenomen. Met hoeveel de daders waren om de agent — bijnaam Grote Beer — zonder al te veel gedoe mee te nemen, is een mysterie. De rijkswachter die ‘met de nacht staat’ en De Vleeschauwer komt aflossen, kan alleen vaststellen dat er een stoel omgevallen is en een kom soep op de grond ligt. De kepie en uniformjas van zijn vermiste collega hangen nog keurig aan de kapstok, zijn auto staat nog altijd op de binnenkoer geparkeerd. Opmerkelijk: zijn 9mm-pistool verdwijnt samen met hem.

Het land staat al snel in rep en roer. Een speciale onderzoekscel wordt opgericht met aan het hoofd onderzoeksrechter Walter Van de Sijpe. In een maand worden 150 mensen verhoord. Vijftig tips lopen binnen, tientallen huiszoekingen worden uitgevoerd. Het Comité P ondervraagt al zijn collega’s.

Zestig vierkante kilometer terrein wordt uitgekamd. De rijkswachter blijft onvindbaar. Zijn familie doet een oproep naar getuigen of extra tips in de media, maar veel concrete sporen zijn er niet. Cruciale uren en dagen tikken weg, de hoop slinkt om Peter levend terug te vinden. Opvallend: de speurders gaan op dat moment uit van een enscenering, waarbij Peter een nieuw leven zou gestart zijn in het buitenland.

Nekschot

Op 26 december 1996 wordt die these doorbroken: De Vleeschauwer wordt dood teruggevonden. Zijn lichaam drijft op de Schelde in het naburige Hamme, zijn uniform heeft hij nog aan. De rijkswachter is geliquideerd door een professional.

Hij kreeg een nekschot waarbij de kogel er tussen beide oogkassen terug uitkwam, zodat de speurders – als die het lijk al zouden vinden – aan de slag moesten zonder spoor naar een eventueel moordwapen. Al snel blijkt de schotwond tussen de ogen van de rijkswachter ook exact 9 milimeter breed te zijn. Vermoord met zijn eigen dienstwapen? Ook dat is nog niet opgehelderd, maar vast staat dat zijn Glock nooit werd teruggevonden.

Verschillende pistes

Het onderzoek schiet alle kanten uit in de maanden en jaren die volgen. De voertuigen van de ex-collega’s die op slechte voet stonden met de Vleeschauwer worden onderzocht. Extra details over de slechte samenwerking in de brigade van Lokeren komen aan de oppervlakte. Hij zou bijzonder slecht gelegen hebben in de groep door zijn banden met de toenmalige partij Agalev.

Ook zijn pogingen om contact te zoeken met migranten werd hem niet in dank afgenomen. Een intern onderzoek was lopende op het moment van zijn verdwijning en bleek ook de reden van zijn overplaatsing naar Sint-Niklaas. De Vleeschauwer was buiten zijn diensturen ook bezig met een onderzoek naar vermeende milieu-overtredingen van een lokaal bedrijf. Er werd gespeurd in het hormonen- en drugsmilieu. Een ander spoor leidde naar containerdiefstallen in West-Vlaanderen. Allemaal zonder resultaat.

Vier jaar zit het onderzoek muurvast en dan worden plots Sint-Niklazenaar Carolus Pauwels, toen 43, en Ewald Ter Hamsel (34), een in Antwerpen verblijvende Nederlander, opgepakt. Ze worden aan de galg gepraat door crimineel Tony Hermans, vanuit de gevangenis van Dendermonde nota bene, in ruil voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. Hermans zei dat hij in 1997 een gesprek van het duo had opgevangen in café De Meeuw in Antwerpen.

“Er zou toen tussen Ewald en mezelf gezegd zijn dat we die met zijn klak uit Sint-Niklaas hadden laten verdwijnen en het moordwapen in de Schelde aan de Voetgangerstunnel gooiden”, zegt Pauwels in de pers. De twee verdachten worden twee maanden na hun arrestatie vrijgelaten. Ondertussen staat het aantal ondervraagden op 400 (!). Aantal arrestaties? Twee.

500.000 euro

De familie van De Vleeschauwer, broer Chris voorop, voert vooral een eigen onderzoek. Ze leveren een lange strijd om het dossier te mogen inkijken en beschuldigen de ex-collega’s van hun vermoord familielid. Het komt bijna tot een proces voor laster en eerroof. Een andere hardnekkige piste is het zogenaamde ‘milieudossier’ dat De Vleeschauwer op het spoor zou zijn geweest.

Het komt zo ver dat de familie een dwangsom van 500.000 frank (12.500 euro) betaalt, nadat broer Chris in Terzake de namen van twee Lokerse ondernemers noemt die volgens hem iets met de zaak te maken hebben. Peter, fervent Agalev-aanhanger, zou hen op het spoor zijn voor zware milieuovertredingen. Hun overtuiging is sterk, maar nooit worden de bewijzen hard gemaakt. Een gevraagde parlementaire onderzoekscommissie komt er nooit. De broer van De Vleeschauwer zal vijf boeken schrijven over de zaak en blijft nog altijd volhouden dat de moord een ‘inside job’ is van Peters ex-collega’s.

In oktober van 2001 verzuurt de band tussen justitie en de familie De Vleeschauwer volledig. Weduwe Ginda Van den Durpel wordt door het Gentse hof van beroep veroordeeld wegens verzekeringsfraude. Ze krijgt twee maanden cel met uitstel en een boete van 40.000 frank. Aan twee verzekeringsmaatschappijen moet ze 1,2 miljoen frank terugbetalen. In 1995 deden De Vleeschauwer en zijn echtgenote aangifte van een inbraak in hun woning, waarbij drie schilderijen zouden gestolen zijn. Volgens de rechter was de inbraak geënsceneerd om de verzekeraars op te lichten.

Punk kapsel

Het onderzoek sleept zich ondertussen voort. Eventuele sporen liggen ijskoud in de kast van een ondertussen gefrustreerde onderzoeksrechter. Er is nog wat animo wanneer in 2004 opnieuw iemand vanuit de cel haar mond opent in de hoop op eigen strafvermindering. Ina Braem werpt zich op als nieuwe kroongetuige door een Bevers escortemeisje aan de galg te praten.

Ze verklaart – vijf jaar na de feiten – hoe ze op de avond van de ontvoering een auto met drie verdachten zag in de buurt van de rijkswachtkazerne. Op de achterbank zou Inka Van Goethem hebben gezeten. “Ik herkende haar punk kapsel”, vertelt Ina in het bureau van de onderzoeksrechter. De advocaat van Inka vlooit snel uit dat ze destijds nog een normaal kapsel had.

De kroongetuige heeft zelfs een hele theorie klaar: De Vleeschauwer is per vergissing vermoord. Drugsdealers wilden een andere rijkswachter ontvoeren en toen bleek dat ze de verkeerde in handen hadden, moesten ze hem wel vermoorden. Als uitvoerders van de ontvoering en de moord worden ex-wielrenner Johnny Vanderveken en ene Willy Pintens aangewezen. Vanderveken zal in 2008 nog eens kort opgepakt worden, maar het riedeltje blijft steeds hetzelfde: geen bewijs, geen bekentenissen en een onvindbaar moordwapen. Tot op vandaag blijft het aantal arrestaties op amper vijf staan.

Porsche

Dat de zaak blijft intrigeren is een understatement. In 2006 brengt weekblad Humo een eigen spoor uit dat draait rond beroepscrimineel Luciaan D.B. en zijn neef Willy P., een collega van De Vleeschauwer. De crimineel stal in 1987 een Porsche in De Panne. Na een helse achtervolging kan hij staande gehouden worden in Lokeren en hij komt hij onzacht in aanraking met de plichtsbewuste Peter De Vleeschauwer.

In de schermutseling bij de arrestatie raakt de rijkswachter lichtgewond en hij dient klacht in tegen de crimineel. Die zou jarenlang schadevergoeding moeten betalen hebben en uitte stevige bedreigingen in de richting van de crimineel. Allebei worden ze ondervraagd nadat de agent uit de Schelde wordt gevist met een gat in zijn nek. Luciaan D.B. beweert “geen wraakgevoelens te hebben” richting De Vleeschauwer. Zijn alibi wordt niet gecheckt. Willy P. wijst meteen naar de piste dat De Vleeschauwer zijn eigen dood zou geënsceneerd hebben. “Het is opgezet spel van hemzelf”, klinkt het tijdens zijn verhoor. Opmerkelijk: Willy P. is ook de man achter de ruzie binnen de brigade van Lokeren die tot de overplaatsing van De Vleeschauwer leidt. Verder dan ettelijke pagina’s in Humo komt de piste niet.

In mei 2009 trekt de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling het onderzoek weg bij het parket van Dendermonde en stelt ze onderzoeksrechter Henri Heimans aan. Hij neemt drie misdaadanalisten aan die het onderzoek herbekijken en nog eens van nul herbeginnen. Resultaat: nog steeds nul. In 2014 gaat Heimans met pensioen en samen met hem het actieve onderzoek. Volgende week volgt nog een zogenaamde BOM-zitting, de voorlaatste stap om de moord op Peter De Vleeschauwer definitief af te sluiten.

De kans is groot dat de zaak nooit verjaart – er ligt een wetsontwerp klaar om dit voor zware delicten af te schaffen – waardoor het intussen 80.000 pagina dikke dossier in theorie nog altijd kan opgelost worden. Al is de kans groot dat het bij een knotsgekke theorie zal blijven, zoals er in deze zaak veel geweest zijn.

Bron » Het Laatste Nieuws