‘Als mensen verkeerd geficheerd worden, kan dat ernstige gevolgen hebben’

De Liga voor de Rechten van de Mens nam gisteren verontrust kennis van de verregaande uitwisseling van inlichtingen over de antiglobaliseringsbeweging door Europese politie- en inlichtingendiensten. ‘We zullen deze evolutie nauwlettend in de gaten houden’, zegt advocaat Jos Van der Velpen. ‘Het is een heel ernstige lacune dat zoiets nog niet in het parlement is gebeurd.’

De staatsveiligheid verzamelt inlichtingen over extremistische organisaties binnen de antiglobaliseringsbeweging. Vindt u dat geoorloofd?

Jos Van der Velpen: “We weten dat de staatsveiligheid zoiets doet. Dat is op zich niet zo nieuw, maar er blijft zich net zoals vroeger een probleem stellen met de onnauwkeurige definities van ‘extremisme’ en ’terrorisme’. Men heeft al in het verleden geprobeerd om daar objectieve criteria voor te vinden, maar de omschrijving blijft vaag.”

“Hoewel de staatsveiligheid de jongste jaren een charmeoffensief voert en haar open imago wil benadrukken, blijft het een heel gesloten bolwerk. Vroeger, tijdens de Koude Oorlog, focusten ze vooral op de zogeheten ‘strijd tegen de linkse subversie’. Nu deze taak is weggevallen zijn ze duidelijk op zoek naar nieuwe terreinen om hun bestaansreden te legitimeren. In die context grijpen ze de antiglobaliseringsbeweging met beide armen als een nieuwe uitdaging aan.”

Is dat een inbreuk op de privacy?

“Het is verontrustend dat er een hele hoop informatie circuleert waarbij men ervan op aankan dat veel van deze inlichtingen eenzijdig zijn, of in bepaalde gevallen gewoon fout. Er zullen kritische mensen worden geficheerd die op bepaalde ogenblikken, betogingen bijvoorbeeld, gefilmd worden en in verband zullen worden gebracht met zaken waar ze eigenlijk niets mee te maken hebben. We hebben dat gezien in Duitsland, waar in de jaren dat de terreurbeweging van Baader-Meinhof (Rote Armee Fraktion, MR) actief was, ongelooflijke blunders zijn gemaakt. Veel mensen werden door de politie- en inlichtingendiensten onterecht in de terroristische sfeer geplaatst.”

“Men staat niet altijd stil bij de gevolgen: als mensen verkeerd geficheerd worden, kan dat niet alleen ernstige gevolgen hebben voor hun privé-leven maar ook voor hun tewerkstelling en latere carrière. In België is er het specifieke probleem dat in de privacywetgeving politie- en inlichtingendiensten buiten schot blijven. De huidige wet geeft burgers het recht bestanden na te gaan en zo nodig te verbeteren, maar niet de bestanden van politie- en inlichtingendiensten. Ik vind het belangrijk dat de privacywet zo gewijzigd wordt dat dat wel mogelijk wordt.”

Niet alleen de inlichtingendiensten, ook de politiediensten slaan de handen in elkaar. Er komt geen Europese gegevensbank, maar wel tijdelijke contactgroepen die informatie zullen uitwisselen over vermeende ’top-hoppers’? Kan dat?

“De internationale samenwerking onder inlichtingen- en politiediensten is zeer snel toegenomen. Ik stel vast dat internationaal vooral in een schemerzone wordt geopereerd, zonder vastomlijnd wettelijk kader.”

Is er voldoende wettelijke en parlementaire controle op deze inlichtingenoperaties?

“De controle laat nog steeds te wensen over. In België is er het parlementair Comité I, maar zijn controlerende functie is nooit denderend geweest. Op het internationale vlak (zoals met Europol) ontbreken heel duidelijk controlemechanismen, in Europa vooral vanwege het Europarlement. Het geeft een onbehaaglijk gevoel te weten dat er te weinig democratische controle is. De aandacht van het Belgisch en het Europees parlement is te zwak.”

“Men is al jaren bezig met politiehervorming, maar de stille veranderingen van de inlichtingendiensten gebeuren zonder publiek debat. Er zijn dingen in het staatsblad verschenen waar nooit over is gedebatteerd. In vergelijking met de debatten vroeger kunnen we zelfs spreken van een achteruitgang. We zullen in elk geval met de Liga voor de Rechten van de Mens de huidige evolutie onder de loep nemen. Het is een heel ernstige lacune dat zoiets nog niet in het parlement is gebeurd.”

Zijn er parallellen met het begin van de jaren tachtig toen vredesorganisaties staatsgevaarlijk waren omdat ze betoogden tegen kernraketten?

“Ja, daar kan men het best mee vergelijken. De opgang van de vreedzame vredesbeweging werd toen ook in het oog gehouden door de inlichtingendiensten. We lijken nu een herhaling van dat scenario te krijgen. Alleen, we zijn twintig jaar later. Het is een beetje triest dat we weer afglijden naar dezelfde situatie.”

Hoe kan dat worden voorkomen?

“Er is in België een grondige hervorming nodig van het Comité I, waardoor het ook mogelijk moet zijn om samenwerkingsverbanden met internationale inlichtingendiensten te controleren. Daarenboven moeten vooral op Europees niveau maatregelen worden genomen om het Europese informatiesystemen te kunnen controleren.”

Bron » De Morgen