Commissie 22/3 wil één grote Kruispuntbank Veiligheid

Naar analogie met de Kruispunt van de Sociale Zekerheid moet er een centrale Kruispuntbank Veiligheid komt, waarin álle gegevens van alle betrokken diensten zitten. Het is geen nieuwe databank, maar een koepelstructuur boven de bestaande databanken. Dat beveelt de commissie 22/3 aan in haar lijvige rapport, dat op dit moment voorgesteld wordt.

Al na de eerste hoorzittingen omtrent de veiligheidsarchitectuur, kwam het probleem van de informatiedeling bovendrijven. Er zijn meerdere databanken waarin gegevens die relevant zijn in terreuronderzoeken, verzameld worden. Zo is er de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie, de databank van het Ocad (Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse), lokale gegevensbanken, de mappen van de parketten, enzovoort. Die databanken zijn niet op elkaar afgestemd. Delen van gegevens is al moeilijk, kruisen van gegevens helemaal.

Een nieuwe ‘Kruispuntbank Veiligheid’, waar de gerechtigde veiligheidsdiensten op een veilige manier toegang tot hebben, moet dat euvel verhelpen. Dat is één van de meest tastbare conclusies van de commissie 22/3, de parlementaire onderzoekscommissie naar de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek. De commissie haalt de mosterd bij de Kruistpuntbank van de Sociale Zekerheid en het e-Health-platform.

Flagging Systeem

Opvallende nieuwigheid is het ‘flagging systeem’, dat het mogelijk maakt om te kijken welke dienst nieuwe informatie heeft toegevoegd of gewerkt heeft op een bepaald dossier. Dat moet een betere horizontale samenwerking tussen verschillende diensten mogelijk maken, en kadert ook in het idee van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ over informatie.

Commissielid Servais Verherstraeten (CD&V), die de aanbeveling op tafel legde, is tevreden. ‘We stelden een wildgroei aan gegevensbanken vast’, aldus Verherstraeten. ‘Op een gegeven moment telden we er liefst 127, waarvan 16 bij de federale politie. Maar zelfs binnen dezelfde dienst waren er databanken die niet op elkaar afgestemd waren. Er was onvoldoende cultuur om informatie te delen, dat moet veranderen.’

‘We richten geen nieuwe databank op’, preciseert hij. ‘Door het gebruik van de bestaande databanken komen we tot een snellere operationoalisatie en beperken we de kostprijs. Een gezamenlijke databank stimuleert bovendien het vertrouwen van alle betrokken diensten. Op deze manier zullen alle diensten toegang hebben tot dezelfde informatie en zullen gegevens effectief gekruist kunnen worden.’

Bedoeling is dat de informatie beschikbaar is ‘voor wie ze relevant is’, aldus nog Verherstraeten. ‘De Kruispuntbank moet op een efficiënte en veilige manier geconsulteerd kunnen worden, met respect voor de autonomie van de instanties en hun opdrachten.’ Om te bepalen wie en op welke manier toegang zal hebben tot de geïntegreerde Kruispuntbank, wordt een beheersplatform aangeduid.

‘We hebben de scalpel gehanteerd, en niet de hakbijl. Maar we zijn best wel streng geweest, hoor. Er ís veel te weinig informatie gedeeld, de informatie was teveel gecompartimenteerd en gefragmenteerd’, besluit de CD&V’er.

Informatieomslag

Rode draad doorheen het 500 pagina’s tellende rapport van de commissie 22/3 is een betere doorstroming van informatie. Twintig jaar na de onderzoekscommissie-Dutroux is de problematiek dus nog hetzelfde. Tot een nieuw, groots Octopusakkoord zal dit rapport niet leiden, het beoogt vooral een noodzakelijke brug te slaan tussen de bestaande diensten. Historisch is wel dat de meerderheid en de oppositie in consensus beslist hebben over honderden aanbevelingen.

Bron » De Standaard

Commissie 22/3: ‘Staatsveiligheid moet dringend versterkt worden’

De Staatsveiligheid moet meer armslag krijgen, op álle vlakken. Dat is één van de opvallendste aanbevelingen van de commissie 22/3.

De strijd tegen terreur begint met het vergaren van accurate informatie, het is dus des te belangrijker dat de inlichtingendiensten performant werken. De hervorming van de inlichtingendiensten kadert in de omslag van de informatiehuishouding die de commissie voorstaat. Rode draad doorheen het 500 pagina’s tellende rapport is een betere doorstroming van informatie.

Uit het onderzoek van de commissie blijkt dat er al te vaak kansen worden gemist op het vlak van informatiegaring. Ook de informatiedoorstroming is voor verbetering vatbaar, zowel tussen de inlichtingendiensten onderling (lees: de Staatsveiligheid en de militaire ADIV) als tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Twintig jaar na de onderzoekscommissie­-Dutroux is de problematiek nog hetzelfde. Tot een nieuw, groots Octopus­akkoord zal dit rapport niet leiden, het beoogt vooral een noodzakelijke brug te slaan tussen de bestaande inlichtingendiensten. Historisch is wel dat de meerderheid en de oppositie in consensus beslist hebben over honderden aanbevelingen.

Belgische Staatsveiligheid, een lilliputter

De herhaalde noodkreet van Staatsveiligheids­topman Jaak Raes – ‘Het opruimen van zwerfvuil in Vlaanderen kost 61 miljoen euro en dat is 20 procent meer dan het budget van de Staatsveiligheid’ – is niet in dovemansoren gevallen. De onderzoekscommissie is van oordeel dat er ‘dringend nood is aan een versterking van de Staatsveiligheid’, zowel op het vlak van personeel en de opleiding van personeelsleden, als op het vlak van de informatietechnologie.

‘Er dient derhalve een substantieel ruimer budget te worden toegekend’, aldus het rapport. In vergelijking met buitenlandse inlichtingendiensten is de Staatsveiligheid inderdaad een lilliputter: onderbemand en onder­gefinancierd.

Een samensmelting met de militaire inlichtingendienst ADIV komt er niet, wel moet er beter worden samengewerkt – dat gaat van het delen van vertaaldiensten tot het samen ontwikkelen en optimaliseren van human intelligence.

Diversiteit binnen diensten

Om de juiste personen aan te werven, moeten de Selor-procedures worden versoepeld. De inlichtingendiensten moeten daarbij beiden nog steeds zelf op zoek gaan naar burgerpersoneel met een geschikt gespecialiseerd profiel. De commissie 22/3 benadrukt dat het belangrijk is dat de diensten de diversiteit van de Belgische samenleving weerspiegelen. Concreet is er nood aan (meer) personeelsleden die de taal van potentiële terroristen spreken. Alle personeelsleden moeten flexibel kunnen worden ingezet en tijdelijk gedetacheerd kunnen worden tussen beide diensten.

Dossier bij gerecht en/of inlichtendiensten?

Daarnaast beveelt de commissie 22/3 aan dat de Belgische informatiepositie gevoelig wordt opgevijzeld. De inlichtingendiensten moeten niet alleen informatie vergaren, maar ook scenario’s in kaart brengen en eventueel zelfs disruptief kunnen optreden om bepaalde schadelijke activiteiten te verstoren.

Tijdens de hoorzittingen in de commissie hekelden de toplui van de inlichtingendiensten het feit dat Justitie soms té snel een dossier naar zich toe trekt: als er een misdrijf boven water komt, wordt er een gerechtelijk onderzoek geopend dat de facto het inlichtingenwerk dwarsboomt. Ook daar komt de commissie aan tegemoet. Op het niveau van de vijf hoven van beroep richt men telkens een Intelligence Fusion Cell in, naar het model van de bestaande cel van de FGP Brussel. Daarnast komen er ook vijf Joint Decision Centres, waarin de 2 inlichtingendiensten zitten, het Ocad, de gerechtelijke politie én het federaal parket.

‘We hadden ons er gemakkelijk van af kunnen maken door te zeggen: de inlichtingendiensten moeten meer samenwerken, er moeten protocolakkoorden komen’, aldus Laurette Onkelinx (PS). ‘Maar we hebben de hele werkmethode omgegooid en stellen ingrijpende structurele veranderingen voor. Dit (Joint Decision Centres, red.) is une petite révolution.’

Whatsapp en sociale media

Ook de toegang tot communicatiekanalen van potentiële terroristen moet geoptimaliseerd worden, klinkt het in de aanbevelingen van de commissie. Die toegang mag zich echter niet beperken tot het Belgisch grondgebied.

Op Europees en zelfs internationaal niveau toegang krijgen tot geëncrypteerde communicatie-apps zoals Whatsapp is volgens de commissie noodzakelijk. Meer grip krijgen op de boodschappen die potentiële terroristen versturen en ontvangen op sociale media behoort eveneens tot de doelstellingen.

Bron » De Standaard