Drempel tot rechter wordt hoger

De afgelopen jaren maakten verschillende maatregelen de toegang tot justitie duurder. De (grond)wettelijke grenzen komen erg dichtbij, waarschuwt een studie.

In tien jaar tijd zijn verschillende financiële drempels tot de rechter verhoogd. Professor grondwettelijk recht Toon Moonen (UGent) bracht alle maatregelen voor het eerst samen en onderzocht wat de impact ervan is op het recht op toegang tot justitie en op juridische bijstand. De hoogste rechters zien die rechten steeds meer in gevaar komen, zo blijkt.

Sinds 2014 moet er BTW betaald worden op diensten van advocaten. In 2017 aanvaardde het Grondwettelijk Hof dat, maar het benadrukte dat de maatregel de financiële last verhoogde. Het Hof riep op om ter compensatie gratis rechtsbijstand beter toegankelijk te maken. Dat gebeurde niet. In 2016 voerde de regering-Michel ‘remgeld’ in voor wie een beroep moet doen op een pro-Deoadvocaat: 20 euro per zaak en nog eens 30 euro per aanleg. Vorig jaar vernietigde het Hof die maatregel.

Wel toegelaten werd dat voortaan niet alleen inkomen, maar ook kapitaal en andere middelen in rekening zouden worden genomen om te bepalen of iemand recht heeft op kosteloze juridische bijstand. Het Hof legde wel op alleen de ­bestaans­middelen in aanmerking te nemen die het de burger ‘daadwerkelijk mogelijk maken de gerechtskosten en de erelonen van advocaten te betalen’, en niet bijvoorbeeld geld dat nodig is om te (over)leven. Tegen de uitwerking door de regering lopen verschillende procedures.

Professor grondwettelijk recht

Er zijn ook verschillende zaken aangespannen tegen een andere nieuwe drempel die recent werd opgeworpen. In 2017 werd het ‘Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand’ opgericht, waaraan de eisende partij in burgerlijke geschillen 20 euro moet bijdragen. Sinds vorig jaar moet ook 6 tot 9 euro betaald worden om bepaalde processtukken elektronisch neer te leggen.

Toekomstige regering

Na een verhoging in 2012 werden in 2015 ook de rolrechten, die betaald moeten worden om een geding op te starten, hervormd en opgevoerd. Ook die maatregel vernietigde het Grondwettelijk Hof, dat erop hintte dat andere recente maatregelen de ­gerechtskosten al hadden beïnvloed. Op 1 februari ging een gewijzigde versie van de wet in, waarbij de rolrechten variëren tussen 50 en 650 euro. Daartegen zijn opnieuw zaken aanhangig gemaakt bij het Hof.

’Vooral de combinatie van de verschillende maatregelen doet de kritiek aanzwellen’, zegt Moonen. ‘Waar eerst nog waarschuwende taal werd gehanteerd, heeft het Grondwettelijk Hof recenter effectief schendingen van het recht op toegang tot de rechter en op juridische bijstand vastgesteld. Er is nood aan een langetermijnvisie op de kostprijs van justitie, die rekening houdt met deze rechtspraak.’

Ook het Netwerk tegen Armoede hamert op een consequenter beleid. ‘De toegang tot justitie is problematisch voor mensen in armoede’, zegt David de Vaal. ‘Dat is de laatste jaren nog moeilijker geworden. We roepen de toekomstige regering op om daar dringend iets aan te doen.’

Bron » De Standaard