Jean Bultot vraagt een billijke en milde straf

“Ik wil dat rechtvaardigheid geschiedt. De drie jaar effectief, die ik bij verstek gekregen heb, staan geenszins in verhouding met de feiten die ik werkelijk gepleegd heb. Ik heb fouten begaan, maar ben zeker niet de grote crimineel waarvoor men mij houdt. Daarom vraag ik u mij een billijke, aangepaste en milde straf te geven. U bent mijn enige hoop.”

Dat zei gewezen adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot gisteren tegen de raadsheren van het Gentse Hof van Beroep, waar het verzet behandeld werd dat Bultot aantekende tegen zijn verstekveroordeling wegens diefstal. De verdediging pleitte dat haar cliënt zich hoogstens aan heling schuldig gemaakt had. Het openbaar ministerie vroeg een bevestiging van de eerste veroordeling.

ln het raam van het monsterproces tegen de bende van Philippe De Staerke veroordeelde het Gentse Hof van Beroep op 30 juni ’87 Jean Bultot tot drie jaar effectief. De raadsheren vonden dat Bultot als mededader schuldig was aan twee nachtelijke inbraken in grootwarenhuizen in Waterloo en La Louvière in januari ’85. De buit bestond uit videomateriaal, dat een goede 1 miljoen frank waard was.

Op dat ogenblik vertoefde Bultot, die naar eigen zeggen voor zijn leven vreesde, al in het buitenland, waar hij ondergedoken leefde op een boerderij in Paraguay. Vandaar verhuisde hij naar Zuid-Afrika, waar hij aan dc bak kwam als wapeninstructeur. Eind vorig jaar leverde de Zuid-Afrikaanse regering hem aan ons land uit, om zijn gevangenisstraf van acht jaar – in Brussel kreeg hij nog eens 5 jaar effectief – uit te zitten. Bij zijn terugkeer tekende Bultot tegen beide veroordelingen verzet aan.

Opdrachtgever

Over de rol die Jean Bultot speelde bij de diefstal van dc video-toestellen verschilden de verdediging en het openbaar ministerie gisteren grondig van mening. Voor substituut-procureur-generaal Willy Acke stond het buiten kijf dat Bultot de opdrachtgever was en de feiten dus rechtstreeks uitgelokt heeft. Hij zond Leopold Van Esbroeck en Dominique Salesse, twee bekende figuren uit het Brusselse milieu, op pad om de diefstallen te plegen, ontving de buit en betaalde hen uit zoals tevoren afgesproken was.

De aanklager baseerde zich op de verklaringen van Van Esbroeck en Salesse, die hij als zeer geloofwaardig omschreef vermits ze tijdens het onderzoek naar de bende De Staerke spontaan zeer zware misdrijven opbiechtten. “Waarom zouden ze op dit punt plots gaan liegen? Ze hadden trouwens geen enkele reden om Bultot in diskrediet te brengen.”

De procureur-generaal vroeg ten slotte een bevestiging van de gevangenisstraf van 3 jaar. “Bultot heeft op schromelijke wijze misbruik gemaakt van zijn vertrouwensfunctie als gevangenisdirecteur. Hij heeft louche criminelen aangesproken om zich met alle mogelijke middelen te verrijken.”

Tussenpersoon

Verdediger René Verstringhe riposteerde waarom het hof maar dat deel van de verklaringen van Van Esbroeck en Salesse zou moeten geloven, die in het kraam van het openbaar ministerie passen.

“Wel geeft hij toe dat hij een video van de eerste inbraak te koop aangeboden heeft.” De advocaat meende dan ook dat zijn cliënt vrijgesproken moest worden van mededaderschap aan de diefstallen, waarmee hij nauwelijks uitstaans had. Hij vroeg en verkreeg een herkwalificatie tot heling van één videotoestel. De pleiter besloot met een oproep tot het Hof de feiten op hun ware ernst en omvang te taxeren en zich in de strafbepaling niet te laten meeslepen door de groteske fabeltjes die over zijn cliënt kwistig rondgestrooid worden.

Gerechtigheid

Jean Bultot kreeg als betichte het laatste woord. Op kalme en beredeneerde toon vertelde hij de raadsheren dat men de afgelopen zes jaren over hem de meest waanzinnige verhalen verteld heeft, maar dat daar niets van aan is.

“Men zegt dat ik betrokken was bij de Bende van Nijvel, de roze balletten, de moord op Juan Mendez, enz. Maar men schijnt te vergeten dat het parket mij in deze zaken tot nog toe niets ten laste gelegd heeft. Al die beschuldigingen komen trouwens uit de mond van één en dezelfde persoon, namelijk Leopold Van Esbroeck, die mij aan de galg wilde praten in de hoop strafvermindering te bekomen en de premie van 10 miljoen op te strijken, die uitgeloofd was voor de opheldering van de Delhaize-overvallen.”

Voorzitter Dooms beloofde op 28 februari arrest te vellen.

Bron » Gazet van Antwerpen