Vijf onschuldige mensen lieten exact veertig jaar geleden het leven in een Delhaize in het Vlaams-Brabantse Overijse. Toevallige klanten, een kassierster, zelfs een spelende jongen van veertien: allemaal slachtoffers van de nietsontziende terreur van de Bende van Nijvel. Honderden nabestaanden bleven achter, getekend voor het leven. Zaterdagavond werd er voor het eerst écht stilgestaan bij een van de dodelijkste raids van de bende. Sommigen bleven weg, anderen vonden eindelijk de moed om terug te keren. Want het litteken van de ‘vergeten overval’ blijft, en de wonde zal nooit helen. “Ik vond dat ik hier moest zijn… voor mama.”
De laatste klanten verlaten de Delhaize. Op de Brusselsesteenweg raast het verkeer voorbij. Over de parking daalt de rust neer. Een scherp contrast met wat hier, dag op dag, veertig jaar geleden gebeurde.
Om 20.27 uur stapt een driekoppig commando – carnavalsmaskers op, wapens in de hand – uit een Golf GTI. Ze openen meteen het vuur op een klant die naar zijn wagen stapt.
Onschuldige slachtoffers
De 14-jarige Stefaan Noté, die vlakbij woont, speelt op dat moment met twee vrienden op de fiets op de parking. Hij is op slag dood. Luc Bennekens (31), die verkiezingsposters van de CVP ophangt, wordt gegijzeld en als levend schild gebruikt. Binnen wordt kassierster Rosa Van Kildonck (37) geëxecuteerd met een kogel in het hoofd. De daders graaien het geld uit de kassa’s, stoppen het in een grijze vuilniszak en sleuren Bennekens mee naar buiten – om hem daar in koelen bloede neer te schieten. Ook Jean-Pierre Busiau, die net wil instappen in zijn auto, wordt vermoord. Even verder ligt nog een vijfde slachtoffer: bankier Léon Finné.
De drie overvallers scheuren met hun Golf weg, richting Brussel. Hun buit: 200.000 Belgische frank.
Nooit worden de daders gevonden, en het leven in en rond Overijse gaat verder. Van slachtofferhulp is geen sprake en de betrokkenen blijven in het ongewisse over het onderzoek. Iedereen moet zelf maar zien hoe hij of zij het leed verwerkt. De stilzwijgende boodschap die nabestaanden ervaren? “Trek uw plan.”
Door de jaren heen lijkt het zelfs alsof de brute overval in Overijse ‘vergeten’ wordt. Geen films, zoals die over de benderaid in Aalst anderhalve maand later, die voor velen het sluitstuk van de Bende van Nijvel vormt. Zelfs geen herdenking van wat er die vrijdagavond in ’85 gebeurde.
Tot Overijsenaar Guide Maene samen met streekgenoot en Radio 2 Vlaams-Brabant-journalist Lennart Segers besluit hier verandering in te brengen. Delhaize-uitbater Dirk Pauwels en zijn personeel scharen zich achter het idee. Maar is het wel een goed idee? Willen de nabestaanden dit wel? Of vinden ze het juist beter dat de pijnlijke herinneringen stilgezwegen blijven? Ook voor de organisatie blijft dit een grote vraag.
Al voor 20 uur komt het antwoord: het was hoog tijd om eindelijk eens stil te staan bij de tragedie van de jaren 80. Terwijl de zon langzaam ondergaat, verzamelen zich steeds meer mensen voor de Delhaize. Wat begint met enkele tientallen, groeit al snel uit tot een groep van zeker 200 mensen. Het is duidelijk dat deze gebeurtenis geen ‘fait divers’ is geweest voor de Druivenstreek.
Kaarsjes worden uitgedeeld, en verschillende mensen nemen het woord. Iedereen draagt zijn eigen verhaal van die noodlottige 27ste september 1985 met zich mee. Onder hen ook medeorganisator Lennart Segers, die een aangrijpend persoonlijk moment deelt. Zijn moeder had die avond eerst aan zijn broer en daarna aan hem gevraagd om een brood te gaan halen in de bewuste Delhaize. Ze hadden geen zin. “Mijn vader kwam later die avond verward thuis. Bij een tankstation in Jezus-Eik had hij mannen met maskers gezien die hem vroegen snel door te rijden. Wij waren die avond allemaal thuis, maar vijf mensen kwamen nooit meer thuis”, zegt Lennart, zichtbaar geraakt.
“Veertig jaar later is het tijd voor een moment van troost. Dit is geen aanklacht. Maar ergens leeft de hoop dat de daders misschien ooit toch gevat worden”, besluit hij. Zijn woorden worden gevolgd door een wrange lach van een koppel in de menigte. “Nooit vinden ze die. Vergeet het”, fluistert de man tegen zijn vrouw. Aan het schamper geroezemoes te horen, delen velen in de groep diezelfde bittere overtuiging.
Na de toespraken steekt iedereen een kaarsje aan. Voor sommigen is het een moment van stilte, terwijl anderen ervoor kiezen om na te kaarten, bij te praten met oude bekenden, al dan niet over die vreselijke overval. Eén ding wordt duidelijk: praten helpt, zelfs na 40 jaar.
Een koppel uit Huldenberg staart naar de fonkelende lichtjes.
Voor Hilde De Muylder, de vrouw in het gezelschap, is het de eerste keer in 39 jaar dat ze terugkeert naar de ‘vervloekte’ Delhaize. En daar heeft ze een goede reden voor. “Ik was in de winkel die avond. Ik zag die mannen binnenkomen en het vuur openen op de wijnflessen. We moesten gaan liggen…” Hilde was een van de overlevenden van de dodelijke raid. Toch voelt ze zich allesbehalve ‘gelukkig’. “Vergeten doe je dat nooit. Telkens als ik in de buurt kwam, kreeg ik het warm en koud. Eén keer heb ik geprobeerd om naar binnen te gaan, maar dat lukte niet. Daarna nooit meer. Tot nu”, zegt ze zacht. “Ik hoorde van de herdenking en vond dat ik hier moest zijn.”
Haar man knikt instemmend, maar voegt er een sneer aan toe: “Het is ook veelzeggend dat er een zelfstandige uitbater nodig is om zo’n herdenking eindelijk te organiseren. Vermeld dat ook maar eens.”
Even verderop zien we een man met een rollator, omringd door zijn naasten. Het blijkt Freddy De Becker te zijn, de echtgenoot van Rosa Van Kildonck (37), die als kassierster werkte en op die fatale avond ongenadig werd doodgeschoten. Waarom? Niemand weet het, en het is de vraag of de overvallers überhaupt een reden hadden. “Chapeau voor de nieuwe uitbater dat hij dit mogelijk heeft gemaakt”, knikt Freddy. “Er is hier toch heel wat volk gekomen. Dat zegt genoeg. Niemand is vergeten wat hier gebeurd is.”
Zijn dochter Wendy knikt instemmend. Ze was nog maar net klaar met haar plechtige communie toen haar leven voorgoed veranderde. “Soms word je er nog op aangesproken”, vertelt ze. “Zoals toen die rijkswachter op zijn sterfbed had opgebiecht dat hij bij de bende hoorde (wat volgens het gerecht niet klopte, red.), en nu ook bij deze herdenking. Ik wist dat ik hier moest zijn. (stil) Voor mama.”
Door het falen van het onderzoek zijn de daders van de aanslagen nooit gevat. Dat blijft knagen bij iedereen die er van dichtbij of veraf mee geconfronteerd werd. “Je moet de kiem van de bende en alles wat daarna kwam in de politiek zoeken. Daar ligt het”, zegt Freddy, terwijl hij terugblikt. “Zo’n Vandenboeynants zwaaide in die tijd de plak. Ik zie hem nog zitten na zijn ontvoering, met zijn pijp. Weet eigenlijk iemand of die ontvoering wel écht was?”
Maar dat de Bende van Nijvel geen gewone criminelen waren, lijkt voor iedereen duidelijk. “Je moet het bij de rijkswacht zoeken”, klinkt het bij Hilde en haar echtgenoot. “Op den duur hoor je zoveel verhalen dat je niet meer weet wat klopt en wat niet, maar dat de toenmalige rijkswacht betrokken was, daar geloven we toch wel in.”
Er valt een stilte. Veel hoop dat de daders ooit ontmaskerd worden, is er niet. Of toch niet op korte termijn. “Misschien binnen 100 jaar, als een journalist de moed en tijd vindt om zich in dat immense dossier vast te bijten. Dat zou ik wel geloven”, zegt haar echtgenoot. Hilde voegt er met een fluistering nog iets aan toe, zichtbaar emotioneel: “Mocht ik die mannen ooit in handen krijgen… Ik vil ze levend. Maar écht.”
Eenzelfde harde geluid komt van Freddy De Becker, die door de Bende van Nijvel ineens weduwnaar werd. “Ik zou ze aanpakken met een loodjesgeweer. Heel traag, zodat ze voelen wat ze ons hebben aangedaan”, zegt hij vastberaden. Zijn dochter Wendy bekijkt het echter vanuit een ander perspectief. “Die mannen waren toen veertigers. Nu zijn ze wellicht tachtigers, of misschien al overleden. En stel dat er nu een gezicht wordt geplakt op de daders, wie zouden dan het slachtoffer zijn? Hun kinderen en nabestaanden. Mensen die niets te maken hebben met wat hier 40 jaar geleden is gebeurd.”
Eén ding is zeker: het zal geen 40 jaar meer duren voor de aanslag opnieuw herdacht wordt. Meer zelfs, er komt binnenkort een monument ter nagedachtenis aan de vijf dodelijke slachtoffers. Opdat de ‘vergeten’ overval nooit écht vergeten zal worden.
Bron » Het Laatste Nieuws | Wouter Hertogs