De arrestatie van Patrick Derochette, de ontvoerder van Loubna Benaïssa, heeft een aantal onopgeloste moorden in de regio Brussel opnieuw in de belangstelling gebracht. Een daarvan is de moord. op 13 februari 1984 op de toen 16-jarige Christine Van Hees uit Etterbeek. Omdat er bij deze moord bepaalde overeenkomsten zijn met een van de door Derochette gepleegde misdrijven, wordt niet uitgesloten dat de man ook met deze zaak te maken zou kunnen hebben.
Het dossier-Van Hees was in september vorig jaar overgemaakt aan het parket van in Neufchátcau. Marc Dutroux was immers in 1984 vrij vaak in Brussel en veroorzaakte er nog een incident op de ijspiste van Vorst-Nationaal. Sinds vorige week is het parket van Brussel opnieuw met het onderzoek-Van Hees belast. Neufchfâteau had van bij het begin de pers om discretie gevraagd in deze zaak. Tot eergisteren werd het verzoek strikt opgevolgd: toen doorbrak een Brusselse krant het embargo.
Christine Van Hees kwam op 13 februari 1984 niet thuis van school. Getuigen hadden haar even na 17u het metrostation Pétillon zien verlaten, op een kleine vijf minuten wandelen van de ouderlijk woning, maar Christine kwam niet thuis.
’s Avonds werd de brandweer uitgestuurd naar een brand in een verlaten kampernoeliekwekerij in Oudergem. De pompiers troffen er een afschuwelijk tafereel aan. Op een soort brandstapel lag het brandende en naakte lichaam van een meisje. Het slachtoffer was aan handen en voeten gebonden en had een ijzerdraad rond de hals. Het lichaam was bovendien vreselijk verminkt. Vermoedelijk het gevolg van vreselijke folteringen. Twee dagen later werd het meisje geïdentificeerd als Christine Van Hees, o.a. nadat op een lagere verdieping van de kwekerij sieraden en kledingstukken waren aangetroffen.
Het onderzoek verliep zeer moeizaam en de lijkschouwing wees geen exacte doodsoorzaak aan. Uitgemaakt is enkel dat Christine niet verkracht werd en al dood was toen ze in brand werd gestoken. Ook over de verminkingen was er geen zekerheid. Ze konden aangebracht zijn door foltering, maar ook door het vuur.
Aanvankelijk werd naar de daders gezocht in kringen van punkers, omdat het meisje soortgelijke jongeren op de VUB-campus zou hebben ontmoet. Een verdachte jongeman zat maandenlang in de gevangenis, maar moest toen vrijgelaten worden. Tien jaar later werd gespeurd bij een motorbende uit Luik, omdat een lid ervan gepocht had dat hij “tien jaar geleden in Brussel een meisje had laten branden”. Het spoor liep dood.
Dertien jaar na de moord trekt het onderzoek volop belangstelling. o.a. omdat sommigen een aantal overeenkomsten menen te zien tussen de zaak-Van Hees en het folteren door Patrick Derochette van een Vietnamees jongetje, negen dagen de moord op Christine. Hij gebruikte ook ijzerdraad en vuur.
Bron » Gazet van Antwerpen | 15 maart 1997