‘De samenleving heeft nog een lijk en een partij wapens te goed van Bouhouche’

Na twaalf jaar gevangenis is Madani Bouhouche het wachten beu. Nadat een vorige was afgewezen, diende zijn advocaat in juni een nieuwe aanvraag in voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI). De commissie die daarover beslist, aanhoorde gisteren het relaas van Elvire Cochet-Zwarts, de moeder van de jonge Sabena-veiligheidsagent die in 1982 werd vermoord, maar van wie het lijk nooit werd teruggevonden.

“Bouhouche weet waar het ligt”, zegt moeder Zwarts. “Het wordt tijd dat hij praat.” Francis Zwarts was 25 jaar oud, net vader geworden en nog niet zo lang in dienst bij Sabena. Hij werkte er als veiligheidsagent. Die avond, 26 oktober 1982, vervoerde hij een vrachtje juwelen ter waarde van 80 miljoen frank. Zwarts kwam nooit ter bestemming en nadat justitie eerst dacht dat de jongeman met zijn buit de benen had genomen, werd duidelijk dat het om een roofmoord ging.

Eind jaren tachtig bleek dan dat de ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer, specialisten in het illegaal aftappen van telefoons, de bewakingsdienst van Sabena hadden zitten afluisteren en perfect op de hoogte moeten zijn geweest van het doen en laten van Zwarts, die avond. Toen later een duur horloge opdook, wezen getuigenissen in de richting van Bouhouche. Beiden verschenen in 1995 voor het assisenhof in Brussel.

De moord op Zwarts was toen slechts één beschuldiging in een zeer indrukwekkende reeks, waaronder ook de moord op FN-ingenieur Juan Mendez, die in verband werd gebracht met de Bende van Nijvel. Gingen beide ex-BOB’ers voor de meeste feiten vrijuit, dan niet voor de zaak-Zwarts (en evenmin voor de moord op de Libanese diamantair Ahmad Ali Suleiman in 1989). Beijer kreeg veertien jaar cel, Bouhouche twintig. Doordat hij al jaren in voorarrest had gezeten, begon zijn advocaat Stéphane Lempereur al in 1997 aan de procedureslag voor een voorwaardelijke vrijlating.

Dat lag moeilijk, want Bouhouche en Beijer worden al jaren genoemd als spilfiguren achter de Bende van Nijvel, de spectaculaire wapenroof bij de Groep Diane, de gevechtseenheid van de rijkswacht, in 1981, en nog een handvol andere criminele mysteries uit die tijd. “Geen enkele justitieminister wou zijn handtekening zetten”, aldus Lempereur. “Mijn cliënt werd gegijzeld door de media, de publieke opinie en slecht geïnformeerde nabestaanden van slachtoffers van de Bende van Nijvel.”

Eind vorig jaar werd de nieuwe VI-wet van kracht. Voortaan was het niet langer de minister, maar een beperkte commissie van magistraten die over vervroegde vrijlatingen besliste. Bouhouche was er als de kippen bij. Zijn eerste verzoek werd afgewezen, vooral omdat hij had verzuimd een afbetalingsplan voor te leggen voor het betalen van schadevergoedingen van zijn slachtoffers – in casu de familie Zwarts.

De wet bepaalt dat de gedetineerde na zes maanden een nieuw verzoek kan indienen. “In die fase zitten we nu”, aldus Lempereur. “Op papier kan niets de vrijlating van mijn cliënt nog in de weg staan. En als hij niet Bouhouche zou heten, dan zou hij allang vrij zijn. Het parket-generaal van Brussel gaf een positief advies, het parket-generaal in Bergen gaf inmiddels toe dat vijftien jaar Bende-onderzoek geen enkel, maar dan ook geen énkel element tegen Bouhouche heeft opgeleverd.”

“We hebben ook een afbetalingsplan ingediend. Ook al heeft hij steeds ontkend wat te maken te hebben gehad met de moord op Zwarts, dan is mijn cliënt wel bereid te gaan werken en een deel van zijn loon af te staan aan de familie. Een gerechtelijke beslissing moet nu eenmaal gerespecteerd worden.”

Voor de familie gaat het echter helemaal niet om geld, zo bleek gisteren. “Bouhouche weet wat er met mijn zoon is gebeurd en waar hij begraven ligt”, aldus moeder Elvire Cochet-Zwarts. “Hoe kan zo’n man nu vrijkomen als hij ons weigert te vertellen waar? Dat is al wat wij vragen, onze zoon begraven.”

De moeder trok zonder advocaat naar de in de gevangenis van Jamioulx zetelende VI-commissie en zegt innig te hopen dat die bij haar besluit van eind vorig jaar zal blijven. Net als toen ontving de VI-commissie ook nu een positief advies van het Brusselse parket-generaal, en een negatief advies van het parket-generaal van Bergen.

Daar ziet men twee bezwaren, zo legde advocaat-generaal Claude Michaux gisteren uit: “Het klopt dat het Bende-onderzoek geen enkel element heeft opgeleverd tegen Madani Bouhouche, maar dat neemt niet weg dat de samenleving van hem nog een lijk en een partij wapens te goed heeft. Zolang die er niet komen, kunnen hem geen gunsten worden toegestaan, vinden wij.”

“Niet alleen heeft hij ooit gezegd dat hij weet waar het lijk van Zwarts ligt, hij heeft ook ooit verkondigd dat hij weet waar de wapens afkomstig van de roof bij de Groep Diane verborgen liggen. Ik weet ook dat Bouhouche nu zegt dat hij al die verklaringen destijds alleen aflegde met het idee tot een of andere ‘deal’ te komen met justitie en eigenlijk helemaal niks af weet van al die affaires, maar dat is wel een al te makkelijke uitleg.”

De VI-commissie in Jamioulx hoort in een volgende zitting Bouhouche en zijn advocaat. Een beslissing over zijn verzoek volgt wellicht volgende maand.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck