Meer dan ooit is oud-rijkswachter Bouhouche verdachte nummer één

De avond van de laatste aanslag van de Bende van Nijvel, op de Delhaize in Aalst, werd oud-rijkswachter Madani Bouhouche herkend in een cafeetje daar vlakbij. Dossierstukken daarover werden vernietigd en nu wil het federaal parket achterhalen hoe. Meer dan ooit rust de verdenking op Bouhouche.

‘Ik dacht we in deze zaak echt wel alles hadden gezien”, zegt de Aalsterse advocaat Peter Callebaut. “Blijkbaar niet.” Hij is al 35 jaar de advocaat van Marie-Jeanne Callebaut. Zij is de weduwe van Jan Palsterman, een van de acht doden bij de laatste raid van de Bende van Nijvel, op 9 november 1985 op de Delhaize in Aalst. Vorige week meldde zich een team van de federale politie met een huiszoekingsbevel bij de 73-jarige dame.

Callebaut beheerde jarenlang samen met de Brusselse advocaat Xavier Magnée de kopie van het strafdossier die de nabestaanden van de 28 dodelijke Bende-slachtoffers in 1995 ontvingen. Een papieren toren van een meter of tien. “Ze hebben álles in beslag genomen”, zegt haar advocaat.

Verbrande dossierstukken

“Er was ons gezegd dat daar mogelijk interessante informatie te vinden was”, zegt Wenke Roggen van het federaal parket. Haar collega-woordvoerder Eric Van Duysse sprak eerder over “documenten die mogelijk niet of niet meer in het dossier zitten, maar er wel in thuishoren”.

Dat dossierstukken verdwijnen uit een strafzaak kan normaal niet. In de zaak van de Bende van Nijvel kan helaas alles. “Het interne wantrouwen onder speurders is enorm”, zegt een ex-speurder. “Ik heb vaak discussies weten eindigen waarbij de ene politieman tegen de andere riep: ‘En trouwens, waar waart gij in de avond van 9 november 1985?!’”

Een van de vele interne oorlogen leidde in 2012 tot het vertrek van commissaris Eddy Vos. Net voor zijn exit beklaagde hij zich in een rapport: “De archieven van de onderzoekscel, met daarin listings en kopieën van processen-verbaal, maken het voorwerp uit van een ‘opruiming’. Een groot deel van deze archieven is verbrand.”

Guy Bouten, ex-VRT-journalist en auteur van het begin dit jaar verschenen boek Bouhouche, Beijer, Beuckels, zijn vierde Bende-boek intussen, zegt te weten welke stukken het federaal parket bij mevrouw Callebaut hoopte te recupereren: “Het draait om café ’t Christoffelken. Toen ik laatst werd ondervraagd, bleken ze daar bij het federaal parket nog nooit van te hebben gehoord.”

Pierre S.

24 februari 1988. De dan 49-jarige marktkramer Pierre S. meldt zich bij de speurders in Dendermonde. Hij vertelt hoe hij op 9 november 1985 om 19 uur een pintje ging drinken in zijn stamcafé ’t Christoffelken, op een paar honderd meter van de Delhaize. Na een kwartier kwamen twee Franstalige mannen binnen. Ze posteerden zich zo dat ze een perfect zicht hadden op de supermarkt. “Ze bestelden een consumptie”, verklaart S. “De ene een trappist, de andere een watertje. De aanwezigheid van deze twee mensen viel mij op, om reden dat het zeker geen habitués waren.”

In die tijd val je op als je als man, en zeker in Aalst, in een volks cafeetje water bestelt. Later die avond bekijkt S. de weekendfilm op BRT1. Daarna volgt een extra journaal. Over het bloedbad in Aalst. “Ik legde onmiddellijk het verband met de twee vreemden”, zegt S. “Ik trok mijn kleren weer aan en ging terug naar de herberg.”

Daar smeken de uitbaters S. om de politie vooral níét te contacteren. Uitbater Rony V.C. heeft “schrik voor represailles”. In 1988, twee jaar later, merkt S. in de krant een foto op van een verdachte in het Bende-onderzoek, Michel Cocu. Hij herkent er een van die twee mannen in en gaat daarom naar de politie. Cocu was in 1985 al een Bende-verdachte. Van zodra na Aalst het landelijke alarm afging, was de politie bij hem komen aanbellen. Hij zat gewoon thuis en had dus een alibi.

De agenten laten S. foto’s van andere verdachten bekijken. “Die daar”, zegt S., met grote overtuiging. Dat was degene die water dronk. De foto die hij aanwijst, is er een van oud-rijkswachter Madani Bouhouche. Hij is in 1983 met zijn kompaan Robert Beijer uit de rijkswacht gestapt. Samen zijn ze daarna met een detectivebureau gestart.

Een dag na S. wordt ook Rony V.C. ondervraagd. Hij beaamt het verhaal over de twee mannen. Hij zegt: “Ze stonden op een plaats waar zicht is op de Leo de Bethunelaan.” Met zicht op Delhaize, kortom. Als Rony V.C. met foto’s van verdachten wordt geconfronteerd, haalt ook hij er Bouhouche uit.

Bouhouche-Beijer

Twee Franstaligen in een Aalsters café, vlak bij de Delhaize en exact 20 minuten voor dat het doelwit wordt van de Bende van Nijvel: de speurders vinden het in 1988 op z’n minst de moeite om erover te rapporteren. Van Bouhouche is geweten dat hij zijn hele leven geen druppel alcohol dronk.

De namen van Bouhouche en Beijer worden al jaren in één adem genoemd met de Bende. Vanaf 1981 huurde het duo op meerdere plaatsen in Brussel geheime garageboxen waar ze wapens en gestolen auto’s stalden. In 1981 beschoten ze het huis van hun eigen majoor Herman Vernaillen. Ze bestalen het wapendepot van de groep-Dyane, de anti-banditisme-eenheid van de rijkswacht. Ze beroofden geldkoerier Francis Zwarts van een partij goud en vermoordden hem.

Een van de garageboxen van Bouhouche-Beijer werd door Bruno Vandeuren, een jonge autodief, aangewezen als bergplaats voor de buit na de eerste grote raid: de overval bij wapenhandelaar Daniel Dekaise in Waver in 1982. Kort nadat Vandeuren een afspraak maakte met de politie werd hij geliquideerd. De moord werd nooit opgehelderd.

Beijer en Bouhouche zagen zich in 1995 veroordeeld tot 14 en 20 jaar cel voor enkele van hun misdaden. Beijer kwam vrij in 1999 en emigreerde naar Pattaya, Bouhouche volgde in 2000 en trok zich terug in Fougax-et-Barrineuf, een gehucht aan de voet van de Franse Pyreneeën.

Het dagboek

Madani Bouhouche is officieel dood, al lijkt federaal procureur Capelle niet helemaal overtuigd. Zij reisde begin 2019 met onderzoeksrechter Martine Michel naar Fougax-et-Barrineuf, waar de man in november 2005 zou zijn omgekomen bij het omhakken van een boom. Journalist Guy Bouten kreeg daar destijds als eerste lucht van en reisde lang voor de speurders naar Fougax-et-Barrineuf. Het lichaam was al gecremeerd en zo ging de deur open voor speculaties. “Het gezicht van de man die is gecremeerd als zijnde Bouhouche was in elk geval totaal onherkenbaar”, merkt Bouten op.

In zijn laatste boek publiceert hij fragmenten uit een dagboek dat Bouhouche ten tijde van zijn proces in 1994-1995 bijhield. Hij schrijft dat hij het terugvond “in een postzak, volgepropt met wapentijdschriften, achtergelaten in de kelder van een buur in Fougax-et-Barrineuf”.

In zijn dagboek schrijft Bouhouche: “Leopoldsburg. De T121. Mijn favoriete club, omdat we er schieten met oorlogswapens. Instinctief vuren. Er is een foto gepubliceerd in NEM van onze favoriete oefening. Ik loop op kop, gevolgd door Tonio, Alain… (…)” NEM staat voor het extreemrechtse tijdschrift ‘Nouvelle Europe Magazine’. Tonio is de in 1986 vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Alain is Alain Weykamp, een wapenhandelaar en goede vriend van Bouhouche, die begin jaren 2000 iets huurde in de buurt van Fougax-et-Barrineuf en tot het laatst contact met hem had.

Toen Capelle dat las, wou ze meteen een huiszoeking laten uitvoeren bij Bouten. Ze wou dat dagboek, het origineel. Op 26 mei belegde Pol Deltour van journalistenbond AVBB een bijeenkomst met Bouten en Capelle in Brugge. “Guy zei dat het dagboek met het huisvuil was meegegeven”, zegt Pol Deltour. “Dat verraste ons wel een beetje.”

Nochtans is het dagboek echt. Vanuit Pattaya bevestigt Robert Beijer per mail het bestaan ervan, en volgens hem is Bouten ermee “in zijn gebruikelijke stijl aan het borduren geslagen”. Beijer zegt dat Bende-speurders hem ooit wilden confronteren met het na de dood van zijn kompaan gevonden dagboek, maar dat hij “geen interesse” had.

‘Stom, heel stom’

Dat is dan een tweede keer in korte tijd dat de Bendespeurders op zoek moeten naar dossierstukken die ze waren verondersteld al te hebben. En telkens handelen ze over Bouhouche.

Guy Bouten: “In de zomer van 2006 ben ik teruggekeerd naar Fougax-et-Barrineuf. Ik heb toen de buur- en klusjesman van Bouhouche ontmoet. Hij wees me die postzak aan. Die zat vol wapentijdschriften, en die heb ik meegenomen als trofee. Drie jaar geleden verhuisden wij. Bij het opruimen maakte ik die zak leeg en ontdekte ik helemaal onderaan die notities. Veertig pagina’s. Ik kon me voor m’n kop slaan. Ik had mijn echtgenote beloofd dat ik na dit laatste boek die hele Bende van Nijvel zou laten rusten. Zij heeft nadien een deel van mijn archief weggedaan. Stom, heel stom, maar zo is het gegaan.”

In het dagboek schrijft Bouhouche: “Box 179, Louise genaamd, Beau Sitestraat in Elsene. Des armes chaudes? Geen commentaar.” Dit is de box waarover Bruno Vandeuren zei dat hij daar een auto met daarin de gestolen Dekaise-wapens naartoe moest brengen.

Bouhouche schrijft over schietclubs: “Leopoldsburg. De T121. Mijn favoriete club, omdat we er schieten met oorlogswapens. Instinctief vuren. Er is een foto gepubliceerd in NEM van onze favoriete oefening. Ik loop op kop, gevolgd door Tonio, Alain… Dat waren nog eens tijden!!!”

NEM staat voor het extreemrechtse tijdschrift Nouvelle Europe Magazine. Tonio is de in 1986 vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Alain is Alain Weykamp, een wapenhandelaar en goede vriend van Bouhouche, die begin jaren 2000 iets huurde in de buurt van Fougax-et-Barrineuf en tot het laatst contact met hem had.

Opsporingsfoto

Begin vorige week verspreidde het federaal parket een foto van een man met een machinegeweer van het Italiaanse merk Franchi. Ze hopen dat iemand de man herkent. De foto werd aan de Dendermondse procureur Willy Acke overhandigd door Michel Libert, een van de kopstukken van het extreemrechtse Westland New Post. Acke zou later van het onderzoek worden verwijderd en zelfmoord plegen. Hij liet wel schriftjes achter, waarin hij op 11 mei 1989 noteerde: “Michel Libert overhandigt foto. Zou dader Aalst zijn.”

Gevraagd om uitleg, mailde Libert vorige week aan journalisten: “Vergeef me dat ik me een halve eeuw later niet kan herinneren aan wie ik die of die foto heb bezorgd.”

Wat hij vergat, was dat hij op 12 april 2018 al eens over dezelfde passage in de schriftjes van Acke werd aangesproken door mijnheer J., die dagelijks theorieën uitwisselt op internetfora rond de Bende. Libert had toen geen last van een haperend geheugen. Hij mailde: “Deze is genomen door een vriend tijdens een aanvankelijk ongepland bezoek aan wapenhandelaar Alain Weykamp.”

Het lijkt helder in welke richting het federaal parket aan het zoeken is, al wou woordvoerster Wenke Roggen dat gisteren niet bevestigen.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Over de Bende van Nijvel: ‘Er zijn zeker méér doden gevallen, maar met andere wapens’

In zijn nieuwe boek Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen onthult onderzoeksjournalist Guy Bouten de naam van de ‘killer’ van de Bende van Nijvel.

De Bruggeling Roger Beuckels was het ‘bloeddorstig monster’ van de Bende van Nijvel, die in de jaren tachtig een reeks bloedige overvallen pleegde op Delhaizewinkels. De hele groep stond onder de logistieke leiding van ex-rijkswachter Madani Bouhouche. Beiden zijn overleden en gecremeerd – al zijn er aanwijzingen dat Bouhouche wel nog in leven zou kunnen zijn.

Die krasse beweringen staan in het nieuwe boek van journalist Guy Bouten: Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen – De Bende van Nijvel, de CIA en de Staatsveiligheid (Uitgeverij KRITAK).

Die ‘anderen’ zijn heel talrijk. Ruim 230 namen passeren de revue in het boek. Slachtoffers, speurders, magistraten, toppolitici, journalisten, hoge ambtenaren, figuren uit (buitenlandse) geheime diensten. En uiteraard een massa criminelen van allerlei allooi, van ordinaire sjoemelaars en dieven tot koele moordmachines. Opvallend is dat Bouten de hand kon leggen op een aantal teksten (‘memoires’) die Bouhouche schreef en tot vandaag nergens gepubliceerd werden. Bouhouche pende ze tijdens zijn proces voor het hof van assisen, waar hij terechtstond en werd veroordeeld voor de moorden op wapenhandelaar Juan Mendez, geldkoerier Francis Zwarts en een Libanese diamantair.

Guy Bouten: ‘Dit vierde boek is het resultaat van vijftien jaar intensief speurwerk. Ik heb zowat de wereld rondgereisd om mensen te spreken en documenten en bewijsstukken op te sporen. Een groot deel is een minutieuze reconstructie van de feiten. Nieuw is dat Bouhouche toegeeft dat hij deel uitmaakte van een ‘gestructureerde organisatie’ en dat hij werkte voor de Staatsveiligheid. De geheime dienst zelf heeft dat altijd ontkend, maar de bewijzen en aanwijzingen en getuigenissen zijn zo duidelijk dat het niet meer te ontkennen valt. Ik toon ook nog eens aan dat het hele Bende-onderzoek van bij de start gemanipuleerd is en vol bewust aangelegde dwaalsporen zat. Maar dat laatste is uiteraard niet nieuw.’

De naam Roger Beuckels is dat wel: volgens u was hij de meedogenloze killer – niet te verwarren met ‘de reus’ – van de bende.

Guy Bouten: Daar ben ik honderd procent zeker van. Alle elementen wijzen in zijn richting. Er is helaas geen DNA, want hij is gecremeerd begin jaren negentig. Maar er zijn verschillende getuigen, die ik niet altijd bij naam kan noemen. Een paar robotfoto’s lijken sprekend op hem, en die zijn gemaakt door mensen die de overvallers echt gezien hebben, zonder maskers of camouflage.

Als je zijn verleden uitpluist, zie je dat hij overal aanwezig is. Hij beantwoordt aan alle kenmerken. Hij heeft een doorgedreven militaire opleiding gehad en had de nodige connecties met Bouhouche. Hij had als huurling gevochten in Afrika. Hij voerde geheime opdrachten uit in Libië, Zuid-Afrika, Angola. Hij was alcoholicus en kettingroker en zat constant in geldnood. Hij is gestorven aan longkanker. Er zijn zeer veel aanwijzingen dat hij geheime opslagplaatsen leegmaakte toen men ze op het spoor dreigde te komen. Er zijn massa’s nieuwe elementen. Brieven die hij vanuit Congo schreef, zijn huiveringwekkend bloedig. Hij ging er prat op meer mensen te hebben gedood dan er op het kerkhof in Assebroek bij Brugge lagen. Hij had ook in de psychiatrie gezeten. Volgens mij was hij een psychopaat.

Hoe komt het dat de onderzoekers nooit op die naam zijn gestoten?

Bouten: Goede vraag. Ze hebben na zijn dood wel ooit mensen uit zijn entourage en familie ondervraagd omdat hij ook contacten had met de extreemrechtse organisatie WNP (Westland New Post), maar daar bestaan blijkbaar geen pv’s van. Ook zijn eigen zware gerechtelijk dossier is verdwenen.

Terug naar Madani Bouhouche. Hij was volgens u de logistieke spin in het web.

Bouten: Hij zorgde voor de logistiek en ex-rijkswachter Bob Beijer voor het personeel. Overigens blijkt uit zijn ‘memoires’ ook dat er nog andere moorden door de Bende zijn gepleegd, onder meer in Walibi, die nooit bij het Bendedossier zijn gevoegd. Er zijn zeker meer doden gevallen, maar met andere wapens, dan de 28 slachtoffers waar altijd naar wordt verwezen.

Bouhouche werkte voor de Staatsveiligheid?

Bouten: Ja, dat staat vast. Er zijn genoeg getuigenissen over contacten met de toenmalige baas Albert Raes en zijn infiltrant Christian Smets en nog enkele anderen. Ik som alles netjes op in het boek.

Hoe bent u aan de brieven van Bouhouche geraakt?

Bouten: Ik heb een paar keer rondgelopen in het gehucht in de Pyreneeën waar Bouhouche zich had teruggetrokken na zijn vrijlating. Ik kwam er na zijn dood, een zogenaamd ongeval met het omzagen van een boom. De Belgische speurders wisten niet eens dat hij dood was. Ik vond het manuscript in een postzak volgepropt met wapentijdschriften in de kelder van zijn buur.

U hebt ze niet overhandigd aan de speurders?

Bouten: Waarom zou ik? Ik heb genoeg met hen samen gewerkt en stukken gegeven. Onderzoeksrechter Martine Michel heeft me zelfs een paar keer gevraagd om haar speurders wat op te leiden in het onderzoek. Kunt u zich dat voorstellen? Maar dan heeft het federaal parket de zaak overgenomen. Uit die fragmenten komt Bouhouche naar voren als iemand die zich superieur voelt én die tegelijk ook vol zelfbeklag zit.

Bouten: Tuurlijk. Hij voelde zich verraden door de Staatsveiligheid.

Volgens u zou hij nog in leven kunnen zijn?

Bouten: Het lijk dat werd gevonden had een compleet onherkenbaar verminkt gezicht. Hij deed niets liever dan zich vermommen en hij zocht ook dubbelgangers. Wie zegt dat hij in de Pyreneeën niet een dubbelganger gezocht heeft en vermoord en verminkt? Het lijk is heel snel gecremeerd. Hij was een zeer gevaarlijk man. Vergeet niet dat hij ook Spaans spreekt. Voor hetzelfde geld leeft hij nog en woont hij ergens in Spanje.

Is het Bende-dossier nu opgelost?

Bouten: Juridisch zal het nooit meer opgelost raken, al was het maar omdat zo veel betrokkenen overleden of vermoord zijn in de voorbije decennia. Misschien kan dit dossier nu beter verjaren, want het heeft enorm veel gekost aan middelen en aan mensen die eigenlijk totaal niet meer ingewerkt kunnen raken.

Bron » Knack | Jan Lippens | www.knack.be/nieuws/

De schaker in Robert Beijer: wat voert de oud-rijkswachter nu weer in zijn schild?

Robert Beijer (67) kwam even over uit zijn Thaise resort in Pattaya om de locatie aan te wijzen waar 37 jaar geleden veiligheidsagent Francis Zwarts zou moeten zijn begraven. Voor de oud-rijkswachter is het leven één groot schaakspel. Meestal wint hij, maar niet altijd.

Afgelopen dinsdag hing hij aan de lijn. Woedend. “Checkt u dan nooit uw bronnen? Het is een schande, wat u allemaal schrijft.”

We berichtten die dag over de zoekacties in Neder-over-Heembeek naar Francis Zwarts. Zijn kompaan Madani Bouhouche, in 2005 van de aardbol verdwenen, zou hem ooit de locatie hebben opgegeven waar hij het lijk begroef. Beijer pretendeerde nu “een nieuw technisch detail” te hebben gekregen over de exacte plek. Helaas. Na anderhalve dag graven op een terrein nabij de Budabrug hield men er dinsdag al mee op.

Beijer mailt: “Het heeft niets opgeleverd, maar geloof mij dat ik de eerste ben om dat te betreuren.”

Robert Beijer, adoptiezoon van een Brusselse vishandelaar, ging in 1974 bij de rijkswacht, de toenmalige federale politie. Bouhouche en Beijer, de twee B’s, belandden samen bij de drugssectie van de BOB Brussel. Ze waren erg goed in het illegaal plaatsen van afluisterapparatuur en deden dat ook bij hun superieuren, tot die dat ontdekten.

Beijer, in zijn in 2010 verschenen boek, De laatste leugen: ‘Op zoek naar een eenvoudig idee, besluit ik een bom te plaatsen in een voertuig van de BOB.’

Het ding ontploft niet, maar rijkswachtkolonel Herman Vernaillen heeft vermoedens en verwijdert de twee B’s uit de BOB. In de avond van 25 oktober 1981 wordt ten huize van de kolonel in Hekelgem aangebeld. Kogelregen. De kolonel vindt dekking, zijn echtgenote blijft levenslang verwond. Pas 29 jaar later, als de zaak juridisch verjaard is, krijgt de kolonel Beijer op bezoek, die hem doodleuk vertelt dat hij een van de drie schutters was.

Herman Vernaillen, zomer 2018, op een lezing: “Die mannen, Bouhouche en Beijer, hebben na de aanslag meegewerkt aan het onderzoek ernaar. Terwijl ze zelf zijn komen schieten! Ik had ze uit de BOB gezet. Toen ik in de kliniek lag, hebben de generaals ze er weer in gestoken.”

Bende van Nijvel

Nieuwjaarsnacht 1981-1982. Wapenroof bij het Speciaal Interventie Eskadron (SIE), de elitetroepen van de rijkswacht. De daders laden hun auto vol hypermoderne Heckler & Kochs, riotguns en FAL-geweren. Tot hun Mazda het gewicht niet meer kan dragen. Consternatie, de dag erna.

Wéér zijn het de twee B’s. Overdag zijn ze flikken, na de uren topcriminelen. In en rond Brussel hebben ze een netwerk van garageboxen uitgebouwd met wapens, vluchtwagens en radiozenders. Net als na de aanslag op Vernaillen zal het voor de wapenroof nooit tot een rechtszaak komen. Pas als de feiten verjaard zijn, gaat Beijer ze bekennen bij justitie: “Wij wilden de rijkswacht in zijn hart treffen.”

Op 30 september 1982 maakt de Bende van Nijvel bij een raid op wapenhandelaar Dekaise in Waver zijn eerste van uiteindelijk 28 slachtoffers.

In haar boek Beetgenomen volgt ex-Humo-journaliste Hilde Geens het spoor van de jonge crimineel Bruno Vandeuren. Hij regelde via zijn familie een vals alibi voor de dag erna. Vandeuren moest die dag de geroofde wapens afleveren in een garagebox in parking Beau Site aan de Brusselse Louiza­laan. In diezelfde parking huurde Bouhouche boxen 26/28 en 179. Met nakende afspraken in zijn agenda met de Brusselse politie en politicus Hugo Coveliers, om te vertellen over de Bende van Nijvel, werd het lichaam van Vandeuren op 31 december 1988 aangetroffen in Oostende. Doorzeefd.

Een maand na de raid bij Dekaise wordt Sabena-geldkoerier Francis Zwarts in Zaventem beroofd van 2 miljoen euro aan goud, diamanten, twaalf unieke Cartier-horloges en een diplomatieke koffer uit Moskou. De jonge vader krijgt twee kogels in zijn hoofd. In zijn boek beweert Beijer dat hij al die jaren geheim agent was voor de Sovjet-Unie, dat goud en diamanten hem niet interesseerden, wel de diplomatieke koffer: ‘In dit schaakspel was ik een kleine pion.’

Altijd een mol

In april 1983 verlaten de twee B’s de rijkswacht. Ze beginnen hun eigen detectivebureau, eerder een misdaadsyndicaat. In zijn doek beschrijft ­Beijer een onvoltooid project voor bomaanslagen op Quick-fastfoodzaken, om de directie af te persen, om losgeld te laten overhandigen aan een huis in de Washuisstraat in Brussel. De B’s hebben er een tunnel gegraven naar de overwelfde Zenne, om te vluchten met een zodiac.

Eind 1987 kloppen speurders bij hem aan met een huiszoekingsbevel. Hij roept: “Ik heb een gevaarlijke hond, ik sluit die even op.” Als een slotenmaker na drie kwartier de sloten open krijgt, treffen de speurders een cockerspaniël en een open haard waarin Beijer al het bezwarend materiaal heeft opgestookt. Als rijkswachters een van de garageboxen ontdekken, beslist iemand dat het niet nuttig is om ze meteen open te boren. De speurders keren de volgende dag terug. De box is leeg. Nooit is een onderzoek tegen Bouhouche en Beijer normaal verlopen. Altijd weer een mol.

Nadat de twee B’s na hun vrijlating in 1989 in Antwerpen een diamantair vermoorden, vlucht Beijer naar Azië. Hij belandt in de mondiale hoofdstad van het sekstoerisme, Pattaya. In 1991 zal Thailand hem uitleveren aan België. Na acht jaar gevangenis keert hij in 1999 terug, en wordt in elk nieuwsbericht beschreven als ‘ex-rijkswachter die in verband wordt gebracht met de Bende van Nijvel’.

Het maakt hem razend, elke keer weer. Net als afgelopen dinsdag.

Oorzaak is de passage onderaan het stuk waarin we zijn adres in Pattaya vermeldden. Want de realiteit lijkt een beetje anders dan hoe hij in zijn boek De laatste leugen beschreef hoe hij destijds arm en berooid aankwam in Pattaya.

Een paar dagen rondlopen in Pattaya, en wat rondvragen, leert dat Beijer zich binnen de lokale expatgemeenschap jarenlang uitgaf als ‘Alexy’, een zeer vermogende Russische zakenman. Hij bezit er een groot domein vlakbij de zee en liet er jaren geleden al drie kolossale villa’s op bouwen. Die bevinden zich aan de Phra Tam Nak, Soi 5, zowat het duurste deel van de badstad. ­Beijer is er de buurman van de Thaise queen mother Sirikit Kitiyakon. Het domein rond haar paleis wordt afgeschermd met bewakingsposten en militaire politie. De witte villa waar Beijer woont is kolossaal, ziet er eerder uit als een ambassade. Navraag bij lokale autoriteiten leert dat hij de gronden heeft gekocht voor 1991, toen de Thaise eigendomswet voor buitenlanders veranderde.

Hij zegt aan de telefoon: “Ik heb geërfd, toen. Dat is alles.”

Een Belg in Pattaya: “Enkele jaren geleden wou hij een van zijn villa’s aan me verkopen. Hij heeft me er rondgeleid. Binnenzwembad, immense slaapkamers, decadente luxe. Hij vroeg 75 miljoen bath (2,2 miljoen euro, red.) en vond uiteindelijk een koper. Iedereen geloofde in zijn Alexy-alias, tot eind 2017 de Bende van Nijvel in België weer in de belangstelling kwam en Belgen verhalen over Beijer, met foto erbij, met elkaar begonnen te delen in Facebook-groepen. Was dit niet Alexy?”

Waarmee is verklaard waarom hij tijdens de boekvoorstelling in 2010, in een Brussels hotel, dat belachelijke pruikje droeg.

Visitekaartje

Hij zegt nu druk-druk te zijn met de Bende van Nijvel. Met een in 2020 te verschijnen tweede boek en een tv-documentaire. Hij bood justitie eerder al aan “te helpen” bij het al 37 jaar volkomen strop zittende Bende-onderzoek. “Nu ik even in België ben, zie de speurders bijna dagelijks”, zegt hij. “Ik probeer alleen te helpen.”

David Van de Steen, die bij de Bende-aanslag in Aalst vader, moeder en zus verloor en zelf net niet dodelijk werd getroffen, denkt dat Beijer met het lijk van Zwarts een visitekaartje wou afgeven. “Zo van: zie wat ik allemaal weet. Hij wil zich inwerken in het Bende-onderzoek.”

Als je hem leest en hoort praten, lijkt het alsof Beijer vooral het statuut van eerbaar mens nastreeft. Hoe gestoord je moet zijn om al die jaren doof te blijven voor de smeekbedes van Elvire Zwarts, tot haar dood in 2018 met niets anders bezig dan de wens om haar zoon te kunnen begraven? Zijn repliek: “Ik héb haar gecontacteerd, via de dienst Slachtofferhulp. In 2010 al, maar zij wou mij niet zien.”

In een navolgend mailtje schrijft hij: “Mijn actuele demarches hebben een puur humanitair doel, zonder achterliggende gedachte of tegenprestatie.”

Toch denkt iedereen die de zaak een beetje volgt: wat wordt de volgende zet?

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Hoop op doorbraak in cold case blijkt ijdel: opgravingen naar verdwenen geldkoerier leveren niets op

De opgravingen die gisteren en vandaag zijn uitgevoerd aan de Van Praetbrug in Brussel om het lichaam van de verdwenen geldkoerier Francis Zwarts te vinden, hebben niets opgeleverd. Dat meldt het Brusselse parket.

“Het was voor ons belangrijk om, al was het maar uit respect voor de familie, alle deuren te sluiten maar dat is ditmaal helaas vruchteloos gebleken”, zegt parketwoordvoerder Denis Goeman. “Hopelijk duiken er in de toekomst andere elementen op die wel leiden tot de antwoorden waar de familie al 37 jaar naar zoekt.”

Francis Zwarts verdween op 25 oktober 1982 toen hij als koerier overvallen werd aan de luchthaven van Zaventem. De bestelwagen waarin hij een lading diamanten, dertig goudstaven, twaalf dure Cartier-horloges en tientallen goudmunten vervoerde, werd daags nadien leeg teruggevonden aan een publiek stort in Diegem, maar hijzelf bleef spoorloos.

In 1995 werd Madani Bouhouche, een ex-rijkswachter wiens naam ook regelmatig vernoemd wordt in het dossier rond de Bende van Nijvel, door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor roofmoord op Zwarts. Bouhouche was tegen de lamp gelopen nadat zijn ex-vrouw gezien was met één van de gestolen Cartier-horloges. Bouhouche’s vaste kompaan Robert Beijer, ook een ex-rijkswachter, werd vrijgesproken voor de moord maar kreeg 14 jaar cel voor andere feiten en voor de heling van de uurwerken.

Beijer verklaarde dat hij de overval georganiseerd had maar er zelf niet aan had deelgenomen, en dat Bouhouche hem verteld had wat hij met het lichaam had gedaan. In 2007 gaf Beijer ook al aan dat hij wist waar Zwarts begraven lag. Volgens Het Nieuwsblad is het ook Beijer die een tweetal maanden geleden naar Brussel is gekomen om die begraafplaats aan te duiden.

Gisteren zijn de politie en de Civiele Bescherming beginnen graven op een braakliggend terrein in Neder-over-Heembeek, aan de Van Praetbrug, maar die zoekactie is na twee dagen vruchteloos gebleken.

Bron » VRT Nieuws

Ex-flik, ex-gangster, ex-spion en eeuwige Bende van Nijvel-verdachte: de man die politie doet graven naar vermoorde geldkoerier

Er is maar één man die de speurders heeft gezegd waar ze moeten graven om het lichaam van geldkoerier Francis Zwarts dertig jaar na diens dood te vinden: Robert Beijer, Brusselse ex-rijkswachter, ex-privédetective, ex-bajesklant, ex-spion, ex-gangster en nu min of meer respectabele inwoner van Pattaya in Thailand, zijn nieuwe thuis. Hij is de enige die weet waar Zwarts begraven is. Dat zegt hij toch zelf.

De vorige keer dat de naam van Robert Beijer in het nieuws kwam, was twee jaar geleden. Eind 2017 noemde de broer van wijlen Christian Bonkoffsky, heel even de vermeende Reus van de Bende van Nijvel, hem als een van de mannen die hij samen met zijn broer had gezien ten tijde van de aanslagen. Het was de zoveelste keer dat ex-rijkswachter Robert Beijer werd genoemd in het dossier van de Bende van Nijvel. Maar ook deze keer was het een maat voor niets. Bonkoffsky vroeg een confrontatie, Beijer stemde daarin toe, maar die kwam er niet. Volgens het gerecht omdat de kans op succes of een doorbraak nihil zou zijn.

Robert Beijer en de Bende Van Nijvel zijn sinds de jaren tachtig vaak in één adem genoemd. Maar tot vandaag is er geen bewijs gevonden dat hij er iets mee te maken heeft. Zelf heeft hij zijn betrokkenheid altijd ontkend.

Pensionnetje in Pattaya

Robert ‘Bob’ Beijer is nu 67 en laat het breed hangen in zijn nieuwe thuis. In 1999 begon hij in Pattaya een nieuw leven. Tien jaar eerder had hij er een pensionnetje gekocht. Niet veel soeps, maar er stond een dak op en het bracht wat op. Meer kon hij er toen niet van verlangen, want Beijer was een man op de vlucht.

Begin 1989 had hij samen met Madani Bouhouche, zijn collega bij de rijkswacht en daarna zakenpartner van zijn privé-detectivebureau, de Libanese diamantair Ali Suleiman Ahmed in Antwerpen doodgeschoten. Onmiddellijk daarna vluchtte hij naar Spanje. Via Paraguay, Brazilië en Vietnam belandde hij uiteindelijk in Thailand, waar hij zich een nieuwe identiteit aanmat en pensionhouder werd in Pattaya, toen al oord van seks en vertier.

Twee jaar later werd Beijer er opgepakt voor de moord in Antwerpen. Hij werd uitgeleverd aan ons land, maar pas nadat hij in een Thaise cel een straf van zeven maanden had uitgezeten omdat hij een vals paspoort had. Ook in Thailand is dat strafbaar.

Het langste proces

In september 1994 kwam hij voor assisen, samen met zijn compagnon de route Madani Bouhouche. Ze leerden elkaar kennen in 1977 bij de drugssectie van de toenmalige BOB in Brussel. Bouhouche en Beijer waren twee flikken van de ritselende soort, die zich de praktijken eigen maakten die ze hoorden te bestrijden. Toen ze het te gortig maakten, werden ze overgeplaatst en namen ze ontslag. Ze startten een detectivebureau, Agence des Recherches et des Informations (ARI), waarbij ze het niet al te nauw namen met wat mag en niet mag.

Dat kwam allemaal aan het licht tijdens het assisenproces, dat zes maanden duurde , het langste uit de Belgische juridische geschiedenis. Ze stonden niet alleen terecht voor de moord op de diamantair in Antwerpen, maar ook voor die op Francis Zwarts, de geldkoerier die in 1982 werd vermoord in Zaventem en die op Juan Mendez, ingenieur bij de wapenfabrikant FN in Herstal en wapenverzamelaar.

Miljoenenbuit

Bouhouche kreeg twintig jaar voor de moorden op Zwarts en op Ahmed, Beijer kreeg veertien jaar. Niet voor de moorden, daarvoor werd hij vrijgesproken, maar wel voor de heling van het goud en de Cartierhorloges die werden buitgemaakt bij de moord op Zwarts. Die buit is nooit teruggevonden, maar het feit dat de toenmalige vriendin van Beijer met een Cartierhorloge werd gezien na de diefstal, was voldoende.

Beijer kwam in 1999 vervroegd vrij en vertrok naar Thailand, waar het vastgoed intussen zo’n hoge vlucht had genomen dat zijn pensionnetje zoveel waard was geworden dat hij er meteen drie hotels van maakte – twee jaar geleden verkocht hij alles voor een paar miljoen euro, zegt hij zelf, hetgeen de grote sier zou verklaren waarmee hij ginder nu leeft. Anderen vermoeden dat hij zijn luxueuze leven in Thailand bekostigt met de miljoenen die hij buit maakte in de jaren tachtig.

Bob Beijer hield zich gedeisd in Pattaya, probeerde zijn verleden weg te moffelen door zich Alexey te laten noemen, een Russische rijkaard, leerde er een Thaise kennen en werd vader. In 2007 liet hij weer van zich horen. Hij probeerde een deal te ritselen met het Belgische gerecht: in ruil voor een nieuwe identiteit zou hij hen zeggen waar het lichaam van Francis Zwarts ligt. Justitie ging niet in op zijn voorstel.

De laatste leugen

Drie jaar later, in 2010, publiceerde Beijer zijn biografie “La dernière mensonge – De laatste leugen”, volgens sommigen een veelzeggende titel en niet toevallig pas gepubliceerd nadat de feiten verjaard waren. In dat boek beweerde hij dat hij destijds een spion was van de Russen – iets waar weinig mensen geloof aan hechten – en dat zijn misdaden in dat perspectief moeten worden gezien.

Hij kwam er ook terug op de moord op Francis Zwarts. Hij had die overval bedacht, maar niet uitgevoerd. Het was volgens hem nooit de bedoeling dat Zwarts zou worden vermoord. Dat was de schuld van Madani Bouhouche – die dat niet meer kan ontkennen, hij stierf in 2005. Beijer schreef: “Francis Zwarts is met twee kogels in het hoofd afgemaakt. Zijn lichaam is op een diepte van nauwelijks vijftig centimeter begraven in de buurt van een verlaten fabriek langs het kanaal van Willebroek.”

Hij gaf de precieze gps-coördinaten op waar de radio en het dienstpistool van Zwarts werden gedumpt. Maar waar het lichaam lag, liet hij in het midden. Volgens hemzelf heeft hij dat nu wel aan de speurders laten weten. Beijer heeft altijd gezegd dat hij het pas zou zeggen als hij er iets voor in de plaats kreeg: een nieuwe identiteit. Sommigen menen daaruit te kunnen afleiden dat hij zijn deal te pakken heeft.

Bron » Het Nieuwsblad