Graafwerken in onderzoek Bende van Nijvel van start

In het bos van La Houssière bij ’s Gravenbrakel wordt gezocht naar de killer van de Bende van Nijvel, één van de daders die tijdens de bloedige overvallen van de bende het merendeel van de moorden zou hebben begaan.

Drie magistraten, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi Lacroix, procureur des konings Claude Michaux en onderzoeksrechter Jean-Pol Raynal, belast met het onderzoek naar de Bende van Nijvel gaven deze middag tekst en uitleg bij de graafwerken.

In het bos werden al twee auto’s teruggevonden waarvan verondersteld wordt dat ze gebruikt werden door de bende. Er lagen ook cheques waarvan men weet dat ze komen van overvallen van de bende in Overijse en Eigenbrakel.

Getuigen maakten ook gewag van verdachte handelingen op zo’n driehonderd meter van de plaats waar de auto’s werden teruggevonden. Bij die handelingen was sprake van een VW Golf en een witte Mercedes, voertuigen die bij de overvallen gezien werden.

Deze plek in het bos is 53 kilometer verwijderd van Aalst, de plaats van de laatste en bloedigste overval van de Bende van Nijvel waarbij acht mensen om het leven kwamen. De nacht na die overval hebben hebben getuigen een VW Golf in het bos van la Houssière gezien.

In de nabijheid zag men een man die als “groot” werd omschreven (het zou om de “reus” kunnen gaan, zoals men één van de daders van de overvallen vaak heeft omschreven), en een man die merkelijk ouder was. In hun buurt lag ook een lichaam op de grond. Volgens getuigen namen daar drie mannen aan de overval in Aalst deel. Ze voldoen aan de beschrijvingen van de mannen die in het bos gezien werden.

De daaropvolgende nacht werden nog eens een VW Golf en een Mercedes gezien dichtbij een kanaal. Daar werden verschillende voorwerpen, waaronder kogels, in het water gegooid. Een half uur daarna werd een VW Golf uitgebrand teruggevonden. Het lichaam dat men op de grond heeft zien liggen zou dat kunnen zijn van één van de overvallers, de killer.

Eén van de politieagenten die in Aalst is tussengekomen, een schietinstructeur, heeft in de achterruit van de VW Golf geschoten en denkt dat hij de passagier in de wagen heeft geraakt. Speurders gaan nu na of het om dezelfde persoon gaat en of de killer in het bos van la Houssière begraven ligt.

Het gerecht baseert zich voor deze graafwerken op een doorgedreven gedragsonderzoek van de daders en op vier getuigenissen die pas enkele maanden geleden onder hypnose verklaringen hebben afgelegd.

“Zelfs indien er slechts tien procent kans is om in het bos iets te vinden, mogen we deze mogelijkheid niet links laten liggen”, zei procureur Michaux, die erop wees dat de vergoeding die Delhaize destijds beloofd heeft voor wie voor een doorbraak in het dossier kan zorgen, nog altijd beschikbaar is.

Het gerecht meent ook over DNA-materiaal te beschikken waar een lijk dat zou gevonden worden, mee kan vergeleken worden. Het gaat om sigarettenpeuken die gevonden werden in de asbak van de auto van taximan Angelou. Hij had in januari 1983 in Brussel een klant opgepikt en werd dood in zijn auto teruggevonden voor het consulaat van Frankrijk in Bergen.

Maandag zal op het terrein in het bos in eerste instantie het struikgewas worden verwijderd. Vervolgens, waarschijnlijk pas dinsdag, zal er gegraven worden. De werken zullen vermoedelijk een week duren.

De onderzoekscel die nog steeds met het onderzoek naar de Bende van Nijvel belast is, is in Jumet gevestigd. Er werken nog steeds zeven speurders op tijdelijke basis. Vier magistraten zijn met de opvolging belast. Er is een Frans- en Nederlandstalige leider van het onderzoek.

De magistraten herhaalden maandag dat de families van de 28 dodelijke slachtoffers van de bende regelmatig op de hoogte gehouden worden van de evolutie van het speurwerk. Een volgende bijeenkomst met die familieleden moet in december van dit jaar plaatsvinden.

Bron » De Standaard

Cel Waals Brabant zoekt naar lijk ‘killer’

Nadat in februari 2004 een eerste zoektocht naar het lijk van de ‘killer’ niets oplevert, wordt er door de Cel Waals Brabant op 27 september een tweede poging ondernomen om het lijk te vinden. Het actieterrein, een stuk van een hectare in het Bois de la Houssiere in ’s Gravenbrakel. Waarom de onderzoekers na 18 jaar beginnen graven is niet echt duidelijk.

Er waren een paar getuigen opgedoken die verklaarde dat ze in de nacht van 9 op 10 november 1985 een Golf GTI zagen staan in het bos, met daarnaast een oudere man en een grote man. Op de grond lag een levenloos lichaam van een niet gekende persoon. Waarom de getuigen pas na 18 jaar opduiken is evenmin bekend. Na de overval op de Delhaize in Aalst had agent Freddy N. een paar schoten gelost in de richting van de vluchtende Golf.

Tijdens de reconstructie was gebleken dat de politieagent te ver verwijderd was om raak te kunnen schieten. En de man heeft nooit een proces verbaal ingediend over het voorval. Achttien jaar na de feiten vermoeden de speurders dat de agent wel raak schoot en beginnen de graafwerken. Nadat in de loop van de week een uurwerk, enkele oude een frank stukken, een jas en kogelhulzen gevonden werden, besloten de onderzoekers om de graafwerken na anderhalve week te stoppen.

Ze keerden terug naar Charlerloi zonder lijk. Onderzoeksrechter Eddy De Vos mocht zijn fles champagne terug in de ijskast zetten. Twee weken later werd duidelijk dat de jas, de muntjes, de bril en de kogels niets met de Bende te maken hadden. Vroegere speurders van de Deltacel in Dendermonde zijn altijd al wantrouwig geweest tegenover de speurders in Jumet. “Er waren meer daders, meer wagens en er was helemaal geen lijk.

Een agent van de gemeentepolitie weet nu plots te melden dat hij een van de gangsters getroffen heeft bij de vlucht van de Bende uit Aalst. Zever, zeg ik. Als dat echt gebeurd was, had hij dat destijds moeten melden, wat hij niet gedaan heeft. Maar Jumet bouwt daar een werkhypothese op. Dat is onrustwekkend. Hoe kun je in godsnaam resultaat boeken in een onderzoek als je opereert op wolk 27.856, ergens heel ver weg van de realiteit?”

Bron » De Morgen

Overval op juwelier plaatst Bende-speurders voor raadsel

Van alle moordende raids van de Bende van Nijvel tussen 1982 en 1985 is er een waar de speurders kop noch staart aan krijgen: die op de juwelierszaak van Jean Szymusik in Anderlues. De Bende leek gespecialiseerd in overvallen op warenhuizen. Wat hadden ze dan te zoeken in een juwelierszaak?

We draaien de klok terug tot 1 december 1983. Het is al donker wanneer omstreeks 18u30 een zwarte Golf voor de deur van de juwelierszaak van Jean Szymusik stopt. Drie van de vier inzittenden stormen de winkel binnen. Ze schieten eerst de vrouw van Jean Szymusik neer en vervolgens de juwelier zelf. Allebei worden ze afgemaakt met kogels in het hoofd. De daders maken de bewakingscamera’s onklaar en vluchten in de wachtende auto.

Wat zochten de leden van de Bende in de juwelierszaak van Jean Szymusik? De man had zijn familie in Polen laten weten dat hij zich bedreigd voelde, zeker na een overval die enige tijd voordien op zijn zaak was gepleegd. Daarom had hij zich een wapen aangeschaft. Had dat onbehaaglijke gevoel hem aangespoord om ergens in zijn huis een verborgen bergplaats te bouwen? Hadden de Bende-overvallers daar weet van? Of kwamen ze langs omdat de nabijgelegen Colruyt gesloten was?

Zelfde wapens

De overval in Anderlues komt op het ogenblik dat de aangehouden Borinagebende de speurders uitdagend toesnauwt: “En stel dat er een nieuwe overval plaatsvindt met dezelfde wapens terwijl wij in de nor zitten?”. En dat is nu precies wat er in Anderlues gebeurd is. De moordenaars van juwelier Szymusik en zijn vrouw gebruikten dezelfde .45 en 7,65 mm wapens die gebruikt werden bij de schietpartij aan de Colruyt van Nijvel twee maanden voordien.

En een kwartier na de overval in Anderlues wordt de zwarte Golf van de daders uitgebrand teruggevonden in een nabijgelegen bos. Dezelfde wagen werd op 2 oktober 1983 aan het restaurant Au Trois Canards van de doodgeschoten eigenaar gestolen en vijf dagen later gebruikt voor de hold-up op het Delhaize-warenhuis in Beersel. Twee feiten van de Bende van Nijvel.

Bron » Het Nieuwsblad

Speurders graven weer naar graf killer Bende van Nijvel

Het Disaster Victim Identification team van de federale politie gaat eind deze maand in het Bois de la Houssière in ’s Gravenbrakel op zoek naar het graf van de killer van de Bende van Nijvel. Deze doder heeft 23 van de 28 slachtoffers van de Bende op zijn geweten. De speurders zullen een strook bos van ongeveer 1 hectare onder de loep nemen.

Twee paren vertelden enkele maanden geleden aan de onderzoekscel naar de Bende van Nijvel dat ze drie uur na de bloedige overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, op 9 november 1985, in het Bois de la Houssière een VW Golf hebben zien staan. Voor de auto lag een lichaam op de grond. Een lange man en een oudere metgezel overlegden naast de Golf.

Volgens de Bendespeurders hebben ze mogelijk de reus en de oudere man van de Bende naast het lichaam van de doodgeschoten killer gezien. Agent Eddy N. uit Aalst blijft er immers bij dat minstens één van de drie kogels, die hij op 9 november 1985 met zijn Smith & Wesson .38 revolver heeft afgevuurd naar de vluchtende Golf van de Bende, de killer heeft geraakt. De doder zat in de openstaande koffer van de Golf en vuurde op alles en iedereen. Vraag is nu of de reus en de oudere man de killer in het Bois de la Houssière hebben begraven.

In januari werd deze hypothese al eens nagetrokken, maar toen leverde het graafwerk niets op. Een landbouwer, van wie een veld aan het bos paalt, herinnerde zich dat hij in de periode van de overval in Aalst had vastgesteld dat een stuk grond van twee bij één meter van zijn pas bewerkte veld helemaal was omgewoeld. De speurders lieten de plek onderzoeken en uitgraven. Zonder succes.

Nu wordt een tweede poging ondernomen. Het terrein wordt twintig centimeter diep afgegraven. Dat is voldoende om een mogelijk graf te ontdekken, menen de speurders. De werken nemen een week in beslag.

Bron » De Standaard

Volgens nieuw boek veroorzaakten staatsveiligheid en linkse media val van baron de Bonvoisin

“Benoît de Bonvoisin lag aan de basis van de afzetting van de administrateur van de staatsveiligheid Albert Raes, die een complot tegen de baron smeedde.” In een salon van het Brusselse hotel Astoria werd gisteren het boek Schurkenstaat België. De samenzwering tegen Benoît de Bonvoisin (Uitgeverij Van Halewyck) gepresenteerd.

De auteur is Mario Spandre, Brussels advocaat en raadsman van de ‘Zwarte Baron’. De centrale stelling luidt dat zijn cliënt het slachtoffer werd van een enorm complot van politici, magistraten, belastingambtenaren, politiemannen en journalisten, een machinatie die werd georchestreerd door de vroegere baas van de staatsveiligheid.

Veel belangstelling voor de persconferentie was er niet. Behalve een handvol vrienden en kennissen van de auteur en diens cliënt waren er slechts twee journalisten aanwezig. De Bonvoisin toonde zich niet verbaasd. “Dat was me voorspeld”, verklaarde hij. De magere opkomst was voor hem alweer een bijkomend bewijs van de grootscheepse samenzwering tegen zijn persoon.

De redacteur van deze krant, die begin jaren tachtig met de publicatie van een rapport van de staatsveiligheid over de financiering van extreem-rechts door de Bonvoisin aan de basis lag van de juridische perikelen van de baron, werd getrakteerd op uitvoerige en groteske complimenten. Beledigingen verpakt als loftuitingen zijn een geliefkoosd stijlmiddel van de omstreden edelman.

Meester Mario Spandre (77) is niet de eerste de beste. Begin jaren zestig was hij de belangrijkste juridische adviseur van Moïse Tsjombe, de leider van de Katangese secessie. Aan de dijk gezet na de staatsgreep van president Mobutu vertrok Tjsombe later in ballingschap naar West-Europa. In 1967 werd de Kongolese ex-premier ontvoerd tijdens een vliegtuigreis boven de Canarische Eilanden, twee jaar later overleed hij in nooit opgehelderde omstandigheden in gevangenschap in Algiers.

Bijna terloops meldt Spandre in zijn boek dat de ontvoering, de vliegtuigkaping en de moord op Tsjombe in België beraamd werden. “De fondsen voor deze operatie werden via België geleverd”, weet Spandre. En de ontvoering werd geleid door een oudgediende van de staatsveiligheid.

De Bonvoisin is nog steeds springlevend, maar is volgens de auteur de voorbije twintig jaar wel het slachtoffer geworden van “geestelijke en lichamelijke foltering”. Met het eerste is de juridische vervolging bedoeld, met het tweede de enkele weken die de baron na een veroordeling in de gevangenis doorbracht. Nu alle procedures eindelijk afgewikkeld zijn en de baron volledig is vrijgepleit van schuld, bereidt zijn advocaat een miljoenenclaim voor tegen de Belgische staat.

De baron is volgens Spandre het mikpunt geworden van een allesomvattend, twintig jaar durend complot van alle geledingen van de overheid, met als meesterbrein Albert Raes, de vroegere administrateur-generaal van de staatsveiligheid. Al die jaren werd de baron bovendien “gediaboliseerd door de linkse media, die gemanipuleerd en betaald werden door de staatsveiligheid”.

Waarom zou het overheidsapparaat al die moeite gedaan hebben om een complot op te zetten tegen één man? Het antwoord is simpel en staat op bladzijde 24 en 25: “Als minister van Landsverdediging vertrouwde Paul Vanden Boeynants Benoît de Bonvoisin (…) opdrachten toe in de strijd tegen de sovjetinvloed in België. Sinds de komst van de Navo was ons land immers de derde grootste vesting geworden van de KGB, na Londen en Washington.”

“In het kader van die kiese en gevaarlijke opdracht en op basis van inlichtingen die hij kreeg via de Franse en Amerikaanse geheime diensten, zag de Bonvoisin zich verplicht democratische controle aan te vragen op de Belgische staatsveiligheid die in een ware politieke politiemacht was ontaard. Daardoor lag hij aan de basis van de afzetting van de administrateur van de staatsveiligheid, de heer Raes. Is deze activiteit, die hij uitoefende in een periode dat de Sovjet-Unie in ons land haar tentakels probeerde uit te steken, de reden waarom de Belgische geheime diensten zich voor de Bonvoisin interesseerden?”

Volgens Spandre was het geen toeval dat de aanval tegen de Bonvoisin samenviel met de start van de overvallen van de Bende van Nijvel, die – zo suggereert hij – wel eens een destabilisatiepoging van de KGB zouden kunnen geweest zijn.

Bron » De Morgen