“Amateurisme ten top bij militaire inlichtingendienst”

“Het probleem van de militaire inlichtingendienst Adiv gaat verder dan de persoon van Testelmans (de baas, red.).” Dat meldt Groen in een reactie op de berichtgeving in De Standaard. “De hele top van Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

“De problemen bij Adiv klinkt jammer genoeg bekend” zegt Wouter De Vriendt, parlementslid voor Groen. Die problemen schetsten acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv in een zes pagina’s lange brief, waar De Standaard de hand op kon leggen. Daarin spreken ze van interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de afdelingen onderling.

In die brief verwijten ze hun baas, luitenant-generaal Eddy Testelmans dat hij niets doet om de toestand te verhelpen.

“Verantwoordelijkheid afschuiven”

“De brief, maar ook andere signalen vanuit de inlichtingendienst hebben ons bereikt, en schetsen een weinig fraai beeld van de werksfeer en de managementcultuur”, merkt De Vriendt op. “Testelmans wijt de malaise bij vooral aan personeelsgebrek en probeert elke verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Dit is amateurisme ten top. Maar het probleem gaat verder dan de persoon van generaal Testelmans. Niet alleen Testelmans, maar de hele top van de Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

Voor Groen is een onderzoek naar de brief en naar Testelmans alleen dus niet de oplossing. Er moet een volledige doorlichting komen, zegt ook Stefaan Van Hecke (Groen).

“Al drie jaar”

Volgens de groenen was er langer sprake van problemen. “Het is onbegrijpelijk dat minister Vandeput (van defensie, N-VA, red.) de malaise bij Adiv al drie jaar sinds zijn aantreden op haar beloop laat. De audit van 2011 ligt al drie jaar op zijn bureau stof te vergaren. Ook zijn voorganger Pieter De Crem (CD&V) mag wel eens in de spiegel kijken.”

Vandeput kondigde in De Standaard aan dat er nieuwe doorlichting komt door het Comité I.

Bron » De Standaard

“Interne oorlog doet militaire spionage vierkant draaien”

De militaire veiligheidsdienst Adiv, de tegenhanger van Staatsveiligheid op vlak van Defensie, draait door interne twisten en een gebrek aan coördinatie niet zoals het hoort. Dat blijkt uit een gelekte brief van acht commissarissen aan onder andere minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). De geheime dienst moet onder meer de buitenlandse spionnen in ons land in kaart brengen en extremisme bij het Belgische leger opsporen.

Eind december vorig jaar stuurden acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv een brief van zes pagina’s aan onder andere de minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger, Marc Compernol. De Standaard kon dit uitzonderlijk document inkijken en de inhoud ervan is ook bevestigd aan onze redactie.

Interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen afdelingen

In de brief gaat het onder andere over interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de verschillende afdelingen van de militaire veiligheidsdienst Adiv.

Er is ook sprake van een “dramatisch tekort aan personeel, met een ontmoediging en desillusie tot gevolg”. De acht commissarissen zeggen dat het departement Counter Intelligence (dat vooral de buitenlandse spionage in ons land en extremisme bij het Belgische leger moet opsporen) niet langer kan voldoen aan haar verplichtingen.

Ze halen ook uit naar hun bevelhebber, luitenant-generaal Eddy Testelmans. Volgens hen zou Testelmans “de opdracht van de dienst miskennen en verkeerd begrijpen en bovendien nieuwe benoemingen regelrecht saboteren”.

Historisch tekort van manschappen

Het is niet de eerste keer dat er kritiek komt op de werking van de militaire inlichtingendienst. Er is een historisch tekort van manschappen, maar ook problemen rond informatieverwerking en informatiedoorstroming is al lang een gekend zeer. Door de aanhoudende terreurdreiging komt de focus ook steeds meer te liggen op terreur en minder op de klassieke contra-spionage, een evolutie die niet iedereen omarmt.

Onderzoek door Comité I

Minister van Defensie Vandeput (N-VA) bevestigt dat hij de brief ontving en zegt dat hij zich bewust is van de problemen. Hij betreurt het dat de interne post gelekt is en zegt dat hij het Comité I gevraagd heeft om de Adiv door te lichten.

Volgens luitenant-generaal Testelmans is de onvrede van een deel van zijn personeel te wijten aan “frustratie ingevolge een schrijnend gebrek aan mensen voor steeds toenemende verantwoordelijkheden”. Hij verwijt de “opstandige leden” ook “calimero-gedrag”.

“Terrorisme is de belangrijkste prioriteit. Ik besef dat daardoor een aantal mensen uit hun confortzone moetne komen. Dat ik hen zou saboteren, is onzin”, klinkt het bij Testelmans, die sinds maart 2012 aan het hoofd van Adiv staat.

Bron » VRT Nieuws

Belgische militaire spionnen vechten interne oorlog uit

Acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv klagen in een brief aan minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger over de slechte toestand waarin hun dienst verkeert. Dat schrijft De Standaard, die de brief kon inkijken.

De gelekte brief telt zes pagina’s en dateert al van december vorig jaar. De ondertekenaars klagen over een “dramatisch gebrek aan personeel” en stellen dat de dienst Counter Intelligence niet langer kan voldoen aan haar verplichtingen.

Bevelhebber Eddy Testelmans zou niets ondernemen om de toestand te verhelpen. De briefschrijvers vermoeden zelfs “regelrechte sabotage vanuit het militair commando”.

In een reactie zegt Testelmans te beseffen dat er problemen zijn, te wijten aan een historische onderinvestering. Testelmans verwijt de opstandige leden van CI op zijn beurt “calimero-gedrag”.

Minister Vandeput bevestigt dat hij de brief heeft gekregen. “Ik heb ook naar die mensen geluisterd. Het is niet aan mij om nu in te grijpen, maar ik heb het Comité I wel gevraagd de Adiv door te lichten. Dan pas kan ik eventueel maatregelen nemen.”

Bron » De Morgen

België neemt ‘lords of war’ in het vizier

CD&V wil de controle op tussenhandelaars van wapens verstrengen. Nu kunnen deze ‘lords of war’ hun zaakjes hier ongestoord regelen.

Het is een cynisch tafereel halfweg de actiefilm Lord of War uit 2005. Vanop de brug van een roestig containerschip volgestouwd met raketlanceerders vertelt wapenhandelaar Yuri Orlov, gespeeld door Nicolas Cage, hoe hij zijn fortuin heeft vergaard door “elk leger ter wereld te bevoorraden, behalve het Leger des Heils”. “Eigenlijk bestaan er drie soorten wapendeals in de wereld”, zegt hij, “wit en legaal, zwart en illegaal, en mijn persoonlijke favoriete kleur: grijs.”

Dit lijkt misschien een fel uitvergrote filmscène, maar ze schuurt dichter tegen de realiteit aan dan veel mensen vermoeden. Het personage van Cage is namelijk gebaseerd op Viktor Boet, een Russische wapenhandelaar die met zijn vliegtuigen onder meer Afrikaanse krijgsheren, de Libische dictator Kadhafi en de taliban van wapens voorzag. De ‘Handelaar van de Dood’ opereerde midden jaren 90 vanop de luchthaven van Oostende. Vandaag zit hij in de cel.

Aparte categorie

Tussenhandelaars of ‘brokers” zoals Boet vormen een aparte categorie in de internationale wapenhandel. Ze bemiddelen transacties tussen wapenfabrikanten, kopers en verkopers. Ze brengen klanten met elkaar in contact, regelen het transport. Alles vanop de achtergrond. Een broker bezit de wapens nooit zelf.

België heeft sinds 2003 wetgeving voor tussenhandel in wapens. Tussenhandelaars moeten een vergunning aanvragen bij de overheidsdienst Justitie. Wie broker wil worden, mag bijvoorbeeld geen strafblad hebben. Maar: België legt dan wel regels op om de betrouwbaarheid van tussenhandelaars te checken, hun werk zelf wordt niet gecontroleerd. Van zodra een broker zijn vergunning heeft, ziet niemand toe op welke deals hij sluit, voor welke wapens en met welke bestemming.

Omdat de controle slap is en de pakkans bijgevolg zo goed als nul, voelen heel wat tussenhandelaars niet eens de nood om een vergunning aan te vragen – zo krijgen ze ook geen lastige vragen. Sinds 2003 heeft de overheidsdienst Justitie amper drie vergunningen afgeleverd aan Belgische tussenhandelaars in wapens.

“Het is duidelijk dat er véél meer zijn, maar dat ze zich niet melden”, zegt CD&V-parlementslid Veli Yüksel. Het Vlaams Vredesinstituut bevestigt dat. “Ons land heeft een reputatie.” België is een logistieke draaischijf, Brussel de thuisbasis van de NAVO, de Europese Unie en een overvloed aan lobbyisten. Kortom: een ideaal werkterrein voor wapenhandelaars met goede contacten.

Screening

“We moeten de controle opdrijven. Het kan niet dat we alleen weten wat brokers uitspoken als ze voor de rechter verschijnen”, vervolgt Yüksel. Hij heeft daarom nu een wetsvoorstel ingediend, dat gesteund wordt door heel de meerderheid.

In het wetsvoorstel wordt gevraagd om het toezicht op de tussenhandel van wapens te verstrengen. De vergunning voor brokers mag niet meer voor onbepaalde duur gelden, zoals vandaag, maar slechts voor vijf jaar. Voor een hernieuwing is er dan een screening nodig. Daarnaast moeten brokers elke zes maanden een uitgebreid activiteitenverslag indienen. Zodat duidelijk is met wie ze zakendoen.

“Door de terreurdreiging is illegale wapenhandel zowel nationaal als internationaal een topprioriteit geworden voor justitie. Het is zaak om de tussenhandelaars hier te dwingen om een vergunning aan te vragen en om hen daarna ook van dichtbij op te volgen”, zegt Yüksel. Het Vredesinstituut is tevreden met zijn initiatief. “De wetgeving is al lang aan een update toe.”

Dat bewijst het verhaal van Jacques Monsieur, een ex-militair uit Halle, die wapens leverde aan zowat de halve wereld. Met Iran deed hij gouden zaken door, onder het mom van waterpompen, zesduizend antitankraketten te verkopen. Monsieur is begin deze maand veroordeeld tot drie jaar cel. Hij had geen vergunning.

Bron » De Morgen