Gewezen disco-uitbater in cel wegens dranksmokkel

Het gerecht in Brugge heeft een crimineel netwerk opgerold dat voor miljoenen euro’s sterkedrank en bier naar Groot-Brittannië smokkelde. Een van de hoofdverdachten is de Antwerpe onderwereldfiguur Rudy Michiels, voormalige eigenaar van dancing Le Beau Zoo en Diamond Vodka.

De federale politie van Brugge en de speciale eenheden van de POSA vielen donderdagmorgen binnen op verschillende adressen van de organisatie, zowel in Knokke als in Antwerpen. In Knokke-Heist denderden de gewapende agenten binnen in zonnecenter Exoticsun, in Antwerpen vielen de onderzoekers onder meer binnen in de privéwoning van Michiels en in een loods van de bende. Rudy Michiels is een bekende en beruchte figuur in het Antwerpse nachtleven.

Michiels dook eind jaren 90 op als een van de eigenaars van de toenmalige dancing Le Beau Zoo. In diezelfde periode lanceerde hij zijn eigen vodkamerk – Diamond Vodka – dat later in handen zou komen van de gevreesde Israëlische topcrimineel Asher Doron. Over Michiels gaat ook het verhaal dat hij ooit zijn eigen ontvoering in scène te zette, met als doel om zijn toenmalige vrouw een smak losgeld afhandig te maken.

De naam van Michiels dook de afgelopen herhaaldelijk op in dossier van fraude en smokkel, maar door een of andere duistere reden kreeg Michiels het zelden of nooit aan de stok met het Antwerpse parket en de politie. Over Michiels gaat het verhaal dat hij zijn eigen ontvoering ooit in scène zette.

Het parket van Brugge ziet hem nu als een van de hoofdverdachten in een grote witwas- en smokkelaffaire. De bende beschikte over een aantal doaunedepots die werden gebruikt om grote hoeveelheden bier en sterkedrank naar Groot-Brittannië te smokkelen. De enorme winsten die dit opleverden, vloeiden naar het witwascentrum Dubai.

Opmerkelijk is dat de bende werd geleid door een vrouw: Chantal Roefs, uitbaatster van zonnecenter Exoticsun in Knokke-Heist. En ook Roefs, voormalige eigenares van een aantal beruchte bordelen, is ook geen onbesproken blad. Als eigenares van bar L’institut Bizar dook haar naam zelfs op in de dossiers van de Bende Van Nijvel en de Roze Balletten.

Roefs ontpopte zich tijdens het onderzoek van de gerechtelijke politie van Brugge als een keiharde gangsterleidster. Op zeker moment horen de speurders via de telefoontap hoe ze aan Michiels opdracht geeft om in het Nederlandse criminele milieu op zoek te gaan naar huurmoordenaars.

Roefs had immers nog een eitje te pellen met haar jongere ex-minnaar, die met een Ferrari en 600.000 euro cash aan de haal was gegaan. Voor de politie zat er niks anders op om de jongeman op te sporen en te waarschuwen voor het dreigende gevaar. De man leeft sindsdien ondergedoken.

Het parket van Brugge liet in totaal 5 verdachten opsluiten. De verdachten verschijnen vandaag voor de raadkamer in Brussel. Het parket wil voorlopig geen commentaar kwijt over de inhoud van het dossier.

Bron » Het Nieuwsblad

Maud Sarr, la prostituée des “ballets roses”, a séquestré un ex-client durant 2 ans

Aujourd’hui âgée de 65 ans, la prostituée Maud Sarr s’était fait connaître en pleine psychose autour des tueurs du Brabant. Dans une interview pour la VTM, elle affirmait avoir participé à des “ballets roses” en compagnie de politiciens et de mineurs. Elle est aujourd’hui jugée à Marche-en-Famenne pour une affaire particulièrement sordide.

“On croit avoir tout vu. Et pourtant, quand on examine ce que des humains sont capables d’infliger à leurs semblables, on est toujours stupéfaits.” Les propos de l’avocat de la partie civile résument bien toute l’horreur du calvaire enduré par George. Pendant deux ans, ce septuagénaire a été retenu prisonnier dans une habitation de Marche. C’est une perquisition menée en 2012 dans le cadre d’une enquête relative à des petites annonces à caractère proxénète qui a révélé l’enfer auquel le vieillard était voué.

Ce jour-là, les policiers retrouvent le malheureux, grelottant et à peine vêtu, condamné à vivre entouré de ses propres excréments, dans une cuisine glacée. La description que les enquêteurs font de l’endroit donne froid dans le dos. Une place à l’odeur nauséabonde, des seaux d’excréments et un lit de plastique placé à 30cm d’une chaise percée, remplie à ras-bord. Un clapier fétide dont le pauvre vieux ne pouvait s’échapper.

D’un côté, une porte dont on avait enlevé la poignée intérieure. De l’autre, un chenil gardé par un chien féroce. Au moment de sa libération, George se trouve dans un état pitoyable. L’œil crevé, recouvert d’eczéma, et atteint d’hyperglycémie, il est transporté en ambulance. C’est là qu’il éclate en sanglots. “Merci de m’avoir tiré de cet enfer,” déclare-t-il aux enquêteurs.

La principale responsable de cette odieuse détention n’est autre que Maud Sarr, une prostituée qui avait défrayé la chronique dans les années 90 en révélant l’existence de prétendus ballets roses entre des politiques et des mineurs. Elle est aujourd’hui poursuivie devant le tribunal correctionnel de Marche pour séquestration et privation de soin. Le parquet réclame jusqu’à 2 ans ferme pour elle et son fils, qui auraient perçu la pension de la victime pendant sa séquestration.

Bron » Sud Info

Bruno Bulthé: “Kleine criminaliteit bestaat niet”

Hij zoekt zelden de openbaarheid, maar na de doodslag op MIVB-inspecteur Iliaz Tahiraj moest het er uit. “Spuugzat” is Bruno Bulthé het gratuite geweld in de hoofdstad. “Ik beleef het als een falen dat we onze dienstverleners niet kunnen beschermen. En falen, daar kan ik niet mee om.” Een portretgesprek.

Het is niet omdat hij publieke optredens schuwt dat hij als magistraat niet op straat komt. Integendeel. U kunt hem over de middag wel eens treffen in een volkscafé in de Marollen. Hij mag er graag zijn boterhammetjes in een kom soep soppen. En het ‘afstappen’, zoals hij vorig weekend deed op de plek die Iliaz Tahiraj fataal werd, is hij ook nog niet helemaal verleerd, hoewel hij al vijf jaar onderzoeksrechter af is.

Ik heb ze altijd willen begrijpen, zowel de daders als de slachtoffers.” Enkele jaren geleden deed hij op eigen houtje de postronde over van een man die zich na pesterijen op het werk van het leven had beroofd. Postbodes, agenten, brandweerlui, buschauffeurs, ambulanciers: ze verdienen respect, geen beschimpingen, vuistslagen of kogels. “Ik kan daar slecht tegen”, zegt hij.

In de jaren negentig bouwde Bruno Bulthé zich een reputatie op met het verontrusten van hoge ambtenaren, ministers en partijvoorzitters. En een kardinaal, want Bulthé ging in 1997 Wim De Troy al voor met een huiszoeking in Mechelen. Ook hij was op zoek naar sporen van schuldig verzuim in de zaak van een pedofiele pastoor. Hij boog zich over dossiers van partijfinanciering en miljoenenfraude. De 400.000 pagina’s van het dossier-Beaulieu zijn zijn werk. Of dan toch van ‘zijn’ speurdersteam Cel 427. En hij nam er ook nog eens de Roze Balletten tussen. Ja, u herkende hem al van ver: Bulthé is de boertige onderzoeksrechter Willy De Decker in de trilogie Het Goddelijke Monster van Tom Lanoye.

“Ik heb het niet gezien, ik kijk geen televisie. Maar ik boertig? Ik ben een beleefd man, meneer. Alleen als het moet, kan ik vrij ruw te werk gaan. Er werd mij ooit eens de toegang tot een voornaam bedrijf ontzegd. Ik zeg tegen het madammeke aan de balie: ‘Ge gaat met mij mee naar boven, naar het kantoor van uw directeur-generaal. En als meneer mij niet wil spreken, laat ik hem ophalen.’ Ik ben daar boven netjes blijven wachten. Ik heb dat altijd zonder veel cinema gedaan. It’s part of the job.”

“Och, die reputatie.” Zwierig opent hij de kamerbrede wandkast in zijn kantoor en toont ons een collectie schaalmodellen van auto’s en tanks. “Die tanks kreeg ik van een collega die mij Pantzer Bruno noemde.” Er staan ook doodsprentjes in de kast, onder meer van agente Kitty Van Nieuwenhuysen. En een kaars uit Rome met de beeltenis van paus Benedictus XVI. “Cadeautje van een collega die de wijding bijwoonde”, zegt hij zonder enige zweem van spot. Hij, de notoir vrijzinnige. Verder: twee petjes. Eentje met insigne ‘Cel 427’, het ander met een Sovjetster. “Dat laatste is een souvenir van een rogatoire commissie naar Rusland in de zaak-Beaulieu.”

Maar het trotst is hij op de foto’s van zijn twee jonge kinderen. “Af en toe komt de oudste hier langs en dan grist hij een van mijn modelautootjes mee”, zegt Bulthé. Hij werd enkele maanden geleden, op zijn 63ste, nog eens vader. Moeder is de ruim een kwarteeuw jongere Peggy Coppens. Ze is de griffier waarvoor Wim De Troy zijn ontslag veil had omdat hij van zijn overste niet meer met haar mocht samenwerken. Dat ‘oude’ vaderschap? Ouders kunnen lang mee, weet hij. Zijn vader werd 88, zijn moeder 91. De vader van de kinderen Tahiraj blijft voorgoed 56. Misschien speelt het mee in de pikorde der dingen van de ouder wordende magistraat. Bij fraude verdwijnt er heel veel geld, maar geen mensenleven.

“Dat is heel juist! Ik heb het allemaal gedaan, al die grote dossiers”, wuift hij ze denkbeeldig weg over het Brusselse Poelaertplein. “Maar ik ben ook altijd beroerd geweest door het publiek belang. Ik mag wel zeggen dat ik een groot inlevingsvermogen heb. En ik vergeet nooit: alles kan elkeen van ons ten allen tijde overkomen.” Bulthé is een oude vos. Vraag hem naar de Bende van Nijvel en hij begint over de treinramp in Buizingen. Wilt u van hem weten hoe het zit met het oprukkende salafisme, hij rakelt de val van het IJzeren Gordijn op. En als ik het over Boer Clerck heb, begint hij over Felix.

Felix? “Een zeventiger uit het Pajottenland. Takelde zijn vrouw toe met wat hij dacht een pijpje van marmer te zijn, maar het was van kalk. Zij overleefde het, hij moest naar de cel. Ik ging hem daar bezoeken. ‘Ze gaat met mijn kasbons lopen’, jammerde hij. En dat hij zich van kant zou maken. Ik zeg: ‘Felix jong, ge verstaat, ge hebt uw vrouw de kop willen inkloppen, ik kan u niet naar huis laten gaan. Zeker niet in zo’n dorp gelijk het uwe, ge weet hoe de mensen zijn’.”

“Ik rekende erop dat er snel alternatieve opvang voor Felix zou worden gevonden. Want zo’n cel, dat is niets voor zo’n oude man. Kort daarna krijg ik telefoon. Felix had zich van het leven beroofd. Ik zie hem na al die jaren nog altijd voor mij staan, jammerend over zijn kasbonnekes. Niet dat ik mij schuldig voel hé, meneer. Wel betrokken.”

Beroert het u meer dan het gekapseisde Beaulieu-dossier?

“(Pruttelt zachtjes) Ik zeg: dat het afloopt zoals het afloopt. Elk zijn verantwoordelijkheid. Ik ga u iets anders vertellen. Op een dag vraagt een medewerker van het parket of er geen belet is want hij is ongerust over zijn zoon die al twee dagen niets meer van zich heeft laten horen. En of ik iets meer weet? En gelijk hij daar tegenover mij zit, zoals u nu, gaat de telefoon en verneem ik dat zijn zoon dood is. Zelfmoord. Ik leg de hoorn neer, kijk de man aan en vertel het hem. Hij heeft mij bedankt. Tot de dag van zijn pensioen stonden we af en toe samen in de lift. We knikten dan beleefd en dachten aan hetzelfde. Kijk, de haartjes op mijn arm gaan er wéér rechtop van staan. Ja, dat was een moeilijk moment.”

Moeilijker dan het echtpaar De Clerck in de boeien slaan in 1997?

“Voor mij zijn dat verdachten als een ander. Ik zie liefst zo weinig mogelijk mensen voor de rechter. Hoe meer zaken opgelost kunnen worden via herstelbemiddeling, hoe beter. Een aanhouding is ingrijpend. Ik arresteerde er zo’n 100 à 110 per jaar. Je treft daarmee ook hele families, ouders en kinderen, mensen die er niets mee te maken hebben. Maar om het met Edith Piaf te zeggen: Je ne regrette rien. Ik heb relatief weinig vrijspraken gekend. Ik ga er dus van uit dat ik er dan toch niet zo veel naast heb gezeten.”

In de zaak-Beaulieu …

“Men spreekt altijd over de zaak-Beaulieu, maar in veel andere belangrijke financiële dossiers zijn er minnelijke schikkingen. Daarmee geef je ook een juridische oplossing aan een probleem, het is zoals strafbemiddeling ook een manier om een dossier af te ronden.”

Het is geen échec?

“Ik ervaar dat nooit als een échec. Misschien had het anders kunnen lopen, maar er is in dat dossier veel werk verzet. Grondig, misschien te grondig naar de zin van sommigen. Mais les états d’âme des autres ne me regardent pas.”

Vorige maand gloorde er weer even hoop in het dossier van de Bende van Nijvel.

“Ik spreek niet graag over dossiers die de mijne niet zijn. Ik weet wel dat niets zo prangend is als de onzekerheid. Mensen willen weten. We zijn er om inbreuken en misdrijven op te sporen en te vervolgen. Maar los van de juridische afhandeling zijn we het slachtoffer vooral de waarheid verschuldigd. Ik beschouw dat ook als een sociale opdracht. Het is tasten en zoeken. Wij lopen ook dikwijls de werkelijkheid achterna.”

De dood van Iliaz Tahiraj of Kitty Van Nieuwenhuysen ervaart u zonder meer als een mislukking?

“Ja. Het is onze verdomde plicht om mensen die ten dienste staan van de maatschappij extra te beschermen. Als we daar niet in slagen, beleef ik dat persoonlijk als een falen. En falen, daar kan ik niet mee om. Vandaar dat ik zo emotioneel reageerde wellicht. Ik ben van nature nogal impulsief. Ik heb in mijn jonge jaren niet voor niets judo gedaan en rugby gespeeld. Intussen probeer ik zoveel mogelijk rationeel te zijn. Maar nu was ik het toch spuugzat. Hier werd een grens overschreden. Ik ben tegen elk geweld, zowel ten aanzien van personen als goederen.”

Het was een zwaar geval van verkeersagressie. U zou ook kunnen zeggen: dat gebeurt in een grootstad. Zoals burgemeester Philippe Moureaux en Freddy Thielemans het vorig jaar over ‘faits divers’ hadden.

“”(Gestoken) Er bestaan geen faits divers. Kleine criminaliteit? Ken ik niet. De bobonne die 5.000 euro aan kasbons kwijt is, voor haar is dat een zaak van levensbelang. Zij heeft er geen boodschap aan dat ik bezig ben met een grote zaak. Wat is er banaal aan een sacochendief? De dame die het slachtoffer wordt, houdt er behalve een ontwrichte schouder ook angst om buiten te komen aan over. Het vermindert de levenskwaliteit en zelfs de levensduur van mensen. Ik duld dat niet.”

“Iedereen moet met een gerust hart door Brussel kunnen lopen”, zei u twee jaar geleden al. Maar het blijft de spuigaten uitlopen. Van de meer dan 200 agenten die na opeenvolgende incidenten de voorbije jaren werden beloofd, zijn er maar enkele tientallen gekomen.

“Dat ieder voor zijn deur veegt. Wij zijn maar een deel van de keten. Ik zou blij zijn mocht ik er hier voor mijn afscheid (zijn mandaat als procureur loopt af in 2014, red) nog kunnen voor zorgen dat we eindelijk eens op volle kracht zijn. Op papier beschik ik over 128 magistraten. In werkelijkheid zijn er 26 plaatsen permanent onbemand. Nog eens twaalf mensen werken halftijds of zijn met zwangerschapsverlof. Maar we doen wat we kunnen en ik zie zelfs beterschap.”

“Ik heb de voorbije jaren vaak rond de tafel gezeten met burgemeesters, politiekorpsen en beroepsverenigingen. Die relaties waren niet altijd de beste, maar we zijn er toch in geslaagd alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Onze hoofdbekommernis is de stadscriminaliteit. We werken nu beter samen, er is permanentie. Recent hebben we zowaar felicitaties gekregen van een burgemeester. Het is ooit anders geweest. Voordien kregen we altijd op onze kop.”

Houdt u van deze stad?

“Enorm! Ik zeg het vaak tegen mijn collega’s van andere steden: in Brussel beleef je elke dag iets anders. Steek ik de straat over, dan zit ik in Congo. Ga ik de andere kant op, kom ik in de Marollen. Ik heb er maar een paar jaar gewoond, en dan nog in Ukkel. Maar ik kwam er graag op bezoek. Alleen de bedelaars hebben mij altijd een beetje gestoord. Pas op, ik weet wel dat er armoede bestaat. U wilt niet weten in welke miserabele wijken ik als onderzoeksrechter ooit ben afgestapt. Beter is het er niet op geworden. De golden sixties van mijn tienerjaren zijn lang vervlogen.”

De souvenirkast gaat weer open. “Mijn vader was officier op de lange omvaart, mijn moeder was van de Franstalige bourgeoisie uit Kortrijk. Ik ben enig kind, grootgebracht in de kolonie Congo, door boys en mama’s. Toen we in de jaren zestig met vakantie gingen naar Frankrijk, staken we in het plaatsje Bray-Dunes de grens over. De kinderen liepen er op blote voeten en niet omdat het zomer was! Bij ons in Oostende werden de bunkers van de Duitsers opgeblazen, daar dienden ze nog altijd als woonst. Ik zeg het: je moet nooit vergeten dat het ons allemaal kan overkomen. Dat is met misdaad net zo.”

U kunt niet om met falen, zei u al. Wel dan met tergend open vragen, zoals die over de Roze Balletten of de Bende van Nijvel?

“Weet u, in al mijn dossiers heb ik gedaan wat ik meende te moeten doen. Ik ben niet voor niets voor een vijftal parlementaire onderzoekscommissies verschenen. Ik heb vastgesteld dat er stukken verdwenen waren uit het dossier van de Roze Balletten. Ik heb dat laten onderzoeken. Sommige zaken zijn weer opgedoken, andere niet. Ik kan niemand met de vinger wijzen. We moeten soms leren leven met wat er is, meneer.”

De volksmond zegt dat wie niet vindt, niet hard genoeg heeft gezocht.

“U kent ongetwijfeld Georges Marchais, de vroegere baas van de Franse Communistische Partij. Hij zei: ‘Le bilan est globalement positif’. Ik kan het niet beter zeggen.”

Bron » De Standaard

De Bende van Nijvel is een geriatrische club

Tussen 1983 en 1985 pleegde p Bende van Nijvel een reeks brutale overvallen, met 28 dodelijke slachtoffers, voor het merendeel in supermarkten. De daders zijn nog altijd niet gevat. De beeldvorming over de Bende is vooral een gevolg van criminele paparazzi-journalistiek.

Het nieuwe boek van Guy Bouten, zijn tweede over dit onderwerp, vormt daar geen uitzondering op, stelt Jan Willems. In 2015 zullen de raids juridische verjaard zijn en wordt het dossier gesloten. Politici en journalisten hebben altijd een bizarre rol gespeeld in de beeldvorming over de Bende. Het nieuwste boek van Guy Bouten, zijn tweede over dit onderwerp, vormt daar geen uitzondering op. Criminele paparazzi-journalistiek.

De pornoficatie van ons dagelijks bestaan is echt niet van recente datum. De pretzender VTM zond op 13 februari 1990 een exclusief interview uit met Maud Sarr, een prostituee van Franse origine die in ons land bedrijvig was. Ze vertelde te hebben deelgenomen aan seksfuiven met vooraanstaanden, de zogenaamde Roze Balletten.

De meest bekende was de christendemocratische Brusselse politicus Paul Vanden Boeynants, in de volksmond VdB genoemd: oud-premier en dito minister van Landsverdediging, met een groot en invloedrijk netwerk van relaties, als zakenman veroordeeld wegens fiscale fraude, ontvoerd door de bende-Patrick Haemers, die eigenlijk gespecialiseerd was in brutale overvallen van geldtransporten.

Sarr citeerde ook de namen van enkele rijkswachtofficieren en magistraten. Eén van hen was de Nijvelse procureur des konings Jean Deprêtre. Door zijn autoritair en eigenzinnig optreden was het gerechtelijk onderzoek naar de Bende op zo’n barslechte manier gevoerd dat het gigantische dossier in 1987 voor nader onderzoek was overgemaakt aan het parket van Charleroi.

Menigeen beschouwde de getuigenis van Sarr als een aanwijzing dat er een verband bestond tussen die Roze Balletten en de Bende: de aanslagen van de Bende zou de liquidatie betekenen van lastige getuigen om die pikante affaire in de doofpot te stoppen. Het optreden van Sarr was hét ideale opwarmertje voor de aangekondigde ondervraging op 23 februari 1990 van VdB door de parlementaire onderzoekscommissie naar het falen van het gerechtelijk onderzoek naar de Bende.

In de dagen die het spectaculaire VTM-interview vooraf gingen, was er door enkele journalisten druk vergaderd in het advocatenkantoor van Hugo Coveliers, toen nog aan de Camille Huysmanslaan in Antwerpen. Coveliers, verkozene van de later ontbonden Volksunie, had als lid van de Bendecommissie het een en ander opgevangen over een afgesloten gerechtelijk dossier over een Brussels netwerk van publieke vrouwen die waren ingezet om industriële contracten voor Belgische ondernemers in de wacht te slepen. Sarr was destijds door de politie ondervraagd. Haar adres kwam terecht in de handen van de VTM-journalist die Sarr voor de camera’s bracht. Hij had er wel met medeweten van de toenmalige VTM-directie 20.000 Belgische frank (495,79 euro) moeten voor betalen.

De parlementaire vergaderzaal waar VdB werd verhoord, was tot in de nok gevuld. Maar een oude krokodil hoef je geen streken meer te leren. VdB maakte de commissieleden gewoonweg belachelijk. Coveliers, zoals VdB een pijproker, werd door de Brusselse politicus zelfs de raad gegeven daarmee te stoppen, want ongezond. Dat is nadien ook gebeurd, weliswaar na consultatie van een tandarts.

Dit verhaal over de wijze waarop de Roze Balletten in de publieke belangstelling werd gedropt, werp het licht op merkwaardige journalistieke en politieke zeden. Het verhaal staat niet in het boek van oud-VRT-journalist Guy Bouten omdat hij als journalist toen met iets anders bezig was. In zijn bibliografie staat evenmin het boek vermeld van Stef Janssens: ‘De namen in de doofpot’.

Op basis van officiële documenten beschreef de auteur de bizarre manier, waarop het gerecht die zaak van de Rode Balletten had aangepakt, lang voor de allereerste overval van de Bende. Heeft Bouten dat boek niet gelezen? Het bevat nochtans veel info die zijn stelling zouden kunnen stutten: de Roze Balletten zijn “een cocktail van wilde verhalen”, bedoeld om de speurders naar de Bende op het verkeerde been te zetten.

Want volgens Bouten is de Bende slechts één van de poppetjes in een groot complot met de CIA als marionettenspeler. Kortom, een verhaal over spionnen, het tweede oudste beroep ter wereld, en hun snode handlangers. Personen die sinds 1980 minstens tot pakweg driemaal toe zijn genoemd in de gerechtelijke kronieken van ons land maken deel uit van dit spel, zo lijkt het wel.

Idem voor extreemrechtse knokploegen, het neonazistische Westland New Post, het terroristengroepje Cellules Communistes Combattantes (CCC), notoire drugtrafikanten en gangsters van andere pluimage, corrupte politiemensen, … Complottheorieën verzinnen is simpel, ze bewijzen niet, ook al zijn ze intellectueel zeer aantrekkelijk. Bovendien kun je in een democratische rechtsstaat mensen niet beschuldigen en veroordelen zonder bewijzen aan te dragen.

Bouten zou toch beter moeten weten. Hij schrijft: “Er is niets zo bizar als inlichtingendiensten. In deze verborgen wereld waar niets is wat het lijkt en iedereen iedereen beliegt en bedriegt, is het ook nooit duidelijk wie aan de touwtjes trekt en wie wie manipuleert. Het onderscheid tussen vriend en vijand  verdwijnt in een flou artistique. Vrienden van vrienden blijken plots vijanden. Geheime diensten zijn ook vaak betrokken bij covert operations, het creëren van valse sporen en desinformatie, dubbele agenda en het toepassen van de contratheorie waarbij criminelen worden ingehuurd om strafbare feiten te plegen en hun daar bovenop vaak straffeloosheid wordt gegarandeerd.” Met deze opmerking schiet Bouten in zijn eigen voet!

Bouten is dermate overtuigd van zijn gelijk dat hij de speurders naar de Bende, inmiddels een geriatrische club, de les moet spellen. Ik heb met kritiek op de Cel Waals-Brabant die misdaden onderzoekt geen enkel probleem, integendeel. Wat heeft de CBW de afgelopen tien jaren eigenlijk gedaan buiten ruzie maken over wie de operationele leiding van het onderzoek heeft, reisjes maken naar het buitenland, een nieuw lid van het team dermate lastig maken dat zij is opgestapt, …

De hoofdvogel werd vorig jaar afgeschoten. In opdracht van de CWB doken toen kikvorsmannen met veel mediagedruis in het kanaal Brussel-Charleroi nabij Ronquières, op zoek naar bewijzen. Ze vonden niets. Alles was al opgevist! Want enkele maanden na de aanslag in Aalst (9 november 1985, acht doden, de allerlaatste raid) waren duikers op diezelfde plek al aan de slag geweest. Ze haalden enkele zakken boven, zorgvuldig samengesteld met wapens en voorwerpen die door de Bende waren gebruikt en gestolen in 1983 en 1985.

Dit gebeurde in opdracht van Freddy Troch, de magistraat die in Dendermonde het onderzoek naar de Bende-overvallen in Vlaanderen leidde. Na intelligent en vooral discreet onderzoek en dossierkennis. Die vondst is tot op heden de enig bewezen waarheid in dit dossier: het ging om uitermate goed georganiseerde misdadigers.

Bouten bedrijft gonzo-journalistiek. Hij is zelf een personage in het boek. Zo beschrijft hij zijn ontmoeting in 2010 met Willy V. “Willy is blij dat hij me van dienst kan zijn, want uitgerekend vorige maand heeft mijn boek Les Tueuries du Brabant gekocht. En inderdaad, het boek met de felgele kaft, een stuk van de Bendeaffiche voorstellend, ligt naast enkele prullaria op een tafeltje.” Daar ligt zijn tweede ook op zijn plaats: bij de prullaria.

Bron » De Wereld Morgen

Interpol zoekt Jean-Claude Garot

Jean-Claude Garot, bekend als de man die de wereld kennis liet maken met de Roze Balletten, wordt gezocht door Interpol. Garot staat op de Wanted-lijst van de Europese politieorganisatie omwille van de rol die hij zou hebben gespeeld in een miljoenenfraude bij de bouw van een sociaal woonproject in Honduras. In de jaren tachtig was Jean-Claude Garot niet weg te slaan uit het nieuws.

De Waalse journalist haalde toen geregeld de kranten als hoofdredacteur van het linkse weekblad Pour, waarvan in 1981 de redactie in brand werd gestoken, mogelijk door een extreem-rechts commando. Hij was ook de eerste die uitpakte met het dossier-Pinon en de beruchte Roze Balletten, de seks- en pedofilieverhalen met en door hooggeplaatste Belgen waarin ondermeer de zoektocht naar de identiteit van de Bende van Nijvel baadde.

Na de brand bij Pour ging Garot in zee met wielerkampioen Eddy Merckx, die hem vanaf 1983 naar de Verenigde Staten stuurde om daar het wielermagazine Winning Magazine op poten te zetten. Garot gaf een aantal bladen uit in de VS en bleef er tot 1997.

Toen keerde hij terug naar zijn geboortedorp Mozet in de buurt van Namen. Daar zette hij een nieuwe business op met de vrijetijdsonderneming X-Free Sport Management, die ondermeer mountainbike evenementen organiseert en parcours voor mountainbikes aanbiedt. Maar de nu 70-jarige Garot is ook in het buitenland actief gebleven.

In het Midden-Amerikaanse Honduras was hij sinds 2009 betrokken bij de activiteiten van de vastgoedonderneming Realco Investment van de Belg Michel Brukirer, een bekende naam in de wereld van het Belgische onroerend goed. In Brussel is hij aanwezig met vastgoedbedrijf en bouwpromotor Capitol Invest. Ook vastgoedbaron Michel Brukirer wordt gezocht door Interpol. Via zijn vastgoedonderneming Realco Investment stroomde meer dan 10 miljoen euro vanuit Europa naar Honduras.

In Honduras investeerde Realco in de bouw van luxueuze appartementsgebouwen met geld dat in Europa werd opgehaald. Sinds 2005, toen Realco Investment zijn activiteiten in Honduras begon, is er al meer dan 10 miljoen euro vanuit Europa naar Honduras gevloeid, verklaarde Brukirer zelf. Maar zijn Hondurese bedrijf werkte ook samen met de vroegere Hondurese president José Manuel Zelaya, die in juni 2009 met een militaire coup werd afgezet.

In opdracht van Zelaya was Realco betrokken bij een uitgebreid sociaal bouwproject: betaalbare woningen voor mensen met zeer beperkte middelen. En daar liep het fout. De Hondurese bank Banco Lafise diende begin dit jaar een klacht in bij het Hondurese gerecht: in het project voor betaalbare woningen zouden Realco en haar mensen verantwoordelijk zijn voor een fraude van ettelijke miljoenen euro met onderpanden en leningen van de bank.

Rechter Martha Murillo in Tegucigalpa, de hoofdstad van Honduras, vaardigde vorige maand een nationaal en internationaal aanhoudingsbevel uit tegen de ‘voortvluchtig’ Belgen Brukirer en Garot. Allebei staan ze nu op de Wanted-lijst van de Europese politieorganisatie Interpol en worden dus actief gezocht. In Honduras heeft Brukirer ondertussen alle schuld gelegd bij Garot en diens Italiaanse partner Luca Venturello.

Brukirer meldde op 24 maart van dit jaar in een brief aan de Hondurese krant La Tribuna dat hij Garot in 2009 had opgedragen om Realco te reorganiseren en dat Garot daarmee ook de totale financiële controle over het bedrijf had gekregen. Jean-Claude Garot, die nog altijd in Mozet is gedomicilieerd, was niet bereikbaar voor commentaar. Michel Brukiker evenmin.

Bron » Apache