‘Reus’ bestrijdt misdaad

Twintig jaar geleden zat Patrick Henderickx (44) voor zijn ondervragers. Met zijn bijna 2 meter beantwoordde hij perfect aan het profiel van de ‘reus’ van de Bende van Nijvel. Hij had bovendien zijn palmares als overvaller tegen zich. Maar toch: hij was de reus niet. Twintig jaar later is hij een succesvol zakenman met maar één ‘hobby’: misdadigers de pas afsnijden.

Als verwaarloosd kind kwam Patrick in internaten terecht, werd hij misbruikt en belandde hij op het slechte pad. Hij werd veroordeeld voor overvallen maar had uiteindelijk één groot geluk. Hij leerde, toen hij in de gevangenis zat, een speurder kennen die in hem geloofde.

“Hij heeft mij gered. Neen, wij hebben elkaar gered”, lacht Patrick. Zijn crimineel verleden ligt ruim twaalf jaar achter hem. Patrick is een schoolvoorbeeld van een man die zijn leven een totaal andere wending heeft gegeven. Hij heeft verschillende bedrijven die stuk voor stuk heel goed draaien.

“Ik heb agenten leren kennen die mij vertrouwen en ik vertrouw hen. Op die manier kan ik mezelf nuttig maken”, zegt hij. Patrick vindt het een uitdaging om lacunes in het systeem aan te kaarten.

“Er wordt zoveel gesproken over valse agenten, maar niemand beseft dat iedereen met wat lef zonder meer een volledig politie-uniform kan kopen”, zegt hij. “Stel je voor dat zo’n valse agent naar een school gaat en een kind aanspreekt. Zelfs de directeur zal er blindelings intrappen.” Patrick trok vorige week naar een winkel voor politie-uniformen in Brussel. Hij was met enkele agenten-vrienden een weddenschap aangegaan. “Zij beweerden dat ik in twee weken geen volwaardig uniform met alle mogelijke insignes kon krijgen”, zegt hij. “Ik had er amper enkele uren voor nodig en ik moet er niet te veel moeite voor doen.”

Politiekaart

Patrick stapte eenvoudigweg de winkel binnen en vroeg, alsof hij dat dagelijks deed, een politie-uniform. Niet alleen het zomeruniform, maar ook het winteruniform met de bijhorende schoenen. “Niemand vroeg mij om mezelf te identificeren, ik moet geen politiekaart tonen.” Later ging Patrick nog eens terug naar de winkel. Hij wilde er een holster voor zijn niet-bestaand pistool kopen. Ook dat kreeg hij zonder probleem mee, met de handboeien.

Het Brusselse parket is niet echt verwonderd over het gemak waarmee het uniform kon worden aangekocht. “Alleen het dragen van een politie uniform is wettelijk verboden”, zegt woordvoerder Jos Colpin. “Daar staat een geldboete op. Maar kopen kan zonder probleem.”

Bron: Gazet van Antwerpen | 29 September 2004

Honden speuren bos af naar killer Bende van Nijvel

Vier honden van de dienst Hondensteun van de federale politie speuren vandaag een perceel van het ‘Bois de la Houssière’ in ’s Gravenbrakel af, op zoek naar resten van de ‘killer’ van de Bende van Nijvel, die daar mogelijk begraven ligt.

Deze namiddag zullen de honden ook het stuk bos afspeuren waar gisteren enkele muntstukken en een uurwerk gevonden werden. De vier honden zijn gespecialiseerd in het zoeken naar lijken. Ze werken op basis van vodden die in bepaalde geuren gedrenkt zijn. Ze konden eerder al lijken opsporen op verschillende plaatsen in het land en in Frankrijk.

Er zijn aanwijzingen dat één van de leden van de Bende van Nijvel, die tal van bloedige overvallen pleegde in de jaren tachtig, begraven ligt in het Houssière-bos. De zogenaamde ‘killer’ zou tijdens de laatste overval van de bende, op de Delhaize-supermarkt in Aalst op 9 november 1985 waarbij acht doden vielen, door een politiekogel geraakt zijn.

Bron » De Standaard

‘Killer’ niet gevonden, wel horloge en geld

Tijdens de zoektocht naar het lijk van de ‘killer’ van de Bende van Nijvel werden in het bos van Houssière een oude horloge en muntstukken gevonden die dateren van voor 1985, toen de laatste aanslag van de bende plaatsvond. Vandaag worden de speurhonden ingezet en zal de rest van het terrein worden afgegraven.

Muntstukken die dateren van voor 1985 – waarschijnlijk zijn ze geslagen in 1971-1972 – en een oude horloge. Dat is wat de speurders naar de Bende van Nijvel dinsdag op het afgebakende terrein in het bos van Houssière gevonden hebben. Maandag was het gebied ‘schoon’ gemaakt en werden metaaldetectors ingezet.

Witte paaltjes in de grond met gele papiertjes waarop een nummer staat, duiden aan waar iets gevonden werd: veertig kogelhulzen – niet abnormaal want in het gebied werd gejaagd – en drie muntstukken. Gisteren werd op de plek waar het geld gevonden was, met een schop verder gegraven. “Op een plek die niet onlogisch zou zijn om het eventuele derde bendelid te begraven”, zegt speurder Eddy Vos.

Op de plek werd de aarde zo’n twintig tot dertig centimeter afgegraven. “De bovenste aardlaag is donkerbruin, daaronder wordt het grijs, daarna is er wit zand. Als we merken dat de aardlagen door elkaar zitten of eerst wit zand bovenkomt dan weten we dat op die plek de aarde is omgewoeld”. Vandaag worden de speurhonden ingezet.

“Dat is meer bedoeld als oefening omdat we nog weinig ervaring hebben met honden die naar lijken speuren die twintig jaar geleden zijn begraven. We hebben onlangs een test gedaan. De honden roken eerst niets, maar toen we de aarde dertig centimeter afgroeven, vonden ze wel iets. Het bleek een koe te zijn die 15 jaar eerder was begraven. Honden maken niet het onderscheid tussen mensen en dieren.”

De graafwerken zijn het gevolg van de verklaring van een echtpaar in december vorig jaar. Zij zouden in de nacht na de aanslag op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985 een VW Golf hebben zien staan met voor de auto een lijk en ernaast een grote en een oudere man.

“We twijfelden eerst aan hun verklaring omdat het ons onmogelijk leek om zoiets in het donker te zien”, zegt Vos. “We hebben de weersomstandigheden nagegaan: er was geen maan en het regende een beetje. Bij dezelfde weersomstandigheden zijn we de test gaan doen: je ziet inderdaad zeer helder, ook al is het nacht.”

Omdat de bendeleden, als het verhaal van de getuigen klopt, moeten geweten hebben dat ze gezien waren, denken sommige speurders dat ze zijn weggereden en met het eventuele lijk elders naartoe zijn gegaan. Maar Vos denkt dat niet.

“Toen de getuigen voorbij reden en het lijk op de grond lag, moet de put al klaar zijn geweest. Ze hoefden het lijk er maar in te leggen. Als ze zouden doorrijden naar een andere plek, dan zou dat te veel tijd en nog meer kans op ontdekking hebben betekend.”

Bron » De Standaard