Psychopaten zijn anders

Het brein van psychopaten ziet er onder een scan anders uit dan dat van de doorsnee medemens, zo ontdekten ze aan King’s College London. Jarenlang een kind opsluiten en misbruiken, tientallen jonge mensen neerschieten, gebouwen opblazen, zelfs de meest begrijpende ziel kan sommige daden niet begrijpen. Misschien omdat de hersenen van psychopaten structureel anders zijn, zo ontdekten psychiaters aan King’s College London.

“Vijf procent van de mannen in een maatschappij pleegt zeventig procent van alle gewelddaden”, legt Nigel Blackwood aan de telefoon uit. “Deze mannen hebben Anti Social Personality Disorder. ASPD betekent dat ze minder respect hebben voor normen, regels of andermans gevoelens, weinig schuldgevoel hebben, maar wel een lage tolerantie voor frustratie en de neiging tot agressie. Binnen die vijf procent voldoet ongeveer een derde aan de criteria voor psychopathie.

Psychopaten hebben absoluut geen empathie of spijtgevoelens en gebruiken agressie om te bereiken wat ze willen. Wegens het duidelijke gedragsverschil noemen wij mannen met ASPD in deze studie heethoofden en psychopaten koudhartig. Laatstgenoemden beginnen vroeger en plegen meer en diversere misdaden. Ze reageren bovendien niet goed op behandeling.”

King’s College London onderzocht 44 gedetineerden met ASPD die waren veroordeeld voor poging tot moord, moord, verkrachting en zware slagen en verwondingen. Zeventien van hen waren psychopaat en als controlegroep werden ook 22 doorsnee mannen gescand. “Dankzij MRI-scans ontdekten we een robuust, structureel verschil in de ‘sociale’ hersenen, van psychopaten,” vertelt Blackwood. “Ze hadden significant minder grijze materie in bepaalde delen van de prefrontale cortex en de temporale kwab, die een rol spelen bij het inschatten van andermans gevoelens en actief zijn als we morele beslissingen moeten nemen. Die structurele verschillen passen precies bij het gedrag dat psychopaten vertonen.”

Even opvallend is het feit dat er geen verschil te zien was in de hersenen van mannen met ASPD en de controlegroep. “Verrassend, omdat het gedrag van mannen met ASPD zo extreem is”, vertelt Blackwood. “Belangrijk ook, omdat het betekent dat bij deze mannen een aangepaste behandeling wel degelijk effect kan hebben. We zijn vaak heel pessimistisch als het over gewelddadige misdadigers gaat en gooien ze allemaal op een hoop, maar er is een belangrijk verschil tussen mannen met ASPD en psychopaten. De heethoofden kunnen goed reageren op de juiste therapie. Over hoe psychopathie behandeld kan worden, weten we heel weinig, en er wordt ook niet veel fundamenteel onderzoek naar gedaan.”

Als psychopathie af te lezen is aan onze hersenen, kan een breinscan dan ook gebruikt worden om een diagnose te stellen? Dat zou het leven van bijvoorbeeld gerechtspsychiaters die moeten oordelen over de toerekeningsvatbaarheid van misdadigers, makkelijker maken. Maar zo eenvoudig is het niet, legt Blackwood uit. “Ik zou op basis van één breinscan niemand als psychopaat durven te omschrijven. Zelfs niet iemand als Breivik, neen. Daarvoor is het probleem van psychopathie veel te complex.”

“Het zijn niet alleen onze hersenen die bepalen wie we zijn of wat we doen, ook onze kindertijd, ervaringen, opvoeding en gedrag vormen ons. Het beste bewijs daarvan is het onderzoek dat vandaag gedaan wordt naar kinderen die callous-unemotional-gedrag vertonen. Niet al die gedragsgestoorde kinderen groeien op tot psychopaten. Wetenschap kan soms heel verleidelijk zijn in een rechtszaal, maar we moeten voorzichtig zijn. Wat niet betekent dat onderzoek als dat van ons de visie van het justitiële systeem op sommige daders niet kan veranderen.”

Bron » De Standaard

Belgische overheid en bedrijfswereld vatbaar voor corruptie

De ministeriële kabinetten moeten drastisch worden ingekrompen en er moet een duidelijke taakverdeling komen tussen de kabinetten enerzijds en de administratie anderzijds. Dat is een van de aanbevelingen in een rapport van Transparency International over corruptie en integriteit in België.

Het onderzoek, dat werd uitgevoerd in samenwerking met drie Belgische universiteiten, is relatief mild voor ons land. In vergelijking met de rest van de wereld scoren we goed wat betreft integriteit, een concept dat Transparency hanteert als tegenovergestelde van corruptie. De regering, de openbare diensten en het bedrijfsleven vormen echter zwakke schakels.

“Op dit moment is er in België geen nationale strategie tegen corruptie”, zegt Jeroen Maesschalck van de KU Leuven, die het onderzoek leidde. “Dat uit zich in verschillende kleine zaken. Op het gerechtelijk niveau hebben onderzoeksrechters bijvoorbeeld te weinig bevoegdheden om vermogensaangiften te consulteren.”

Volgens minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) zullen veel problemen worden opgelost door de recente herindeling van de gerechtelijke arrondissementen en de kruispuntdatabank die in het vooruitzicht wordt gesteld.

Op het uitvoerende niveau loopt bij de politieke partijen een en ander mis. De commissie die de uitgaven van de partijen controleert is volledig samengesteld uit parlementsleden en de partijen zijn niet verplicht hun uitgaven te publiceren op hun websites. Bij de ambtenarij zou Transparency graag een strengere tuchtregeling zien en een wetgeving rond klokkenluiders.

Ondanks verschillende parlementaire initiatieven zijn die nog steeds niet beschermd. Dat laatste is volgens staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (SP.A) dan ook geen prioriteit. “Ik heb er mijn twijfels bij of dat veel zou uithalen. De versterking van de auditprocedure waaraan we werken zal meer zoden aan de dijk zetten.”

Crombez wil zich wel inzetten voor een hogere mate van integriteit bij de privébedrijven, al is dat een uitdaging van formaat. “De afgelopen jaren zijn er welgeteld vijf veroordelingen uitgesproken voor corruptie bij ondernemingen, tegenover 397 met betrekking tot ambtenaren.”

Volgens Transparency International zijn ook onze politiediensten voor verbetering vatbaar. Onder meer de politieke rol in de benoemingsprocedure wordt in vraag gesteld. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) is verbaasd: “Sinds de politiehervorming verloopt de rekrutering en benoeming volgens strikt objectieve procedures.”

Bron » Knack

Turtelboom verdedigt minnelijke schikking in Kamer

Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) heeft in de Kamer benadrukt dat de uitgebreide minnelijke schikking al sinds de stemming van de nieuwe wet in mei 2011 toegepast wordt. De rondzendbrief die dezer dagen heel wat stof doet opwaaien, moet vooral zorgen voor een uniforme interpretatie op het hele Belgische grondgebied, klonk het. De rondzendbrief in kwestie breidt het gebruik van minnelijke schikkingen in strafzaken gevoelig uit.

Bij gevallen van corruptie, bedrog, oplichting, computercriminaliteit, bendevorming en zelfs diefstallen zonder geweld kunnen criminelen via een schikking hun strafblad blanco houden. Turtelboom kreeg heel wat vragen over de nieuwe rondzendbrief. Oppositieleden Stefaan Van Hecke (Groen), Juliette Boulet (Ecolo) en Peter Logghe (Vlaams Belang) vrezen immers een “klassejustitie”, waarbij wie geld heeft zijn proces kan “afkopen”.

De liberale minister spreekt echter van een “realistische oplossing” voor complexe strafzaken, die uitzicht biedt op een “snel en zeker resultaat” zonder procedureslag met topadvocaten. Bovendien kan het voor fiscale en sociale fraude slechts indien alle verschuldigde lasten – plus intresten – zijn betaald, en na groen licht van de betrokken administratie. “De slachtoffers hebben steeds medezeggenschap”, onderstreepte Turtelboom.

Doel is niet om de staatskas te spijzen, vervolgde de minister. Het vormt een besparing voor Justitie en zorgt voor een snellere inning, maar blijft afhankelijk van zaak tot zaak. De eventuele opbrengst valt dus niet te voorspellen, klonk het. Wel is sinds de invoering van de wet in mei 2011 al 65 miljoen euro geïnd, waarvan 40,7 miljoen bij vier zaken in het ressort Antwerpen en 24,7 miljoen bij vijf zaken in het ressort Brussel. In Gent, Luik en Bergen zijn nog geen schikkingen afgesloten, aldus nog Turtelboom.

Bron » De Morgen

Rechters niet blij met minnelijke schikking bij zware misdrijven

De rechters zijn niet tevreden met de uitbreiding van minnelijke schikkingen in strafzaken. Dat zegt de Antwerpse onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe zaterdag aan VRT-radio. In een nieuwe rondzendbrief staat dat het parket in bepaalde gevallen ook voor zware misdrijven deals mag sluiten met verdachten. Cauwenberghe bang dat de rechtbanken en de onderzoeksrechters daardoor buitenspel worden gezet. Het openbaar ministerie krijgt volgens hem een te belangrijke rol.

“Men is hier heel ver gegaan om de beslissingen van rechtbanken terug ongedaan te maken of gerechtelijke onderzoeken die lopende zijn vroegtijdig af te breken. Men haalt het argument aan dat het langere procedures vermijdt. Maar we moeten ons toch de vraag stellen of dit allemaal wel zo gezond is. Ik heb het ooit eens als volgt geformuleerd: wie geld heeft, krijgt lekkers. Dat wil zeggen dat verdachten die hun straf kunnen afkopen de mogelijkheid gaan krijgen om veroordelingen voor de rechtbank te vermijden”, aldus Van Cauwenberghe.

Bron » De Tijd

Zware criminelen mogen proces afkopen

Openbaar aanklagers mogen voortaan voor misdrijven waarop tot 20 jaar cel staat, deals sluiten met de verdachte criminelen. Dat staat in een rondzendbrief die het gebruik van minnelijke schikkingen in strafzaken sterk uitbreidt. Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) had aangedrongen dat de rondzendbrief er zou komen. De Tijd kon de rondzendbrief inkijken.

In maart vorig jaar sloten de partijen van de regering-Leterme een compromis om de fraude te bestrijden. De fiscus kon voortaan gemakkelijker bankrekeningen inkijken. En fraudeurs die vervolgd worden, konden gemakkelijker deals sluiten om hun proces af te kopen. Dat laatste betekende een uitbreiding van de ‘minnelijke schikking’ in strafzaken.

Criminelen konden al langer een geldsom betalen om een veroordeling te ontlopen, maar slechts in een zeer beperkt aantal gevallen. Het was alleen mogelijk zolang het onderzoek in handen was van de aanklager, het niet bij een onderzoeksrechter zat, en zolang het dossier nog niet voor een rechter was beland.

De nieuwe wet maakt de schikking mogelijk op gelijk welk moment, zolang er geen definitieve uitspraak van een rechter is, dus zelfs als de zaak al bij Cassatie ligt. De nieuwe wet kwam er op 11 juli, maar werd tot nu amper toegepast. Het was al die tijd wachten op een rondzendbrief van de procureurs-generaal. Er moesten nog belangrijke knopen worden doorgehakt. Voor welke misdrijven mochten aanklagers deals sluiten met verdachten? En welke procedures zullen uitschuivers voorkomen?

In maart klopte minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) bij de procureurs-generaal op tafel om de knopen door te hakken. En dat is nu gebeurd. De rondzendbrief, die eerstdaags verspreid wordt onder alle openbaar aanklagers in België, kan voor controverse zorgen. Onder andere door de behoorlijke lijst met misdrijven waarvoor deals mogen worden gesloten. Daarbij is lang niet alleen sprake van fraudezaken, zoals de regering-Leterme eerst liet uitschijnen.

Het gaat onder meer over corruptie, computercriminaliteit, bepaalde gevallen van slagen en verwondingen, bendevorming (tenzij de bende geweld gebruikt), diefstallen (zonder geweld of bedreiging) en alle vormen van bedrog en oplichting. Iedereen die een misdrijf heeft gepleegd, zowel mensen als rechtspersonen, mag voortaan de aanklager een schikking voorstellen. Dat kan voor misdrijven waarop tot 15 à 20 jaar cel staat. Ook de georganiseerde criminaliteit komt dus in aanmerking.

In de wet staat dat er geen sprake mag zijn van een ‘zware aantasting van de lichamelijke integriteit’. Maar de rondzendbrief geeft toch groen licht voor sommige gevallen van slagen en verwondingen. Bij ‘morele’ of ‘psychologische’ schade kan zelfs altijd onderhandeld worden. “De lijst met misdrijven gaat zeer ver”, erkent minister Turtelboom.

“Maar dat is goed. Voor sommige dossiers is een celstraf minder zinvol. Met een schikking ben je zeker van het resultaat, terwijl grote dossiers nog te vaak op niets uitdraaien. We zijn het er ook allemaal over eens dat er te veel processen zijn. Wel, dan moet je creatief durven te zijn en andere instrumenten aanreiken. Ik sta hier echt achter. Bij verkeersinbreuken aanvaarden we minnelijke schikkingen toch al langer? Het is trouwens een partijgenote van mij, Carina Van Cauter, die de wetswijziging vorig jaar mogelijk maakte.”

Toch kunnen er ook vragen gesteld worden over de scheiding der machten. De openbaar aanklagers hebben immers alle touwtjes in handen om deals te sluiten. De rechters staan buiten spel. Als de aanklager al tijdens een gerechtelijk onderzoek een deal will sluiten met een verdachte, ‘kan’ de onderzoeksrechter hooguit een ‘advies’ geven over de stand van zijn onderzoek. Meer niet. En als het proces al begonnen is, zullen de rechters niet mogen oordelen over de schikking zelf: of ze wel opportuun en proportioneel is. De rechters worden alleen geïnformeerd dat er een akkoord is en mogen alleen die formaliteit akteren.

De rondzendbrief gaat trouwens nog een stap verder. Als een rechter al een veroordeling heeft uitgesproken, zal de aanklager toch nog onder de straf mogen gaan die de rechter heeft uitgesproken. “Maar de rondzendbrief geeft ook minimumbedragen voor schikking in fraudezaken”, nuanceert Turtelboom. “Voor belastingfraudes zal de verdachte, boven op het vergoeden van de fiscus, de aanklager minstens 10 procent van de ontdoken belasting moeten betalen. Voor rechtspersonen is dat zelfs minimum 15 procent.”

Zowel het slachtoffer als de Belgische schatkist wordt dus vergoed, maar ook de crimineel vaart er wel bij. Want die is, ondanks de schikking, niet verplicht zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor de feiten te erkennen. Terwijl de andere verdachten die niet betaalden, wel nog vervolgd worden. In tegenstelling tot een vonnis of arrest is de ‘farde’ over de schikking niet publiek. Die wordt geklasseerd.

Als de onderhandeling niet tot een akkoord leidt, mag het gerecht ook niets doen met de informatie of documenten die tijdens de gesprekken zijn opgedoken. Die mogen niet meer als bewijs worden gebruikt, ook niet in andere procedures. Zelfs niet als over andere personen strafbare feiten aan het licht kwamen.

“In deze rondzendbrief zitten voldoende waarborgen”, vindt Turtelboom. “Zo kunnen slachtoffers tussenbeide komen bij de onderhandelingen én moeten ze hun zege geven aan de schikking. Bij fraude moeten de fiscus of de sociale inspectie eerst vergoed zijn. Er komen ook referentiemagistraten die de andere magistraten bijstaan.” De rondzendbrief wordt ten laatste over twee jaar geëvalueerd.

Bron » De Tijd