Marokko weigert geheim agenten uit België terug te roepen

Een half jaar geleden vroeg Alain Winants, chef van de Belgische Staatsveiligheid, aan de Marokkaanse autoriteiten om drie officieren van hun geheime dienst terug te roepen uit ons land, zo vernam De Morgen. Marokko negeerde de vraag.

De drie hebben zich volgens Winants op een ‘onaanvaardbare’ manier gedragen in de marge van het onderzoek naar Belliraj en zouden zich hebben bezondigd aan ronselpraktijken. Ze zijn nog steeds actief in Brussel.

Bekend is dat de samenwerking tussen de Staatsveiligheid en de Marokkaanse inlichtingendiensten stroef verloopt in de zaak rond Abdelkader Belliraj, de Belgische Marokkaan die door het Marokkaanse gerecht beschouwd wordt als de militaire leider van een jihadistisch terreurnetwerk en tegelijk informant van de Staatsveiligheid was. Ondertussen is er veeleer sprake van een open oorlog tussen beide diensten. Dat bleek afgelopen maandag tijdens de bespreking van het jongste rapport van het Comité I over de affaire-Belliraj in de parlementaire begeleidingscommissie.

Winants maakte daar bekend dat hij eind juli een brief heeft geschreven naar de baas van de Direction Générale des Etudes et de la Documentation (DGED), een offensieve Marokkaanse geheime dienst die opereert buiten de grenzen van Marokko. In de brief vroeg de chef van de Staatsveiligheid om drie agenten van de DGED onmiddellijk terug te roepen uit ons land. De drie, die werken onder de cover van diplomaat bij de ambassade van Marokko in Brussel, zouden volgens Winants de Staatsveiligheid hebben tegengewerkt. “Ze gedragen zich niet volgens de geplogenheden en dit op een manier die niet aanvaardbaar is voor de veiligheid van ons land”, stelde Winants.

Dat betekent dat de betrokken agenten bepaalde grenzen hebben overschreden. Het in de gaten houden van Marokkaanse onderdanen op Belgisch grondgebied of de strijd tegen het terrorisme door buitenlandse inlichtingendiensten zijn activiteiten die meestal worden getolereerd. Regelrechte spionage of obstructie van de werkzaamheden van de Belgische inlichtingendiensten kunnen evenwel niet door de beugel. Volgens een nota van de Belgische verbindingsofficier in Marokko wordt het dossier-Belliraj overigens niet behandeld door de DGED, maar door de binnenlandse veiligheidsdienst Direction Générale de la Surveillance du Territoire (DGST).

Het is zeer ongebruikelijk dat geheim agenten van ‘bevriende’ inlichtingendiensten worden verzocht om het land te verlaten. Ten tijde van de Koude Oorlog gebeurde het wel regelmatig dat agenten van geheime diensten van het vijandige Oostblok het land werden uitgewezen. Winants toonde zich bijzonder ontstemd over het feit dat zijn vraag tot nog toe gewoon werd genegeerd.

Nog volgens de chef van de Staatsveiligheid zijn er talrijke DGED-agenten operationeel in België, in elk geval veel meer dan de geviseerde drie. De agressieve methodes van de DGED zorgden volgens hem niet alleen voor problemen in ons land, maar ook in Nederland, Spanje, Frankrijk en Denemarken. In Nederland werd onlangs het geval bekend van een Nederlands-Marokkaanse politieman die bleek te spioneren voor rekening van de DGED. Zolang de gevraagde terugroeping niet wordt uitgevoerd, wenst Winants geen enkel contact meer te onderhouden met de DGED. Hij kondigde ook aan dat de twee bevoegde ministers, Jo Vandeurzen (CD&V) van Justitie en Patrick Dewael (Open Vld) van Binnenlandse Zaken, geïnformeerd werden over het probleem. Vandeurzen, die de vergadering van maandag bijwoonde, sprak hem niet tegen.

De woordvoerder van minister Vandeurzen bevestigt “dat de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid in juli aan de DGED heeft gevraagd om drie officieren te vervangen door andere personen”. Ook hij verwijst naar de “verstoorde relatie” met de DGED in andere landen, zoals Nederland en Denemarken. “Zolang de drie niet zijn vervangen, verloopt de communicatie met de DGED uitsluitend via beveiligende, gecrypteerde lijnen, en dus niet meer via de betrokken officieren”, preciseert de woordvoerder van de minister.

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Vandeurzen over Belliraj: “Ongegronde geruchten”

De Staatsveiligheid brengt geen advies uit over naturalisaties en de twee stukken die werden opgemaakt, zijn niet tegenstrijdig. Dat merkt de minister van Justitie, Jo Vandeurzen, op na “ongegronde geruchten die door bepaalde media verspreid zijn en die stelden dat de Staatsveiligheid de naturalisatie van de heer Belliraj gemanipuleerd zou hebben”.

Geconsulteerd

“Wat de procedure betreft, merken wij op dat de Staatsveiligheid geen advies uitbrengt omtrent naturalisaties. Ze wordt bij elke aanvraag geconsulteerd, en ingeval de betrokkene gekend is wegens recente en relevante feiten, deelt de Staatsveiligheid de nuttige informatie waarover ze beschikt, mee aan de bevoegde procureur des konings of aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers, zoals de wetgeving dat voorschrijft. Het zijn zij die een finale beslissing nemen, onder meer op basis van de door onze dienst overgemaakte informatie”, luidt het.

Actuele info

Wat Abdelkader Belliraj betreft, zijn twee stukken opgemaakt. “In tegenstelling tot wat wordt beweerd, spreken die twee elkaar niet tegen: het tweede document is een actualisering van het eerste. De correcte informatie meedelen, recent of geactualiseerd, is trouwens een wettelijke verplichting van de Staatsveiligheid, in toepassing van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer”, aldus de minister.

Gent

Om het ontstaan van de twee documenten uit 2000 uit te klaren, werden leden van de Staatsveiligheid belast met de consultatie van het naturalisatiedossier van de Belliraj bij het parket van Gent. “Zo kon de minister van Justitie op een zo volledig mogelijke manier geïnformeerd worden over de inhoud van het dossier en over de historiek ervan”, klinkt het nog.

Bron » De Morgen