Privacycommissie: “België heeft datawetgeving al aangepast, Europees arrest niet van toepassing”

Ons land wordt niet gevat door de uitspraak van het Europees Hof van Justitie over het bewaren van data over telecommunicatie, omdat België voordien al zijn wetgeving heeft aangepast. Dat zegt de Privacycommissie. In België geldt sindsdien geen algemene bewaarplicht meer, maar een “gerichte bewaarplicht”, luidt het.

Het moet gedaan zijn met het systematisch bijhouden van de gegevens over wanneer, waar en met wie u belt, zo vindt het Europese Hof van Justitie. Dat is namelijk een schending van de privacy. De Standaard spreekt vandaag over een opmerkelijk arrest. Volgens de krant betekent de uitspraak “een opdoffer” voor de politie en het gerecht in ons land.

Maar het arrest gaat helemaal niet over ons land, zo corrigeert de Privacycommissie. Het arrest heeft betrekking op Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De Privacycommissie wijst erop dat beide landen hun nationale bewaarplicht nog niet hadden aangepast aan een eerder arrest van het Hof van Justitie uit 2014, dat toen stelde dat een algemene bewaarplicht niet kan wegens disproportioneel. Zij moeten dus een nieuwe en afgebakende bewaarplicht invoeren.

België heeft zijn dataretentieregels wel al aangepast. Niet alleen omwille van het toenmalige arrest van het Hof van Justitie, maar ook omdat het Grondwettelijk Hof onze wetgeving ongrondwettig had verklaard. Sinds de aanpassing geldt bij ons een gerichte bewaarplicht, legt de Privacycommissie uit.

Metadata

Telecommunicatiebedrijven – denk aan Proximus, Telenet of Base – houden de zogenaamde metadata bij van uw bel- en surfgedrag. Het gaat dan niet om de inhoud van uw gesprekken, maar wel gegevens over wie met wie belt, voor hoe lang, hoe vaak, van waar, welke sites u bezoekt, enzovoort.

De telecombedrijven moeten die data volgens de Belgische wet een jaar lang opslaan, zodat ze eventueel gebruikt kunnen worden bij een gerechtelijk onderzoek. Na een jaar worden de gegevens gewist.

Het Europese Hof vindt het systematisch opslaan in strijd met de privacy. Bewaring mag, maar enkel beperkt tot “het strikt noodzakelijke”. De Europese richtlijn moet volgens het Hof zo worden gelezen “dat ze zich verzet tegen een nationale regeling die, ter bestrijding van criminaliteit, voorziet in algemene en ongedifferentieerde bewaring van alle verkeersgegevens en locatiegegevens van alle abonnees en geregistreerde gebruikers betreffende alle elektronische communicatiemiddelen”. Maar dat geldt dus nu al niet meer voor België, zegt de Privacycommissie.

“Blijf Belgische wet toepassen”

Toch reageert de Vereniging van Onderzoeksrechters niet opgezet met het arrest. “Ik weet niet of de rechters van het Europees Hof al strafonderzoeken hebben gevoerd, maar ze moeten me dan toch eens uitleggen hoe ik vooraf kan weten wie feiten zal plegen”, zegt Philippe Van Linthout, co-voorzitter. “Dat zou trouwens ook heel fijn zijn. Mijn verstand schiet hier tekort. Wij zijn verantwoordelijk voor het vinden van de waarheid en het oplossen van misdrijven, maar ook om te voorkomen dat aanslagen zoals in Zaventem nog gebeuren. Deze gegevens worden elke dag in elk onderzoek gebruikt.”

Van Linthout benadrukt op Radio 1 nog dat onderzoeksrechters nooit de inhoud bekijken, maar wel de metadata. “Wij gaan nooit bekijken wat u zegt of schrijft, maar wel hoe, met wie, en vanwaaruit. Zo leggen wij linken.” Hij wijst erop dat er nu al limieten zijn: “Als er vandaag een nieuwe verdachte opduikt in het onderzoek naar de aanslagen in Brussel, kunnen wij bijvoorbeeld al geen link naar Parijs meer onderzoeken, omdat die aanslag meer dan een jaar geleden is.”

De onderzoeksrechter wil voorlopig de Belgische wet blijven toepassen, tot er een eventueel arrest van het Belgische Grondwettelijk Hof komt dat de wet ongeldig zou verklaren. “Als iemand een alternatief weet hoe wij een verdwenen meisje terug kunnen vinden, waarvan het laatste spoor een chatbericht met een man op Facebook is, zonder die gegevens te mogen gebruiken, dan hoor ik dat zeer graag.”

Overheid bestudeert arrest

Door de beslissing van het Europese Hof is de wet zoals die in ons land bestaat, inderdaad niet plotsklaps ongeldig, maar ze geeft tegenstanders ervan wel munitie om de wet aan te vechten. De Liga voor de Mensenrechten is dat ook van plan. “Dit is voor mij een kerst- en nieuwjaarscadeau in één keer. Midden januari starten we de procedure om de Belgische regels te laten vernietigen”, zegt voorzitter en advocaat Jos Vander Velpen. “Deze uitspraak geeft ons goede hoop.”

Minister van Telecom Alexander De Croo en staatssecretaris voor Privacy Philippe De Backer (beiden Open Vld) vinden dat het wettelijk kader voor de bewaring van telecomgegevens een goede balans moet vinden tussen privacy en veiligheid, maar zeggen dat alles ook werkbaar moet blijven voor de politie- en gerechtelijke diensten. “Men kan van deze mensen ook niet het onmogelijke vragen.” Net zoals op het kabinet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) te horen valt, zijn ook de experten van beide liberale kabinetten het arrest grondig aan het bestuderen.

Volgens de liberale excellenties werd in de Belgische wet zorgvuldig gezocht naar een goede balans tussen privacy en veiligheid. Zo zijn er onder meer bijzonder strikte regels rond toegang tot de data. Verkeers- en locatiegegevens zijn enkel toegankelijk met een bevel van een onderzoeksrechter in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Voor de toegang tot identificatiegegevens geldt dat na een bevel van het parket. Advocaat privacy- en ICT-recht Jos Dumortier bevestigt dat laatste. Het arrest zal volgens hem nu grondig bestudeerd moeten worden om te kijken of die voorwaarden volstaan voor het Europese Hof.

Bron » De Morgen

Comité P weerlegt financiële problemen: “Wij zitten niet in geldnood”

Het Comité P, dat de politiediensten controleert, zit niet in geldnood. Dat staat in een persbericht te lezen. Het controleorgaan verzekert zelfs dat het voldoende middelen heeft voor de uitvoering van zijn kernopdrachten. Bovendien heeft het naar eigen zeggen “begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat die kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”.

De krant ‘De Tijd’ schrijft vandaag dat het Comité P in geldnood verkeert en bepaalde wettelijke opdrachten daardoor niet meer kan uitvoeren. De krant citeert onder meer Kamervoorzitter Siegfried Bracke, die in een verslag van de Kamercommissie zegt dat “de toestand na 2017 problematisch is”.

Het Comité P (VCP) heeft in een kort persbericht gereageerd. “Het VCP bevestigt dat de dotaties die voor 2017 zijn voorzien en ingeschreven, voldoende zijn voor de uitvoering van de kernopdrachten. Het VCP heeft bovendien begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat de kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”, luidt het.

Samensmelting

Het Comité gaat ook kort in op de suggestie van Bracke voor een samensmelting van het Comité P met het Comité I, het orgaan dat de inlichtingendiensten controleert.

“Het VCP is ervan overtuigd dat er in de toekomst synergieën mogelijk zijn met andere instellingen, zonder daarbij onze eigenheid uit het oog te verliezen”, luidt het cryptisch. “Het VCP kijkt met vertrouwen naar de toekomst en hoopt een serene houding van eenieder in dit debat.”

Bron » De Morgen

Te weinig geld om politie te controleren

Het Comité P, dat al een kwarteeuw de politiediensten moet controleren, verkeert in geldnood. Nu al kan het bepaalde wettelijke opdrachten niet meer uitvoeren, schrijft De Tijd vandaag.

Het gaat dan om opdrachten zoals de controle op de bijzondere inspectiediensten en de privéveiligheidsdiensten van de vervoersmaatschappijen, zoals die van de MIVB en de dienst Securail van de NMBS. Dat meldde Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) aan de Kamercommissie Comptabiliteit, die de rekeningen natrekt van alle instellingen, zoals het Comité P, die afhangen van het parlement.

Onvolledig personeelskader

Het Comité P werkt nu al met een onvolledig personeelskader. En ook de verlenging van de mandaten van verschillende commissarissen die audits uitvoeren bij het Comité P is wegens geldgebrek onzeker. De dotatie voor het Comité (8,4 miljoen euro volgend jaar) volstaat niet om de kosten te dekken (10,2 miljoen euro). Vanaf 2018 zijn de reserves die nodig zijn om de lagere dotatie te compenseren volledig opgebruikt. Dan is er te weinig geld om de uitgaven te dekken, waarschuwde Comité P-voorzitter Yves Keppens.

Problematisch

In het verslag van de Kamercommissie Comptabiliteit bevestigt Bracke dat “de toestand na 2017 problematisch is”. Hij zegt dat een grondig debat nodig is over de toezichthouders van zowel de politie als van de inlichtingendiensten (Comité I). Volgens De Tijd dreigen ook voor Comité I financiële problemen, net als voor de Privacycommissie en de federale ombudsman.

Bron » De Morgen