Koen Dassen moet staatsveiligheid hervormen

Zoals verwacht heeft de ministerraad gisteren Koen Dassen (48) benoemd als administrateur-generaal van de staatsveiligheid. De liberaal, momenteel chef van het kabinet van Binnenlandse Zaken, treedt zo spoedig mogelijk in functie. Hij staat voor een zware klus: de uitvoering van de aanbevelingen van het Comité I voor een betere werking van de staatsveiligheid.

De ministerraad benoemde Dassen gistermorgen. Met zijn benoeming werd volgens premier-Verhofstadt de functie van adjunct-administrateur-generaal vacant verklaard. Dat had te maken met het feit dat de nummer twee ook een Vlaming was. De taalpariteit vereist dat in die functie een Franstalige wordt benoemd.

De benoeming van Dassen gebeurde op voordracht van onder anderen minister van Justitie Marc Verwilghen. Die bestempelde hem als ‘de beste keus’ uit de drie kandidaten die overbleven na de selectieprocedure. Verwilghen verklaarde na de ministerraad dat hij zal zorgen voor voldoende financiële middelen voor de staatsveiligheid en wel bij de eerstvolgende begrotingscontrole. Dat gebrek aan middelen (bij de staatsveiligheid werken slechts 390 van de 480 voorziene werknemers) was een van de redenen waarom de dienst de voorbije jaren niet naar behoren functioneerde.

Daarnaast ontbrak het de vorige administrateur-generaal aan leiderscapaciteiten. Dat bleek uit een doorlichting van de staatsveiligheid door het Comité I. Dat orgaan, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, concludeerde dat het gebrek aan managementtalent bij Godelieve Timmermans leidde tot een chaotisch beleid en disfuncties binnen bepaalde afdelingen (DM 6/6). Ook de aanpak van dossiers als Tractebel, Lernout & Hauspie en het islamitisch extremisme liet volgens het Comité I te wensen over.

Met het oog op een efficiëntere werking van de staatsveiligheid werden aanbevelingen opgesteld die Dassen volgens Justitie nu dient uit te voeren. Hij lijkt daar de geknipte man voor te zijn. Als kabinetschef van Binnenlandse Zaken heeft de Antwerpenaar bewezen dat hij beschikt over heel wat managerstalent. Daarnaast hield hij zich bezig met alle dossiers op het vlak van de openbare veiligheid.

Zo was Dassen onder meer het ‘gezicht’ van Binnenlandse Zaken gedurende de dreiging van de Algerijnse terreurbeweging Gia (1999), tijdens het voetbalspektakel Euro 2000, in het dossier van de regularisatie van illegale vreemdelingen, bij de veiligheidsmaatregelen voor geldtransporten, in het dossier van de politiehervorming en, voor wat de ordehandhaving betreft, tijdens de bijeenkomsten van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de EU in Brussel onder het Belgische voorzitterschap.

Koen Dassen studeerde rechten aan de Ufsia en UIA, doorliep vervolgens zijn advocatenstage en werd daarna kabinetschef bij de toenmalige gouverneur van de provincie Antwerpen Andries Kinsbergen. Met dokter Luc Beaucourt werkte de jurist het medisch rampenplan uit.

Midden de jaren tachtig werd Dassen benoemd tot arrondissementscommissaris in Sint-Niklaas, waar hij fungeerde als contactpersoon tussen de gouverneur van Oost-Vlaanderen enerzijds en Justitie en Binnenlandse Zaken anderzijds. In die periode helpt de liberaal ook bij de uitbouw van het crisiscentrum van de regering. Zo leert hij Binnenlandse Zaken goed kennen en andersom. Vandaar wellicht dat Dassen na het aantreden van de regering-Verhofstadt wordt aangezocht om kabinetschef te worden van minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne.

De vacature voor administrateur-generaal voor de staatsveiligheid verscheen op 8 juni in het Belgisch Staatsblad. Kandidaten moesten hun sollicitatiebrief opsturen naar justitieminister Verwilghen. Die legde gisteren uit dat de staatsveiligheid niet onder de Copernicus-hervorming valt, reden waarom de selectieprocedure plaatsvond buiten het selectiebureau van de overheid (Selor) om.

Bron » De Morgen

Koen Dassen nieuwe topman staatsveiligheid

De kabinetschef van Binnenlandse Zaken wordt vandaag voorgedragen als nieuwe administrateur-generaal van de staatsveiligheid. Algemeen wordt aangenomen dat de ministerraad de voordracht van Koen Dassen omzet in een benoeming.

Het kernkabinet raakte het gisteren dan toch eens over de nieuwe topman voor de staatsveiligheid. Er waren zoals bekend drie kanshebbers: Koen Dassen (kabinetschef Binnenlandse Zaken), Jean-Claude Leys (advocaat-generaal Bergen) en Jos Buysse (waarnemend administrateur-generaal staatsveiligheid).

Binnen het kernkabinet kwam men er echter niet uit. Volgens ingewijden was er sprake van een patstelling (DM 25/9). Dassen kreeg de onvoorwaardelijke steun van premier Verhofstadt, die daardoor niet wenste in te stemmen met de voordracht van Leys. Die laatste werd gesteund door minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel, die om die reden niet akkoord ging met een voordracht van Dassen. Vandaar dat ingewijden maar één oplossing zagen: kandidaat nummer drie voordragen.

Dat laatste was blijkbaar niet nodig. Een telefonische rondvraag leerde gisteren dat Dassen algemeen wordt gezien als de ‘beste keus’. Vanochtend vroeg zal hij worden voorgedragen door drie personen: justitieminister Verwilghen, zijn collega van Buitenlandse Zaken Michel en premier Verhofstadt. Die laatste krijgt dus zijn zin.

De topfunctie bij de staatsveiligheid was vacant sinds 1 juni, toen administrateur-generaal Godelieve Timmermans ontslag nam na kritiek op de werking van haar dienst. Omdat ze nog vakantiedagen had staan en die ook daadwerkelijk opnam, was de plaats echter pas vrij sinds 1 augustus.

Bron » De Morgen

Nieuw spoor in Bende van Nijvel

Zit er een gewelddadige seriemoordenaar achter de aanslagen van de Bende van Nijvel? Volgens Franse misdaadanalisten is het niet denkbeeldig, meldde La Libre Belgique gisteren. De twee Franse misdaadanalisten waren de voorbije dagen de gast van de Cel Waals Brabant in Charleroi die het gerechtelijke onderzoek naar de Bende van Nijvel met niet aflatende ijver voortzet, volgens sommigen tegen beter weten in. De aanslagen van de Bende vonden plaats tussen 1983 en 1985 en maakten 28 slachtoffers. Tot vandaag is er geen begin van bewijs gevonden tegen de daders van die bloedige aanslagen, twee parlementaire onderzoekscommissies ten spijt.

Ook de speurders van de Cel Waals Brabant ontbrak het de voorbije jaren niet aan creativiteit: ze lieten robotfoto’s maken op grond van verklaringen onder hypnose van slachtoffers, en gebruikten ook de gecontesteerde leugendetector. Het inschakelen van twee misdaadanalisten uit Frankrijk – een gespecialiseerd in de strijd tegen terrorisme en een die alles weet over seriemoordenaars – is de jongste demarche.

Hun bevindingen zijn nog niet bekend, maar La Libre meent te weten dat in een eerste evaluatie de analisten wijzen in de richting van een centrale figuur achter de Bende-aanslagen: een sterke persoonlijkheid, uitermate gewelddadig die betrokken is bij andere misdrijven. Die seriemoordenaar zou twee of drie medeplichtigen hebben gehad, die hij door bedreiging of verleiding onder zijn invloed hield. Het ministerie van Justitie heeft weet van de herlezing door de buitenlandse analisten, maar geeft verder geen commentaar op dit lopend gerechtelijk onderzoek.

Kamerlid Karel Van Hoorebeke (N-VA), oud-lid van de tweede Bendecommissie, zegt dat in het gerechtelijk onderzoek naar de Bende nooit eerder sprake is geweest van een seriemoordenaar als spilfiguur achter de aanslagen. “Het zou om een geheel nieuw onderzoeksspoor gaan. De rechter die met het onderzoek naar de Bende van Nijvel is belast, heeft er nooit melding van gemaakt.” Het onderzoek naar de Bende kan wel nog jaren aanslepen: het parlement verlengde recent de verjaringstermijn voor moorden.

Bron » De Standaard

Nieuwe piste in dossier Bende van Nijvel

Het onderzoek in het dossier rond de Bende Van Nijvel krijgt een nieuwe wending. Twee Franse specialisten hebben zich de voorbije dagen over het dossier gebogen. Het onderzoek richt zich nu op de piste van een seriedoder die werkte met een drietal handlangers.

Twee Franse specialisten – één inzake terroristisch gedrag en de andere over seriedoders – hebben van zondag tot dinsdagavond gewerkt op het dossier Bende van Nijvel, in gezelschap van onderzoeksrechter Jean-Paul Raynal en Claude Lacroix, voorzitter van de Cel Jumet.

Het bericht staat vandaag in La Libre Belgique. Er zal verder een nieuwe robotfoto verspreid worden, wat het onderzoek eens te meer nieuw leven inblaast. Het speurwerk kan volgens de nieuwe wet op de verjaring, die vorig weekend in het Staatsblad verscheen, voortgezet worden tot in 2015.

Bron » De Standaard

Militaire veiligheid krijgt meer armslag dan staatsveiligheid

Belgische militairen krijgen meer mogelijkheden om bij crisissituaties in het buitenland afluisteroperaties uit te voeren. Het voorstel van minister van Defensie André Flahaut (PS) om de militaire veiligheidsdienst in staat te stellen alle vormen van communicatie af te luisteren, is gisteren goedgekeurd door de ministerraad. Met de kritiek van de Raad van State, die het wetsontwerp in strijd acht met het internationaal recht (DM 02/09), en van de commissie voor de bescherming van de privacy hield de regering geen rekening.

Premier Verhofstadt verdedigde gisteren de beslissing met het argument dat “de maatregel werd genomen in uitvoering van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie-Rwanda”. Kenners weten dat de Belgische blauwhelmen destijds bijvoorbeeld niet in staat bleken om het telefoonverkeer van en naar de haatzender Radio Mille Collines af te luisteren. Het voorontwerp van Flahaut is precies bedoeld om de veiligheid van onze eigen troepen en die van bondgenoten tijdens opdrachten in het buitenland te verzekeren, alsook ter bescherming van de in het buitenland verblijvende Belgen.

Momenteel mag de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de krijgsmacht (Adiv) uitsluitend militaire radiocommunicatie in het buitenland onderscheppen. Die bevoegdheid wordt nu uitgebreid tot het afluisteren van alle moderne communicatiemiddelen, zoals gsm’s, elektronische post via internet, communicatie per satelliet, eventueel in combinatie met “geavanceerde cryptografische middelen”. Meteen krijgt de Adiv meer bevoegdheden dan zijn burgerlijke tegenhanger de staatsveiligheid, die momenteel nog geen afluisteroperaties mag uitvoeren.

Vooral de groene staatssecretarissen Eddy Boutmans (Agalev) en Olivier Deleuze (Ecolo) hadden grondige bezwaren tegen het voorstel. Ze wisten de beslissing een week uit te stellen en enkele kleinere toegevingen uit de brand te slepen. Maar in het huidige klimaat van antiterrorisme als gevolg van de aanslagen van 11 september is het niet makkelijk om tegen de stroom in te roeien, zo valt te vernemen in de omgeving van de groene bewindslieden. Minister Flahaut stelt dat sinds 11 september “de nood aan samenwerking tussen de verschillende inlichtingendiensten groter is geworden”.

De eerste tekst van Flahaut voorzag dat de chef defensie (de nieuwe benaming van de stafchef van het leger) de controle heeft over afluisteroperaties. “De Adiv legt ieder jaar, bij het begin van de maand december, voor toelating aan de chef defensie een lijst voor met organisaties of instellingen die het voorwerp zullen uitmaken van interceptie van hun communicaties tijdens het komende jaar”, aldus het voorstel. “Deze lijst vermeldt voor iedere interceptie de motivering en de voorziene duur. Binnen de vijf werkdagen neemt de chef defensie een beslissing en deelt deze mede aan de Adiv.”

De militaire veiligheid maakt vervolgens de jaarlijkse lijst over aan het Comité I, het orgaan dat namens het parlement de inlichtingendiensten moet controleren. In de uiteindelijke tekst die door de ministerraad werd goedgekeurd, is het niet langer de chef defensie maar de minister van Defensie, de politieke verantwoordelijke dus, die zijn toelating moet geven voor het afluisteren.

Met de bezwaren van de Raad van State, die opwierp dat de tekst in strijd is met het internationaal recht en met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, houdt ook de definitieve tekst echter geen rekening. Ook het nochtans vernietigende advies van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levensfeer, legt de regering naast zich neer. Elke vorm van afluisteren van communicatie is volgens dit advies “een inbreuk op het privé-leven van het individu en een schending van het briefgeheim” en is enkel mogelijk onder strikte voorwaarden.

“Het feit dat de intercepties voornamelijk gericht zijn op communicatie die in het buitenland wordt verstuurd, geeft de Belgische staat niet het recht om aan deze principes te ontsnappen”, stelt het advies. “Het is evident dat dergelijke communicatie bestemd kan zijn voor een Belgische burger. Zelfs indien het afluisteren in het buitenland gebeurt en enkel buitenlandse burgers worden geviseerd, blijft de Belgische staat gebonden aan de verplichtingen van de Europese Conventie.”

Bron » De Morgen