Met de tram naar huiszoekingen, bureaus half leeg en dossiers blijven liggen: malaise bij gerechtelijke politie is enorm

De malaise bij de gerechtelijke politie is énorm. Nadat eerder al minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) daarover onder vuur werd genomen, groeit nu ook felle interne kritiek op commissaris-generaal Marc De Mesmaeker. “Ons land is een hub aan het worden voor internationale misdaad. Maar van hem krijgen we geen steun”, klinkt het van laag tot hoog.

Niets loopt nog bij de gerechtelijke politie. De bureaus zijn half leeg omdat er geen volk kan worden aangeworven. De auto’s – tot vijftien jaar oud – staan in panne zodat speurders met de bus of tram naar de huiszoeking moeten. En er is geen budget voor de vervanging van de stokoude computers.

Het resultaat is angstaanjagend. Tientallen grote, financiële dossiers blijven onaangeroerd omdat er onvoldoende financiële speurders zijn, zoals de procureurs-generaal al aangaven in de commissie Binnenlandse Zaken. Ook de IT’ers vinden hun weg niet naar de gerechtelijke politie. “Terwijl de georganiseerde misdaad zich op de cybercrime smeet, beloofde de commissaris-generaal 25 euro maaltijdcheques voor aspirant-speurders. En dan vraag je je af waarom ze toch niet komen? In de privé verdienen die profielen het dubbel.”

“Criminelen zijn hier graag”

Naast de financiële dossiers moeten nu ook elders zware keuzes gemaakt worden. “Wapentrafiek? Sorry, we kunnen dat niet meer onderzoeken”, was begin deze week de kritiek van Brussels procureur-generaal Delmulle. “De grote drugsdossiers van de ontcijferde cryptofoons van Sky-ECC? Een fractie wordt onderzocht. De rest ligt op de eeuwige stapel”, zeggen hoge officieren.

“De criminelen weten dat. Ze zijn graag in België. Als hun misdaden – bij uitzondering – al onderzocht en veroordeeld worden, kunnen ze nog altijd rekenen op een lichte straf waarbij ze na één derde al vrij kunnen komen. Het is een investering het overwegen waard. Want om het met misdaad verdiende geld ook echt af te pakken, zijn er weer extra onderzoeken en speurders nodig. Die hebben we niet, dus het gebeurt niet.”

“Minister Verlinden zwaait met miljoenen en belooft aanwervingen. Maar wij van de gerechtelijke merken daar niets van. We hebben 1.000 speurders te kort op een totaal van 5.000 en niemand die ons zegt wanneer vertrekkers worden vervangen. De gerechtelijke politie heeft niet eens een eigen budget. Als we plannen voorleggen om de misdaad aan te pakken of om volk aan te werven, worden die niet ondersteund”.

Het vertrouwen is ondermijnd. “Elk financieel tekort dat de Commissaris-generaal ergens bijvult, gaat ten koste van de FGP (federale gerechtelijke politie). Die speurders verdienen nu al heel wat minder dan hun lokale collega’s en dus lopen de diensten verder leeg”

“Klein Mexico”

Nochtans is de federale gerechtelijke politie de eerste in lijn als het gaat om de bestrijding van de staatsondermijnende criminaliteit zoals de drugsmaffia. “Op dit moment zijn we de strijd aan het verliezen. Er moeten nu radicale beslissingen genomen worden of we zijn binnen vijf jaar een klein Mexico.” De roep om een eigen, autonome politiedienst binnen de geïntegreerde politie klinkt steeds luider. “Dat zou een goede oplossing zijn”, volgens verschillende bronnen. “Dan hebben we een eigen budget, eigen IT, een eigen aanwervingsbeleid en kan er niets naar andere diensten afgeleid worden, zoals nu wel gebeurt.”

Gevraagd om een reactie van de commissaris-generaal antwoordt de persdienst van de federale politie met volgende mail: “De boodschap van commissaris-generaal Marc De Mesmaeker is dat de FGP dringend en substantieel versterkt moet worden. Tijdens de parlementaire commissie heeft hij duidelijk gezegd de vraag naar meer middelen voor de FGP ten volle te ondersteunen. Daarnaast wijst de commissaris-generaal op de vele noden van andere eenheden van de gehele federale politie. Veel van die andere eenheden ondersteunen trouwens ook de Federale Gerechtelijke Politie. Het directiecomité van de Federale Politie, waar de commissaris-generaal en de drie directeurs-generaal in zitten, heeft de precaire budgettaire situatie al veel eerder en vaker aangekaart en aangedrongen op de nodige extra middelen voor de Federale (Gerechtelijke) Politie.”

Bron » Het Nieuwsblad

Topmagistraten scherp voor Annelies Verlinden

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) was kop van Jut van de magistratuur deze namiddag in de Kamer.

Commissaris-generaal Marc De Mesmaeker van de federale politie getuigde in de Kamer over de dramatische financiële toestand van de federale politie. Ook de top van de magistratuur was aanwezig, net als vorige week (DS 12 mei).

Over de manier waarop dat financiële tekort aangepakt moeten worden, verschillen De Mesmaeker en de magistraten van mening. De Mesmaeker was het er niet mee eens dat er alleen een budgettaire aanpassing moet komen voor de federale gerechtelijke politie, zoals de procureurs-generaal vragen. Volgens de Mesmaeker moet de hele federale politie meer middelen krijgen.

1.000 extra mensen nodig

Bij de gerechtelijke politie alleen al zijn er – onder andere als gevolg van de Sky ECC-kraak – 1.000 extra mensen nodig op korte termijn. ‘Maar bij andere diensten zijn ook chronische tekorten’, zegt De Mesmaeker. Volgens hem zijn honderden extra mensen nodig voor de luchthaven, de wegpolitie en de directie beveiliging (DAB). En is er vers geld nodig om de maaltijdcheques te betalen.

De Mesmaeker wil niet dat de budgetten van de federale politie opgedeeld worden in een gerechtelijk en niet-gerechtelijk deel. Maar de Brusselse procureur-­generaal Johan Delmulle gelooft juist wel dat dit een voorwaarde is voor een betere werking. ‘Als we dat niet doen, vrees ik een verwatering van het budget van de gerechtelijke politie in het budget van de federale politie.’

De top van het Openbaar Ministerie en de federale politie begonnen een maand geleden aan hun ‘bedelweg’ bij de politiek op zoek naar verse middelen. Dinsdag was de tweede dag van de hoorzitting in de commissies Binnenlandse Zaken en Justitie over het geldtekort bij de federale politie. De commissie wil in de nabije toekomst ook minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) horen.

Verlinden mag heel wat vragen verwachten. Zowel Ignacio de la Serna, voorzitter van het College van Procureurs-generaal, als Johan Delmulle gaf aan dat ze de voorbije dagen hebben geprobeerd om op verschillende manieren met haar in dialoog te gaan, maar zonder succes. ‘We hebben van alles geprobeerd. Ik weet niet tot welke heiligen we ons nog moeten wenden’, zei De la Serna.

Bron » De Standaard

Noodkreet gerecht maakt indruk bij politiek: ‘Het is genoeg geweest’

Kamerleden van meerderheid en oppositie zeggen te beseffen dat de federale gerechtelijke politie (FGP) dringend extra middelen en mensen nodig heeft. ‘De situatie is zo erg dat ik niet inzie hoe we u de middelen die u vraagt kunnen weigeren.’

‘Onaanvaardbaar’, ‘hallucinant’, ‘een les in nederigheid’. De leden van de Kamercommissie Justitie en Binnenlandse Zaken reageren geschokt na de alarmkreet van de procureurs-generaal en de top van de federale gerechtelijke politie gisteren in het Parlement. De bijbehorende beelden van folteringen en liquidaties die werden ontdekt in het Sky ECC-onderzoek maakten niet minder indruk.

Het gerecht had in het parlement een noodkreet geslaakt (DS 12 mei). Door personeelstekort slaagt de gerechtelijke politie er niet meer in alle zware criminaliteit te onderzoeken. Misdrijven als witwasoperaties, corruptie, oplichting en fiscale fraude worden noodgedwongen opzijgelegd. Speurders en procureurs zeggen te vrezen dat ze de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit aan het verliezen zijn.

Het is niet voor het eerst dat politie en justitie extra geld vragen. Eerder stuurden de procureurs-generaal al een waarschuwende brief aan de regering. Commissaris-generaal van de federale politie Marc De Mesmaeker sloeg een maand geleden ook al eens alarm in De Standaard. Nu was de smeekbede nog algemener en dwingender. En de boodschap lijkt ditmaal wel aangekomen te zijn.

De Kamerleden zijn het er in hun reacties over eens dat er snel ingegrepen moet worden, en dat over de grenzen van oppositie en meerderheid heen. ‘Laten we onmiddellijk bijkomende middelen geven aan de federale gerechtelijke politie, dat is fundamenteel’, zegt PS-fractieleider Ahmed Laaouej. ‘Het is nu genoeg geweest met die opmerkingen dat men niet weet waar de middelen te halen. Dit moet een prioriteit zijn.’

N-VA-Kamerlid Christoph D’Haese ziet vooral dringende nood aan meer gespecialiseerde digitale analisten. ‘De situatie is zo erg dat ik niet inzie hoe we u de middelen die u vraagt kunnen weigeren’, zegt Kamerlid Marie Christine Marghem (MR).

De Kamerleden van de partijen die de ministers van Binnenlandse Zaken (Annelies Verlinden, CD&V) en de minister van Justitie (Vincent Van Quickenborne, Open VLD) leveren, wijzen erop dat de regering intussen niet heeft stilgezeten. ‘Minister Verlinden heeft al geïnvesteerd, het budget ging structureel de hoogte in’, zegt CD&V-Kamerlid Steven Mathei. Hij wijst erop dat er onder de vorige regering-Michel werd beslist om de capaciteit bij de gerechtelijke politie af te bouwen, waardoor er nu personeelstekorten ontstaan. Hij is het er wel mee eens dat er nu ‘een kentering’ ingezet moet worden.

Ook Open VLD-Kamerlid Tim Vandenput wijst erop dat de regering wel degelijk actie heeft ondernomen. ‘Er komt deze legislatuur ongeveer een half miljard extra bij voor justitie’, zegt hij. ‘Maar het wordt almaar moeilijker om personeel te vinden. In 2020 zijn er middelen uitgetrokken om 800 bijkomende mensen aan te werven, maar slechts de helft daarvan is gevonden.’

Concurrentie van privésector

Trage rekrutering, gecombineerd met vele pensioneringen, hypothekeren de werking van de federale gerechtelijke politie. Intussen zijn de uitdagingen alleen maar groter en complexer geworden, vooral door het Sky ECC-dossier, waarbij speurders geëncrypteerde telefoons konden kraken en daardoor in de communicatie van criminele organisaties doordrongen. Dat leverde zoveel informatie op dat de speurders er nu niet meer in slagen om alle criminaliteit te onderzoeken en te laten vervolgen.

Om de gespecialiseerde speurders te kunnen aantrekken die nodig zijn in de strijd tegen de financiële en de cybercriminaliteit, zal een goed aanbod nodig zijn, aangezien de concurrentie met de privésector groot is. De gesprekken in de regering om extra geld vrij te maken, zijn intussen aan de gang.

Bron » De Standaard

Speurders moeten nu ook zwaar banditisme laten schieten

Met foto’s van folteringen en liquidaties slaakt het gerecht een noodkreet over het gebrek aan onderzoekscapaciteit. In steeds meer zware dossiers moeten de parketten verdachten noodgedwongen vrijuit laten gaan.

Door personeelstekort onderzoekt de Brusselse federale gerechtelijke politie (FGP) sinds september vorig jaar niet meer alle financiële criminaliteit die het parket wil vervolgen. In 56 van de 300 dossiers die sindsdien beoordeeld werden, of bijna een vijfde, moeten de daders dus niets vrezen. Het gaat om misdrijven als witwas, corruptie, oplichting en fiscale fraude.

De situatie is zo ernstig dat Brussel ook misdrijven van een volgende categorie, die wel ­direct mensenlevens eist, moet laten schieten: groot banditisme. ‘Het gaat om extreme ­gewelddadigheid zoals ontvoeringen, afpersingen, diefstallen met geweld en andere gewapende misdrijven’, zei Brussels procureur­generaal Johan Delmulle gisteren in de Kamer.

Terwijl daar in 2002 nog 69 gespecialiseerde speurders mee bezig waren, zijn dat er vandaag 45. Een dossier over wapenhandel en een over illegale handel van voertuigen konden niet onderzocht worden, net als twee andere gevallen van ­georganiseerde criminaliteit. ‘Dat is de realiteit op het terrein vandaag’, aldus ­Delmulle. Onlangs vond een eerste vergadering plaats om te bekijken of de triage ook in dit domein structureel moet worden.

In ongeziene slagorde trok de verzamelde top van het Openbaar Ministerie, dat misdrijven vervolgt, en de FGP, de ogen en oren van het gerecht, gisteren in het parlement aan de alarmbel. ‘De situatie is catastrofaal’, zei Patrick Vandenbruwaene, namens het College van Procureurs-Generaal. ‘We moeten vandaag ongeziene en ongehoorde keuzes maken.’ Vorige maand slaakte Mark De Mesmaeker, de baas van de ­federale politie, in deze krant al een gelijkaar­dige noodkreet.

Eric Snoeck, het hoofd van de FGP, schetste dat het aantal medewerkers bij de FGP daalde van 4.511 in 2014 naar 4.408 vandaag, maar dat er in realiteit 1.000 speurders minder zijn dan toen, omdat door de toegenomen complexiteit de ondersteunende diensten fors groeiden.

Bij de Antwerpse FGP zouden 603 speurders moeten werken, maar dat zijn er maar 450. ‘We nemen onaanvaardbare risico’s’, zei Franky De Keyzer, de Antwerpse procureur. De proactieve taken van de FGP schieten er al helemaal bij in. ‘Ik heb geen mogelijkheden meer om motor- of drugsbendes in kaart te brengen’, zei federaal procureur Frédéric Van Leeuw. ‘We zien alleen mist.’ De Keyzer: ‘Ik moet werken op basis van halve informatie. Het beeld dat men mij kan schetsen van bijvoorbeeld terroristische dreiging, is nooit volledig. Dit is geen ­manier van werken voor een beschaafd land als het onze. We dreigen de strijd tegen de georganiseerde misdaad te verliezen.’

Afgehakte ledematen

Veel van het capaciteitstekort heeft te maken met het Sky ECC-dossier, waarbij speurders cryptofoons konden infiltreren. Dat leidde in een jaar tijd tot 309 nieuwe onderzoeken. ‘We leven sinds Sky in een andere realiteit’, zei Delmulle. ‘Het is onmogelijk geworden om alles te verwerken’, zei Vandenbru­waene. ‘Op die wijze infiltreert de georganiseerde crimina­liteit ons sociaal-economische weefsel en zelfs onze maatschappelijke instellingen.’ ­

Tegelijk moeten andere zaken wijken. ‘Als ik zulke dossiers twee jaar geleden had laten ­vallen, had men me gek verklaard’, zei Van Leeuw. ‘Gezien de hoeveelheid informatie is een instorting van het systeem een reëel risico.’ Van Leeuw liet aan de parlementsleden voor het eerst expliciete beelden zien uit onderschepte berichten tussen ­criminelen, waaronder afgehakte ledematen en onthoofde lichamen. ‘We hebben getwijfeld, maar die beelden blijven op het netvlies hangen’, zei De Keyzer. ‘We beschouwen dit als onze laatste kans om ons te laten horen.’

Concreet vraagt de FGP een extra verhoging van het jaarlijkse budget met 35 miljoen euro dit jaar en 55 miljoen de komende jaren. Delmulle benadrukte dat ze eind vorig jaar de regering inlichtten over de situatie. ‘Men zou het oppikken. Maar op de een of ­andere manier is onze vraag ergens op een rotsbodem gevallen.’

Bron » De Standaard

Hoe gezichtsherkenning door politie sluipend dichterbij komt

Er is een automatische uitwisseling van meer politiedata tussen EU-lidstaten in de maak. Ook personenfoto’s vallen daaronder. Dat zet de deur open naar gezichtsherkenning. ‘Maar hoe springt een land als Hongarije daarmee om?’

Stel: de politie in pakweg Tsjechië houdt een verdachte man ­tegen, maar kan hem niet identificeren. Dan zullen agenten een foto van hem kunnen ­inladen op een Europees systeem en toetsen aan foto’s die de 26 andere lidstaten in hun databanken hebben zitten. Bij een match, bijvoorbeeld met een foto die de Portugese politie in haar ­databank heeft, krijgen de agenten in Tsjechië een ­bericht. Binnen de 24 uur moet Portugal de beschikbare gegevens overmaken.

Dat is het idee achter een voorstel voor verordening dat de ­Europese Commissie heeft ­opgesteld. Het is een stevige ­uitbreiding van gegevensuitwisseling zoals die nu al meer dan tien jaar gebeurt. Politiediensten kunnen nu al vinger­afdrukken, ­DNA-stalen en voertuiggegevens met elkaar ­vergelijken. Het ­startschot daarvoor was het Verdrag van Prüm uit 2005, waarvan ­België een van de ­zeven ondertekenaars was. Europa wil dat die ­samenwerking tussen politiediensten, onder leiding van Europol, gemoderniseerd en veel ­intenser wordt. Die verordening krijgt de bijnaam ‘Prüm II’.

Problematisch systeem

De beweegredenen voor die uitbreiding zijn logisch. Criminelen kunnen zich vrij over de Europese binnengrenzen bewegen. Drugssmokkel, mensenhandel, terro­risme: alle zware criminaliteit strekt zich uit over verschillende landen. Volgens Europol is bijna 70 procent van de criminele netwerken actief in meer dan drie EU-lidstaten. Maar de nationale politie-eenheden kunnen niet zomaar in een ander land aan de slag gaan of inzage krijgen in hun data. Via ­verzoeken om rechtshulp kunnen ze data bij elkaar opvragen, maar die zijn erg tijdrovend. Door gegevens uit ­nationale databanken met elkaar te kruisen, moet dat sneller gaan.

De lidstaten moeten dus ook ­gezichtsopnames ter ­beschikking stellen. De mogelijkheid om een beeld van een onbekend persoon te vergelijken met dat van gekende individuen om zo iemand te identificeren, impliceert dat een ­systeem voor gezichtsherkenning uitgebouwd wordt.

‘Dit is een gigantische verandering’, stelt Frank Schuermans, ­lid-raadsheer van het Belgische Controleorgaan op Politionele ­Informatie (COC). ‘Zo’n systeem voor gezichstherkenning is problematisch, want daar is er momenteel geen wetgeving rond. De technologie bestaat wel, maar het ­gebruik ervan is noch in België, noch in Europa toegelaten. Er wordt gewerkt aan een richtlijn rond artificiële intelligentie, deze veranderingen hangen daarmee samen.’

Behalve de stap naar gezichts­herkenning maakt het COC zich ook zorgen over de kwaliteit van de gegevens in de gekoppelde databanken. ‘Natuurlijk is het basisidee goed. Wie kan er tegen de uitwisseling van dit soort info zijn? Maar de doeltreffendheid hangt af van de kwaliteit, betrouwbaarheid en integriteit van die gegevens. In de Belgische Algemene Nationale Gegevensbank staan al veel data die er eigenlijk niet meer in horen (DS 19 april). Die problemen rond nationale gegevenswerking zouden eigenlijk vermenigvuldigd worden met een factor 27. De vraag is ook welke databanken de landen aan dit systeem zullen koppelen. In Frankrijk zijn er verschillende per politieniveau of -dienst. En hoe zullen landen omgaan met dat hele systeem? Wat moeten we bijvoorbeeld verwachten van een land als Hongarije, dat het niet zo nauw neemt met de regels rond de rechtsstaat?’

‘Een Europese FBI’

Ook bij de controle op het gebruik stelt Schuermans zich vragen. ‘De rol van Europol wordt nogmaals versterkt, dat wordt in feite een soort Europese FBI. Maar het openbaar ministerie dat toezicht moet houden, in dit geval Eurojust of het nieuwe Europees Openbaar Ministerie, volgt niet. Zelfs met het best mogelijke systeem riskeer je problemen. Daarom moeten er waarborgen en toezicht worden ­ingebouwd én die moeten ook middelen krijgen, en daarover lees ik nu amper iets. In een rechtsstaat zijn er nu eenmaal beperkingen. Je kunt niet alles verzamelen omdat het ooit eens nuttig kan zijn.’

Het voorstel zit nu in de fase waarin het Europees Parlement en de lidstaten hun zeg erover ­kunnen doen. België verwacht meer duidelijkheid over de vraag hoe zwaar een misdrijf moet zijn wanneer zo’n bevraging van de ­andere databanken kan gebeuren. Ook moeten er standaarden ­komen over de kwaliteit van de ­data, zeker die van gezichtsopnames.

Toch zal aan de grond van de zaak, en dus ook van de uitwisseling van gezichtsopnames, waarschijnlijk niet veel veranderen. ‘De Europese parlementaire commissie die dit zal behandelen is heel actief, maar een echte koerswijziging wordt moeilijk’, verwacht ­Rosamunde van Brakel, hoofd­docent surveillancestudies aan de universiteit van Tilburg en de VUB. ‘Er is een hele sterke push rond data en technologieën inzetten, en voor verschillende doeleinden. Europa vindt dat het niet kan achterlopen ten opzichte van China en Amerika. Binnen de politie verwacht men dat die nieuwe middelen de onderinvesteringen van de voorbije jaren kunnen verhelpen. Ze hopen meer te kunnen doen met evenveel of minder geld. Maar de wetgeving en het beleid volgen niet.’

Ook Van Brakel vindt dat er nood is aan een beter toezicht op dit soort techno­logie, ook vanuit sociaal en ethisch perspectief. ‘Het spanningsveld tussen wat technologisch kan en wat de politie mag, neemt alleen maar toe’, zegt Van Brakel. ‘Bij dit voorstel is het nog te weinig duidelijk om welke data het dan specifiek gaat en bij welke misdrijven ze worden ingezet, waardoor er te nonchalant mee kan worden omgesprongen.’

Bron » De Standaard