Parlement wil controle op buitenlandse geheime diensten

De parlementaire begeleidingscommissie van de Senaat die toezicht houdt op de inlichtingendiensten vraagt om de wettelijke opdracht van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV uit te breiden ’tot het toezicht op elke activiteit van buitenlandse inlichtingendiensten op het nationale grondgebied’.

Dit toezicht moet in de eerste plaats gericht zijn op de wettelijkheid van het optreden van buitenlandse diensten op ons grondgebied, “om ze beter te controleren”.

Dat is een van de aanbevelingen in het rapport over de CIA-vluchten dat gisteren door de Senaat werd goedgekeurd. Hoewel de commissie geen bewijs vond dat ons land door de CIA werd gebruikt voor illegale transporten van terreurverdachten komt ze wel tot de conclusie dat er in Europa in het kader van de strijd tegen het terrorisme “herhaaldelijk ernstige en ontoelaatbare inbreuken” zijn gepleegd op de fundamentele mensenrechten.

“De huidige wettelijke en administratieve procedures zijn volkomen ontoereikend om de burgers te beschermen tegen de schending van hun grondrechten door agenten van inlichtingendiensten van bevriende landen”, stelt het rapport onomwonden.

Gelet op de beperkte mogelijkheden van ons land pleit de commissie voor een volwaardig Europees inlichtingenbeleid, dat past in een gemeenschappelijk buitenlands beleid van de EU. Daarin past volgens het rapport ook de oprichting van een Europese inlichtingendienst, een idee dat door premier Verhofstadt al herhaaldelijk werd gelanceerd. Zowel de Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst beweren niets af te weten van mogelijke CIA-vluchten die gebruikmaakten van Belgische luchthavens, maar mogelijk waren andere diensten daarvan wel op de hoogte.

Daarom stelt de commissie voor de bevoegdheid van het Comité I, dat namens het parlement toezicht houdt op de inlichtingendiensten, uit te breiden. Het Comité I zou dan toezicht kunnen uitoefenen op alle instellingen die mogelijk nuttige informatie kunnen verschaffen over de werking van de eigen inlichtingendiensten én op de activiteiten van buitenlandse geheime diensten op ons grondgebied.

Nu het Belgische onderzoek naar de CIA-vluchten is afgerond gaan stemmen op om voortaan een betere coördinatie te organiseren tussen dergelijke onderzoeken op nationaal en Europees niveau. Ook de Raad van Europa en een tijdelijke commissie van het Europees Parlement hebben immers de voorbije maanden onderzoek verricht naar de CIA-vluchten, maar van enige coördinatie met het werk van de Belgische commissie was geen sprake.

“Er bestond wel een permanente coördinatie en terugkoppeling tussen de Raad van Europa en onze onderzoekscommissie”, zegt Europarlementslid Frieda Brepoels (N-VA). “Maar dat was hoegenaamd niet het geval met de Belgische begeleidingscommissie.” Senator Hugo Vandenberghe (CD&V) wil een informeel overleg tot stand brengen tussen de in inlichtingenwerk gespecialiseerde parlementsleden op federaal en Europees niveau. “Op die manier kunnen we een internationale publieke opinie tot stand brengen en zouden we veel meer kunnen wegen op de besluitvorming”, meent de senator.

Bron » De Morgen