Terroristen zijn niet gek, maar wat bezielt hen dan?

Het is verleidelijk om aanslagplegers gestoord en waanzinnig te noemen, maar volgens experts zijn die verklaringen te simplistisch. “Psychische stoornissen komen niet vaker voor bij terroristen dan bij de rest van de bevolking”, legt forensisch psychiater Rudy Verelst uit. Maar waarom plegen ze dan terreurdaden?

Bij de recente terreurdaden in West-Europa waren de ordediensten er vaak als de kippen bij om de aanslagplegers het etiketje van geradicaliseerde eenzaat met psychische problemen op te plakken. Het is verleidelijk om pakweg wie met een machete politieagenten aanvalt “gek” te noemen. Toch is volgens experts die verklaring te simplistisch.

“Er is geen psychologische aandoening die eruit springt bij aanslagplegers”, zegt forensisch psychiater Rudy Verelst (UZ Leuven). “Psychische ziektes of stoornissen komen niet vaker voor bij terroristen dan bij de rest van de bevolking.” De dynamiek binnen terreurcellen is volgens Verelst eerder sociologisch of via de sociale psychiatrie te verklaren.

Zo staat er vaak een narcistische leider-ideoloog aan het hoofd van een terreurcel die volgelingen om zich heen verzamelt die de eigenlijke terreurdaden plegen. De volgelingen zijn mensen die eerder een aanleg hebben tot afhankelijkheid en doorlopen vaak een heel proces van radicalisering. De eigenlijke terreurdaad gebeurt in veel gevallen onder invloed. “Als je vanuit een ideologisch proces zover komt om jezelf op te blazen, kunnen drugs helpen om de laatste drempel weg te nemen.”

Geen psychische stoornis, wel andere gemene deler

De zogenoemde lone wolfs die helemaal alleen – los van terreurcellen – handelen, zijn volgens Verelst in veel gevallen copycats die om heel uiteenlopende redenen gemediatiseerde aanslagen van terreurcellen imiteren. Verelst benadrukt wel dat er heel voorzichtig moet worden omgesprongen met dergelijke veralgemeningen.

“Terreur psychiatriseren is geen goed spoor om te volgen”, zegt psychiater Dirk De Wachter (KUL). “Dat is immers heel stigmatiserend voor mensen die wel psychische problemen hebben. Bovendien ligt de oplossing voor de problematiek niet bij het individueel behandelen van bepaalde risicogroepen, maar op gemeenschapsvlak.”

De gemene deler bij de plegers van terreurdaden is immers geen psychische ziekte, maar wel dat ze buiten de samenleving zijn terechtgekomen. Dat is volgens De Wachter iets wat terugkomt bij de meeste plegers van extremistisch geweld of ze nu zichzelf opblazen, met een truck de massa inrijden of met een machete politieagenten aanvallen.

“Deze mensen zijn om heel diverse en heel persoonlijke redenen gemarginaliseerd, buiten de samenleving gevallen en op een traject van ledigheid en zinloosheid beland”, legt De Wachter uit. “Ze proberen daaruit te ontsnappen door een grote daad – een aanslag – te plegen.”

Doordat ze net op deze roem uit zijn, moeten we volgens de psychiater na terreurdaden voorzichtig zijn met grote daderprofielen in de media. “Al lijkt het geheim houden van dergelijke informatie ook geen goed idee, omdat dit mogelijk paradoxaal genoeg een nog grotere heldenstatus zou kunnen creëren binnen bepaalde groepen.”

Bron » VRT Nieuws