Aantal vaststellingen illegaal vuurwapenbezit met een vijfde gedaald

In 2011 werden in België 5560 gevallen van illegaal vuurwapenbezit vastgesteld. Dat blijkt uit de criminaliteitsstatistieken die dinsdag bekendgemaakt werden. In 2010 ging het nog om 6928 gevallen. Ook het dragen van en de handel in vuurwapens werd minder vastgesteld. Toch blijven de cijfers veel hoger liggen dan voor de invoering van de nieuwe wapenwet.

Het aantal gevallen van illegaal vuurwapenbezit daalden dus met 19 procent ten opzichte van 2010. In totaal werd 10.121 keer het bezit van illegale wapens vastgesteld. Het gaat daarbij bijvoorbeeld ook om boksbeugels en messen. In 2006, voor de nieuwe, verstrengde wapenwet van kracht was, deed de politie nog maar 3.656 vaststellingen van illegale wapens.

Ook het aantal vaststellingen van handel in vuurwapens daalde in 2011 significant ten opzichte van 2010, met respectievelijk 176 en 281 gevallen. 779 mensen werden in 2011 betrapt op het dragen van een vuurwapen. Dat cijfer blijft stabiel ten opzichte van de voorgaande jaren.

Volgens het Vlaams Vredesinstituut, een onafhankelijk instituut voor vredesonderzoek dat verbonden is aan het Vlaams Parlement, zijn de illegale vuurwapens niet alleen in handen van criminelen, maar bezit, sinds de verstrengde wapenwetgeving van 2006, ook een groot aantal gewone burgers een vuurwapen.

“Wapens die voorheen vrij verkrijgbaar waren, zoals jachtgeweren, werden bij de invoering van de wet vergunningsplichtig. Veel particulieren hebben bij de invoering van de nieuwe wapenwet hun wapen niet ingeleverd of geregulariseerd. Het wegwerken van de administratieve achterstand in de nasleep van het invoeren van de nieuwe wet, leidt er toe dat op basis van het Centraal Wapenregister meer en meer dergelijk illegaal wapenbezit wordt vastgesteld”, waarschuwt het Vredesinstituut.

Het instituut stelt dat er nood is aan eenvormige en meer kwalitatieve registratie bij de verschillende politiezones. “Om de strijd met illegale wapens aan te binden, is de politie vragende partij voor meer cijfermatig inzicht en een verdere capacitering van de diensten. Ook in het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 is dit als prioriteit opgenomen.”

Bron » Het Nieuwsblad

Turtelboom moet in drie jaar tijd hele strafprocedure hervormen

Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) wil een Commissie van Deskundigen oprichten om in drie jaar tijd de hele strafprocedure te herzien. Dat moet door de nieuwe Europese regels over bijstand aan verdachten. Dat zei ze zopas in de Kamercommissie Justitie, waar ze verslag uitbracht van de Europese Raad van Ministers van Justitie vorige week.

De Europese Commissie wil dat dat iedere verdachte recht heeft op bijstand door een advocaat tijdens alle verhoren bij alle misdrijven. In België kan dit alleen bij het eerste verhoor en het moet niet bij verkeersmisdrijven. Van de Europese Commissie mag de advocaat ook met zijn cliënt overleggen zolang hij wil, in België slechts een half uur. Van Europa mag de advocaat in verhoren vragen stellen en zelf antwoorden, in België niet. De Europese Commissie stoomde hierover een ontwerprichtlijn klaar.

Turtelboom zegde dat de Europese Commissie over haar ontwerprichtlijn nu onderhandelingen wil beginnen met het Europees Parlement. Die moeten rond zijn tegen het einde van dit jaar, zodat de richtlijn dan definitief wordt. Daarna krijgen de lidstaten van de Europese Unie drie jaar de tijd om hun rechtssysteem aan te passen aan die richtlijn.

Turtelboom: “Ik heb aan de Europese Commissaris voor Justitie, Viviance Reding, gezegd dat deze richtlijn voor ons veel te ver gaat. Ze heeft enorme budgettaire gevolgen en bovendien moeten we onze hele strafprocedure herzien. Ik heb ook een overgangstermijn van vijf jaar voorgesteld in plaats van drie, maar Reding drukte mij op het hart dat dit voor het Europees Parlement absoluut onhaalbaar is. Drie jaar is het maximum”.

De justitieminister zegde dat we dus onze hele strafprocedure zullen moeten hervormen in drie jaar tijd! “Daarom heb ik hulp gevraagd van deskundigen en universiteitsprofessoren. Het NICC (Nationaal Instituut voor de Criminologie en de Criminalistiek) moet samen met de Universiteit van Luik tegen september een studie maken van ons systeem van gratis rechtsbijstand en de gevolgen die dit soort veranderingen daarvoor kunnen hebben”.

Spanje, Italië, Portugal en Letland vonden het voorstel van de Commissie ook niet goed: ook zij meenden dat het toepassingsgebied te ruim was. Frankrijk vond dan weer net als België dat de termijn van drie jaar om de richtlijn om te zetten in het eigen rechtssysteem te kort was. Maar uiteindelijk bleven alleen nog België, Estland en Portugal kritisch voor het voorstel van de Commissie. Nederland en Luxemburg steunen de Commissie en ook Engeland zou willen meedoen.

Bron » Gazet van Antwerpen