Marokkaanse koning geeft gratie aan Abdelkader Belliraj, ooit verdacht van 6 moorden in België

Abdelkader Belliraj, de Belg van Marokkaanse origine die in 2010 in Marokko levenslang kreeg wegens terrorisme, heeft gratie gekregen van de Marokkaanse koning Mohammed VI ter gelegenheid van Eid al-Fitr, de feestdag aan het einde van de ramadan. Dat melden verschillende lokale media. In totaal kregen 1.533 mensen gratie, onder wie een 30-tal gevangenen die voor extremisme en terrorisme veroordeeld werden.

Belliraj werd in Marokko tot levenslang veroordeeld voor het leiden van een terroristisch netwerk en voor 6 moorden in België. In 2022 was zijn straf al ingekort tot 25 jaar.

In ons land werd Belliraj verdacht van 6 politieke moorden in de jaren 80 van vorige eeuw, maar het dossier is sinds 2020 verjaard. Een van de slachtoffers toen was dokter Joseph Wybran, de toenmalige voorzitter van het Coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België.

Abderrahim Lahlali, de Gentse advocaat van Belliraj, noemt zijn vrijlating “een donderslag bij heldere hemel”. “Mijn cliënt werd gisteren om 23.00 uur op de hoogte gebracht van de beslissing tot gratieverlening. Om middernacht mocht hij de gevangenis verlaten”, aldus Lahlali. Nochtans lag een vervroegde vrijlating volgens hem wel in de lijn der verwachtingen omdat hij al een strafvermindering had gekregen. Bij de gratieverlening komt geen motivering.

Hier nooit in verdenking gesteld

Voor wat betreft de onderzoeken in België wijst Lahlali erop dat zijn cliënt nooit officieel in verdenking is gesteld. “Er zijn nooit voldoende aanwijzingen gevonden. Op vraag van het parket zelf is de zaak afgesloten.” In 2020 werd Belliraj door de Kamer van Inbeschuldigingstelling buiten vervolging gesteld. Het is nog onduidelijk of hij zal terugkeren naar België.

In het verleden was Belliraj ook informant voor de Belgische staatsveiligheid. Dankzij hem zou een aanslag in een Europees land zijn verijdeld. De staatsveiligheid heeft nooit toegegeven dat Belliraj voor hen werkte.

Bron » VRT Nieuws

“Toen we arriveerden, zag ik een proper gedekte tafel. Daarrond: vijf mensen, dood”: het vergeten verhaal van een seriemoordenaar

Een hopeloos gefaalde Eddy Merckx op amfetamines. Dat was Michel Van Wijnendaele (28), een bankbediende uit Denderwindeke die zelfs de amateurs niet kon volgen. Stijf van frustratie richtte hij in mei 1987 op drie boerderijen zijn long rifle op zeven onschuldige mensen.

Zes biefstukken, van eigen makelij, sissend in de pan. Met een stevige portie patatten erbij. Het is elke middag vaste prik ten huize Decrem. Ook die 12de mei 1987 staat de tafel gedekt na een ochtend hard werken op het uitgestrekte erf in Bogaarden, deelgemeente van Pepingen, hartje Pajottenland. Edgard (54), vrouw Liliane (46) en zoon Christian (20) schuiven aan tafel bij Jean Baptiste (90) en diens vrouw Margriet (84), de inwonende grootouders. De koeien op het veld zijn gemolken, Christians broer Guy heeft tandpijn en zit boven nog wat te studeren. Het gezelschap wacht op Guy om de biefstukken op te scheppen.

Buiten aan de poort waakt Tibo, de herdershond. Het regent pijpenstelen. Geen weer om een Flandrien door te jagen. Maar plots houdt een blauwe Opel Kadett halt aan de Bautebrugstraat. Buiten het geblaf van de herdershond gebeurt er minutenlang niets. Tot een wat rossige slungel uitstapt. De gealarmeerde moeder des huizes aanschouwt op de dorpel het tafereel en stelt vast dat de onbekende man – hooguit een twintiger – dubbel gewapend is. In de ene hand een karabijn, in de andere een long rifle. Hij zwijgt, briest en vuurt op de binnenkoer op alles wat beweegt. Eerst buiten, vervolgens binnen. Op de hond, op Margriet, op Jean, op Liliane, op Edgard, op Christian en op Guy, die verschrikt door de kogels naar beneden is gespurt. Hij is de enige die het bloedbad zal overleven. Hevig bloedend strompelt hij de straat op en zoekt hulp. “Iedereen is dood, zelfs de hond”, roept hij, vooraleer hij het bewustzijn verliest. Wat later arriveerden sirenes en politiewagens.

“Dood op de grond”

“Om 13.20 uur kreeg ik op mijn bureau in Brussel telefoon van een rijkswachter uit het dorp”, zegt Jan Steppe, toenmalige procureur. “Die arme man kon geen woord meer uitkramen, zo geschokt was hij door wat hij gezien had.” Steppe spreekt van een slachtpartij en zegt dat hij nooit zoiets weerzinwekkends heeft gezien. “Toen we die middag op het erf arriveerden, zag ik een proper gedekte tafel, met de pan vol biefstukken in het midden. Daarrond: vijf onschuldige mensen, dood op de grond.”

Uitzonderlijk krijgt Steppe een helikopter van de rijkswacht ter beschikking. De woelige jaren van de Bende van Nijvel en de aanslagen van de CCC zijn net voorbij. “We wisten hoegenaamd niet waar beginnen zoeken”, vertelt de oud-procureur. “Was het een uit de hand gelopen boerenruzie? Een zot die rondliep? Een gewetenloze killer? Wisten wij veel.”

Het blijkt zelfs nog veel erger wanneer de toegesnelde agenten een paar landerijen verder nóg twee lijken aantreffen. In de living vinden ze Marie-Thérèse en haar driejarig zoontje Ludovic. Zij zijn over de middag teruggekeerd van school. Ook zij zijn van kortbij afgemaakt met schoten uit een karabijn. Een ijskoude liquidatie. Haar man Jacques, de hele ochtend in de weer in de stallen, heeft niets gehoord. “Ons onderzoek heeft nooit uitsluitsel gebracht, maar allicht was ze ongewild getuige geweest van de eerste slachtpartij”, vertelt Steppe.

Guy Decrem, intussen afgevoerd naar het ziekenhuis met een schotwonde in de maag, kan enkel nog meegeven dat de dader “een rosse gast is met een blauwe Opel Kadett”.

Zijn eigen schoonouders

De uren gaan voorbij, angst regeert het land. Tot de rijkswacht vijftien kilometer verderop, in Denderwindeke, opnieuw moet uitrukken. Een koppel is er met een long rifle neergeschoten, waarna buren alarm hebben geslagen. Het koppel overleeft als bij wonder. De seriemoordenaar met de rosse haren krijgt een naam: Michel Van Wijnendaele. Zijn laatste slachtoffers blijken zijn eigen schoonouders.

Van Wijnendaele is dan een getrouwde vent van 28, heeft een kind en heeft jarenlang als klerk in een bank gewerkt. Het is zijn ding niet. Net voor de moorden heeft hij zijn ontslag gegeven. “Hij wilde professionele wielrenner worden en was als een bezetene beginnen te trainen”, vertelt oud-procureur Steppe. Van Wijnendaele rijdt echter nog geen deuk in een pak boter. Volgens de overlevering hangt hij zelfs bij de amateurs aan de rekker. De grote droom, de nieuwe Eddy Merckx worden, is volstrekt onbereikbaar. En dus grijpt hij naar amfetamines. Het maakt zijn ambities, en bijgevolg zijn frustraties, des te groter.

Een laatste kogel

De boerderij van de familie De Crem ligt op zijn vaste parcours om te trainen. Volgens Steppe moeten zijn stoppen zijn doorgeslagen, en heeft hij in een vlaag van blinde razernij gehandeld. Al zullen psychiaters zijn psyche nooit kunnen analyseren. “We hebben nooit kunnen uitklaren waarom hij de hele familie aan de eettafel heeft uitgemoord. Voor ons blijven het louter toevallige slachtoffers.”

Na zijn moordraid slaat Van Wijnendaele op de vlucht in zijn blauwe Kadett. De gefrustreerde wielrenner is in enkele uren tijd uitgegroeid tot een seriemoordenaar. Op drie verschillende plekken heeft hij slachtoffers gemaakt. Hij heeft op één middag meer slachtoffers gemaakt dan beruchte seriemoordenaars als Freddy Horion, Andras Pandy, Michel Fourniret of Marc Dutroux. Zijn daden zullen een dag later zelfs The New York Times halen.

Nadat rijkswachters een naam op de schutter hebben kunnen plakken, volgt een nationale klopjacht. Ook de Group Diane, de voorloper van de Speciale Eenheden, jaagt mee op de gefrustreerde en doorgeslagen wielrenner uit Denderwindeke. ’s Avonds laat komt een tip binnen: een rosse man in een blauwe Kadett staat te tanken in Sirault, een deelgemeente van Saint-Ghislain. Hij wordt omsingeld door rijkswachters en beseft dat hij geen kant meer op kan. Met zijn laatste kogel berooft Van Wijnendaele zichzelf van het leven. Zijn weduwe zal later verklaren aan de onderzoekers dat zijn frustratie om de geflopte wielercarrière de trigger moet zijn geweest. Maar ook zij heeft verder het raden naar zijn motief.

Op de begrafenissen van de zeven slachtoffers staan de mensen rijendik, leren de archieffoto’s. Niemand die begrijpt wat Van Wijnendaele heeft bezield en waarom hij net die gezinnen heeft uitgemoord. Een assisenproces komt er nooit, de schutter is dood. In Bogaarden en omstreken doven de stemmen langzaam uit. En zo wordt dit een vergeten verhaal.

Dertig jaar na de feiten trekt deze krant opnieuw naar het erf in Bogaarden. Guy De Crem, de enige overlevende op het erf, blijkt al een tijdje overleden. “We proberen het drama als familie een plaats te geven”, zegt zijn zoon. “Af en toe wordt er hier nog over gepraat. Maar niet veel. Wat valt er eigenlijk nog te zeggen? De feiten spreken voor zich.”

“Orgie van blind geweld”

Gewezen VRT-journalist Louis van Dievel trok die dramatische 12de mei 1987 naar Bogaarden om er voor de radio verslag uit te brengen. Op oude foto’s zie je hem buurtbewoners interviewen. Samen met wielercommentator Michel Wuyts brengt hij dit vergeten verhaal opnieuw onder aandacht in een boek. Het resultaat is een roman, “80 procent fictie”.

Het hoofdpersonage – naar analogie van Van Wijnendaele – is “Rik Ganzemans”, oftewel “Rik III”, een mislukte wielrenner die de nieuwe Rik Van Looy of Rik Van Steenbergen wilde zijn. Met fictieve gastrollen voor Peter Van Peteghem, Marc Sergeant en Claude Criquelion. Renners die met “Ganzemans” op pad trokken en die hij hoegenaamd niet kon volgen. Michel Wuyts: “Hetgeen de dader uitzette, was niet minder dan een orgie van blind geweld. Als ons boek een film was, verscheen in de generiek: Based on a true story.”

‘Rik III, een Vlaams wielerdrama’, Louis van Dievel & Michel Wuyts, uitgeverij Manteau. In de boekhandel vanaf woensdag 19 maart.

Bron » Gazet van Antwerpen | Pieter Huyberechts

Federale politie zoekt in kanaal in Humbeek naar autowrakken met sporen naar vermiste personen

In Humbeek, een deel van Grimbergen, is de Federale Politie bezig met een bijzondere zoekactie. Ze gebruiken speciale boten en apparatuur om de bodem van het Zeekanaal Brussel-Schelde te onderzoeken tussen Humbeek en Kapelle-op-den-Bos. Ze halen autowrakken boven om een mogelijk spoor te vinden van vermiste personen.

De politie wil oude autowrakken uit het kanaal halen. Dat kan helpen bij het oplossen van zaken van vermiste personen. Het is een grote actie die ook verderop richting Antwerpen doorgaat. Korpschef Jurgen Braeckmans van de politiezone Grimbergen bevestigt dat ze op de hoogte zijn van de actie en dat ze de federale politie helpen waar nodig.

Buurtbewoners moeten zich geen zorgen maken

In Humbeek zijn ongeveer zestien plekken waar mogelijk voertuigen op de bodem van het kanaal liggen. Tot nu toe zijn er al drie oude auto’s boven water gehaald, maar ze lijken niets te maken hebben met een onderzoek naar vermiste personen. Burgemeester Bart Laeremans benadrukt dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken als ze politie aan het kanaal zien. Dit hoort allemaal bij de zoekactie.

De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen
De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen

Oplossen van verdwijningszaken

Jana Verdegem, een woordvoerster van de Federale Politie, legt uit dat de zoekactie deel uitmaakt van een groter plan. “We werken samen met verschillende instanties om te kijken of er voertuigen in kanalen of rivieren zijn beland. Die voertuigen kunnen mogelijk verband houden met vermiste personen.”

De zoekactie strekt zich uit van Vilvoorde tot Antwerpen. “Eerst wordt er met een sonarboot gekeken waar de hotspots zijn, en daarna komen duikers in actie om verder onderzoek te doen. We hopen dat deze actie zal helpen bij het oplossen van belangrijke zaken “, besluit Verdegem.

Bron » VRT Nieuws

De enige praalwagen op Aalst Carnaval die er niét is om te lachen: “Eerste keer van Bende van Nijvel, met goedkeuring van slachtoffers”

De praalwagen van de Bende van Nijvel, het is de enige in Aalst waarbij de carnavalisten benadrukken dat ze “zeker niet willen schofferen”. Er werd zelfs goedkeuring gevraagd van slachtoffers van de Bende. “Zonder hun toestemming waren we niet uitgereden.”

In Aalst, het Vlaamse mekka van de satire en spot, ontspringt niets of niemand de dans. Conner Rousseau die uit de kast komt, Guy D’haeseleer met een koffer vol volmachten, Tom Waes die in een gocart tegen een praalwagen inbeukt, Bart De Pauw die als Jezus herrijst en Donald Trump die zijn oranje huid als vleeswaar verkoopt (“Make americain-preparé great again”): het getuigt niet altijd van een aan een genialiteit grenzende creativiteit, maar onder het credo “we lachen met alles en iedereen” is een carnavalist veel vergeven. Tenzij die met de Bende van Nijvel spot.

De dodelijke raid op de Delhaize van 1985 ligt in Aalst zo gevoelig dat daar zelfs tijdens carnaval niet mee gelachen wordt. Dat werd door de huidige burgemeester bevestigd toen er vijf jaar geleden controverse uitbrak rond Joodse karikaturen. De Joodse gemeenschap verweet de Ajuinen dat ze nooit met gevoeligheden van een ander, maar enkel met die van zichzelf rekening houden.

Dat er in Aalst niet met de Bende van Nijvel gelachen wordt, verantwoordde huidig burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) toen als een bijna vanzelfsprekende vorm van “autocensuur”. “Natuurlijk leg ik geen verbod op, maar ik reken nog altijd op die autocensuur”, zegt D’Haese daarover vandaag, “omdat de wonden in Aalst van de Bende van Nijvel nog niet geheeld zijn.”

Gesprek met slachtoffer

Precies die zelfopgelegde censuur werd afgelopen weekend doorbroken, toen een gerenommeerde groep uitreed met een Bende van Nijvel-praalwagen. “Het is de eerste keer dat dit thema in Aalst Carnaval aan bod komt”, zegt Peter Verschueren, voorzitter van de “vaste” carnavalsgroep ‘De Loge’.

Net als zondag reed Peter maandag met zijn gerenommeerde carnavalsvereniging uit in Aalst. Met een praalwagen van de Bende van Nijvel.“We werken samen met de losse groep ‘Eftepië’, zegt Peter. “Zij zijn verkleed als blinde rijkswachters die met blindegeleidestok de daders niet vinden, terwijl wij met een grote pot de ‘doofpot van justitie’ uitbeelden, net als de ‘Roze Balletten’ (de seksfeestjes van notabelen waarvan sommigen een relatie met de aanslagen van de Bende van Nijvel vermoeden, red.).”

Burgemeester D’Haese noemt de keuze voor het gevoelige thema niet de meest “fijnzinnige”, maar onder de titel ‘De Bende verjoort’ willen de carnavalisten uitsluitend het onderzoek naar de Bende als “doofpotoperatie” aan de kaak stellen. “We willen justitie op de korrel nemen, die na 40 jaar onderzoek naar de daders niet met antwoorden wíllen komen. De slachtoffers schofferen of de Bende ridiculiseren willen we zeker niet doen, integendeel.”

Om er zeker van te zijn dat ze met hun praalwagen niet tegen de kar van nabestaanden rijden, gingen de carnavalisten vooraf in gesprek met David Van de Steen. Hij werd als kind neergeschoten in de Delhaize in Aalst en was de enige overlevende van zijn gezin. “Toen de carnavalisten me uitnodigden voor een gesprek wist ik niet wat te denken”, zegt David. “Nadat ik hoorde wat ze van plan waren, was ik fan van hun idee. Het is heel duidelijk dat ze lachen met het onderzoek, dat een hele klucht is waarmee wij als slachtoffers al 40 jaar getreiterd worden: hoe kan ik hier tegen zijn?”

Applaus van Vermassen

David was er afgelopen zondag zelfs bij, en ging met de carnavalisten op de foto. In het midden van de groep “blinde rijkswachters” stond een breed glimlachende David. Allen met de middenvinger omhoog (letterlijk op de foto, spreekwoordelijk naar justitie). “We zijn 40 jaar later, niemand spreekt nog over het onderzoek”, zegt David. “Dan ben ik blij dat de carnavalisten onze noodkreet aandacht geven.” Ook advocaat van de nabestaanden Jef Vermassen stond zondag in Aalst te applaudisseren voor de Bende van Nijvel-praalwagen. “De wagen beeldt de strijdvaardigheid van de Aalsterse bevolking uit die zich niet wil neerleggen bij het einde van het onderzoek.”

Wie op de korrel genomen wordt tijdens carnaval en daar zelf niet mee kan lachen, wordt in Aalst lange tenen verweten. Maar bij de gruwel van de Bende van Nijvel ligt dat anders. “De slachtoffers waren voor ons de sleutel. Zonder hun goedkeuring waren we nooit uitgereden”, zegt Kurt Coene van ‘Eftepië’, de carnavalsgroep die het idee mee uitwerkte. Hij noemt de praalwagen een “hart onder de riem” voor de slachtoffers. “Om die boodschap duidelijk te maken, hebben we doelbewust gewacht op de verjaringstermijn van 40 jaar, want we spelen al enkele jaren met dit idee”. “En dit jaar valt het samen met ons 25-jarig bestaan”, zegt Peter. Met de “geheime seksfeestjes” van weleer nodigt zijn carnavalsgroep de Aalstenaren zo uit op hun 25ste verjaardag.

Als “hart onder de riem” voor de slachtoffers wordt de traditie in Aalst meer dan ooit gerespecteerd: op carnaval moet je met alles en iedereen kunnen lachen, behalve met de Bende van Nijvel.

Bron » Gazet van Antwerpen