Justitie verkwist miljoenen bij vernietigen wapens

Nog nooit heeft een crimineel betaald voor het vernietigen van de wapens die bij hem in beslag zijn genomen. Nochtans verplicht de wet dat, schrijft De Tijd. Justitie plakte er echter nog geen tarief op, waardoor de staat miljoenen euro’s misloopt.

“De kosten van de bewaring en het vervoer van de wapens tot op de plaats van vernietiging en de vernietiging zelf komen ten laste van de veroordeelde”, staat in de wapenwet van 2007. Dat blijkt in de praktijk echter niet te gebeuren, aldus N-VA Kamerlid Koenraad Degroote, “omdat er in het koninklijk besluit over de gerechtskosten in strafzaken geen item voorzien is over het vernietigen van wapens. Ook in de rondzendbrief staat daarover niets.”

9,85 euro

Navraag van De Tijd bevestigt dat geen enkele veroordeelde al moest betalen voor het vernietigen van illegale wapens. “In zijn uitspraak zal de rechter bij de verbeurdverklaring van de wapens wel vragen dat de vernietiging gebeurt op kosten van de veroordeelde. Maar dat blijft altijd theorie”, vertelt Francis Clarysse, woordvoerder van het Gentse parket-generaal.

“Dat komt omdat er nog geen officiële tarieven zijn voor het transport en de opslag van de wapens. Er is alleen een forfait van 9,85 euro voor de loonkosten van de vernietiging. Zolang er geen algemeen tarief is, gebeurt alles op kosten van Justitie.”

15.000 wapens

Jaarlijks worden in België ongeveer 15.500 illegale wapens vernietigd. Volgens Degroote kunnen de bewaar-, vervoers- en vernietigingskosten samen “gemakkelijk oplopen tot 50 euro per wapen”. “Al tien jaar loopt Justitie dus jaarlijks ongeveer een half miljoen euro mis”, stelt hij.

Degroote vindt dat minister van Justitie Koen Geens “het probleem weigert in te zien”, Geens stelt dan weer dat “hij er helaas geen zicht op heeft in hoeverre deze kosten daadwerkelijk worden gerecupereerd bij de veroordeelde”.

Bron » VTM Nieuws

‘Ik verkocht wapens om te kunnen spioneren’

Negen miljoen euro zou wapenhandelaar Jacques Monsieur met illegale transacties verdiend hebben. In de Brusselse rechtbank voert hij aan dat zijn handel een dekmantel was voor spionage voor westerse regimes.

‘In de jaren 80 en 90 heb ik vijftien jaar gewerkt voor de DIA (Defence Intelligence Agency, de inlichtingendienst van het Amerikaans leger, red.). Toen de verstandhouding zoek raakte, ben ik door de Israëlische Mossad benaderd. En ook de Franse veiligheidsdiensten zochten mij af en toe op. Ik mocht met hun zegen wapens verkopen aan bepaalde regimes of groeperingen, ook als er een embargo was uitgevaardigd. Het was de perfecte dekmantel om het vertrouwen van de regimes te winnen en intussen inlichtingen te vergaren.’

Met zijn eerste antwoord sloeg wapenhandelaar Jacques Monsieur (64) de Brusselse rechtszaal gisteren meteen met verstomming. Welke spion zou zomaar de naam van zijn opdrachtgevers prijsgeven?

Monsieur begon zijn carrière bij een Amerikaanse wapenproducent. Hij zocht voornamelijk naar klanten in oorlogsgebieden waar, op basis van internationale embargo’s, geen wapens geleverd mochten worden. Zoals in Iran en Irak, een regio waar Monsieur zijn doorbraak forceerde op de internationale wapenmarkt.

‘Na de overwinning van ayatollah Khomeini vroegen de Amerikanen mij om een nieuw inlichtingennetwerk in Iran op te bouwen. De ­enige manier om er voet aan wal te krijgen, was het regime bieden wat de internationale gemeenschap weigerde: wapens.’ Mon­sieur verkocht de islamitische republiek 6.000 TOW-antitankraketten, goed voor 83 miljoen dollar.

Monsieur kwam ook in de Balkanoorlog aan de bak. Vanuit Iran leverde hij wapens zowel aan de Kroatische troepen als aan Bos­nische moslimstrijders. In Afrika verscheen zijn naam in het schandaal rond Elf Aquitaine, toen bekendraakte dat de Franse olieproducent in 1997 wapens had geleverd aan de toenmalige president van Congo-Brazzaville, Pascal Lissouba. Die werd door de huidige president Sassou Nguesso in het nauw gedreven.

Grote vis

Dat Monsieur snel een grote vis werd, blijkt uit de feiten waarvoor hij vandaag voor de Brusselse rechtbank terechtstaat. Tussen april 2006 en juni 2009 zou hij een rol gespeeld hebben bij de verkoop van vijf gevechtshelikopters, twaalf tanks en radiomateriaal aan Guinee-Bissau. Voorts zou hij 100.000 automatische geweren aan Libië hebben geleverd, plus 200.000 automatische geweren, vier gevechtshelikopters en twee straaljagers aan Tsjaad. Nog op het ­lijstje: luchtafweerraketten en pantservoertuigen aan Pakistan, zes C-130-transportvliegtuigen aan Indonesië, wisselstukken voor F1-gevechtsvliegtuigen en 13 miljoen kogels voor oorlogs­wapens aan Iran.

Het is niet de eerste keer dat Monsieur voor een rechtbank staat. In 2001 verdacht Iran hem van spionage en werd hij veroordeeld tot tien jaar cel. Een straf die hij na betaling van 400.000 dollar kon terugbrengen tot twee jaar. Terwijl hij in Iran in de cel zat, werd hij in oktober 2001 in ons land bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel voor wapenhandel met Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië. In Frankrijk kreeg hij vier jaar cel voor wapentrafiek naar Togo, Kazachstan en Qatar. In 2009 werd Monsieur in Amerika gepakt voor wapenhandel met Iran. Hij riskeerde daarvoor 65 jaar cel, maar dankzij info over het nucleaire programma van Irak en over het Iraanse leger, werd zijn straf tot 23 maanden teruggebracht.

Twee jaar cel?

Vandaag riskeert Monsieur in Brussel een celstraf van twee jaar. Het gerecht wil hem echter vooral financieel straffen. Geschat wordt dat zijn illegale handel hem negen miljoen euro heeft opgeleverd. Dat bedrag wil het gerecht terugvorderen, mogelijk door beslag te leggen op de 113 onroerende goederen die Jacques Monsieur en zijn zus geërfd hebben van hun ouders – hun vader was notaris.

Het vonnis volgt op 1 juni.

Bron » De Standaard