Kabinet-Reynders smoorde verzet tegen minnelijke schikking in de kiem

Een getuigenis van Gregory Matgen, voormalig medewerker bij de MR-fractie in de Senaat, in de commissie-Kazachgate brengt het kabinet Reynders opnieuw in nauwe schoentjes.

“De wet op de verruimde minnelijke schikking moest zo snel mogelijk door het parlement gejaagd worden. Anders dreigde minstens één strafzaak te verjaren en zou de Staat miljoenen mislopen. Dat heeft Rudy Volders, de kabinetschef van de toenmalige minister van Financiën Didier Reynders, me gezegd aan de telefoon.”

Gregory Matgen, voormalig medewerker bij de MR-fractie in de Senaat, herinnerde zich vanochtend in de commissie-Kazachgate het telefoontje van Volders van begin 2011. Matgen begreep er uit dat het kabinet-Reynders er veel voor over had om de wet op de verruimde minnelijke schikking zo snel mogelijk en zonder tegenspraak door de Senaat te krijgen.

Het kabinet van Reynders oefende daarom zelfs druk uit op de eigen MR-fractie in de Senaat. Over welke concrete zaken Volders het zou kunnen gehad hebben, wist Matgen niet. “Pas toen ik in 2013 in de pers las over de de zaak-Chodiev ben ik me vragen beginnen stellen over dat telefoontje”, zei Matgen.

De verklaring van Matgen veroorzaakte heel wat commotie in de commissie. Rudy Volders getuigde vorige maandag zelf in de commissie en had niets gezegd over zijn telefoontje met de MR-fractie in de senaat. Hij zei ook niets over “een dossier dat dreigde te verjaren”.

Koehandel

De stelling van Volders voor de commissie was dat de wet op de verruimde minnelijke schikking er moest komen omdat ook de opheffing van het bankgeheim -waar de MR niet achterstond- wet zou worden. Een puur politieke beslissing en een vorm van koehandel dus, volgens Volders, die niets met concrete dossiers te maken had. Maar het telefoontje van Volders naar Matgen lijkt dat tegen te spreken.

“De vraag is hoe Volders wist dat er één of meer zaken dreigden te verjaren”, zei Vincent Van Quickenborne (Open VLD). “Er zijn in de dagen na de stemming van de wet twee strafzaken afgesloten met een minnelijke schikking. De zaak-Chodiev in Brussel en Societé Générale in Antwerpen. Dit roept toch vragen op.”

Grégory Matgen is vandaag schepen in Sint-Lambrechts-Woluwe voor Défi, de vroegere kartelpartner van de MR. Oliver Maingain, de Défi-burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, is één van de stuwende krachten van de onderzoekscommissie. Matgen is dus niet (meer) gebonden door partijtrouw.

Reparatiewet

Senator Christine Defraigne (MR), de voormalige voorzitster van de commissie-justitie in de Senaat, getuigde dan weer voor de commissie hoe bij de MR maar ook in andere fracties in 2011 in de Senaat verschillende juridische bezwaren gerezen waren tegen de wet.

“In de eerste plaats vonden wij het niet normaal dat een dergelijke wet in de Kamer als amendement werd gestemd en dan nog wel door de commissie-Financiën in plaats van door de commissie-Justitie. Bovendien zaten er duidelijke fouten in de tekst.”

“Even was er zelfs sprake van dat de wet in de Senaat zou geamendeerd worden en terug naar de Kamer gestuurd. Maar dat gebeurde dus uiteindelijk niet, onder druk van de partijen die de minnelijke schikking in de Kamer hadden goedgekeurd.”

“Om aan de tekortkomingen te verhelpen zonder de stemming van de originele wet te vertragen, werd een reparatiewet gemaakt.”

Defraigne stak vanochtend niet onder stoelen of banken dat zij tot op vandaag niet akkoord gaat met de manier waarop de zaken toen geregeld werden. Maar druk heeft zij naar eigen zeggen nooit gevoeld.

Nog vanochtend raakte bekende dat de Belgisch-Oezbeekse miljardair Patokh Chodiev de commissievoorzitter Dirk Van der Maelen heeft aangeklaagd. Eerder deed hij ook al hetzelfde met Georges Giklinet (Ecolo) en de Belgische overheid.

Bron » De Standaard

Telefoontap suggereert dat koning Albert II betrokken was in dossier gelieerd aan Kazachgate

Telefoontaps door het Franse gerecht suggereren dat de voormalige koning Albert II betrokken was in een dossier dat in de onderzoekscommissie Kazachgate aan bod is gekomen, namelijk de poging om zakenman George Forrest een adellijke titel te verlenen. Dat schrijft de krant Le Monde.

Het dossier rond de niet onbesproken Forrest, die actief is in de Congolese mijnsector, kwam ter sprake in de onderzoekscommissie bij de getuigenis van Charles Ghislain, de gewezen ambassadeur bij het Vaticaan. Hij werd naar eigen zeggen door het kabinet van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders gevraagd naar informatie over Jean-François Etienne des Rosaies.

Die adviseur van de Franse toenmalige president Nicolas Sarkozy had om een onderhoud met het kabinet gevraagd over een adellijke titel. Hij trad ook op voor de Orde van Malta, met uitvalsbasis in Rome, vandaar de vraag aan de ambassadeur bij de Heilige Stoel. Ghislain verklaarde toen te hebben gewezen op de betrokkenheid van Etienne des Rosaies bij het dossier Kazachgate, over mogelijke ongeoorloofde inmenging bij de totstandkoming van de wet op de verruimde minnelijke schikking in 2011.

Titel van baron

Uit telefoontaps in het dossier Kazachgate zou blijken dat George Forrest aan Etienne des Rosaies 95.000 euro heeft betaald om bij koning Albert II tussen te komen om Forrest de titel van baron te helpen verlenen. De telefoongesprekken die Le Monde aanhaalt, refereren aan briefwisseling waarin – via François de Radigues, een vriend van koning Albert II – de rol wordt aangehaald van de vorst bij het Raad van Adel, opdat men “een mooie onderscheiding aan Forrest” zou geven.

Nog volgens de telefoongesprekken van Etienne des Rosaies komt de vraag van Forrest later opnieuw aan de oppervlakte omdat hij in 2012 enkel tot Commandeur in de Leopoldsorde werd benoemd. Daarop zou François de Radiguès opnieuw aan de koning hebben gevraagd tussen te komen om Forrest de titel van baron te helpen verlenen.

Le Monde citeert een mail waaruit zou blijken dat Albert II zich op zijn “koninklijk recht” zou beroepen. In elk geval werd de zaak geblokkeerd binnen het bevoegde comité door een kabinetschef omwille van de omstreden reputatie van Forrest. Uiteindelijk kreeg de zakenman in 2014 de titel van Grootofficier in de Kroonorde.

Bron » Belga

David zag hoe de Bende van Nijvel zijn ouders en zusje executeerde. Hij geeft nu de hulp die hij zelf nooit kreeg

David Van De Steen (41), die bij de aanslag van de Bende van Nijvel in Aalst zwaargewond raakte en zag hoe zijn ouders en zusje werden doodgeschoten, helpt nu als rouwtherapeut mensen bij de verwerking van het verlies van een geliefde. “In mijn tijd bestond zoiets jammer genoeg niet”, zegt de Aalstenaar. Zijn lijdensweg wordt de rode draad door de nieuwe film van Stijn Coninx over de Bende. De opnamens starten deze zomer.

David Van De Steen was amper 9 toen de Bende van Nijvel zijn familie doodschoot. “Ik raakte zelf ook zwaargewond en lag bijna een jaar in het ziekenhuis. Mijn grootouders hebben mij opgevoed. Heel lieve mensen die alles voor mij hebben gedaan. Maar ik heb nooit professionele hulp gekregen om over mijn trauma’s te praten. Slachtofferbegeleiding, in die tijd bestond dat niet.”

Zaterdag 9 november 1985, 19.37 uur. David Van De Steen, zijn ouders en zijn zus hadden net gewinkeld in de Delhaize van Aalst en stapten op de parking naar hun auto. David en zijn ma liepen eerst, pa en zus er vlak achter. Het was hun laatste moment samen.

“Niet schieten, dat is mijn papa!” riep zijn zus nog. “Een keiharde knal volgde, alsof er vuurwerk onder je neus ontploft. Mijn zus en mijn vader zakten in elkaar. De pijnkreet die uit mijn vaders mond ontsnapte, zal me mijn hele leven bijblijven. Dan de schrille, paniekerige stem van mijn moeder: Lopen, David! Maak dat je wegkomt! En dan weer een knal.”

David gehoorzaamde zijn moeder en vluchtte terug de winkel in waar hij zich verstopte aan de stripverhalen. Maar plots stond een van die gangsters voor hem. “Ik keek recht in de afgezaagde loop van zijn geweer. Hij grijnsde en schoot.”

Pas dagen later werd hij wakker in het ziekenhuis. De heupkop was weggeschoten. De slagader en de spieren in zijn been doormidden gesneden. In de muts die hij droeg, zaten twee kogelgaten, net onder de pompon. David had enorm veel geluk dat hij nog leefde. Hij lag bijna een jaar in het ziekenhuis en voelt vandaag nog altijd pijn. De daders zijn nooit gevonden.

Rouwtherapeut en ervaringsdeskundige

David Van De Steen is nu 41 jaar, getrouwd en zelf vader. Hij is invalide verklaard, maar werkt toch deeltijds. “Als rouwtherapeut. Ik heb vorig jaar mijn diploma gehaald. Ja, je mag me gerust ervaringsdeskundige noemen”, zegt hij.

“Wat ik nu doe, is iets wat ik nooit gekund heb. Met iemand praten over wat er is gebeurd en over hoe dat trauma te verwerken. Nu zijn er traumapsychologen, is er slachtofferhulp en noem maar op. Toen was er niets. Ik praat nu met mensen die een dierbare verloren hebben. Want praten is belangrijk. Het zal wel slijten, werd er toen tegen mij gezegd. Maar zoiets, dat slijt natuurlijk nooit. Tot op vandaag word ik er nog bijna dagelijks mee geconfronteerd, ook al is het 32 jaar geleden. Er zijn de pijnen die ik nog altijd voel, maar ook de herinneringen. Zeker nu de film op komst is.”

De Vlaamse regisseur Stijn Coninx begint in augustus immers met de opnamen van een film over de Bende-aanslag in Aalst. “Het wordt fictie met het levensverhaal van David dat als rode draad doorheen het verhaal loopt. Hoe hij de aanslag heeft beleefd, over zijn herstel, hoe hij opgroeide bij zijn grootouders die tegenover de Delhaize woonden waar het bloedbad is aangericht en over het onderzoek dat nog altijd loopt”, zegt regisseur Stijn Coninx.

Coninx heeft zich helemaal in het dossier verdiept. “Ik denk dat hij het intussen even goed kent als veel van de speurders “, zegt David.

Wie de rol van David zal spelen of van de reus, de overvaller die volgens getuigen opvallend groot was, wil Coninx nog niet zeggen. “Daar zijn we nog volop mee bezig”, klinkt het.

Volgens David Van De Steen zal Jan Decleir in de huid van zijn opa Albert Van de Steen kruipen. Die was getuige vanop de eerste rij en wist dat zijn kinderen en kleinkinderen in het warenhuis waren toen de eerste schoten weerklonken. Knallen die hij tot in zijn appartement op de Parklaan in Aalst hoorde. “Ik kan geen betere acteur dan hij verzinnen voor die rol. Jan Decleir, dat is gewoon mijn opa”, zegt David.

Bron » Het Nieuwsblad

Burgerinfiltranten mogen kleine misdrijven plegen

Straks mogen behalve politieagenten ook burgers infiltreren in de georganiseerde misdaad. Om niet door de mand te vallen, zullen ze kleine misdrijven mogen plegen. ‘Het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat.’

Burgers die misdrijven mogen plegen: het doet de wenkbrauwen fronsen. Maar waarover spreken we ? Zullen burgerinfiltranten bijvoorbeeld wapens mogen gebruiken? Een exact antwoord krijgen we niet op het kabinet van justitieminister Koen Geens (CD&V). “Denk eerder aan het huren van een auto of flat voor gekende terroristen of aan het vervoeren van criminelen”, klinkt het. Iedereen lijkt het er roerend over eens dat het inzetten van burgerinfiltranten noodzakelijk is, want politie-infiltranten botsen op hun limieten.

“De multiculturaliteit is zeer beperkt binnen de eenheden die instaan voor infiltratie. Bij de Albanese maffia of bij terreurgroepen geraakt de politie bijvoorbeeld niet binnen”, weet Brice De Ruyver, professor strafrecht aan de UGent. “Daarom is het in extreme situaties aangewezen om burgerinfiltranten te gebruiken.”

Uitwassen

Maar, voegt De Ruyver eraan toe, “het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat”. Het is immers niet de eerste keer dat het gebruik van burgerinfiltranten in ons land mogelijk gemaakt wordt. In 1971 waagde toenmalig minister van Justitie Alfons Vranckx een poging, maar dat liep met een sisser af omdat niet duidelijk omschreven was wat die infiltranten precies mochten doen. “Ze werden volledig aan hun lot overgelaten, en werden dus weleens gerold in het criminele milieu. Sommigen begonnen zelf een drugstrafiek te organiseren.”

Geens is beducht voor dergelijke uitwassen. Zijn woordvoerster benadrukt dat burgerinfiltranten enkel bij de zwaarste misdrijven zullen worden ingezet, zoals de voorbereiding van terroristische handelingen, én pas als politionele infiltratie onmogelijk is. Er is ook een uitgebreide controle voorzien: zowel het Openbaar Ministerie als het federaal parket moet telkens toestemming geven en die toestemming moet maandelijks worden herzien.

Toch zijn er nog heel wat vragen, zegt onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe. “Wie komt in aanmerking? Hoe worden die mensen gerekruteerd en opgeleid? Het is geen eenvoudige opdracht om burgers te vinden die dergelijke opdracht goed kunnen uitvoeren. Bij politieagenten vereist dat al een specifieke opleiding.”

Bron » De Morgen

Opinie: De staat kan zelfs uw recht op recht niet meer verzekeren

Onze staat lijkt meer en meer op het Brusselse Justitiepaleis: een gigantisch bouwwerk vol barsten en scheuren, loshangende dakgoten en lekkende daken, waar men stelling na stelling tegenaan sodemietert om te verhelen dat de hele zwik dreigt te bezwijken onder zijn eigen gewicht. Ooit zal men wel eens een grondige renovatie ondernemen, ooit, maar nu nog niet. Voorlopig vangen we de inslaande regen wel op met een tijdelijk afdakje hier, een zeiltje daar, en waar de oude stelling begint door te zakken, zwieren we er wel weer een al even tijdelijke stellage tegenaan. Tot de voorlopigheid eeuwigdurend lijkt.

De plannen die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zondag trots voorstelde: nog zo’n stellage die moet verbergen dat Justitie alsmaar dieper wegzakt in de modder. Deemoedig moest Geens voor de televisiecamera’s bekennen dat justitie stilaan onbetaalbaar dreigt te worden voor de middenklasser. Een schandaal, zou je denken, wanneer alleen wie zijn portefeuille wagenwijd opentrekt nog een beroep kan doen op justitie en zijn rechten kan doen gelden. Een regelrecht schandaal, wanneer de staat het recht op recht niet meer kan verzekeren voor elke burger in dit land.

Onbetaalbare justitie

Koen Geens weet zelf beter dan wie ook hoe onbetaalbaar justitie geworden is: onder zijn bewind ging de factuur van advocaten met een vijfde de hoogte in door de invoering van de btw (die wel tijdens de vorige legislatuur werd beslist). Geens verhoogde de kosten voor gerechtelijke procedures. Geens voerde ook het remgeld in bij justitie, waardoor iedereen bij elke stap die hij wil zetten moet bijbetalen — ook op te hoesten door wie onvermogend is verklaard door het OCMW. Alles om de ‘overconsumptie’ van justitie tegen te gaan. Alsof mensen voor hun plezier naar de rechtbank stappen. Alsof iemand voor de lol een beroep doet op een advocaat.

Geens weet dus als geen ander hoe duur justitie nu is, want het is Geens zelf die iedereen, of hij nu rijk is of arm, een torenhoge factuur opsolfert voor wat vanzelfsprekend zou moeten zijn: rechtsbescherming, en toegang tot justitie. Uw eigen rechten afdwingen? Alleen tegen een fikse som.

Maar nu heeft Geens dus een geniaal plan. Als de staat uw toegang tot het recht niet langer kan of wil garanderen (blijkbaar is dat niet langer een kerntaak van de overheid), dan moet de markt het maar overnemen, en daar wil deze regering wel middelen voor vrijmaken.

IJverig beginnen ze de timmerwerken aan een nieuwe koterij: wie het zich kan permitteren, kan een extra verzekering afsluiten tegen te hoge gerechtskosten, en om die ‘oplossing’ voor de onbetaalbare toegang tot justitie te slijten, creëert de regering er nog maar eens een fiscaal uitzonderingsregime bij: wie het geld heeft om die verzekering aan te schaffen, kan die ook aftrekken van de belastingen. De anderen dragen wel wat meer bij ter compensatie.

Een extra fiscale koterij dus, om te verhelen dat de staat faalt in een van zijn meest cruciale kerntaken. Een extra stellage, om de bouwvalligheid van het Justitiepaleis weg te stoppen. Verzekeringsmaatschappijen zullen zich in de handen wrijven, advocaten ook. En wie zich geen verzekering kan veroorloven? Pech. Red uzelve. De staat kan niet alles doen. De staat kan zelfs uw recht op recht niet meer verzekeren.

Bron » De Morgen | Matthias Somers