Zoon reageert op aantijgingen dat Paul Vanden Boeynants kopstuk Bende van Nijvel was. “Een dode iets in de schoenen schuiven, is makkelijk”

“Het zal niet de laatste keer zijn dat mijn vader gelinkt wordt aan de Bende van Nijvel”, zegt Christian Vanden Boeynants, zoon van ex-premier Paul VDB. “Hij zou in het zadel gehesen worden na een golf van terreur? Nonsens. Een dode iets in de schoenen schuiven is makkelijk.”

Michel Libert wond er in een nieuw interview geen doekjes rond: de nummer twee van Westland New Post, een organisatie die door de onderzoekers naar de Bende van Nijvel beschouwd wordt als een mogelijke wieg voor leden van de Bende, wees met een beschuldigende vinger naar ex-premier Paul Vanden Boeynants. “Hij werd genoemd in elke opdracht die wij kregen, in elk rapport”, verklaarde hij. “Hij was een kopstuk van onze organisatie. Hij was onze baas.”

Zo’n uitspraak klinkt als muziek in de oren van al wie gelooft in het politieke complot achter de Bende. VDB was in de woelige jaren 80 een vooraanstaand figuur binnen ­CEPIC, een veeleer rechts georiënteerde vleugel binnen de Franstalige christendemocraten. Meermaals werd in het Bendeonderzoek geopperd dat, áls het de bedoeling geweest zou zijn om met terreur een strenger politiek regime te installeren, VDB dan als kopman naar voren geschoven zou worden door de daders. Maar alle speurwerk ten spijt, twee parlementaire commissies inbegrepen, werd nooit enige betrokkenheid van de ex-premier aangetoond.

“Het is niet de eerste keer, en helaas ook niet de laatste keer, dat de naam van mijn vader besmeurd wordt door hem te verbinden aan die dramatische vlaag van overvallen”, reageert zoon Christian Vanden Boeynants. “Het is makkelijk om een dode de schuld in de schoenen te schuiven. Hij kan daar per definitie niet op reageren. Maar, zoals mijn vader zei: Trop is te veel. Het wordt tijd om daarmee op te houden.”

“Ik vrees echter dat het tegendeel zal gebeuren”, voegt Christian Vanden Boeynants er nog aan toe. “Misschien moeten wij, tegen beter weten in, de steeds terugkerende storm over onze hoofden laten passeren.”

Bron » Het Nieuwsblad

Bende van Nijvel-slachtoffer: “Kassierster bevestigt dat Delhaize afgeperst werd ten tijde van overvallen”

In de zaak van de Bende van Nijvel reageert slachtoffer David Van De Steen niet verbaasd op het feit dat gewezen Westland New Post-lid Michel Libert de vroegere eerste minister Paul Vanden Boeynants heeft aangeduid als een kopstuk van de extreemrechtste organisatie. “Libert heeft vermoedelijk schrik dat het boeltje allemaal op zijn hoofd zou terechtkomen. Vanden Boeynants had de politieke macht om alles toe te dekken, maar de vraag is wat VDB wou bekomen? “ Volgens Van De Steen heeft een kassierster van de Delhaize in Aalst nu bevestigd, dat het warenhuis afgeperst werd.

Libert noemde de in 2001 overleden Vanden Boeynants tijdens een gesprek met de regionale zender TV Oost “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, aldus Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid. “We zien Vanden Boeynants (..) opduiken in elke missie, in elk rapport”, had Libert in 1992 ook al verklaard in een debat op de RTBF. Hij had ervoor al erkend dat hij voor Westland New Post verkenningsopdrachten uitvoerde in supermarkten, maar deelname aan overvallen op warenhuizen heeft hij altijd ontkend.

“Het is de eerste keer dat hij letterlijk VDB als baas omschrijft”, zegt Van De Steen. De man verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. “Libert heeft vermoedelijk schrik dat het boeltje allemaal op zijn hoofd terechtkomt. Het hangt allemaal aan elkaar. Libert moest planningen maken hoe het bij Delhaize in het werk ging. Als dat inderdaad in opdracht was van VDB, wat wou VDB daarmee bekomen?”.

Afgeperst

“Ik heb altijd gezegd dat Delhaize afgeperst geweest is, maar het warenhuis heeft dat altijd ontkend”, stelt Van De Steen. “Ik heb nu een kassierster uit Aalst die bevestigt dat Delhaize tussen de voorlaatste aanval (de hold-up van de Delhaize in Eigenbrakel en Overijse op 27 september 1985, nvdr) en de laatste aanval van de Bende (Delhaize Aalst) een dreigbrief gekregen heeft. Het personeel moest dan oefenen over wat ze moesten doen bij een overval. De namen van VDB en de grote bazen van Delhaize doken al eerder op in verband met zwart geld en vastgoedbeleggingen in de Brusselse prostitutiebuurt.”

Delhaize moet nu erkennen dat ze afgeperst geweest zijn, zegt Van De Steen. “Als slachtoffer werpt dat een heel ander perspectief op het gebeuren. Als Delhaize wist dat het kon gebeuren, hebben ze heel weinig gedaan om het voorkomen, en ze hebben ons daarna aan ons lot overgelaten. De vraag is in hoeverre iedereen op de hoogte was van die dreigbrief.”

“Geen vertrouwen meer”

Van De Steen stapt zelf niet meer naar het gerecht met nieuwe elementen. “Ik heb totaal geen vertrouwen meer in justitie. De voorbije maanden heeft niemand van het gerecht ons laten weten hoe het staat met het onderzoek. Ik vernam onlangs van anderen dat uit een nieuw pv zou blijken dat Bonkoffsky (de ex-rijkswachter die op zijn sterfbed zou gezegd hebben dat hij bij de Bende van Nijvel was, nvdr.) en Libert elkaar kenden, maar dat is nog niet bevestigd.”

Bron » Het Nieuwsblad

Michel Libert wijst oud-premier Vanden Boeynants aan als kopstuk bij extreemrechtse Westland New Post

In een interview met TV Oost noemt Michel Libert de anonieme getuige die hem aanduidt als ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel “psychisch gestoord”. Hij sluit niet uit dat leden van het extreemrechtse Westland New Post deel hebben genomen aan de moord- en roofpartijen van de Bende. Overigens beweert Libert dat oud-premier Paul Vanden Boeynants het kopstuk van de extreemrechtse organisatie is.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynants tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zo zegt Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Libert kwam eerder deze maand nog in het nieuws omdat hij door een nieuwe getuige “De Reus” van de Bende van Nijvel werd genoemd. Libert doet die beschuldiging zondag af als leugens. “Die man heeft psychische problemen”, zo stelt hij.

Wel geeft hij toe dat er een link tussen WNP en de Bende van Nijvel kan bestaan. Hij verwijst daarbij naar Christian E., die volgens Libert van plan was om samen met enkele huurlingen zelf “terreur te zaaien”.

Bron » Gazet van Antwerpen

Advocate Paul Vanden Boeynants vindt beschuldigingen in zaak bende van Nijvel belachelijk en schandalig

De beschuldigingen die gewezen Westland New Post-lid Michel Libert uit aan het adres van de vroegere eerste minister Paul Vanden Boeynants, zijn belachelijk en schandalig. Dat zegt meester Véronique Laurent, de advocate van de familie Vanden Boeynants. In een interview dat zondag werd uitgezonden door de regionale zender TV Oost zei Libert dat Vanden Boeynants een kopstuk was van die extreemrechtste organisatie.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynanst tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zei Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Het interview zondagavond was ook niet de eerste maal dat Libert de naam van Vanden Boeynants liet vallen. In 1992 was Libert te gast in een debat op de RTBF, naar aanleiding van een documentaire van BBC over het Gladio-netwerk, dat gelinkt werd met de Bende van Nijvel. In het BBC-programma erkende Libert dat hij voor Westland New Post verkenningsopdrachten uitvoerde in supermarkten, maar deelname aan overvallen op warenhuizen heeft hij altijd ontkend.

Libert verklaarde in het debat dat hij meer dan 50 personen, onder wie hooggeplaatsten, “zonder ze te beschuldigen”, in verband kon brengen met WNP. “We zien Vanden Boeynants (…) opduiken in elke missie, in elk rapport. Dat is niet per toeval”, zei Libert toen.

“Deze beschuldigingen zijn belachelijk”, zegt meester Véronique Laurent. “Op die manier iemand beschuldigen die zich niet langer kan verdedigen, is bovendien schandalig.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Eindelijk geld voor DNA-databank: hoop op doorbraak in oude verdwijningszaken

Langverwacht, maar ze komt er dan toch: de DNA-databank Vermiste (en niet-geïdentificeerde) Personen. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft daarvoor het nodige budget vrijgemaakt. Speurders hopen nu op een doorbraak in oude verdwijningsdossiers.

Als de politie vandaag een lichaam vindt, dan kan men het DNA daarvan niet automatisch vergelijken met alle personen die als vermist zijn opgegeven in ons land, zelfs niet als daar wel degelijk DNA van beschikbaar is. Deze zomer komt daar eindelijk verandering in, met de DNA-databank Vermiste Personen. Daarin zal DNA van vermiste personen en hun familie, en elk gevonden lichaamsdeel worden opgeslagen.

Officieel had de databank al operationeel moeten zijn in juli 2017, maar in de praktijk werd de inwerkingtreding telkens uitgesteld om budgettaire redenen. Daardoor bleven families veel langer dan nodig in het ongewisse over wat er met hun geliefde was gebeurd. Bij de begrotingsbesprekingen heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) nu toch de nodige 114.000 euro kunnen lospeuteren, zodat de databank in juli operationeel zal zijn. “Dat zal een enorme hulp zijn voor de speurders”, aldus Geens.

At random

“Dit biedt enorm veel mogelijkheden, vooral in verdwijningszaken waar we het spoor compleet bijster zijn”, zegt Katty Doms, rechercheur de Cel Vermiste Personen van de federale politie. “Als het DNA van vermisten en gevonden lichamen in een databank wordt gestopt, dan kunnen we iedereen met alles vergelijken. Tot nu toe moest je toch een vermoeden hebben van wie het lichaam was, om een DNA-analyse te laten doen. Maar nu kan het at random.”

Daarom worden nu ook de onopgeloste verdwijningsdossiers van de laatste 10 jaar – zo’n 300 – van onder het stof gehaald. “De vraag zal niet meer zijn: wat is er gebeurd met de vermiste of waar is die laatst gezien, maar puur: hebben we nog DNA van die persoon? Indien nee, hebben we dan nog voorwerpen van die persoon, waar DNA kan opzitten? En tot slot: heeft die persoon nog voldoende verwanten?”

Politiemensen zullen de komende jaren opnieuw bij mensen aanbellen om DNA te vragen van een familielid, dat misschien al 7 jaar verdwenen is. “Natuurlijk zullen die zich afvragen waarom we daar nu pas mee afkomen”, begrijpt Doms. “Ze zullen denken dat er kostbare tijd verloren is, maar dat is niet zo. Dit is een nieuwe opportuniteit om toch verder te kunnen zoeken, daar waar we vroeger vast zaten.” Ze benadrukt dat ze daarvoor zo veel mogelijk de mensen wil inzetten, die het dossier destijds hebben opgevolgd. “Kwestie dat mensen geen vreemde aan de deur krijgen.”

Tand of haarwortel

In eerste instantie gaan de speurders op zoek naar DNA van de vermiste zelf. “Een tand die nog ergens in een potje zit of een haarwortel,… Dan kunnen we een zuiver profiel opstellen. Die kan je niet alleen nationaal vergelijken maar ook internationaal, met lichamen die in het buitenland worden gevonden.” Elke nacht is er een automatische uitwisseling. Is er niets meer te vinden, dan werk je met profielen van verwanten. Ook die worden elke dag vergeleken met de profielen in de nationale databanken, maar om ze ook internationaal te vergelijken is een bijzondere procedure nodig.

“Omgekeerd zijn er ook een 100-tal dossiers met niet-geïdentificeerde lichamen en lichaamsdelen, die we in die databank zullen opnemen. Daar is er natuurlijk overvloedig DNA aanwezig, al wordt dat profiel pas sinds een aantal jaar standaard bijgehouden. Bij oudere zaken kan het dus zijn dat we een lichaam opnieuw moeten opgegraven om een staal te nemen.”

Ook voor nieuwe verdwijningen, zal de databank haar nut bewijzen. “Als er gedurende een maand geen teken van leven is en geen zoekacties meer gepland staan, dan zullen we ook daar de DNA-procedure opstarten”, legt Doms uit.