Onderzoek

Verklaringen van De Staerke

Een nieuw leven

“Wat ik nu vooral wil, is rust. Ik ben een nieuw leven begonnen en heb een job. Ik begrijp de ouders van de slachtoffers, maar voel me zelf ook een beetje slachtoffer. Niet van de Bende, maar van het gerecht. Ik ben geen lafaard die kinderen vermoordt. Ze hebben in mij een zondebok gezocht en gevonden. Maar van alle bewijzen die ze zogezegd tegen mij hadden, is er geen enkel overeind gebleven.

De Bende werd gestuurd vanuit politieke hoek, daar blijf ik bij.” Dat zegt Philippe De Staerke in een exclusief interview met Het Belang van Limburg. De Staerke wordt op 28 augustus 44 jaar. De meeste mannen van die leeftijd hebben een gezin, een huis en een job. De Staerke heeft op dat vlak jaren achterstand. Meer dan tien jaar zat hij in de gevangenis. “Verloren tijd die je nooit meer goed maakt”, zo zegt hij zelf.

De man die ooit één van ’s lands meest gevreesde gangsters was, woont met zijn vriendin in een piepklein appartement in het centrum van Brussel. De meer dan honderd overvallen en diefstallen die hij ooit pleegde, hebben hem zo te zien niet echt rijk gemaakt. Of beter, hij heeft niet veel van de buit overgehouden. De Staerke en zijn vriendin zijn de enige blanken die in het tien verdiepingen tellende flatgebouw wonen. Maar dat stoort hen niet.

“Hier herkennen ze me tenminste niet”, zegt hij. “Ik heb me voorgenomen nooit meer met het gerecht in aanraking te komen. De buitenvervolgingstelling afgelopen woensdag in het dossier van de Bende van Nijvel, betekent voor mij een nieuwe start. Daarom wil ik ook niet op de foto. De ‘nieuwe’ De Staerke lijkt fysiek niet meer op de misdadiger die in de kranten en op televisie was te zien”, zegt hij zelf. Niet wraakzuchtig Met zo’n misdaadpalmares zou je je aan een ruwe bonk verwachten, maar dat is de gewezen leider van de bende van Baasrode niet (meer).

“We zijn niet in Aalst geweest”

Hij praat met een flauwe, bevende stem en herhaalt tijdens het gesprek wel tien keer hoe erg hij het vindt voor de families van de slachtoffers. Als je hem zo bezig hoort, zou je niet geloven dat hij ooit door een rood licht is durven rijden. Nochtans, in de top tien van mensen met het langste strafblad, kan hij meedingen naar de hoogste plaats. “Ik heb een zwaar verleden, dat kan ik natuurlijk niet ontkennen. Ik heb stommiteiten gedaan.”

“Maar ik voel me zelf ook een slachtoffer. Van het gerecht. Ze hebben me gezocht en gekraakt. Wat men ook van mij mag beweren, wat men mij ook verwijt, ik heb nooit in mijn leven iemand vermoord. Ik was een bandiet, een overvaller, maar geen lafaard. Iemand die onschuldige mensen en vooral vrouwen en kinderen vermoordt, is dat wel. Ik zou niet kunnen leven met de gedachte dat ik een kind op een fiets heb doodgeschoten of dat één van mijn bendeleden dat zou hebben gedaan.”

De Staerke is naar eigen zeggen niet rancuneus. Zelfs niet tegenover zijn ex-vriendin die hem de gevangenis heeft ingepraat. “Ik weet nu hoe het allemaal gegaan is. Ik heb de pv’s gelezen en ik ken haar versie. Volgens het gerecht verklaarde ze dat ze samen met mij enkele uren vóór de overval op verkenning is geweest in de Delhaize van Aalst. Maar we zijn die zaterdag niet eens in Aalst geweest! Wel de vrijdag om haar dochtertje van de kostschool af te halen. Dat heeft ze ook zo verklaard.”

“Daarna gingen we zogezegd naar de Delhaize voor een laatste verkenning voor de ‘grote slag’. Toen die speurder haar zei dat die overval niet vrijdag maar zaterdag heeft plaats gehad, heeft ze haar versie aangepast en verklaarde ze dat ze inderdaad zaterdag met mij en haar dochtertje de plaats hebben verkend. Ze heeft me gewoon willen pakken. Ik zweer je, ik ben daar nooit op verkenning geweest en heb niet aan die overval deelgenomen.”

De puzzel past

De Samsonite-koffer, de wapens en de carnavalsmaskers die bij hem zijn gevonden, werden volgens hem gebruikt bij overvallen op bank- en postkantoren. Niet voor Bende-overvallen. “Het gerecht beschikt over een hoop elementen, puzzelstukken die de speurders zo hebben verschoven en bij elkaar gelegd tot de puzzel paste. Maar bij nader inzien bleek de tekening toch niet te kloppen. Dat weten ze allang.”

“Alleen hebben ze mij zo lang mogelijk vastgehouden om de indruk te wekken dat ze nog altijd op het juiste spoor zitten. Als ik de reus van de Bende zou zijn geweest, zou er toch minstens één van de anderen al ontmaskerd zijn. Sedert het dossier in Charleroi zit, ben ik niet meer op de rooster gelegd. Voordien hebben ze alles geprobeerd om me te laten bekennen, maar zonder resultaat. Ze hebben geen enkele bekentenis, maar vooral ook geen enkel bewijs.”

“Ondervraging met de leugendetector, DNA-onderzoek – waar ik tussen haakjes zelf om gevraagd heb -, het heeft allemaal niets opgeleverd. Deze week nog las ik dat justitie zegt dat het over geen vergelijkingsmateriaal beschikte voor DNA-proeven. Dat is dikke zever. Ze hadden dat wél. Alleen hebben die tests uitgewezen dat alle verdachten die tot op vandaag genoemd werden in het dossier en die ondervraagd en getest werden, er niets mee te maken hebben.”

“In één van de auto’s van de Bende werden toch sigarettenpeuken gevonden. Daar kunnen ze toch DNA-onderzoek op doen! Ze hadden een aantal mensen op het oog en hebben zich op hen gefixeerd. Het waren jammer genoeg de verkeerde mensen. Dat is de reden dat het onderzoek faalde”, aldus De Staerke. Als leider van de bende van Baasrode werd De Staerke in de zomer van ’87 voor het hof van beroep in Gent tot 20 jaar opsluiting veroordeeld voor een groot aantal gewapende overvallen.

Kort daarna werd hij door onderzoeksrechter Freddy Troch van Dendermonde aangehouden op verdenking van deelname aan de Bende-moorden. Het hele dossier zat toen nog in Dendermonde en is, zoals bekend, later naar Charleroi overgeheveld. Een stommiteit, zo zeggen niet alleen de familieleden van de slachtoffers. Ook De Staerke denkt er zo over, al is toenmalig onderzoeksrechter Freddy Troch niet meteen zijn beste vriend.

“De minister van Justitie verklaarde woensdagavond op de televisie dat alles wijst op terrorisme en dat de cel Jumet de piste banditisme niet langer gaat bewandelen. Dat heb ik vanaf het begin gezegd, en dat staat ook in mijn dagboek dat ik in de gevangenis heb bijgehouden. De aanslagen van de Bende van Nijvel waren geen gewone overvallen. Als de overvallers geld wilden, hadden ze banken moeten overvallen, zoals wij destijds met de bende van Baasrode deden.”

“Het geld dat werd buitgemaakt door de Bende van Nijvel was ‘drinkgeld’ voor de daders. Ik ben ervan overtuigd dat de moordenaars betaald werden om die aanslagen te plegen. Om paniek te zaaien onder de bevolking door winkelende gezinnen en onschuldige kinderen koelbloedig neer te leggen. Wie de daders waren, weet ik niet. Als ik het wist, had ik het al lang verklikt. Waar ik wel zeker van ben is dat de opdrachtgevers in hogere kringen moeten worden gezocht. In de politiek of de rijkswachttop. Meer zeg ik daar niet over.”

Overtuigd van een vrijspraak

Philippe De Staerke heeft ondanks zijn loodzwaar crimineel palmares toch weer werk gevonden. “Het klinkt misschien vreemd maar ik was liever vijf of tien jaar geleden al voor het assisenhof verschenen voor de overvallen van de Bende van Nijvel. Omdat ik ervan overtuigd ben dat ze me zouden hebben vrijgesproken bij gebrek aan bewijzen. Nu hebben ze me gewoon aan het lijntje gehouden. Er waren bewijzen, maar ik heb mijn dossier kunnen inkijken en daaruit blijkt dat ze één na één zijn ontkracht tijdens het verdere onderzoek. Wat overbleef was niet meer dan enkele aanwijzingen, geen harde bewijzen.” Dat hij destijds wel bekend heeft dat hij de 28 moorden had gepleegd, lacht hij nu weg.

“Ik heb dat nooit officieel verklaard, wel aan een celmakker. Een beetje om stoer te doen, weet ik veel. Ik zeg het nog eens: ik was geen brave, maar ik heb nooit iemand gedood. Dat zweer ik. Ik heb destijds wel meer zaken gezegd, waar ik achteraf gezien beter over gezwegen had. Maar wat wil je? Ik heb echt moeilijke momenten doorgemaakt in de gevangenis. In het begin toen ik in verdenking werd gesteld voor de Bende-moorden, mocht ik met niemand contact hebben. Om mij te pesten, én om me te beschermen tegen mijn medegevangenen. Ik was in hun ogen een gangster die onschuldige kinderen had vermoord. Dat is het laagste wat je kan doen. Ik ben verschrikkelijk gepest in de gevangenis. Gelukkig heb ik een sterk karakter en ben ik door het leven gehard. Anders zou ik het er geen twaalf jaar hebben uitgehouden”.

Dat de advocaten van de families van de slachtoffers in beroep zijn gegaan tegen zijn buitenvervolgingstelling begrijpt De Staerke. “Die mensen zijn hun familie kwijt, en weten na meer dan zeventien jaar nog altijd niet wie hun geliefden gedood heeft, en waarom. Zolang ik verdacht werd, hadden ze tenminste het gevoel dat er gezocht werd en dat de speurders íets hadden. Ook zij beseffen nu dat het onderzoek is afgelopen, en dat de echte daders waarschijnlijk nooit zullen worden gevonden.”


Bron » Belang van Limburg | Thierry Goeman | 1 Juli 2001