Waarom de vingerafdruk als bewijsmethode zijn beste tijd heeft gehad

In Antwerpen werd deze week Goran C. veroordeeld tot 15 jaar cel voor een 23 jaar geleden gepleegde moord. Al het bewijsmateriaal leek hem vrij te pleiten, maar de vingerafdruk op het bierflesje op de toog was wel degelijk van hem, oordeelde de rechtbank. Was daarmee echt zijn schuld bewezen?

“Een klopjacht werd ingezet”, zo eindigt het krantenberichtje in Het Laatste Nieuws, 19 april 1995. Het café, in de Breydelstraat vlak bij het Antwerpse centraal station, heette Italia ’90, schijnbaar zo genoemd in de aanloop naar het WK voetbal, toen. De krant benoemde de man die hier op dinsdagavond 18 april rond tien uur ’s avonds was neergeschoten als een “ex-Joegoslaaf”. Dat was in die tijd, tot groot ongenoegen van de meeste betrokkenen, de containerterm voor Serviërs, Kroaten, Bosniërs, Slovenen, Montenegrijnen, Macedoniërs en Kosovaren.

Waarover de woordenwisseling ging, iets met politiek, voetbal of wat dan ook, wist geen van de klanten achteraf te verklaren. Het was een korte en hoogoplopende ruzie, in het Servo-Kroatisch. Op een gegeven moment trok de ene ex-Joegoslaaf zijn pistool en joeg twee kogels door het lichaam van de andere.

Zoran Cokrev overleed enkele dagen later in het ziekenhuis. Hij was 24 jaar. De klopjacht leverde niets op. De cafébaas en zijn klanten konden over de moordenaar alleen nog dit vermelden: “Hij miste vier voortanden.”

Het enige materiële aanknopingspunt dat de technische dienst van het Antwerpse parket op de plaats delict aantrof, situeerde zich op de toog. Het bierflesje waaruit de moordenaar had gedronken, net voor de fatale schoten. Het flesje werd met de nodige zorg in een plastic zakje gestopt en overgebracht naar het labo. Daar werd met een kwastje wit poeder over het glas aangebracht. Een fragmentaire vingerafdruk werd zichtbaar. Glas is een niet-absorberend materiaal, de best denkbare ondergrond waarmee de forensische expert aan de slag gaat.

De afdruk leverde geen match op. De lijntjes in de vingerafdrukken werden in die tijd met de fotokopieermachine uitvergroot en op cellofaan afgedrukt. De expert schoof die dan manueel over andere afdrukken waarvan de politie dacht dat het misschien interessant was om ze te vergelijken. Als lijntjes en patronen elkaar volgden, had je een match. Nu mocht de kans sowieso klein worden geacht.

Als de moordenaar nog maar net uit Joegoslavië was gekomen en niet eerder bij een delict betrokken was geweest, dan zat zijn afdruk nog niet in de mappen. Wat kon de politie verder doen? De Balkanoorlog zou zo’n 140.000 mensen het leven kosten. Tegen die bredere achtergrond was de dood van Zoran Cokrev nog geen voetnoot van een voetnoot. Al in 1996 vorderde het parket de ontlasting van de onderzoeksrechter: zo uitgesproken was de overtuiging dat aan deze moord niks meer te onderzoeken viel en ze altijd een cold case zou blijven.

Interpol-databank

Rond de eeuwwisseling begonnen politiediensten in heel Europa te digitaliseren. Er werden databanken aangelegd met DNA-profielen en vingerafdrukken. Die werden op het hoofdkwartier van Interpol in Lyon een voor een aan elkaar gekoppeld en kijk: daar viel een match uit de lucht. De vingerafdruk was identiek aan die van Goran C., Serviër, geboren in 1965. De man was ooit in een voormalig Joegoslavisch land vervolgd voor een gewelddelict. Bij die gelegenheid waren zijn vingerafdrukken genomen.

Er werd een internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd, en in 2010 liep Goran C. bij een identiteitscontrole op een trein in Hongarije tegen de lamp. Hij werd opgepakt en uitgeleverd aan België. Probleem: de man die de Antwerpse speurders tegenover zich kregen, beweerde hier niets of niemand te kennen. En hij had vier voortanden.

Er werd een tandarts bijgehaald. Die stelde vast Goran C. een overbrugging had laten uitvoeren. Dat verklaarde natuurlijk alles. Strafpleiter Jan De Man kreeg Goran C. na een half jaar vrij, nadat die via vrienden en familie de betaling van een borgsom van 25.000 euro had geregeld gekregen. C. scheen ervan overtuigd dat hij het slachtoffer was geworden van een gigantisch misverstand en op een dag z’n geld wel zou terugkrijgen.

Jan De Man: “De man is van bij z’n arrestatie blijven roepen dat hij het niet had gedaan. Met de man praten was niet simpel, want hij spreekt enkel z’n eigen taal. Ik vroeg zijn tandendossier op. Weet u wanneer de overbrugging is gezet? In 2009. We konden een attest voorleggen van een tandtechnisch laboratorium in Servië dat aantoonde dat hij zijn voorste tanden in 1995 nog had. “Ik keek ernaar uit om deze zaak te pleiten, want alles leek in het voordeel van mijn cliënt uit te draaien.”

Maandag, bijna dag op dag 23 jaar na de moord, werd Goran C. bij verstek veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Nadat de rechtbank in een tussenvonnis had geoordeeld dat ze twijfelt aan de waarachtigheid van het Servische attest. Want: de vingerafdruk op het bierflesje was wel degelijk de zijne. Dus kon het niet anders dan dat hij de dader was.

Wondermiddel

Het standbeeld van Adolphe Quetelet (1796-1874) staat aan het Queteletplein, in de schaduw van de Madoutoren in Brussel. Quetelet was een Belgisch astronoom, statisticus en socioloog. Aan hem danken we de body mass index, de koninklijke sterrenwacht en de Wet van Quetelet die stelt: “Elk door de natuur vervaardigd object heeft eindeloze variaties en geen enkel patroon is identiek.”

Op deze wet berust het geloof in de vingerafdruk. Het idee dat elke levend wezen uniek is en dat bijgevolg elke menselijke vinger een unieke afdruk achterlaat. In 1880 ontwikkelde de Schotse arts Henry Faulds het idee dat vingerafdrukken handig zouden kunnen zijn bij het ophelderen van misdrijven. Hij sprak erover met Charles Darwin en diens neef Francis Galton. Die berekende dat de kans dat twee mensen een identieke afdruk hebben ongeveer 1 op 64 miljoen moet bedragen.

Wetende dat er in die tijd 700 miljoen mensen waren, betekende dat een statistisch verwaarloosbare foutenmarge. In 1901 begon Scotland Yard, de Londense politie, met een eigen labo. In geen tijd veroverde de vingerafdruk de wereld als het nieuws wondermiddel.

“Jij was op die plaats.”

“Nee, dat was ik niet!”

“Wij hebben je vingerafdrukken daar gevonden!”

Waarna de verdachte het hoofd in de handen begraaft, in tranen uitbarst en overgaat tot een omstandige bekentenis.

Zo ging het, een kleine eeuw lang. Bijna altijd, toch. Het kwam weleens voor dat de verdachte tegen de vingerafdruk in zijn onschuld bleef uitschreeuwen. Dat werd dan beoordeeld als erger dan erg: een misdadiger die niet alleen een misdaad had gepleegd, maar daar dan ook nog eens tegen alle wetenschappelijke evidenties in pathologisch over bleef liegen. Doorgaans werd zo’n soort dader dan nog harder gestraft wegens het niet doen blijken van schuldinzicht.

Toen was er de zaak-Shirley McKie. Zij was een 34-jarige Schotse politieagente die begin 1997 bij haar overste werd geroepen en de levieten werd gelezen. Er was een oude dame vermoord in Kilmarnock, en er waren vingerafdrukken genomen in haar woning. Daardoor kon men zien dat de vroegere klusjesman van de dame meer dan waarschijnlijk de moordenaar was geweest.

Nu was er ook een vingerafdruk aangetroffen van Shirley, op een nog ongeopend kerstcadeautje in de woonkamer van de dame. Hoeveel keer, brieste haar baas, moest worden herhaald dat je bij het betreden van een plaats delict eerst latex handschoenen moet aantrekken?

Shirley McKie zei: “Ik ben daar helemaal niet geweest.”

Volgens de dagrapportages van haar eigen korps was McKie inderdaad niet betrokken bij het moordonderzoek, maar de vingerafdruk bewees dat ze blijkbaar toch stiekem het huis was binnen gegaan. Het had bij een welles-nietesspelletje kunnen blijven als de advocaat van de verdachte haar tijdens het proces niet had opgeroepen als getuige om haar onder eed te laten verklaren dat ze niet in dat huis was geweest. Hij kon zo de deskundigheid van het hele forensische team in twijfel trekken. Haar oversten zetten Shirley onder druk om te bekennen, maar dat bleef ze koppig weigeren. Ze werd gearresteerd, vervolgd wegens meineed en uiteraard ook ontslagen.

Aanslag Madrid

Na een strijd van negen jaar werd Shirley McKie vrijgesproken. Ze zette in 2007 haar lijdensweg te boek in The Price of Innocence. Een jaar later startte het Schotse parlement een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de vingerafdruk als forensisch bewijsstuk. Want intussen was er de zaak-Brandon Mayfield.

Tussen het puin van de aanslagen in een treinstation in Madrid ontdekte de politie op 11 maart 2004 een zak met niet-ontplofte explosieven. Daarop werd een vingerafdruk ontdekt. Die ging wereldwijd door alle bestanden, ook die van de FBI. Die ontdekte een match met de vingerafdruk van de 37-jarige advocaat Brandon Mayfield uit het Amerikaanse Oregon. Volgens de FBI stond de gelijkenis “voor 100 procent vast”.

Een dag na zijn arrestatie, 20 mei 2014, raakte bekend dat Mayfield al jaren niet meer buiten de VS was geweest, dat zijn paspoort al jaren verlopen was en dat de Spaanse politie dezelfde vingerafdruk intussen met eveneens 100 procent zekerheid had gelinkt aan de Algerijnse Al Qaida-terrorist Ouhnane Daoud.

En dan was er nog de zaak-Stephan Cowans. Hij werd in 1998 in Boston tot 45 jaar cel veroordeeld voor het lossen van een schot op een politieman bij een schermutseling. Cowans werd schuldig bevonden op grond van een match met de afdruk van een duim op de glazen beker waaruit de dader kort voor het incident had gedronken. Nadat Cowans zes jaar lang vanuit zijn cel was blijven roepen dat dat onmogelijk was, bekwam hij dankzij de ngo Innocence Project een DNA-analyse van het zweet in de vingerafdruk. Want als menselijk zweet een vingerafdruk achterlaat op glas, dan ook DNA-materiaal.

Op 23 januari 2004 verliet Cowans als een vrij man de gevangenis.

“Het verbaast mij dat er nog rechtbanken zijn waar men blind gelooft in de bewijskracht van een vingerafdruk”, zegt de Nederlandse rechtspsycholoog Peter van Koppen. “Het kan, passend in een geheel van overtuigingsstukken, een belangrijk element zijn, zeker. Maar een aanklacht die uitsluitend berust op een vingerafdruk? Hm.

“Hoe groot de kans is op een vergissing? Dat is niet de juiste vraag. De enige manier om dat uit te zoeken, zou erin bestaan dat je de vingerafdrukken van alle mensen op aarde opvraagt en dat kan niet. Het probleem situeert zich niet in de kansberekening, maar bij de experts die zich sterk maken dat ze met absolute zekerheid kunnen zeggen dat twee vingerafdrukken identiek zijn. Dat kunnen ze namelijk niet.”

Waar is het bierflesje?

Introspectie is nooit de sterkste kant geweest van vingerafdrukexperts. Op een internationaal congres spraken ze ooit met elkaar af dat je pas als expert kon worden erkend als je vooraf de eed aflegt en zweert dat twee mensen onmogelijk een identieke vingerafdruk kunnen hebben.

Bij Scotland Yard is hoofdonderzoeker Mike Silverman sinds de digitalisering helemaal van zijn geloof afgestapt. Gevraagd naar de statistische kans op een vergissing, verklaarde hij in The Daily Telegraph: “Het is onwaarschijnlijk, zeker, maar dat is het winnen van de loterij ook.”

In 1995 was er nog geen DNA-techniek, zoals die er in 1997 ook nog niet was in de zaak van Stephan Cowans. Al wat dus had moeten gebeuren voor een rechter tot een oordeel kon komen, was het bierflesje overbrengen naar het labo en laten onderzoeken op DNA.

“Dat zal niet gaan”, zegt advocaat Jan De Man. “In het dossier zit een stuk, al van in 1996, waaruit blijkt dat het bierflesje toen al is zoekgeraakt. Hoe, dat weet ik niet. Het is in elk geval verdwenen, er is alleen nog die afdruk. Er zit ook een stuk in het dossier waarin een expert oordeelde dat de afdruk ‘te fragmentair is om ze te kunnen vergelijken.’

“Wat mij het meest ergert, is dat er na 2010 in deze zaak geen enkele onderzoeksdaad meer is gesteld door het parket. Men heeft gewacht tot de Potpourriwet (waarmee Koen Geens de automatische assisenprocedure voor moordzaken afschafte, DDC) om ze aan een correctionele voor te leggen. Met zo’n zwakke zaak als deze zou men nooit naar assisen zijn getrokken. Ik ga de cliënt dus adviseren om beroep aan te tekenen. Als hij tenminste eens antwoordt op zijn mails.”

Goran C. vertoeft momenteel in Servië. Hij was maandag niet aanwezig in de rechtszaal. Hij vertrouwt het zaakje daar mogelijk niet meer zo.

Het was niet Jan De Man die de krant contacteerde over deze zaak, het was omgekeerd.

Bron » De Morgen

Einde van een spoor, niet van onderzoek

De piste van Chris B. als ‘de Reus’ van de Bende van Nijvel lijkt dood. Maar de speurders blijven in de richting van ex-rijkswachters kijken.

De slachtoffers van de Bende van Nijvel reageerden gisteren bitter op het bericht dat het spoor naar ex-rijkswachter Chris B., genoemd als ‘de Reus’ van de Bende van Nijvel, wellicht op niets zal uitdraaien. De krant Het Laatste Nieuws had donderdag op basis van een anonieme gerechtelijke bron geschreven dat het onderzoek naar Chris B. ‘met 99 procent zekerheid niets zou opleveren’.

David Van de Steen, een overlevende van de Bende-aanslag in Aalst, vroeg zich af ‘of de oud-rijkswachters die nu werken aan het onderzoek naar de Bende van Nijvel, niet aan een schoonmaakactie bezig waren.’ Daarmee bedoelde hij dat hij vreest dat er bij de speurderscel een doofpotoperatie aan de gang is. Van de Steen voegde eraan toe ‘dat zijn geloof in justitie en gerecht ­totaal verdwenen was’.

Het was David Van de Steen die het spoor naar Chris B. vorig jaar had aangebracht. Een jeugdvriend van B. had het bij hem gemeld. Van de Steen gelooft tot vandaag dat het spoor naar Chris B. de oplossing in het Bende-onderzoek zal brengen. Dat in tegenstelling tot andere slachtoffers die hun theorie hebben en nooit hebben geloofd in het spoor van Chris B.

Nieuwe imuls

Jef Vermassen, de advocaat van Van de Steen, verbaasde zich er gisteren over dat het nieuws uitgelekt was via ‘anonieme gerechtelijke bronnen in de pers’ en dat het federaal parket dat nieuws niet wilde bevestigen. Vermassen zei niet te begrijpen dat het spoor naar B. op niets is uitgedraaid. ‘De broer van Chris B. heeft met tranen in de ogen op tv gezegd dat hij denkt dat zijn broer de Reus is. Die mens gaat zoiets toch niet zeggen als hij niet denkt dat het niet waar is ? En welk motief zou Chris B. zelf hebben om op zijn sterfbed te bekennen dat hij bij de Bende van Nijvel was?’

Feit is dat er zes maanden nadat het spoor naar Chris B. in de openbaarheid is gekomen, nog geen bewijzen zijn gevonden dat deze rijkswachter de Reus van de Bende van Nijvel was. De speurders hebben ook niet veel hoop dat die bewijzen er ooit zullen komen. Dat vernam De Standaard. Dat hoeft niet te verwonderen. De kans om meer dan dertig jaar na de laatste overval van de Bende van Nijvel nog harde bewijzen te vinden dat B. de Reus van de Bende was, was van meet af aan bijzonder klein.

Het verhaal van Chris B. heeft er wel toe geleid tot het onderzoek naar de Bende van Nijvel een nieuwe impuls heeft gekregen. Waar er een jaar geleden drie speurders op de zaak werkten, zijn dat er na de commotie inmiddels 26 geworden. Zij hebben opnieuw een grondige analyse van het dossier gemaakt. Volgens onze informatie volgen ze enkele interessante sporen en zouden die – opnieuw – naar ex-rijkswachters leiden. Rijkswachters van wie de namen al veel langer in het dossier zitten. Maar niet meer Chris B dus.

Robotfoto onder hypnose

De alcoholverslaafde Chris B. vertelde in mei 2015 kort voor zijn dood aan zijn broer dat hij lid zou was geweest van de Bende van Nijvel. Pas na B.’s dood kwam dat verhaal ter ore van de speurders. Dat maakte het extra moeilijk om te verifiëren. Wel waren er enkele intrigerende aanwijzingen: de robotfoto nummer 19 die van de Reus werd verspreid, leek als twee druppels water op Chris B. Omdat B. eind de jaren 70 lid was geweest van de speciale interventie-eenheid van de rijkswacht, de Groep Diane, leek hij bovendien een interessante verdachte.

Maar gauw rezen er twijfels over de betrouwbaarheid van de robotfoto. Die werd meer dan tien jaar na de overval op de Delhaize van Overijse (27 september 1985) onder hypnose geschetst door een kroongetuige. Hypnose is een omstreden techniek. De ondervraging van een reeks ex-collega’s, familieleden en vrienden van B. uit de periode 1970-1980 leidde ook niet tot een doorbraak. Integendeel, de meeste van zijn ex-collega’s zeiden dat B. niet het profiel had om dergelijke misdaden te begaan. De broer van Christian B. was ervan overtuigd dat zijn broer bevriend was geweest met de beruchte ex-rijkswachters Bouhouche en Beijer, maar ook dat kon niet worden hardgemaakt.

Bron » De Standaard

Alle nieuwe pistes in Bende-onderzoek leiden weer naar de rijkswacht

De speurders die het mysterie van de Bende van Nijvel moeten ophelderen, richten zich op nieuwe onderzoekspistes. Ze concentreren zich daarbij vooral op de vraag of er ex-rijkswachters bij betrokken waren. Dat Chris Bonkoffsky de Reus was, dat geloven ze niet meer.

Chris Bonkoffsky, de man die in 2015 op zijn sterfbed bekend zou hebben dat hij deel uitmaakte van de Bende van Nijvel, is niet langer het focuspunt van het onderzoek naar de Bende. De speurders geloven niet meer dat hij de Reus was, die in 1985 deelnam aan de raid op de Delhaize in Eigenbrakel. Het is na die overval dat de beroemde robotfoto nr. 19 werd ­gemaakt, waarin verschillende mensen Bonkoffsky herkenden.

“De piste van Bonkoffsky als Reus ligt van tafel”, zo klinkt het. De speurders hebben naar eigen zeggen geen enkel element gevonden dat bewijst dat hij deel uitmaakte van de Bende – op de verklaringen van de broer van Bonkoffsky over de biecht na.

Het speurdersteam, dat ondertussen uit 26 politiemensen bestaat, onderzoekt daarentegen al enige tijd nieuwe pistes. Die werden hen aangereikt via de 500 tips die na de grote media-aandacht eind vorig jaar binnenkwamen. Al in november 2017 bleek dat drie van deze tips bijzondere aandacht kregen.

Volgens onze informatie zouden de nieuwe pistes opnieuw naar ex-rijkswachters leiden. Ook de nieuwe onderzoekers onder leiding van het federaal parket geloven dus dat de Bendeleden in die kringen gezocht moeten worden.

Boos, niet opgelucht

Dat de piste Bonkoffsky verlaten is, verrast zijn familie. “Dit roept voor mijn cliënten meer vragen op dan dat het antwoorden geeft”, zegt Geert Lenssens, de advocaat van de broer aan wie Bonkoffsky gebiecht zou hebben. Opmerkelijk genoeg reageerde de familie niet opgelucht, maar verontwaardigd en boos.

“Omdat hier de indruk wordt gewekt dat de onderzoekers niet tot op het bot willen gaan. Dit zorgt voor onzekerheid. Mijn ­cliënten zijn moedig geweest en hebben altijd meegewerkt. Omdat ze de rouwperiode willen afsluiten, en daarom antwoorden willen.”

De familie blijft geloven dat Bonkoffsky wél de reus is. Ze wil dat een DNA-staal onderzocht wordt dat de familie zelf uit een polshorloge van Bonkoffsky haalde.

Justitieminister Koen Geens (CD&V) meldde vorig jaar dat het DNA van Bonkoffsky in het dossier zit: hij stond in 2000 een speekselstaal af. “Maar we weten niet wat daarmee gebeurd is”, zegt Lenssens.

David van de Steen, overlevende van de raid in Aalst, vreest een doofpotoperatie: “Ik vraag me af hoeveel oud-rijkswachters nu op het onderzoek zitten. Is dit een opkuisactie? Ik ben mijn geloof in Justitie kwijt.” Zijn advocaat Jef Vermassen eist duidelijkheid. “Dat ze dan zeggen waarom ze geloven dat Bonkoffsky niet de reus is.”

Denise Vandyck (58) viel opnieuw van haar stoel gisteren: haar ex zou dan toch niet de Reus zijn. Vanuit Nederland reageert ze opgelucht. “Ik kon maar blijven hopen. Leven met de gedachte dat je met een moordenaar getrouwd bent geweest, is ondraaglijk.”

Toch blijft de twijfel overheersen. “Ik ken P., de broer van Chris, goed. Waarom zou hij zoiets verzinnen? Waarom geloven ze hem plots niet meer? Tot de speurders mij opnieuw ondervragen en zeggen dat hij de Reus niet was, zal de akelige gedachte dat hij het toch was blijven overheersen.”

Toen de speurders op 20 oktober vorig jaar met een robotfoto van de Reus aan haar deur stonden, zei ze hen dat er geen twijfel mogelijk was. “Dat is Chris, 100 procent zeker.”

Al die tijd is ze blijven piekeren. Over het feit dat hij altijd zei dat hij áán de Bende werkte, dat hij agressief was, te veel dronk, dat hij extreemrechtse praat verkocht. En dat hij een wapen had, los van zijn dienstwapen bij de rijkswacht. “Toch was het in mijn hoofd onmogelijk dat net een rijkswachter achter al die gruwel kon zitten. Maar de gelijkenissen met de robotfoto’s zijn nu eenmaal niet te ontkennen.”

Bron » Het Nieuwsblad

Bende van Nijvel: minister Geens roept op tot sereniteit

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) benadrukt dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel de nodige sereniteit verdient. Dat bleek donderdag tijdens het vragenuurtje in de Kamer.

De Aalsterse politica Sarah Smeyers (N-VA) benadrukte dat Justitie niet mag toelaten dat de bevolking in dit dossier de hoop verliest. Kamerlid Smeyers vroeg aan de minister de garantie dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel niet opnieuw begraven wordt. Ze wees erop dat de nieuwe aanwijzingen die vorig jaar aan het licht kwamen – vooral de mogelijke onthulling van de identiteit van ‘De Reus’ – ervoor hebben gezorgd dat het dossier opnieuw de aandacht kreeg die het verdient. Vandaag lijkt dat spoor echter dood te lopen, stelde Smeyers.

Minister Geens antwoordde, bij monde van vicepremier Kris Peeters, dat hij geen informatie wil vrijgeven over de vooruitgang van het onderzoek. Het nieuwe elan dat aan het onderzoek werd gegeven, mag immers niet worden gehypothekeerd door het vrijgeven van geheime gerechtelijke informatie.

De minister herinnerde aan de extra middelen die werden vooropgesteld om het onderzoek in het dossier grondig voort te zetten. Op politioneel vlak is de aangekondigde uitbreiding van het aantal manschappen zo goed als voltooid, luidde het.

‘Mijn fractie hoopt dat de gemaakte progressie niet opnieuw teniet wordt gedaan. Uw antwoord stelt mij enigszins gerust’, reageerde Smeyers. Ze hoopt dat Justitie de mensen zal aansporen om tips te blijven geven.

Bron » Knack

Standpunt: Bende helaas minder knullig dan Dutroux

De zoveelste licht surrealistische wending in het Bende-onderzoek is een feit: de reus is waarschijnlijk de reus niet. Althans volgens verklaringen van speurders die in de pers gelekt zijn, officieel weten we dat nog niet. De vermeende reus zou dan toch al die tijd maar een gewone rijkswachter zijn geweest en geen monsterlijke moordenaar – het is een verschil dat kan tellen. Nu willen echter juist zijn familieleden zich hier niet bij neerleggen en komen ze zelfs met van een horloge geschraapt DNA aanzetten om het onderzoek toch weer nieuwe vaart te geven. Hadden we die al gehad: dat de speurders iemand voor 99% vrijpleiten, maar de familie tegensputtert?

Minister van Justitie Koen Geens deed een oproep die op zich ongetwijfeld verstandig is: niemand is nu gebaat bij lekken en speculaties. Laat de speurders hun werk doen in discretie. De oproep was gericht tot pers, advocaten en nabestaanden.

De hele grote ‘maar’ hier is: waarom zouden we nu ineens dat vertrouwen moeten hebben in het onderzoek waar Geens om vraagt? En waarom kunnen parket of minister niet een grondiger stand van zaken geven om het soort van mist te vermijden waarin iedereen met zijn hoogst persoonlijke hypotheses afkomt? Daar kan een reden voor zijn. Het is mogelijk dat ze bij het parket echt opschieten en dat elke bijkomende informatie die ze geven het onderzoek kan bemoeilijken of beschadigen.

Dat kan dan maar beter het geval zijn. En het mag ook niet meer te lang duren. We mogen hopen dat een zo degelijke en hard werkende minister als Geens niet de zoveelste is die maar wat staat te blazen op het Bende-vuurtje – onderwijl vervelende vragen afwimpelend – tot het finaal uitdooft.

Van duistere intriges aan gerechtelijke zijde hebben we in dit land meer dan ons deel gehad. En van knulligheid. Hebt u niet gekeken naar de reconstructie van de ontsnapping van Marc Dutroux in Telefacts? Het leek een hilarische sketch uit De Buurtpolitie, maar het is echt zo gegaan toen, op 23 april 1998. De gevaarlijkste naoorlogse seriemoordenaar van ons land mocht in die dagen in het gerechtsgebouw in Neufchâteau zijn dossier gaan inkijken. Zijn bewaking: twee brave gendarmen.

Dutroux duwde de ene tegen de andere, grabbelde een pistool mee en zette het op een lopen. Een paar buurtbewoners uit Neufchâteau kunnen dat wonderlijke moment nog navertellen, hoe ineens Dutroux in eigen persoon voorbij kwam gerend door de kleine straatjes van het Ardense stadje. De rijkswachter was overigens vergeten echte munitie in zijn pistool te steken. Dutroux rende met een ongeladen wapen rond en hij reed zich wat later vast in een doodlopende bosweg. Al goed dat misdadigers soms ook knullig zijn. Behalve die van de Bende van Nijvel dan.

Bron » Gazet van Antwerpen