“Had ik die wapens van de Bende maar nooit gevonden”

“Ik heb ongeveer alle watertjes doorzwommen die als magistraat van eerste aanleg mogelijk zijn. Daarna heb ik telkens alles kunnen relativeren, behalve één ding: dat de minister van Justitie het onderzoek naar de Bende van Nijvel in 1990 bij mij heeft weggehaald. Dat was de doodsteek voor het onderzoek.”

Freddy Troch is in 1983 onderzoeksrechter in Dendermonde geworden. “Voor het Bende-onderzoek hadden we de cel-Delta opgericht. Dat was een schitterende periode. Onze ploeg hing goed samen. Er werd heel hard gewerkt, maar er kon ook plezier worden gemaakt. We hadden ook het gevoel dat we vooruitgang boekten.”

In 1986 doorzochten duikers in opdracht van Troch het kanaal van Ronquières. Zij hadden meer succes dan de duikers die dezelfde taak eerder al in opdracht van het parket van Nijvel hadden gedaan. “We hebben toen de wapens van de Bende gevonden”, zegt Troch.

“Maar soms denk ik dat we die beter niet hadden gevonden. We hebben ons daar later, onder meer in de parlementaire Bende-commissie, voor moeten verdedigen. Alsof die vondst iets abnormaals was. Terwijl we ons daarvoor gewoon baseerden op de pv’s van de politie. We hadden hiermee veel vijanden gemaakt, want we hadden iets gevonden wat anderen over het hoofd hadden gezien.”

Vier jaar na die vondst was daar plots die beslissing om het onderzoek volledig aan een onderzoeksrechter in Charleroi toe te vertrouwen. “Nog altijd kan niemand me vertellen van waar die beslissing kwam”, zegt Troch. “Het initiatief kwam van de toenmalige minister van Justitie, Melchior Wathelet. Naar de buitenwereld stelde hij dat voor als een stap vooruit. Hij gaf de schijn dat hij de zaken als minister in handen nam. In werkelijkheid is vanaf dan het onderzoek stilgevallen.”

Naar de echte reden voor deze beslissing is het nog altijd raden. “Het enige wat ik me kan inbeelden, is dat we onze tijd te ver vooruit waren”, zegt Freddy Troch. “We wilden met de verschillende betrokken parketten en politiediensten samenwerken. Blijkbaar hebben we daarbij op zere tenen getrapt.”

“Het blijft onbegrijpelijk dat een zaak met zoveel feiten en zoveel betrokkenen, nog altijd niet opgelost geraakt. Ik zeg niet dat wij het zeker hadden opgelost, als men ons had laten doen. Maar door de zaak van ons af te nemen, is het toen in ieder geval onderzoekstechnisch wel helemaal verbrod.”

Bron » De Standaard

Rechter Troch ontgoocheld met pensioen

Rechter Freddy Troch (61) gaat vervroegd met pensioen. Hij is moegestreden. “De modernisering van justitie is uitzichtloos geworden. Ik heb mijn vervroegd pensioen aangevraagd omdat ik moedeloos werd van de stilstand binnen justitie”, zegt Freddy Troch.

“Ik was de voorbije twee jaar lid van de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde. Maar van modernisering is geen sprake, sinds de val van de regering ligt alles stil. Zelfs als ik tot de maximumleeftijd van 67 jaar bleef werken, zou ik de hervorming van justitie niet meer meemaken. Intussen zijn er genoeg problemen waarvoor dringend een oplossing moet worden gevonden.” Naar aanleiding van zijn pensioen overloopt hij de belangrijkste pijnpunten vandaag.

Celstraffen onder de drie jaar worden in ons land niet uitgevoerd. “Er is een ministeriële omzendbrief die vraagt om deze straffen ofwel niet, ofwel beperkt, ofwel met enkelband uit te voeren”, zegt Freddy Troch. “Die maatregel is bedoeld om de overbevolking in de gevangenissen aan te pakken. Ik begrijp nog altijd niet waarom daartegen zo weinig weerstand is. Hiermee holt de minister het werk van rechters uit.”

De achterstand van justitie op het vlak van ICT wordt alleen maar groter. “Enkele jaren geleden is er het Feniks-plan gekomen”, zegt Troch. “Daarna zijn er nog nieuwe plannen gekomen, maar het is nog steeds het Feniks-beheerscomité dat de informatisering van justitie begeleidt. Ik heb hier het jaarverslag van dat comité. Het zijn twee bladzijden, en in de plaats van een lijst activiteiten bevat het één lange alarmkreet van de voorzitter: ondanks enkele verspreide en wisselende initiatieven is de vooruitgang van de informatisering onmerkbaar.”

“In de rechtbanken worden Lui en Moe beschermd.” Troch zegt het met een boutade, maar is heel ernstig over de problematiek die daarachter schuilt. “De grote meerderheid van de magistraten levert goed werk, maar zij zijn het slachtoffer van een minderheid die slecht werkt. Omdat Lui en Moe niet goed werken, krijgen die minder dossiers toegeschoven, en dus komen die op de nek van de anderen terecht.”

“We moeten opletten dat de invoering van het Salduz-arrest niet tot een verkapte klassenjustitie leidt.” Volgens het Salduz-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft elke verdachte tijdens zijn eerste verhoor recht op bijstand van een advocaat.

In het parlement wordt nu een wetsvoorstel uitgewerkt om dat ook in België in te voeren. Freddy Troch heeft vragen bij het effect daarvan. “Voor welke zaken zal men op een advocaat beroep doen? Toch niet voor een eenvoudige diefstal of andere kleine zaken? Dat gaat in de eerste plaats om grote zaken, fraudedossiers. De ‘grote vissen’, zullen er dus meer profijt van hebben.”

“Daarbij maak ik me ook grote zorgen over de positie van de slachtoffers, de burgerlijke partijen. Door dit arrest dreigen zij nog meer te verzwakken tegenover de verdediging. De advocaten van de verdediging zullen bij hun mondelinge tussenkomsten tijdens de verhoren de strategie van hun cliënten volledig meespelen. Zo heeft elke verdachte het recht op ontkenning. Als ook de advocaten dat recht inroepen, wordt het moeilijker om op zoek te gaan naar de waarheid.”

Bron » De Standaard