Ex-speurder Francois A. ontkent manipulatie in Bende-dossier, nog geen spijtoptantenregeling

In het onderzoek naar de Bende van Nijvel ontkent ook François A., de tweede ex-speurder die aangehouden is door de onderzoeksrechter in Charleroi, de beschuldigingen van manipulatie. “Mijn cliënt heeft altijd correct gehandeld”, zegt zijn advocaat Ruben Bomans. Van een spijtoptantenregeling voor de voormalige speurders is voorlopig geen sprake.

Vorige week werd de voormalige speurder van de Delta-cel Philippe V. al aangehouden door de onderzoeksrechter in Charleroi. Philippe V. wordt ervan verdacht betrokken te zijn bij een mogelijke manipulatie van het onderzoek rond de vondsten in het kanaal van Ronquières in november 1986. Ook François A., die deel uitmaakte van de Waalse onderzoekscel, wordt daarvan verdacht.

De 70-jarige A. werd gisterenavond door de onderzoeksrechter aangehouden. Net als V. werd hij in verdenking gesteld voor het achterhouden van informatie als lid van een politiedienst, informatie die relevant is voor de uitoefening van de strafvordering. Hij wordt ook vervolgd voor deelname aan een vereniging van misdadigers met het oogmerk misdrijven te plegen.

Ook A. ontkent de beschuldigingen. “Hij reageert zeer verbouwereerd. Mijn cliënt heeft altijd correct gehandeld”, zegt advocaat Bomans. “Ik denk dat dat ook blijkt uit het dossier, maar het onderzoek moet nu verder worden gevoerd. We wachten de resultaten van het onderzoek af.”

Vanuit slachtoffers van de Bende van Nijvel wordt gehoopt dat de nieuwe spijtoptantenregeling voor een doorbraak kan zorgen, maar voor de ex-speurders ligt er nog geen deal op tafel. “Daar heb ik voorlopig geen weet van”, zegt Bomans. De spijtoptantenregeling, waarbij het Openbaar Ministerie toezeggingen kan doen in ruil voor verklaringen over de betrokkenheid van derden of de eigen betrokkenheid, werd ingevoerd in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme.

Bron » Het Laatste Nieuws

Nabestaanden roepen Bendespeurders op om spijtoptant te worden

Diederik Palsterman, die zijn vader Jan verloor bij de aanslag van de Delhaize van Aalst in 1985, doet een oproep aan speurder Philippe V. “en aan alle anderen die iets weten”. “Alstublieft. Wij willen eindelijk weten wie onze papa en al die andere mensen omgebracht heeft. Als je iets weet, is het nu het moment.”

Voor Palsterman is Philippe V. zeker geen hoofdverdachte. “Maar hij kan ons wel bij de waarheid en de echte moordenaars brengen. Die speurder hoeft van mij niet gestraft worden. Als hij vertelt wat het parket vermoedt dat hij weet, kan hij gerust spijtoptant worden en ­bescherming krijgen. Wij willen alleen de echte daders gestraft zien.”

Bron » Het Nieuwsblad

“Spreek en gij zult beschermd worden”

Het gerecht wil spijtoptanten inzetten in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Dat maakte het federaal parket bekend in het VTM-op­sporingsprogramma Faroek.

Zij hebben er lang om gesmeekt en eindelijk hebben de speurders, die de Bende van Nijvel nog altijd hopen te ontmaskeren, wat ze willen: de wet die spijtoptanten strafvermindering biedt, tot zelfs een statuut van beschermde getuige toe, indien hun verklaringen het mysterie rond de Bende helpen oplossen.

Tot dusver mochten de pentiti geen gunstmaatregel van het gerecht verwachten indien zij uit de biecht klapten over feiten waar zij zelf aan hadden deelgenomen. Dat is sinds 17 augustus van dit jaar anders. Een nieuw wetsartikel maakt toegevingen mogelijk, zoals strafvermindering voor personen die ‘substantiële, onthullende, oprechte en volledige verklaringen afleggen over de betrokkenheid van derden of zichzelf in zeer ernstige misdrijven, maar dan wel op voorwaarde dat andere onderzoeksmiddelen niet volstaan om de waarheid aan het licht te brengen’.

Dat is nu precies wat het geval lijkt te zijn in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. ‘Hopelijk kan deze nieuwe wet personen, die van ver of van dichtbij betrokken zijn geweest bij feiten van de Bende, overtuigen om toch nog hun verhaal te komen doen’, zegt Eric Van der Sypt, woordvoerder van het federaal parket.

Onderzoek gemanipuleerd

Het was een van de meest opvallende onderwerpen dinsdagavond in het VTM-opsporingsprogramma Faroek, dat helemaal aan het onderzoek naar de Bende van Nijvel was gewijd. Dat onderzoek kreeg vorig jaar een nieuw elan na de onthullingen over de mogelijke betrokkenheid van ex-rijkswachter Christian Bonkoffsky.

Het dossier verhuisde naar het federaal parket en een dertigtal speurders werkt voltijds op het dossier. Nog een opvallende vaststelling: de speurders blijven ervan overtuigd dat de duikwerken in 1986 in het kanaal bij Ronquières gemanipuleerd werden. Daarbij haalden duikers van het Geniekorps in Burcht twee zakken naar boven met daarin onder meer de mini-brandkast afkomstig van de overval op de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest gestolen in Temse (1983) en wapens die gediend hadden bij verschillende overvallen.

Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat zeker enkele zakken er pas de dagen voor de duikwerken kunnen gedumpt zijn.

Jutezak

Joseph Goossens, een duiker die in 1986 betrokken was bij de zoektocht, legde een bevreemdend getuigenis af in Faroek. Hij vertelde hoe hij in november 1986 werd opgeroepen om te duiken in Ronquières. Hij en zijn collega doken een zware jutezak op met voorwerpen waarvan hij zegt ‘dat ze aanvoelden als stokken’. Ze overhandigden ze aan politiemensen die zaten te wachten in een Renault 4. De jutezak en de inhoud ervan werden nooit meer teruggevonden. Als even later de officiële duikploeg van de Genie in Burcht aankomt, vissen zij nog twee zakken op.

De speurders zijn ervan overtuigd dat ze dicht bij de opheldering van het Bendedossier kunnen komen als ze weten wie de zakken in het kanaal heeft gegooid en wie de gouden tip heeft gegeven dat er op die plek zakken lagen.

De discussie over de zakken in het kanaal van Ronquières woedt al jaren. De cel-Delta van de onderzoeksrechter Freddy Troch houdt vol dat de duikwerken er zijn gekomen na klassiek politiewerk op basis van getuigenissen. Maar de huidige speurderscel is ervan overtuigd dat minstens één zak in het kanaal werd gegooid door iemand die wist dat er in de dagen erna op die plaats zou worden gezocht.

Bron » De Standaard

Slachtoffer Bende van Nijvel na uitzending ‘Faroek’: “Ik heb nog heel weinig vertrouwen in dat zooitje”

In de zaak van de Bende van Nijvel reageert slachtoffer David Van de Steen weinig hoopvol op de uitzending van “Faroek”, waarin het federaal parket een oproep deed aan burgers, getuigen of betrokkenen.

“Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het enige nieuwe dat ik gehoord heb is het verhaal van de jutten zak (uit het kanaal van Ronquières, nvdr.) opgehaald door die drie mannen, en dat is heel bizar”, zegt Van de Steen.

David Van de Steen verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. Samen met zijn advocaat Jef Vermassen reageerde hij al eerder afwijzend op het nieuws dat het onderzoeksteam niet langer geloofde dat ex-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky de “Reus” van de Bende was, wat het federaal parket dinsdag bevestigde. Bonkoffsky had volgens zijn broer op zijn sterfbed in 2015 gezegd hebben dat hij bij de Bende van Nijvel was.

“Al veel meer concrete elementen doorgespeeld”

Van de Steen zag in de uitzending van “Faroek” maar één nieuw element. “Dat die rode auto (Volkswagen Golf GTI, nvdr.) zwart gespoten is, dat weten we al twintig jaar. Ik heb nog heel weinig vertrouwen in dat zooitje. Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het verhaal van de drie mannen die met de Renault (R4) toekomen en de jutten zak is nieuw, maar zeer bizar. Is het waar of niet, ik weet het niet. Jef Vermassen en ik hebben al veel meer concrete elementen doorgespeeld dan hetgeen waarvoor ze nu een oproep doen. Ik weet niet goed wat ik er moet van denken.”

Pistool en munitie

Op 6 november 1986 werden er in het kanaal in Ronquières zakken ontdekt met bewijsmateriaal dat de feiten van de Bende van Nijvel aan elkaar linkt. De vondst werd gedaan door de Delta-cel onder leiding van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch in Dendermonde, nadat Waalse speurders bij een eerdere speuractie niets hadden gevonden.

Er werden in 1986 toen een kogelwerend vest, een pistool dat van een politieagent werd gestolen en munitie aangetroffen. Maar een onderzoek van deze bewijsstukken, door de onderzoeksrechter gevraagd in 2009, toonde aan dat de gevonden voorwerpen, die nog in goede staat waren, pas kort voor de vondst in het water waren gegooid. Het was deze vondst die aanleiding gaf om te spreken van manipulaties van het onderzoek naar de Bende.

In 1985 had een duiker al in het kanaal gedoken en geen voorwerpen gevonden. Die eerste duiker kon niet meer ondervraagd worden, want hij is intussen overleden. “Faroek” sprak wel met zijn toenmalige assistent, en die verklaarde dat ze op 6 november 1986, maar voor de komst van de speurders van de Delta-cel, een jutten zak vonden aan het kanaal van Ronquières.

“Er werd toen een zak uit het water gehaald, nochtans was er een jaar voordien reeds een zoekactie geweest op dezelfde plaats die toen geen resultaat had opgeleverd”, stelt het federaal parket. Volgens de assistent gebeurde de zoekactie op vraag van drie rijkswachters, die reden met een R4, het toenmalige voertuig van de bijzondere opsporingsbrigade BOB. De opgeviste zak is echter nooit bij de speurders beland en het is niet duidelijk wie de mannen waren.

Geen geloof in spijtoptanten

Van de Steen betreurt dat de Delta-cel opnieuw in een slecht daglicht geplaatst wordt. “Ik vind dat het conflict tussen Delta en de nieuwe speurders niet moet uitgevochten worden op televisie of in programma’s. Op zijn minst kunnen ze eens samen zitten en praten over Ronquières. Communicatie zou al veel misverstanden kunnen wegnemen, maar dat is blijkbaar niet mogelijk.”

Ook in bekentenissen van spijtoptanten gelooft Van de Steen niet. “Niemand gaat zich toch gaan aangeven voor feiten waarbij 28 doden vielen. Dat is te gek. Ze kunnen daarvoor misschien strafvermindering krijgen, maar nu hebben ze gewoon geen straf.”

Bron » Het Nieuwsblad

De Bende van Nijvel: de vragen blijven dezelfde, maar komen er nu eindelijk nieuwe antwoorden?

Gisteren zond de commerciële televisie VTM het opsporingsprogramma Faroek uit dat integraal over het onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel ging. Zoals van een opsporingsprogramma verwacht mag worden, werden er meer vragen gesteld dan antwoorden gegeven. Toch leerde het programma ook iets over de stand van zaken in het onderzoek.

Het federaal parket en de onderzoeksrechter in het Bendedossier kozen ervoor om het grote publiek te betrekken in het onderzoek. Dat gebeurde eerder ook al een paar keer.

Gisteren werd er o.a. een vraag gesteld aan de (Vlaamse) kijker of hij/zij zich iets herinnert van verdachte bewegingen in Ronquières op 10 november 1986. Het blijft afwachten of op dat soort vragen respons komt en zo ja, wat is de waarde van een getuigenis 32 jaar na datum. Weet u nog waar u was op 10 november 1986?

Omerta

Speurders hopen ook dat de nieuwe wet op de spijtoptantenregeling mensen over de streep zal trekken om eindelijk te praten. In ruil voor strafvermindering kunnen criminelen recent ook in ons land bekentenissen afleggen. Het is een omstreden systeem maar het heeft in elk geval in Italië zijn vruchten afgeworpen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.

Want het blijft inderdaad een zeer merkwaardig gegeven dat in al die jaren er nooit iets gelekt is uit het criminele milieu over de Bende. De omerta wordt in Bende kringen blijkbaar rigoureus gerespecteerd wat toch wijst op een stevige, gesloten criminele organisatie. Wat niet belet dat er uit perifere kringen iets kan loskomen.

Zo was er de opsporingsvraag of iemand iets meer wist over het herschilderen van een rode VW Golf, wagen die bij drie overvallen gebruikt werd. Zo’n vraag gaat ervan uit dat er misschien handlangers van de Bende waren die bepaalde handelingen gedaan hebben zonder goed en wel te beseffen in welk crimineel spel ze eigenlijk meespeelden. Het herschilderen kan gebeurd zijn door de Bende zelf maar ook door een gewone garagist.

Feiten, geen (wilde) verhalen

Het is een goede zaak dat in een dossier dat de hele Belgische samenleving al decennia beroert niet alleen advocaten de media opzoeken om verklaringen te doen maar ook het federaal parket en de onderzoeksrechter van zich laten horen. De berichtgeving wordt daardoor op zijn minst evenwichtiger en in het beste geval levert het ook nog concreet resultaat op. De komende dagen en weken zullen daarover uitsluitsel geven. Pas dan kan het programma op zijn ware waarde beoordeeld worden.

Er wordt niet alleen naar nieuwe informatie gezocht, er worden ook oude onderzoekspistes afgesloten. Zo kregen we gisteren te horen dat de reus, Christian Bonkoffsky, niet de reus is. Alle berichtgeving hierover, en dat was nogal wat, is post factum beschouwd dus enigszins naast de kwestie gebleken.

In het programma gisteren viel overigens de feitelijke toon op. Nu het onderzoek bij het federaal parket zit, willen de enquêteurs blijkbaar weg van de (wilde) verhalen om zich te focussen op concrete data, figuren en materiële verbanden. We mogen hopen dat deze nuchtere toon aangehouden blijft.

Wachten op resultaat DNA onderzoek

Hoge verwachtingen zijn er ten aanzien van het lopende DNA-onderzoek in Lyon (Frankrijk). Met geavanceerde technieken kan de kleur van ogen bepaald worden, haarkleur, gelaatstint en nog veel meer. Terzijde, onderzoekers in andere dossiers vragen zich af waarom dit geavanceerde DNA-onderzoek nu plots kan in het Bendedossier terwijl zij altijd te horen krijgen dat het (in België) eigenlijk onwettig is en om die reden niet toegepast wordt.

In het programma werd over het nieuwe DNA onderzoek niet uitgeweid omdat de resultaten er nog niet zijn.

Wapenvondst: doorbraak of manipulatie?

Maar de belangrijkste informatie in het opsporingsprogramma zat wellicht in de vragen over de wapenvondst in 1986 in het kanaal Brussel Charleroi. Ook hierover is al heel veel te doen geweest en de vragen die hierover eerder al rezen, zijn er met de informatie van gisteren niet bepaald kleiner op geworden. Het lijkt een cruciaal gegeven te zijn dat potentieel een doorbraak in zich draagt.

Waarover gaat het? Tot nu toe werd aangenomen dat een dag na de overval in Aalst ( 9 november 1985) er zakken in het kanaal gegooid werden. Die aanname gebeurt op basis van twee ooggetuigen, een friturist en een buurtbewoner. In het PV is sprake van ‘verdachte bewegingen’ en dat zou onder meer te maken hebben met het verwisselen van nummerplaten en het zien drijven van een zak.

Er werd toen op basis van die informatie ook gezocht. Al zou dat volgens de speurders van de cel Delta niet echt een doorgedreven onderzoek kunnen genoemd worden. In november 1985 zal een duiker (volgens de Deltaspeurders eigenlijk een garagist die duikervaring heeft bij het takelen van voertuigen uit het water) gedurende anderhalf à twee uren zoeken, zo stellen zij. Hij vindt afgezien van een geweerkolf en scheurstroken van munitie (die weliswaar door de Bende gebruikt werd maar ook door jagers gebruikt wordt) niet veel.

Assistent duiker

In het programma gisteren werd er door de assistent van de duiker (de man zelf is overleden) gezegd dat die zoektocht wel erg degelijk werd uitgevoerd gedurende anderhalve dag. Als hij niet meer vond dan dat, is het omdat er niet meer te vinden was. Zo niet zou de duiker het ongetwijfeld bovengehaald hebben, zo zei hij. Het is een erg belangrijk gegeven in het verdere onderzoek.

Want een jaar later, in november 1986, doen speurders van de cel Dendermonde (o.l.v. onderzoeksrechter Troch) dat werk nog eens over maar dan wel, naar eigen zeggen, veel grondiger en langduriger. Op 6, 7 en 12 november zullen tien duikers van de Genietroepen uit Burcht het kanaal ter hoogte van de zwaaikom in Ronquières uitkammen. Hun vondst, de eerste dag al om 15 u., is inderdaad indrukwekkend: een mini-brandkast afkomstig van de overval op de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest gestolen in Temse, wapens die gediend hadden bij overvallen uit 1983 en 1985.

Volgens de onderzoekers van de Cel Delta moesten die wapens daar al een jaar gelegen hebben. Ter ondersteuning van hun stelling voeren zij aan dat geen enkele expert die nadien de voorwerpen onderzocht, melding maakte van een kort verblijf in het water. Integendeel, zo zeggen zij, het feit dat de zakken verzonken zaten in het slib, de algengroei en de corrosie bevestigen de lange duur.

Waarmee ze expliciet ook zeiden dat de onderzoekers van de cel Jumet er destijds met hun klak naar gegooid hadden. Want waarom vond de Cel Jumet niet wat de cel Delta wel vond? Het lijkt een even logische als legitieme vraag.

Ogenschijnlijk was de vondst in het kanaal destijds van doorslaggevende betekenis voor het Bende onderzoek. Er werden wapens gevonden die rechtstreeks konden worden gelinkt aan feiten van 1983 én 1985, waarmee kon aangetoond worden dat de zelfde Bende in beide periodes actief was. En, niet in het minst, op een kogelvrije vest vond men een bloedvlek. Op basis daarvan kon men een DNA-profiel bepalen. Speurders van de Cel Delta konden die pluim op hun hoed steken. Het blijft wel vreemd waarom ze halsstarrig blijven volhouden dat die gevonden spullen al een jaar in het water lagen. Alsof de vondst op zich niet waardevol genoeg is.

Maar de assistent van de duiker getuigde gisteren dat op 6 november 1986 er ’s morgens ook al op dezelfde plek gezocht werd. De vraag daartoe hadden ze gekregen van drie mannen, een Nederlandstalige, twee Franstaligen, die zich verplaatsen in een Renault 4. De duiker haalt een jutezak boven waarop de drie mannen zeiden ‘OK. We hebben wat we zochten.’

De drie mannen verdwijnen met de jutezak en meer dan dat weten we niet. Wie zijn die drie mannen? Wat komen die ’s morgens zoeken op dezelfde plek waar in de namiddag ook zal gezocht worden? Wat zat er in die jutezak? En waar is die gebleven?

Het was een even vreemde als bevreemdende getuigenis over die jutezak.

Want als het de bedoeling was dat die zakken met wapens zouden gevonden worden, waarom zou er dan snel snel nog een andere zak moeten verdwijnen?

Een boemerang

Maar terug naar de eigenlijke wapenvondst. Wat in wezen een succesverhaal is, keert merkwaardig genoeg als een boemerang terug en dreigt erg hard aan te komen in kringen van de Dendermondse speurders.

Die boemerangbeweging werd al ingezet door de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende in 1997. Zij vroegen zich af op basis waarvan de cel Dendermonde eigenlijk besloten had om opnieuw te gaan zoeken op een plaats waar al gezocht was? Welke nieuwe informatie hadden zij dan wel en waar zit die informatie in het dossier vervat in een PV? Professoren Fijnaut en Verstraeten hadden in hun monnikenwerk bij het doorploegen van het volumineuze dossier immers geen enkel rechterlijk bevel tot dreggen teruggevonden.

Bovendien, zo stelden zij vast, hadden de speurders van de Cel Delta in dit verband een aantal initiatieven genomen waarvan de magistraten noch vooraf noch achteraf werden ingelicht.

De eerste kiemen van de manipulatietheorie rond de wapenvondst werden dus hier gelegd. Het leidde toen al tot een afzonderlijk onderzoek waarbij een confrontatie werd georganiseerd tussen speurder Philippe Vermeersch (cel Delta) en speurder Achten (rijkswacht). Die laatste zou pas veel later toegeven dat hij de fameuze informatie gaf op basis waarvan opnieuw gezocht werd in het kanaal. Voor de speurders van de cel Delta is daarmee het bewijs geleverd dat er van manipulatie geen sprake is en dat de informatie via normale politionele uitwisseling tot bij hen is geraakt.

Er is iets vreemds aan de hand

Maar echt overtuigen doet dat bewijs niet. In mei 2013, op een zoveelste vergadering met de nabestaanden van de slachtoffers, zei onderzoeksrechter Martine Michel, geflankeerd door de procureur van Charleroi, Pierre Magnien, het zo:

‘De commissie die in 1997 in het parlement de misdaden van de Bende onderzocht, heeft de conclusie getrokken dat er iets vreemds aan de hand was met de wapenvondst van november 1986 in het kanaal van Ronquières. Wij hebben met de hulp van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ontdekt dat ze gelijk hadden.’

Uit dat NICC onderzoek moet blijken dat het materiaal onmogelijk al een jaar in het water gelegen kan hebben. Dat bewijst men aan de hand van de corrosie op een metalen brandkoffertje en vooral op de impact van het water op papieren cheques.

In het programma gisteren bevestigde de woordvoerder van het federaal parket die stelling nog eens. Bovendien zou uit verfijnd wetenschappelijk onderzoek blijken dat die spullen maximaal 6 à 7 dagen in het water hebben kunnen liggen, wellicht slechts 24 à 48 uur.

Het woord ‘manipulatie’ viel opnieuw. Wie heeft die spullen in het water gegooid? Wie had die spullen in zijn bezit? Wist de persoon die de spullen in het water gooide dat er kort daarop op die plek zou gezocht worden? Waarom houden de speurders o.l.v. onderzoeksrechter Troch vol dat die spullen er al een jaar moesten gelegen hebben? Kortom, wie en waarom geeft iemand op een dienblad bewijzen van de Bende?

Manipulatie, manipulatie en nog eens manipulatie

Want als er gemanipuleerd is, wat is dan de bedoeling van deze manipulatie? Wordt er vanuit de onderzoekers zelf gemanipuleerd of worden zij op hun beurt gemanipuleerd door externen die hen bewust voeden met informatie?

De publiek geuite beschuldigingen van manipulatie leidden in 2013 tot een onderzoek naar de onderzoekers. Alle speurders van de Cel Delta die bij de wapenvondst betrokken waren, werden niet bepaald vriendelijk ondervraagd door de collega’s in Charleroi. Het zette enorm veel kwaad bloed bij de speurders uit Dendermonde. Ze voelden zich zwaar geschoffeerd en pikten het niet dat ze als verdachten behandeld werden.

Maar los van de (klein-)menselijke kantjes van het verhaal, die deels ook terug te voeren zijn tot een heuse guerre des flics, zal het nu vooral kwestie zijn van uit te zoeken wie er aan de touwtjes van de manipulatie trekt.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans