Verhoor onder hypnose: “Sleurs investeert in hersenspinsels”

Staatssecretaris Elke Sleurs (Gelijke Kansen, N-VA) rekent op hypnose om slachtoffers van seksueel misbruik te helpen getuigen. Gerechtspsychologen noemen die methode onbetrouwbaar. “Buitengewoon riskant, zelfs.”

8.000 euro heeft Sleurs veil voor de opleiding van twee agenten in de ‘forensische hypnose’. Zij zullen naar de VS trekken om daar een cursus te volgen bij Marx Howell, een voormalige marinier die in Texas al dertig jaar hypnosetechnieken doceert. Bedoeling, zegt Sleurs, is zwaar getraumatiseerde slachtoffers van seksueel geweld onder hypnose te verhoren om zo de herinneringen die zij ‘geblokkeerd’ hebben te achterhalen. Liberaal Kamerlid Nele Lijnen reageerde meteen met applaus. Gerechtspsychologen noemen het initiatief “volstrekte onzin”.

We zitten al de hele dag met dit bericht te lachen, zegt Peter van Koppen, hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. “Dit is een echte Belgenmop. De staatssecretaris negeert tachtig jaar wetenschappelijk onderzoek. Het is gewoon gênant.”

Uit vele onderzoeken blijkt herhaaldelijk dat bij een verhoor onder hypnose zelden nieuwe elementen opduiken. Het risico op pseudoherinneringen is juist heel hoog. Onder hypnose word je praatziek, zegt Harald Merckelbach, gerechtspsycholoog aan de Maastrichtste universiteit. “Het relaas klinkt erg overtuigend, maar is in feite gefantaseerd. De persoon onder hypnose gaat hier zodanig in op dat hij de eigen verzinsels gaat geloven. En dat ook blijft volhouden. Voor een verhoor is dat erg riskant.”

Zelfs wanneer mensen voor de hypnose expliciet te horen krijgen dat ze mogelijk onwaarheden zullen vertellen, blijkt uit onderzoek dat zij vatbaar blijven voor hersenspinsels. De agent die hen ondervraagt, is juist op zoek naar specifieke elementen. Het risico op suggestie – zelfs onbewust – is hoog.

In Nederland heeft het hoogste rechtscollege het gebruik van getuigenverklaringen onder hypnose jaren geleden verboden. “Ik sta versteld dat een staatssecretaris daar bij jullie mee wegkomt”, zegt Merckelbach. “In Nederland word je hiermee vierkant uitgelachen.”

‘Kortse weg naar dwaalsporen’

In ons land lijkt hypnose niet meer weg te denken uit de rechtbank. Ondanks ronduit pijnlijke uitschuivers uit het verleden. Het getuigenverhoor onder hypnose van de Bende van Nijvel was het werk van gerechtspsychiater Vincent Martin. Hij werd in 2005 zélf veroordeeld voor de verkrachting van zes vrouwen die hij tijdens hypnosesessies misbruikte.

Maandelijks worden de twee agenten binnen de afdeling gedragswetenschappen door zowel lokale als federale politie gesommeerd om getuigen te verhoren onder hypnose. “In situaties waarbij de getuige de informatie zelf niet meer uit het geheugen kan halen”, zegt Youri Schillinger. Hij is een van de twee agenten die naar Amerika trekken. Volgens Schillinger levert hypnose nieuwe elementen op. “Maar die zijn geen bewijsmateriaal op zich.”

Er is in de hele wereld geen enkele zaak te vinden, zo benadrukken wetenschappers, die is opgelost dankzij hypnose. “Een beetje advocaat kan met de overvloed aan publicaties over pseudoherinneringen een beroep zo winnen. Dat maakt dit plan nog erger: je maakt van een slachtoffer aangeschoten wild”, zegt Merckelbach.

In juni werd in ons land voor het eerst een man veroordeeld nadat zijn slachtoffer hem pas onder hypnose als dader kon aanduiden. Volgens de politie is de getuigenverklaring niet het enige bewijs tegen de man. De zaak hangt nog in beroep.

De woordvoerder van Sleurs benadrukt dat deze investering er onder andere komt op vraag van de politie. Mistoestanden uit het verleden wijt hij aan “een gebrek aan juiste opleiding”. Verder meent de staatssecretaris dat hypnoseverhoor bij slachtoffers van zedenmisdrijven een besparing kan opleveren: het slachtoffer doet het verhaal één keer, het verhoor wordt gefilmd. Een dure externe expert is niet nodig.

Maar de Nederlandse experten zijn formeel. Hypnose, zegt Merckelbach, “is een verspilling van dure politie-uren. Het is de kortste weg naar dwaalsporen. Dit is het domste voorstel dat ik in tijden heb gehoord.”

Bron » De Morgen

Balans na tien jaar hypnose: nul opgehelderde zaken en een lange reeks dwalingen

Nergens ter wereld was een geval bekend waarbij hypnose een misdrijf hielp op te helderen. De techniek ligt wel aan de basis van verschillende gerechtelijke dwalingen. Toch blijven politiemensen erin geloven.

In 1976 kapen drie schurken in het Californische Chowchilla een bus met 26 schoolkinderen. Het plan bestaat erin diens ouders losgeld te ontfutselen. Chauffeur Ed Ray weet te ontsnappen en in de latere tv-film They’ve Taken Our Children is te zien hoe hij na een hypnosesessie vijf van de zes cijfers van een nummerplaat kan memoriseren, waarna de politie de criminelen klist.

Wetenschappers hebben al uitvoerig aangetoond dat Ray in werkelijkheid twee cijfers memoriseert, allebei fout, en dat de zaak wordt opgehelderd dankzij gewoon politiewerk. Het kan niet beletten dat Chowchilla een baken van hoop blijft voor speurders die het even niet meer weten.

Bij de federale politie wordt eind jaren 90 onder leiding van psychiater Vincent Martin een hypnoseteam losgelaten op een reeks cold cases als de Bende van Nijvel en kinderverdwijningen. Nooit komen ze een stap dichter bij de opheldering. Martin wordt in 2005 zelf schuldig bevonden aan het verkrachten van zes patiëntes tijdens zijn hypnosesessies. Hij vlucht naar Zanzibar en het hypnoseteam sterft een stille dood. De balans na tien jaar hypnose: nul opgehelderde zaken.

Daartegenover staat een lange reeks gerechtelijke dwalingen, waarbij getuigen onder hypnose in Canada, de VS en Nederland onschuldigen in de gevangenis praten. Amerikaans onderzoek toont aan dat getuigenissen onder hypnose een waarheidsgehalte hebben van 14 procent, tegenover 40 procent bij niet-hypnose. Of, zoals Nederlands hoogleraar Harald Merckelbach samenvat: “Wie een betrouwbare verklaring wil krijgen, moet een getuige of verdachte niét onder hypnose verhoren.”

In België is er één zaak bekend waarbij hypnose een rol heeft gespeeld. Een volksjury in Luik acht Francis en Marco Gottschalk in 2000 schuldig aan een moord waarvan intussen vaststaat dat die niet is gepleegd. De bewijsvoering berust op een soort hypnosesessie. De zaak wordt gezien als de grootste gerechtelijke dwaling ooit in ons land: Francis is sinds vorig jaar vrij, zijn broer moet nog vier jaar zitten.

Bron » De Morgen

Bendeverdachte dan toch fantast?

Vandaag hoort Jean-Marie T. (67) of hij aangehouden blijft als verdachte in de zaak van de Bende van Nijvel. Een nieuwe getuige versterkt het beeld van een man die na een pintje teveel graag wilde verhalen vertelt.

Brusselaar Jean-Marie T. werd op 13 mei van zijn bed gelicht. In een café in Montpellier had hij zitten opscheppen over zijn rol bij de Bende van Nijvel. Een drinkebroer stapte daarop naar de politie.

De raadkamer van Charleroi stelde gisteren de beslissing over een verdere aanhouding met 24 uur uit. Eerst wil ze een nieuwe getuige horen.

“Ik vertrouw erop dat het verhoor van de getuige de raadkamer zal doen inzien dat mijn cliënt dient te worden vrijgelaten”, zegt Edmond Mairiaux, de advocaat van Tinck. “De identificatie van de getuige kwam er op onze vraag. Wij vragen dat hij geconfronteerd wordt met mijn cliënt.” Meer wou de advocaat gisteren niet kwijt, maar in speurderskringen werd een verband gelegd met robotfoto 17.

Die potloodtekening van een man met een zeemansmutsje kwam tot stand in 1996. Ooggetuigen van Bende-overvallen waren onder hypnose gebracht. Gele affiches met het resultaat, vijf boeventronies, hingen jarenlang in elk politiekantoor.

Mogelijk zijn het niet alle vijf Bendeleden. Robotfoto 17 toont een van de daders van een carjacking van een Austin Allegro op 10 mei 1982 in Elsene. De volgende ochtend werd de Austin teruggevonden in Lembeek, op zo’n 300 meter van een autogarage waar die nacht een VW Santana werd gestolen. Die laatste, snelle wagen werd gebruikt bij de eerste Bende-overvallen.

Jarenlang werd het verband tussen beide autodiefstallen niet in vraag gesteld. “Ik heb nog nooit gehoord over een autodief die een auto steelt om een andere auto te gaan stelen”, zegt Mairiau nu. “Mocht mijn cliënt in 1982 een carjacking hebben gepleegd, wat hij ontkent, dan zijn de feiten al lang verjaard.” Ook stal de Bende alleen maar de allersnelste modellen. De Austin daarentegen was rijp voor het schroot.

Als één mens kan zeggen of Tinck de carjacker was, dan wel het slachtoffer. In 1997 werd Tinck al eens verdacht en verhoord, nadat twee mensen hem hadden herkend in robotfoto 17. In 1997 kreeg die al foto’s van Tinck uit 1982 te zien. Toen ontkende hij formeel dat Tinck de carjacker was. Meer dan waarschijnlijk is hij de nieuwe getuige.

Volgens Mairiaux vond Tinck het in 1997 de ondervragingen omtrent de Bende van Nijvel best spannend. Vorige week getuigde een cafévriend op de RTBF hoe Tinck sindsdien oeverloos kon doorbomen over dood geschoten kinderen, zijn rekrutering bij de Bende via het leger en justitiële straffeloosheid in ruil voor een moord. “Hij wou aandacht”, zegt Mairiaux. “Hij beseft nu pas hoe dom dat was.”

Tussen 1982 en 1985 doodde de Bende van Nijvel 28 mensen, vooral bij raids op grootwarenhuizen. Het dossier verjaart over 16 maanden en een week. Vorige week al meldde de Luikse procureur-generaal dat Tinck een test met de leugendetector succesvol had doorstaan: “Hij liegt niet, waneer hij zijn betrokkenheid bij de misdrijven van de Bende betwist.”

Bron » De Morgen

Jean-Marie Tinck vertelde over de Bende “om te bluffen”

Jean-Marie Tinck (68) vertelde volgens onze bronnen dat hij chauffeur is geweest bij bepaalde overvallen van de Bende van Nijvel. En hij beweert ook dat hij de andere Bende-leden persoonlijk heeft gekend.

“Mijn cliënt heeft inderdaad tegen kennissen verteld dat hij deel heeft uitgemaakt van de Bende van Nijvel”, zegt Jean-Edmond Mairiaux, de advocaat van Jean-Marie Tinck aan De Standaard. “Maar hij heeft dat gedaan om op te scheppen, niet omdat hij ook echt bij de Bende van Nijvel was. Er zijn geen ernstige aanwijzingen dat hij iets met de Bende te maken heeft.”

De Brusselaar Jean-Marie Tinck werd vorige week maandag opgepakt nadat het gerecht had vernomen dat Tinck aan een vriend in het Zuid-Franse Montpellier had verteld dat hij lid was geweest van de Bende van Nijvel. De man uit Montpellier bevestigde het verhaal aan de Belgische speurders die hem drie weken geleden ondervroegen.

Hij zei aan de speurders hoe Tinck onder andere vertelde dat hij chauffeur was geweest van de Bende en dat hij ook geregeld met de andere leden afsprak in een café in Elsene en Etterbeek.

Hij zou over de overvallen zodanig veel details hebben verteld dat het volgens de speurders moeilijk te geloven is dat hij er niet effectief meer van weet. Tenzij hij de voorbije jaren over het onderwerp heel veel gelezen zou hebben.

Toen Jean-Marie Tinck vorige maandag in zijn appartement in Jette opgepakt werd, bevestigde hij onmiddellijk dat hij in Montpellier was geweest én dat hij daar sterke verhalen over de Bende van Nijvel had verteld. “De onderzoeksrechter heeft een psychiater aangesteld die onder meer moet nagaan of Tinck mythomane trekken heeft”, zegt de advocaat van Jean-Marie Tinck.

Maar mythomaan of niet, intussen draait het onderzoek naar Jean-Marie Tinck op volle toeren. De speurders ondervragen de volgende dagen kennissen van Tinck in Frankrijk, Brussel, Oostende – waar Tinck een bootje zou hebben – en Groot-Brittannië, waar zijn zus woont. Ze willen nagaan of hij ook aan hen dezelfde verhalen vertelde.

In de wijk van Jette waar hij al twintig jaar woont, noemen ze Jean-Marie Tinck ‘Le Marin’, de zeeman, omdat hij naar eigen zeggen heel zijn leven schipper is geweest. Een vriendelijke man die vaak alleen is, zeggen de buren. Hij draagt ook vandaag trouwens nog hetzelfde type blauwe zeemansmuts zoals als die te zien is op de beruchte robotfoto nr 17 van de Bende van Nijvel.

Het was op basis van die muts dat Tinck in 1997 door getuigen ook al werd herkend op de robotfoto’s die toen door de onderzoekers werden verspreid. Op basis van die getuigenissen namen speurders DNA-stalen en vingerafdrukken van Tinck maar dat leverde toen niets op. Hij werd toen niet ondervraagd.

De man op robotfoto 17 werd getekend op basis van een beschrijving door getuigen die onder hypnose werden verhoord. Zij waren in 1982 getuige van de diefstal van een Volkswagen Santana in 1982 in Lembeek.

Overvallers kwamen toen ’s nachts in een gestolen Austin Allegro ter plaatse aan een garage te Lembeek. Ze stalen de VW Santana uit de showroom. Die auto zou achteraf gebruikt zijn bij een overval in Maubeuge (Frankrijk) in augustus 1982 en op wapenhandelaar Dekaise in Waver op 30 september 1982. Beide overvallen worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Bij de overval op wapenhandelaar Dekaise werd ook op de politie geschoten. De VW Santana werd nog diezelfde avond later uitgebrand teruggevonden in Ukkel.

Maar Tinck ontkent dat hij daar iets mee te maken heeft. Of hij iets weet van de andere feiten die aan de Bende worden toegeschreven, zal nog moeten blijken. Feit is wel dat hij in zijn leven al drie keer werd veroordeeld voor extreem gewelddadige feiten.

Zijn eerste veroordeling kwam er in 1983 nadat hij in 1981 een man zwaar had verwond met een mes. In 1989 pleegde hij vergelijkbare feiten. In 1991 stak hij in een café in Ukkel een cafébaas dood met een mes. “Het is niet uitgesloten dat het brein achter de Bende gebruik maakte van dat soort domme krachten”, klinkt het in speurderskringen.

Overigens is de piste Jean-Marie Tinck niet de enige waar de Bende-speurders onder leiding van onderzoeksrechter Martine Michel dezer dagen aan werken. De piste kwam de voorbije weken een beetje uit de lucht gevallen naar aanleiding van een nieuwe getuigenis. De speurders concentreren zich ook vandaag vooral op het spoor naar extreemrechts dat tot doel had de staat te ontwrichten.

Martine Michel, de onderzoeksrechter die sinds 2011 het onderzoek voert, raakte de voorbije maanden in conflict met een aantal vroegere speurders nadat ze openlijk de kwaliteit van hun werk in twijfel had getrokken.

Bron» De Standaard

“J’ai vu les tueurs du Brabant”

Devant nous Philippe Clerbois. Le 9 novembre 1985, les tueurs du Brabant attaquent le Delhaize d’Alost, y laissent huit victimes tuées. C’est leur dernier raid, le plus sanglant, l’apothéose. D’Alost, les tueurs en VW Golf GTI filent plein sud vers le bois de La Houssière (Braine-le-Comte). Il est 20h20.

Vers minuit et quart, deux couples traversent ce bois à bord d’une Opel Kadett. L’obscurité dans la forêt est totale, la route étroite. Assis à l’arrière, Philippe Clerbois ignore que la VW Golf foncée que les quatre aperçoivent soudain dans la lueur des phares, immobilisée devant eux sur le bas-côté droit, est celle des tueurs impliqués depuis 1982 dans vingt-huit assassinats, dont huit, trois heures plus tôt.

Clerbois avait vingt-quatre ans. Aujourd’hui cinquante-deux. C’est son témoignage le plus précis que nous livrons. “Une initiative personnelle, dit-il hier. Pour pousser d’autres à parler. Car il y a des gens qui savent et se taisent.” Et Clerbois le sait mieux que quiconque, lui qui s’est tu pendant dix-neuf ans. Témoignage aussi de la dernière chance. Car dans moins de deux ans, l’enquête s’arrêtera pour cause de prescription.

“Ils étaient trois autour de la Golf, dont deux debout. C’était la seule voiture. Ses phares étaient éteints et l’intérieur pas éclairé. Au lieu dit de la Chapelle au Foya se trouve un Y. La voiture était garée au début de l’embranchement gauche, dirigée vers le Planoit et la sortie du bois. Avec nos phares, ils avaient forcément dû nous voir arriver. Le hayon arrière est ouvert ainsi que la portière conducteur. Nous ne roulions pas vite pour éviter les nids-de-poule. Ma réaction a tout de suite été de dire à la conductrice qui ralentissait: Non, ça pue, accélère.”

“Au Y, nous étions à 15 mètres. Un des hommes debout se trouvait devant la Golf à gauche de la route et faisait de grands signes de bras comme pour signaler leur présence. C’est celui que l’enquête a surnommé le Vieux. Ensuite, en partie caché par la portière ouverte, il y avait celui qu’on a appelé le Géant. Long, mince, élancé et grand, en effet. Il a les bras pendants et porte quelque chose qu’on ne voit pas. Une arme? Enfin derrière la voiture, à terre au pied du coffre dont le hayon je le répète est ouvert, il y a une masse. Mon ex-femme qui se trouvait à mes côtés est plus précise: un corps.”

On le sait, des portraits-robots ont largement été diffusés (affiches jaunes). Pour Clerbois qui est dessinateur industriel, ces portraits sont de qualité, fiables. Ils n’ont pourtant rien donné comme résultats. Les individus portaient des vestes de type militaire, des parkas smoke qui n’étaient pas, selon lui, kaki mais “noires”. Et des bonnets.

Philippe Clerbois ajoute cette précision qu’assis à l’arrière, il n’était pas dans la meilleure position. Bien moins en tout cas que la conductrice et son passager à l’avant. Mais tous deux ont refusé et, aux dernières nouvelles, refusent toujours de témoigner. Uniquement par peur, insiste Clerbois qui a encore croisé le couple il y a quelque temps.

Lui-même, Philippe Clerbois, s’est tu pendant dix-neuf ans avant d’accepter en 2004 de se soumettre pendant nonante minutes à un témoignage sous hypnose. Le procédé a tout fait ressortir, y compris des précisions qui sont connues des enquêteurs mais pas de Clerbois lui-même, les policiers ayant refusé de les lui communiquer. Pour Clerbois, il n’est pas trop tard. “Je fais cette démarche avec vous, pour pousser ceux et celles qui savent à témoigner à leur tour.”

Bron » La Dernière Heure