Kazachgate: afkoopwet bracht al half miljard op

Meer dan duizend mensen en bedrijven hebben hun vervolging de voorbije zes jaar kunnen afkopen. Dat leverde de staat bijna een half miljard euro op. Dat schrijft De Tijd vrijdag, op basis van een rondvraag die de procureurs-generaal voor de Kazachgate-commissie hebben uitgevoerd bij de openbare aanklagers.

Tussen 14 april 2011 en 31 december 2016 werden 1.006 schikkingen getroffen met mensen en bedrijven die verdacht werden van misdrijven. In 952 gevallen hebben de verdachten alle overeengekomen bedragen betaald.

De schikkingen brachten de Belgische staatskas ruim 464 miljoen euro op. De openbaar aanklagers kregen 102,5 miljoen euro, de fiscus 323 miljoen euro. In sociale fraudezaken ging amper 137.000 euro naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Er werd 4,1 miljoen euro betaald aan andere benadeelden en er werd ruim 37 miljoen euro aan vermogensvoordelen teruggegeven.

Tussen 2 juni en 31 december 2016, nadat het Grondwettelijk Hof besliste dat de wet ongrondwettelijk was, gebeurden er 38 schikkingen. Nochtans hadden de procureurs-generaal aan alle openbare aanklagers gevraagd te wachten tot minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de wet had aangepast. De procureurs-generaal stellen dat die schikkingen al waren onderhandeld voor de uitspraak van het Grondwettelijk Hof en dat alle schikkingen aan een rechter zijn voorgelegd.

Ook in de “verdachte periode” tussen 14 april en 11 augustus 2011 hebben elf schikkingen plaatsgevonden, toen de wet nog bijgeschaafd moest worden, maar onder andere de miljardair Chodiev zijn vervolging mocht afkopen.

De cijfers werden zopas overgemaakt aan de onderzoekscommissie Kazachgate en minister Geens.

Bron » De Morgen

Mildere straf bij bekentenis raakt niet van de grond

“In plaats van lange debatten en procedures voor de rechtbank bekent een verdachte meteen zijn schuld. Dit betekent een besparing van tijd en middelen voor de rechtbank.” Op papier leek de ‘guilty plea’ (de voorafgaande schulderkenning) nuttig en eenvoudig toen minister van Justitie Koen Geens (CD&V) het systeem eind 2015 aankondigde in een van zijn ‘potpourri-wetten’.

Openbaar ministerie en rechtbank moeten hun tijd niet verdoen met eenvoudige zaken, luidde de redenering. In ruil voor een vlotte medewerking met het gerecht kunnen verdachten rekenen op een lichtere straf. De voorwaarde is wel dat het gaat om feiten waar maximaal vijf jaar cel op staat. Ook zedendelicten zijn uitgesloten.

Sinds maart vorig jaar kunnen openbaar ministerie en verdachten dit soort afspraken maken, waarna een rechter beoordeelt of de straf proportioneel is.

Een rondvraag van De Standaard wijst uit dat de ‘guilty plea’ zeer uitzonderlijk blijft. De meeste parketten hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. Het parket van Antwerpen heeft het wel één keer toegepast in een financiële zaak. Ook bij het parket van Oost-Vlaanderen is er één dossier – een zaak van slagen en verwondingen.

Strafpleiter John Maes, voorzitter van de commissie strafrecht bij de Orde van Vlaamse Balies, is niet verbaasd. “Ik vreesde al van bij de aanvang dat het een doodgeboren kind zou zijn”, zegt Maes. “In een kleinere zaak waarbij de dader schuld bekent, kan de rechter meestal tijdens de zitting al oordelen over de strafmaat. Dat gaat dus nu al vrij snel. De ‘guilty plea’ voegt daar weinig aan toe, behalve dat er vooraf al over onderhandeld moet worden. Er wordt dus net méér tijd in gestoken, in plaats van minder.”

Risico’s

Bij de parketten valt te horen dat het systeem zijn voordelen kan hebben, maar amper ingang vindt om verschillende redenen. De onderhandelingen over de overeenkomst vragen redelijk wat voorbereiding, die boven op het opsporingswerk van de magistraten komen.

De procedure brengt veel administratie mee en vraagt ook wat praktische omkadering, zoals bepaalde lokalen, terwijl verschillende parketten daarvoor niet uitgerust zijn. Als ze meer zouden inzetten op de ‘guilty plea’, riskeren de doorlooptijden voor de strafonderzoeken ook een stuk langer te worden.

Bovendien dreigen die inspanningen voor niets te zijn geweest. Het risico bestaat altijd dat de rechtbank de overeenkomst afkeurt en er toch een gewoon proces komt.

Minister Geens laat weten dat hij op de hoogte is van de opmerkingen van het openbaar ministerie. “Het klopt dat het voorbereiden van een akkoord, voorafgaandelijk overleg met of mededeling aan de advocaat meer werk betekent in vergelijking met bijvoorbeeld een rechtstreekse dagvaarding”, zegt zijn woordvoerster.

“Het instrument is vooral bedoeld om de zitting ten gronde te versnellen, aangezien men de debatten over de schuld kan overslaan en onmiddellijk kan oordelen over de straf. In Frankrijk past men dit systeem toe en blijkt het goed te werken.”

Bron » De Standaard

“Amateurisme ten top bij militaire inlichtingendienst”

“Het probleem van de militaire inlichtingendienst Adiv gaat verder dan de persoon van Testelmans (de baas, red.).” Dat meldt Groen in een reactie op de berichtgeving in De Standaard. “De hele top van Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

“De problemen bij Adiv klinkt jammer genoeg bekend” zegt Wouter De Vriendt, parlementslid voor Groen. Die problemen schetsten acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv in een zes pagina’s lange brief, waar De Standaard de hand op kon leggen. Daarin spreken ze van interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de afdelingen onderling.

In die brief verwijten ze hun baas, luitenant-generaal Eddy Testelmans dat hij niets doet om de toestand te verhelpen.

“Verantwoordelijkheid afschuiven”

“De brief, maar ook andere signalen vanuit de inlichtingendienst hebben ons bereikt, en schetsen een weinig fraai beeld van de werksfeer en de managementcultuur”, merkt De Vriendt op. “Testelmans wijt de malaise bij vooral aan personeelsgebrek en probeert elke verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Dit is amateurisme ten top. Maar het probleem gaat verder dan de persoon van generaal Testelmans. Niet alleen Testelmans, maar de hele top van de Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

Voor Groen is een onderzoek naar de brief en naar Testelmans alleen dus niet de oplossing. Er moet een volledige doorlichting komen, zegt ook Stefaan Van Hecke (Groen).

“Al drie jaar”

Volgens de groenen was er langer sprake van problemen. “Het is onbegrijpelijk dat minister Vandeput (van defensie, N-VA, red.) de malaise bij Adiv al drie jaar sinds zijn aantreden op haar beloop laat. De audit van 2011 ligt al drie jaar op zijn bureau stof te vergaren. Ook zijn voorganger Pieter De Crem (CD&V) mag wel eens in de spiegel kijken.”

Vandeput kondigde in De Standaard aan dat er nieuwe doorlichting komt door het Comité I.

Bron » De Standaard

“Interne oorlog doet militaire spionage vierkant draaien”

De militaire veiligheidsdienst Adiv, de tegenhanger van Staatsveiligheid op vlak van Defensie, draait door interne twisten en een gebrek aan coördinatie niet zoals het hoort. Dat blijkt uit een gelekte brief van acht commissarissen aan onder andere minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). De geheime dienst moet onder meer de buitenlandse spionnen in ons land in kaart brengen en extremisme bij het Belgische leger opsporen.

Eind december vorig jaar stuurden acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv een brief van zes pagina’s aan onder andere de minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger, Marc Compernol. De Standaard kon dit uitzonderlijk document inkijken en de inhoud ervan is ook bevestigd aan onze redactie.

Interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen afdelingen

In de brief gaat het onder andere over interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de verschillende afdelingen van de militaire veiligheidsdienst Adiv.

Er is ook sprake van een “dramatisch tekort aan personeel, met een ontmoediging en desillusie tot gevolg”. De acht commissarissen zeggen dat het departement Counter Intelligence (dat vooral de buitenlandse spionage in ons land en extremisme bij het Belgische leger moet opsporen) niet langer kan voldoen aan haar verplichtingen.

Ze halen ook uit naar hun bevelhebber, luitenant-generaal Eddy Testelmans. Volgens hen zou Testelmans “de opdracht van de dienst miskennen en verkeerd begrijpen en bovendien nieuwe benoemingen regelrecht saboteren”.

Historisch tekort van manschappen

Het is niet de eerste keer dat er kritiek komt op de werking van de militaire inlichtingendienst. Er is een historisch tekort van manschappen, maar ook problemen rond informatieverwerking en informatiedoorstroming is al lang een gekend zeer. Door de aanhoudende terreurdreiging komt de focus ook steeds meer te liggen op terreur en minder op de klassieke contra-spionage, een evolutie die niet iedereen omarmt.

Onderzoek door Comité I

Minister van Defensie Vandeput (N-VA) bevestigt dat hij de brief ontving en zegt dat hij zich bewust is van de problemen. Hij betreurt het dat de interne post gelekt is en zegt dat hij het Comité I gevraagd heeft om de Adiv door te lichten.

Volgens luitenant-generaal Testelmans is de onvrede van een deel van zijn personeel te wijten aan “frustratie ingevolge een schrijnend gebrek aan mensen voor steeds toenemende verantwoordelijkheden”. Hij verwijt de “opstandige leden” ook “calimero-gedrag”.

“Terrorisme is de belangrijkste prioriteit. Ik besef dat daardoor een aantal mensen uit hun confortzone moetne komen. Dat ik hen zou saboteren, is onzin”, klinkt het bij Testelmans, die sinds maart 2012 aan het hoofd van Adiv staat.

Bron » VRT Nieuws

Belgische militaire spionnen vechten interne oorlog uit

Acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv klagen in een brief aan minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger over de slechte toestand waarin hun dienst verkeert. Dat schrijft De Standaard, die de brief kon inkijken.

De gelekte brief telt zes pagina’s en dateert al van december vorig jaar. De ondertekenaars klagen over een “dramatisch gebrek aan personeel” en stellen dat de dienst Counter Intelligence niet langer kan voldoen aan haar verplichtingen.

Bevelhebber Eddy Testelmans zou niets ondernemen om de toestand te verhelpen. De briefschrijvers vermoeden zelfs “regelrechte sabotage vanuit het militair commando”.

In een reactie zegt Testelmans te beseffen dat er problemen zijn, te wijten aan een historische onderinvestering. Testelmans verwijt de opstandige leden van CI op zijn beurt “calimero-gedrag”.

Minister Vandeput bevestigt dat hij de brief heeft gekregen. “Ik heb ook naar die mensen geluisterd. Het is niet aan mij om nu in te grijpen, maar ik heb het Comité I wel gevraagd de Adiv door te lichten. Dan pas kan ik eventueel maatregelen nemen.”

Bron » De Morgen