Over de rijkswacht, “Le Jonathan” en confituurbaden: wie is wie en wat is wat in nieuwe reeks “1985”?

Vanavond start op Eén de reeks “1985”, gebaseerd op het dossier van de Bende van Nijvel. Ook al is het fictie en hebben de makers zichzelf veel artistieke vrijheid gegeven, sommige scènes zijn herkenbaar. Een overzicht van de namen en feiten die in de eerste aflevering de revue passeren, om een en ander in historisch perspectief te plaatsen.

Rijkswacht

De rijkswacht was een van de drie politiekorpsen in ons land. Er was de gemeentepolitie, de gerechtelijke politie en de rijkswacht. Die drieledige organisatie leidde vaak tot een guerre des flics, een politieoorlog.

In 1985 was de rijkswacht nog een militair korps. Vandaar ook de militaire graden en de strikte hiërarchische verhoudingen die daarbij horen. De voertuigen van de rijkswacht zijn herkenbaar aan de grote oranje middenstreep.

Binnen de rijkswacht was er ook nog de Bewakings- en Opsporingsbrigade, kortweg de BOB. De BOB kan beschouwd worden als de rechercheafdeling. Zij werkten in burger en met anonieme auto’s.

In 2001 werd het Belgisch politielandschap grondig hertekend. Sindsdien is er sprake van een geïntegreerde politie op twee niveaus, het lokale (met de lokale politie) en het federale (met de federale politie).

Léon François

Léon François was commandant bij de rijkswacht. Hij had de leiding over het Nationale Bureau voor Drugs (NBD). Dat drugsbureau was gebaseerd op de Amerikaanse manier van werken (met technieken als provocatie en infiltratie) van de Drug Enforcement Administration (DEA). Maar voor die werkmethode bestond er toen in ons land nog geen wettelijke regeling.

Het liep helemaal fout. De leden van het NBD geraakten zelf betrokken bij de drugshandel en lieten zich ook rollen door doorgewinterde criminelen. De rijkswacht verloor niet alleen veel geld, maar leed vooral veel reputatieschade.

In de eerste aflevering wordt gesproken over een verlies van 1.650.000 Belgische frank (omgerekend ruim 41.000 euro, let wel: eind jaren 70). In werkelijkheid gaat het over de zogenoemde zaak-Touboul.

Een burgerinfiltrant – een gewone burger die door de politie werd ingezet – was met het geld gaan lopen en François wou dat verlies recupereren door zelf cocaïne te verkopen in Nederland. Het opzet mislukte. De Nederlandse recherche betrapten de Belgische “collega’s”.

Er wordt ook melding gemaakt van de zaak-Khan. Dat is een operatie in 1976 tussen het NBD en de DEA waarbij men zendingen drugs vanuit Pakistan gecontroleerd ons land binnenliet met de bedoeling een grotere trafiek te kunnen blootleggen.

Op 18 januari 1980 wordt rijkswachtcommandant Léon François aangehouden. Twee jaar later zal hij veroordeeld worden tot een straf van één jaar (met uitstel).

De zaak François kan beschouwd worden als een van de grootste naoorlogse politieschandalen van ons land.

François Raes

De “affaire François” wordt aan het licht gebracht door wachtmeester François Raes. Hij werkte ook bij het NBD maar kon de illegale gang van zaken niet langer meer aanzien. François Raes stapt naar het parket van Brussel en legt uitgebreide verklaringen af. Je kan hem beschouwen als klokkenluider.

De eerlijkheid en integriteit van de man wordt door het korps niet bepaald op prijs gesteld. Hij zal op een zijspoor gezet worden en wordt ook mikpunt van pesterijen. Op basis van zijn informatie startte er wel een gerechtelijk onderzoek.

Herman Vernaillen

Dat onderzoek naar de zaak-François zal geleid worden door majoor Herman Vernaillen (samen met adjudant Guy Goffinon, die in de reeks een licht andere naam krijgt). Herman Vernaillen neemt in het kader van dat onderzoek disciplinaire sancties tegen Madani Bouhouche en Robert Beijer.

In de nacht van 25 op 26 oktober 1981 wordt een aanslag gepleegd op majoor Vernaillen en zijn echtgenote. Er wordt gebeld aan het huis van de commandant en op het moment dat hij wil opendoen, wordt met zwaar geschut geschoten.

Het onderzoek naar de aanslag op Vernaillen wordt gevoerd door de BOB van Brussel. Daarin zit ook Madani Bouhouche, man die dus door Vernaillen geviseerd werd. Er zal nooit een sluitend bewijs gevonden worden in deze zaak. In 2010 zegt Robert Beijer wel dat hij, samen met vier anderen, achter de aanslag op Vernaillen zat.

Herman Vernaillen is naast Madani Bouhouche een hoofdfiguur in de eerste aflevering.

Madani Bouhouche

Madani Bouhouche treedt midden jaren 70 toe (samen met Robert Beijer) tot de rijkswacht. Hij gaat werken in de drugssectie van de Brusselse BOB. De man houdt er erg onorthodoxe praktijken op na en wordt verdacht van tal van misdrijven.

In aflevering 1 zien we hoe Bouhouche en Beijer betrapt worden op het afluisteren van de eigen collega’s. In werkelijkheid ging het om een gesprek van een BOB’er en diens informant, de Fransman Gérald Lafaurie, een bekend drugshandelaar.

Bouhouche en Beijer nemen zelf ontslag uit het rijkswachtkorps en beginnen een detectivebureau. In februari 1995 wordt hij door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor een reeks feiten, o.a. roofmoord.

Madani Bouhouche was een verwoed schutter en hij gaf zelf les in Leopoldsburg in de schietclub Target 121 in practical shooting. Hou goed het eindbeeld van de eerste aflevering in de gaten.

Madani Bouhouche wordt in verband gebracht met de “Groep G”. Dat is een groep extreemrechtse rijkswachters. Hij wordt door velen beschouwd als een van de kopstukken achter de Bende van Nijvel maar daarvoor is hij nooit veroordeeld.

De man overleed in november 2005.

Jonathan

“Le Jonathan” was een bekende nachtclub in Sint Gillis. De club werd bezocht door een merkwaardig allegaartje van rijkswachters, militairen, criminelen, politici… (In de reeks ziet u zelfs een ex-eerste minister.)

Eén van de meer zoetsappige verhalen die daarover verteld worden, zijn de fameuze confituurbaden, een begrip dat u letterlijk mag nemen. Er circuleren foto’s en filmpjes van schaars geklede dames tijdens deze “Rock and Roll dans la confiture” en tussen hen in Jean Bultot. Jean Bultot was directeur van de gevangenis van Sint Gillis maar zat wellicht beter aan de andere kant van de celdeur.

De man had een bedenkelijke reputatie door zijn extreemrechtse ideeën en al te nauwe banden met criminelen.

Hij was ontegensprekelijk betrokken bij een reeks misdaden, daarvoor is hij ook veroordeeld tot een celstraf van drie jaar. Het zijn feiten die genoemd worden in het kader van het dossier van de Bende van Nijvel. Maar zijn betrokkenheid bij de Bende (die hij zelf ontkende) is nooit formeel bewezen.

De man vluchtte naar Paraguay. Hij overleed in 2021.

Bron » VRT Nieuws