De diskettes van Neufchâteau: niets is wat het lijkt

De lijst ‘pedos divers’ waarmee Jean Nicolas vandaag wil uitpakken, is niet zo geheim of wereldschokkend als ze lijkt. Op de redactie van deze krant ligt ze al bijna drie jaar onder een dikke laag stof. Het document is onttrokken aan zes computerdiskettes die medio 1997 door een door het verloop van het Neufchâteau-onderzoek verontruste speurder werden gekopieerd uit de centrale computer van de Brusselse BOB.

Justitie maakte twee jaar lang jacht op de zes diskettes, maar kwam tot het inzicht dat kopieën overal zijn gaan circuleren. Het was al die tijd alleen afwachten tot iemand er misbruik van zou maken. Nu het eindelijk zover is, lopen alle sporen in dezelfde richting: Julien Pierre, de advocaat van Marc Dutroux.

Het is 23 maart 1998, 20.20 uur. Bij de rijkswacht van Marche loopt een telefoontje binnen van een man die later in processen-verbaal zal worden omschreven als “une personne digne de foi”. Een anonieme mens met eerbare bedoelingen dus.

Zijn relaas doet in Neufchâteau oren flapperen, zo blijkt uit pv 100.281 van de lokale BOB: “Hij meldt ons dat een persoon met wie hij in het verleden al eens contact had, hem zes computerdiskettes heeft overhandigd. Na ze te hebben getest op zijn pc, bleek dat deze relevante gegevens bevatten over gerechtelijke onderzoeken in de zogeheten Neufchâteau-affaires.”

Dat is een understatement, zo blijkt. Vanuit Neufchâteau krijgt rijkswachtmajoor Guissard de anonieme getuige zo ver dat die de diskettes op 25 maart per koerier laat brengen. Wat dan op het computerscherm te voorschijn komt, doet de majoor purper uitslaan: het complete dossier-Dutroux. Met alles erop en eraan.

Syntheses van verhoren van Dutroux, Martin, Lelièvre en Nihoul. Vermogensonderzoeken, getuigenissen, verslagen van huiszoekingen… Haast alle in de marge van de zaak-Dutroux behandelde affaires worden punctueel beschreven. Van de zaak-Di Rupo, de zaak-Loubna en graafwerken in Jumet tot de X-getuigenissen.

De verklaringen van X1 en de daarrond heropende onderzoeken naar onopgehelderde kindermoorden zijn goed voor drie volle diskettes. Op schijf AA.AA wordt het leven van Michel Nihoul beschreven.

Ze bevat ook de namen van ‘prominenten’ die hij zegt te hebben ontmoet op seksfuiven en andere gelegenheden. Helemaal achteraan op de laatste diskette (AA.DD) is er nog een rubriekje dat zonder discussie kan worden gezien als het minst relevante deel. ‘Pedos divers’ heet het. Het is de vergaarbak van anonieme en niet zo interessante meldingen over zedendelinquentie.

Guissard kan snel achterhalen waar de diskettes vandaan komen. Bij de financiële sectie van de Brusselse BOB bestaat er in die tijd een onderzoeksteam, de ‘antenne-Neufchâteau’. Daar heeft een speurder de taak van alle pv’s dagelijks een samenvatting in te tikken op zijn pc. Na een jaar is dat zowat de ‘harde schijf’ geworden van het hele onderzoek naar banden tussen Dutroux en georganiseerde criminaliteit.

Iemand heeft kennelijk de kans gezien om alles te kopiëren. Samen is dat goed voor vele duizenden (in Word ’95) printbare pagina’s. De dader, die nooit zal worden gevonden, maakt het Guissard niet makkelijk. Hij heeft een paswoord ingevoerd dat zich overzet op alle kopieën. Er gaat een hele poos over voor Guissard het weet te omzeilen.

Journalisten van De Morgen en het weekblad Télémoustique hadden hem kunnen helpen (het paswoord was ‘bxl’). Beide bladen hebben gelijkaardige diskettes al sinds medio 1997 in hun bezit en gebruiken ze mee als basis voor de berichtgeving over de zaak-Dutroux en aanverwante zaken. Het gros van de rubriek ‘pedos divers’ wordt hier op de redactie echter gezien als vermakelijke kolder.

De diskettes zijn tweemaal gelekt. Na het lek naar de pers, medio 1997, volgt er in maart 1998 een tweede lek naar enkele lui die zich uitgeven voor ‘de witte beweging’. Een van hen is Marc Toussaint, een jonge en erg enthousiaste rijkswachter die in 1997 kortstondig in het Neufchâteau-onderzoek actief was, maar uit protest tegen enkele beslissingen van zijn oversten zijn dienstkaart heeft ingeleverd.

Zodra Toussaint ‘zijn’ diskettes in handen heeft, is het hek van de dam. Terwijl de journalisten hun exemplaren angstvallig verborgen op een schuiladres, gaat Toussaint ermee leuren. De anoniemeling die de rijkswacht inlichtte, was meer dan vermoedelijk een politieman die Toussaint dacht te kunnen vertrouwen.

Mensenkennis blijkt niet echt zijn sterkte kant te zijn. Een andere persoon die denkt te kunnen vertrouwen, is Georges Frisque, een man die zich al jaren opwerpt als aartsvijand van Nihoul en Neufchâteau vaak tipt over diens doen en laten. Wat doet Frisque na zijn ontmoeting met Toussaint? Hij stapt op 29 april naar Neufchâteau om Toussaint te verlinken. Begin juni doet ook een Franstalige journaliste dat.

Op 4 juni 1998 verricht de Brusselse onderzoeksrechter Pignolet een huiszoeking bij Marc Toussaint. Die werkt en woont bij de met de adellijke wereld in aanvaring gekomen graaf Louis de Jonghe d’Ardoye. Op zijn kasteel in Sint-Genesius-Rode hebben Toussaint en enkele vrienden een heus hoofdkwartier ingericht, waar ze “zaken zullen uitspitten”. Ook de computers staan in het kasteel en daarop worden sporen op aangetroffen van de diskettes. Pignolet ziet snel in dat hij slechts één arm van een grote octopus vasthoudt. Wanneer hij ook bij de Brusselse psychiater Marc Reisinger binnen valt, is het weer prijs.

Ook Reisinger heeft dus kopieën en volgens de anonieme informant van Guissard ook plannen om alles via een site in de VS op internet te publiceren. Dat blijkt achteraf niet zo te zijn, maar de damage control lijkt wel te werken. Justitie weet dat er nog meer mensen rondlopen met kopieën, maar hoopt dat geen van hen er misbruik van zal maken. Al te veel ijver bij het opsporen van dit megalek zou er immers toe kunnen leiden dat de advocaten van Dutroux tijdens diens proces de nietigheid van de hele procedure kunnen bepleiten.

Op 25 mei 2000 wordt het onderzoek afgerond. Het Brusselse parket vraagt alleen de doorverwijzing van Toussaint naar de rechtbank (‘schending van het beroepsgeheim’). Daarmee zou de uiterst delicate zaak van de baan zijn geweest, was het niet dat in Groot-Brittannië plots de heisa rond News of the World losbrak. Hoe Jean Nicolas de floppy’s in handen kreeg, lijkt alvast geen geheim te zijn.

Een van de figuren waarmee Toussaint zich in ’98 op het kasteel van de graaf omringde, was Frédérique Lavacherie, een door de witte comités uitgespuwde vrijwilliger. Vandaag vermeldt de colofon van L’investigateur zijn naam als lid van het redactiecomité. De ‘lijst’ die het weekblad nu publiceert, is niets anders dan de kleine file ‘pedos divers’ uit floppy AA.DD.

Deze gegevens zijn grotendeels achterhaald of waardeloos. Zo is het moeilijk voorstelbaar dat iemand brandbommen zal gooien naar de in een anonieme brief aangewezen “homoseksueel”, wonende in de Lesbroussartstraat in Brussel “tussen huisnummers 76 en 86”.

In gerechtelijke kringen in Neufchâteau werden Nicolas gisteren andere motieven toegedicht. Er wordt zelfs gesproken over een “duidelijke hidden agenda”. Tijdens de middageditie van VTM verklaarde Nicolas dat hij met zijn actie onderzoeksrechter Connerotte wou steunen, “omdat die werd gehinderd in zijn zoektocht naar pedo-netwerken”.

Wie het gerechtelijke wereldje in het zuiden van dit land een beetje kent, weet echter dat Nicolas al sinds jaar en dag de nagel aan de doodskist van Connerotte is. Dat is het geval sinds de onderzoeksrechter achter hem aanzat wegens bedrieglijk bankroet.

Nicolas’ in 1997 verschenen boek Les pédophiles sont parmis nous ging onder meer over Connerotte, die samen met twee in het Dutroux-onderzoek actieve BOB’ers uit Bastenaken zijn boekje te buiten zou zijn gegaan. Toen een dancinguitbater die in hetzelfde boek van banden met de maffia wordt beticht een publicatieverbod eiste, kreeg de zaak in de media slechts aandacht vanwege de naam van de advocaat die optrad namens de uitgever van Nicolas: Julien Pierre, de advocaat van Dutroux.

Nog een leuk weetje. Les pédophiles sont parmis nous had nog een coauteur: Georges Frisque, de man die justitie ging tippen over het “schandelijke” lek. Frisque trekt de laatste maanden opvallend veel op met Pierre en diens andere grote cliënt, baron Benoît de Bonvoisin.

Zou het kunnen dat het Nicolas er enkel om te doen is de aandacht te vestigen op de diskettes en zo Dutroux een procedureel-technische dienst (een openbaring van een manifeste schending van het geheim van het onderzoek) te bewijzen? Dat lijkt nu wel het gevolg te worden. Gisteren werd al een huiszoeking verricht ten huize Nicolas in Luxemburg. Het ministerie van Justitie kondigt nieuw onderzoek aan naar de herkomst van de gepubliceerde gegevens.

Zoveel eer viel L’investigateur niet te beurt toen het de voorbije weken al bij herhaling andere prints uit de diskettes afdrukte, zoals in de editie van 3 augustus nog gebeurde met een print uit het dossier rond pedofiel Lucien V. Toen schonk niemand daar aandacht aan. De heisa in Groot-Brittannië had voor de verdediging van Dutroux echt op geen beter moment kunnen losbarsten.

Bron » De Morgen

‘Pedofielenlijst’ lijkt meer op sabotage Dutroux-onderzoek

De rechtbank in Namen heeft journalist Jean Nicolas verboden om in zijn Luxemburgse weekblad L’investigateur een “lijst” te publiceren van vijftig vermeende of veroordeelde pedofielen, hetzij op papier, hetzij via het internet.

De Liga voor de Rechten van de Mens spande een kortgeding aan. Nicolas, journalist en verantwoordelijke uitgever van het blad, moet “alle maatregelen nemen om binnen drie uur na de betekening van het dwangbevel alle exemplaren terug te halen, en dit op straffe van een dwangsom van 1 miljoen frank per exemplaar”. Hoe dat in de praktijk moet, is nog niet duidelijk, want het bewuste nummer 54 belandt normaal deze ochtend bij de zowat 800 Belgische abonnees.

Nicolas zegt dat hij navolging wil geven aan het initiatief van de Britse krant News of the World. “De enige reden waarom ik de lijst publiceer, is omdat ik wil dat bepaalde dossiers van pedofilie zouden vooruitgaan bij het parket van Neufchâteau”, aldus Nicolas tegenover De Morgen.

“Ik wil de politiemannen en magistraten die rond deze dossiers werken, een duwtje in de rug geven. Over de pedofiliedossiers wordt te weinig gepraat. Men is bijna vergeten dat Dutroux in de gevangenis zit.” Nicolas zegt “geen spijt” te hebben van de publicatie, ook indien die onaangename gevolgen zou hebben voor de vermelde personen: “Men kan geen omelet bakken zonder eieren te breken.”

In gerechtelijke kringen in Neufchâteau – en daarbuiten – worden Nicolas totaal andere motieven toegedicht. Bij de “lijst” die hij wou publiceren, gaat het eigenlijk om een paar prints uit een reeks van zes computerdiskettes die in 1997 door onbekenden uit het dossier-Dutroux gekopieerd werden bij de Brusselse BOB. De diskettes kwamen aanvankelijk alleen in handen van een kleine groep journalisten, onder andere van De Morgen.

De “lijst” waarmee L’investigateur uitpakt, werd door de redactie van deze krant al in 1997 beschouwd als irrelevant. De diskettes bevatten buiten de lijst wel zoveel gerechtelijke inside informatie dat zij door sommigen worden gezien als een mogelijke bedreiging voor het hele Dutroux-onderzoek. Julien Pierre, de advocaat van Marc Dutroux, zou dit “megalek” in theorie tijdens het proces kunnen inroepen om de nietigheid van de hele procedure te bepleiten wegens een flagrante schending van het onderzoeksgeheim.

Pierre is een kennis van Nicolas. Hij trad in 1997 op als advocaat van Nicolas’ uitgever omdat er een publicatieverbod werd geëist voor zijn boek Les pédophiles sont parmis nous. Ook blijkt dat diverse figuren uit de entourage van Pierre Justitie al jaren verwoed trachten te helpen om het “megalek” via een omweg te openbaren. Tot nu toe beperkte het Brusselse parket zich tot het beschuldigen van één ex-rijkswachter.

Tot gisterochtend zag het ernaar uit dat het onderzoek daar zou ophouden. Nu is Justitie verplicht opnieuw jacht te maken op de diskettes, waarvan intussen wellicht tientallen exemplaren circuleren. Gisteren liet het Brusselse parket al een huiszoeking verrichten bij Nicolas. Luxemburgse speurders legden onder meer beslag op zijn pc. De vaststelling dat Nicolas kopieën van de diskettes bezit, was geen grote verrassing. L’investigateur publiceerde er de voorbije weken al prints uit. Toen schonk niemand daar aandacht aan.

Dat Nicolas, zoals hij zelf zegt, in de bres springt voor “Bourlet en Connerotte”, werd in Neufchâteau onthaald op groot ongeloof. Les pédophiles sont parmis nous was één grote aanklacht tegen… onderzoeksrechter Connerotte. Nicolas werd er ook van verdacht mee aan de basis te hebben gelegen van publicaties die leidden tot het spaghettiarrest en de verwijdering van Connerotte uit het Dutroux-onderzoek.

Justitieminister Marc Verwilghen zei gisteren ontstemd te zijn omdat fundamentele rechtsprincipes zijn geschonden. “Het vermoeden van onschuld speelt, zolang iemand niet veroordeeld is. Dat is een basisprincipe van onze rechtsstaat. Ook de wet ter bescherming van het privé-leven dient gerespecteerd te worden. Enkel de politionele en gerechtelijke overheden mogen toegang hebben tot dergelijke gegevens.”

De reacties op de ‘stunt’ van Nicolas waren ook elders negatief. Zowel organisaties die opkomen voor de rechten van het kind als voor de begeleiding van daders, menen dat de publicatie het probleem enkel zal vergroten. Ook Paul Marchal en Jean-Denis Lejeune reageerden verontwaardigd. Zij vrezen dat pedofielen zullen vluchten in de anonimiteit, ver weg van alle controle en begeleiding.

Bron » De Morgen

Louis Michel krijgt kogel in de bus

Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel heeft enkele weken geleden op zijn kabinet in Brussel een brief ontvangen, waarin een kogel stak. Het Brussels parket opende een dossier en vertrouwde het onderzoek toe aan de cel Terrorismebestrijding van de rijkswacht.

Het gerecht is tot dusver karig met informatie over de zaak. In de omslag die Michel ontving, stak ook een brief, waarvan geen enkel element werd vrijgegeven, taal noch inhoud.

Minister Michel kreeg een reeks beveiligingsmaatregelen voorgesteld, zoals een gepantserd voertuig, een kogelvrije vest en een cursus veiligheid tijdens verplaatsingen. De minister zou de meeste maatregelen hebben geweigerd.

Het is niet de eerste keer dat een Belgisch politicus wordt bedreigd. Toen hij minister van Binnenlandse Zaken was, kreeg Louis Tobback ook een kogelbrief in de bus. En kort nadat topgangster Patrick Haemers uit Brazilië was uitgeleverd, kregen toenmalig minister van Justitie Melchior Wathelet en zijn gezin bescherming.

Bron » De Standaard