Un lien entre l’affaire de Vielsalm et les attentats?

Des “petits gangsters” seraient responsables de l’attaque de Vielsalm, dit un mercenaire, qui tient par ailleurs beaucoup de propos contradictoires. Revoilà l’affaire Bommeleeër. Plus précisément l’existence éventuelle d’un lien entre l’affaire de la caserne de Vielsalm en 1984 et les attentats au Luxembourg.

Le mercenaire belge Lucien Dislaire a dit mercredi dans le Wort, que Vielsalm aurait été une affaire de petits gangsters. C’est un truand français, qui aurait ouvert le feu là, et l’aurait avoué plus tard à Dislaire.

Nico Graf n’est pas convaincu par ses propos.

Lucien Dislaire est donc de retour. Celui qui s’était présenté en mai 2014 au procès Bommeleeër en arborant un t-shirt sur lequel figurait l’inscription Mercenary 1960. Sous-entendu : moi, Dislaire, j’étais mercenaire katangais dans les années 60 au Congo. A l’époque, un putsch avait été mené contre la République du Congo et les fameux mercenaires katangais étaient du côté des putschistes, qui défendaient les intérêts belges, et qui avaient été payés pour cela. Dislaire s’était ainsi présenté au procès comme témoin rémunéré, avant d’avoir dit un mot.

Il dit aujourd’hui que l’attaque à la caserne de Vielsalm en 1984, où un sous-officier avait été grièvement blessé, aurait été menée par des petits gangsters. L’un d’entre eux le lui aurait avoué. Le problème est que l’homme qui lui aurait confié cela, est mort. Voilà qui est bien pratique.

Il y a toujours eu trois théories à propos de l’attaque de Vielsalm : celle du petit banditisme, celle des Cellules Communistes Combattantes (CCC) et celles des manoeuvres de l’OTAN dans l’Oesling en 1984, qui auraient dérapé. Et cela aurait été un événement précurseur des attentats à la bombe au Luxembourg.

Au cours du procès, il avait été demandé à Dislaire si Vielsalm avait quelque-chose à voir avec l’affaire Bommeleeër. Il avait tourné autour du pot avant de finalement déclarer qu’il n’y aurait aucun lien. Il avait pourtant dit dans les couloirs du tribunal, qu’il avait circulé en tant que civil de l’OTAN, avec des Luxembourgeois. Quand quelqu’un avait conduit le week-end, les commandants à la frontière, c’était bien parce qu’ils voulaient passer le week-end à leur domicile. “Les jeunes de Diekirch” les avait-il appelés et à son avis, ils auraient dû aussi être entendus lors du procès Bommeleeër.

Des Luxembourgeois dans le contexte de Vielsam donc, quelques mois seulement avant que la première bombe explose au pylône de Beidweiler. Et alors qu’un pylône avait été attaqué à 15 kilomètres de Vielsam pendant des manoeuvres.

L’ancien mercenaire belge au Katanga livre donc un message très contradictoire sur une éventuelle participation militaire aux attentats. L’avocate de la Défense, Lydie Lorang suivrait volontiers la piste militaire, la piste Yankee, en ce qui concerne les Bommeleeër. Dislaire s’était demandé qui c’était et comment on n’avait jamais enquêté là-dessus. Une question que se pose aussi l’avocate. Surtout quand on sait que Monsieur Harpes avait à l’époque retiré cette piste des enquêtes, alors que Lucien Dislaire avait dit qu’ils avaient été entraînés à Vielsalm et qu’ils avaient continué à le faire chez eux.

Il reste que Lucien Dislaire est un homme qui a travaillé sur commande, comme mercenaire, et qu’il en a le langage. Quand il parle aujourd’hui de petits gangsters à Vielsalm, il faut réfléchir de quoi il veut détourner notre attention.

Bron » RTL

Federale politie dringend extra mensen en middelen nodig

ACV-politie luidt de alarmbel. “Als de overheid niet dringend investeert in mensen en middelen voor de federale politie, komt de dienstverlening ernstig in het gedrang”, zegt Dirk Schockaert. Twee weken geleden diende politievakbond NSPV om dezelfde reden al een stakingsaanzegging in voor de federale wegpolitie.

Schockaert is voorzitter van ACV politie in Oost-Vlaanderen maar zegt dat op basis van wat hij op het basisoverlegcomité hoort, de klachten ongeveer overal gelijk zijn: “te weinig personeel, te weinig materiaal en vooral veel onzekerheid bij het personeel. Dat laatste gaat dan vooral over statuten en pensioen.”

“Laat het duidelijk zijn, onze oproep is vooral gericht op de overheid. De leiding van de federale politie kan er vaak zelf niets aan doen, ze zitten met evenveel vragen en zijn permanent in de weer om gaten op te vullen. Want door de onderbezetting stijgt ook het ziekteverzuim. Er komen wel 1.400 nieuwe aanwervingen dit jaar, maar er gaat minstens evenveel volk met pensioen. Wat is dan de winst”, vraagt Schockaert zich af.

“Mensen zitten met massa’s overuren die mogen overdragen worden en opgenomen moeten worden voor eind april. Wat heeft men nu gedaan. Die termijn verlengd tot eind 2017. Maar door het nijpend personeelstekort, stapelen de overuren zich op.”

Autowegpolitie

“De wegpolitie Oost-Vlaanderen is nog slechts met 51 personeelsleden voor de vier posten (Aalter, Gentbrugge, Wetteren, Zelzate). Alleen al voor de 24 uren-permanentie zijn 49 mensen nodig. Specifieke controles op overladen vrachtwagens en BOB-controles bijvoorbeeld, worden beperkt. Omdat er gewoon geen volk voor is. Om nog te zwijgen over het wagenpark dat aan vervanging toe is. Heel wat voertuigen hebben 350.000 km tot 400.000 km op de teller staan. Er worden er nieuwe besteld in 2017 maar lang niet genoeg om alle afgeschreven voertuigen te vervangen”, zegt Schockaert.

Hetzelfde probleem ziet hij bij de scheepvaart- en spoorwegpolitie. “Door personeelsgebrek is er bijvoorbeeld geen politie meer ’s avonds of ’s nachts in de stations van Gent of Brugge. En ook in de havens kan de scheepvaartpolitie enkel de gewone patrouilles doen. Voor specifieke acties zijn er geen middelen”, zegt de vakbondsman.

Politievakbond NSPV dient stakingsaanzegging in

Politievakbond NSPV diende twee weken geleden al een stakingsaanzegging in voor de federale wegpolitie. “We hebben geen auto’s of personeel om nog BOB-controles te doen. Dus doen we die ook niet meer”, zei NSPV-voorzitter Carlo Medo.

Volgens de vakbondsman is er een tekort aan alles.

“We kennen de problemen en we ­weten dat er heel veel gevraagd wordt van de politie. Maar we zijn bezig met een nooit geziene inhaalbeweging en doen een ­recordaantal aanwervingen. Die nieuwe mensen worden, gezien de situatie, vooral bij de terreurafdeling ondergebracht, maar dat wil niet zeggen dat we geen inspanningen doen voor de wegpolitie. Alleen zijn de middelen niet onbegrensd en vergt het nog wat tijd”, reageerde het kabinet Jambon toen. Dinsdagmiddag was er niemand bereikbaar voor commentaar.

Bron » De Standaard

Privacycommissie: “België heeft datawetgeving al aangepast, Europees arrest niet van toepassing”

Ons land wordt niet gevat door de uitspraak van het Europees Hof van Justitie over het bewaren van data over telecommunicatie, omdat België voordien al zijn wetgeving heeft aangepast. Dat zegt de Privacycommissie. In België geldt sindsdien geen algemene bewaarplicht meer, maar een “gerichte bewaarplicht”, luidt het.

Het moet gedaan zijn met het systematisch bijhouden van de gegevens over wanneer, waar en met wie u belt, zo vindt het Europese Hof van Justitie. Dat is namelijk een schending van de privacy. De Standaard spreekt vandaag over een opmerkelijk arrest. Volgens de krant betekent de uitspraak “een opdoffer” voor de politie en het gerecht in ons land.

Maar het arrest gaat helemaal niet over ons land, zo corrigeert de Privacycommissie. Het arrest heeft betrekking op Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De Privacycommissie wijst erop dat beide landen hun nationale bewaarplicht nog niet hadden aangepast aan een eerder arrest van het Hof van Justitie uit 2014, dat toen stelde dat een algemene bewaarplicht niet kan wegens disproportioneel. Zij moeten dus een nieuwe en afgebakende bewaarplicht invoeren.

België heeft zijn dataretentieregels wel al aangepast. Niet alleen omwille van het toenmalige arrest van het Hof van Justitie, maar ook omdat het Grondwettelijk Hof onze wetgeving ongrondwettig had verklaard. Sinds de aanpassing geldt bij ons een gerichte bewaarplicht, legt de Privacycommissie uit.

Metadata

Telecommunicatiebedrijven – denk aan Proximus, Telenet of Base – houden de zogenaamde metadata bij van uw bel- en surfgedrag. Het gaat dan niet om de inhoud van uw gesprekken, maar wel gegevens over wie met wie belt, voor hoe lang, hoe vaak, van waar, welke sites u bezoekt, enzovoort.

De telecombedrijven moeten die data volgens de Belgische wet een jaar lang opslaan, zodat ze eventueel gebruikt kunnen worden bij een gerechtelijk onderzoek. Na een jaar worden de gegevens gewist.

Het Europese Hof vindt het systematisch opslaan in strijd met de privacy. Bewaring mag, maar enkel beperkt tot “het strikt noodzakelijke”. De Europese richtlijn moet volgens het Hof zo worden gelezen “dat ze zich verzet tegen een nationale regeling die, ter bestrijding van criminaliteit, voorziet in algemene en ongedifferentieerde bewaring van alle verkeersgegevens en locatiegegevens van alle abonnees en geregistreerde gebruikers betreffende alle elektronische communicatiemiddelen”. Maar dat geldt dus nu al niet meer voor België, zegt de Privacycommissie.

“Blijf Belgische wet toepassen”

Toch reageert de Vereniging van Onderzoeksrechters niet opgezet met het arrest. “Ik weet niet of de rechters van het Europees Hof al strafonderzoeken hebben gevoerd, maar ze moeten me dan toch eens uitleggen hoe ik vooraf kan weten wie feiten zal plegen”, zegt Philippe Van Linthout, co-voorzitter. “Dat zou trouwens ook heel fijn zijn. Mijn verstand schiet hier tekort. Wij zijn verantwoordelijk voor het vinden van de waarheid en het oplossen van misdrijven, maar ook om te voorkomen dat aanslagen zoals in Zaventem nog gebeuren. Deze gegevens worden elke dag in elk onderzoek gebruikt.”

Van Linthout benadrukt op Radio 1 nog dat onderzoeksrechters nooit de inhoud bekijken, maar wel de metadata. “Wij gaan nooit bekijken wat u zegt of schrijft, maar wel hoe, met wie, en vanwaaruit. Zo leggen wij linken.” Hij wijst erop dat er nu al limieten zijn: “Als er vandaag een nieuwe verdachte opduikt in het onderzoek naar de aanslagen in Brussel, kunnen wij bijvoorbeeld al geen link naar Parijs meer onderzoeken, omdat die aanslag meer dan een jaar geleden is.”

De onderzoeksrechter wil voorlopig de Belgische wet blijven toepassen, tot er een eventueel arrest van het Belgische Grondwettelijk Hof komt dat de wet ongeldig zou verklaren. “Als iemand een alternatief weet hoe wij een verdwenen meisje terug kunnen vinden, waarvan het laatste spoor een chatbericht met een man op Facebook is, zonder die gegevens te mogen gebruiken, dan hoor ik dat zeer graag.”

Overheid bestudeert arrest

Door de beslissing van het Europese Hof is de wet zoals die in ons land bestaat, inderdaad niet plotsklaps ongeldig, maar ze geeft tegenstanders ervan wel munitie om de wet aan te vechten. De Liga voor de Mensenrechten is dat ook van plan. “Dit is voor mij een kerst- en nieuwjaarscadeau in één keer. Midden januari starten we de procedure om de Belgische regels te laten vernietigen”, zegt voorzitter en advocaat Jos Vander Velpen. “Deze uitspraak geeft ons goede hoop.”

Minister van Telecom Alexander De Croo en staatssecretaris voor Privacy Philippe De Backer (beiden Open Vld) vinden dat het wettelijk kader voor de bewaring van telecomgegevens een goede balans moet vinden tussen privacy en veiligheid, maar zeggen dat alles ook werkbaar moet blijven voor de politie- en gerechtelijke diensten. “Men kan van deze mensen ook niet het onmogelijke vragen.” Net zoals op het kabinet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) te horen valt, zijn ook de experten van beide liberale kabinetten het arrest grondig aan het bestuderen.

Volgens de liberale excellenties werd in de Belgische wet zorgvuldig gezocht naar een goede balans tussen privacy en veiligheid. Zo zijn er onder meer bijzonder strikte regels rond toegang tot de data. Verkeers- en locatiegegevens zijn enkel toegankelijk met een bevel van een onderzoeksrechter in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Voor de toegang tot identificatiegegevens geldt dat na een bevel van het parket. Advocaat privacy- en ICT-recht Jos Dumortier bevestigt dat laatste. Het arrest zal volgens hem nu grondig bestudeerd moeten worden om te kijken of die voorwaarden volstaan voor het Europese Hof.

Bron » De Morgen

Comité P weerlegt financiële problemen: “Wij zitten niet in geldnood”

Het Comité P, dat de politiediensten controleert, zit niet in geldnood. Dat staat in een persbericht te lezen. Het controleorgaan verzekert zelfs dat het voldoende middelen heeft voor de uitvoering van zijn kernopdrachten. Bovendien heeft het naar eigen zeggen “begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat die kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”.

De krant ‘De Tijd’ schrijft vandaag dat het Comité P in geldnood verkeert en bepaalde wettelijke opdrachten daardoor niet meer kan uitvoeren. De krant citeert onder meer Kamervoorzitter Siegfried Bracke, die in een verslag van de Kamercommissie zegt dat “de toestand na 2017 problematisch is”.

Het Comité P (VCP) heeft in een kort persbericht gereageerd. “Het VCP bevestigt dat de dotaties die voor 2017 zijn voorzien en ingeschreven, voldoende zijn voor de uitvoering van de kernopdrachten. Het VCP heeft bovendien begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat de kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”, luidt het.

Samensmelting

Het Comité gaat ook kort in op de suggestie van Bracke voor een samensmelting van het Comité P met het Comité I, het orgaan dat de inlichtingendiensten controleert.

“Het VCP is ervan overtuigd dat er in de toekomst synergieën mogelijk zijn met andere instellingen, zonder daarbij onze eigenheid uit het oog te verliezen”, luidt het cryptisch. “Het VCP kijkt met vertrouwen naar de toekomst en hoopt een serene houding van eenieder in dit debat.”

Bron » De Morgen

Te weinig geld om politie te controleren

Het Comité P, dat al een kwarteeuw de politiediensten moet controleren, verkeert in geldnood. Nu al kan het bepaalde wettelijke opdrachten niet meer uitvoeren, schrijft De Tijd vandaag.

Het gaat dan om opdrachten zoals de controle op de bijzondere inspectiediensten en de privéveiligheidsdiensten van de vervoersmaatschappijen, zoals die van de MIVB en de dienst Securail van de NMBS. Dat meldde Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) aan de Kamercommissie Comptabiliteit, die de rekeningen natrekt van alle instellingen, zoals het Comité P, die afhangen van het parlement.

Onvolledig personeelskader

Het Comité P werkt nu al met een onvolledig personeelskader. En ook de verlenging van de mandaten van verschillende commissarissen die audits uitvoeren bij het Comité P is wegens geldgebrek onzeker. De dotatie voor het Comité (8,4 miljoen euro volgend jaar) volstaat niet om de kosten te dekken (10,2 miljoen euro). Vanaf 2018 zijn de reserves die nodig zijn om de lagere dotatie te compenseren volledig opgebruikt. Dan is er te weinig geld om de uitgaven te dekken, waarschuwde Comité P-voorzitter Yves Keppens.

Problematisch

In het verslag van de Kamercommissie Comptabiliteit bevestigt Bracke dat “de toestand na 2017 problematisch is”. Hij zegt dat een grondig debat nodig is over de toezichthouders van zowel de politie als van de inlichtingendiensten (Comité I). Volgens De Tijd dreigen ook voor Comité I financiële problemen, net als voor de Privacycommissie en de federale ombudsman.

Bron » De Morgen