Connerotte pleit Doutrèwe vrij

Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte is vanmorgen een eerste keer gehoord in het Dutroux-proces voor het hof van Assisen van Aarlen. In een getuigenis van anderhalf uur heeft hij het verloop van zijn onderzoek naar Dutroux uitgelegd. Hij zei onder meer dat Michel Nihoul er duidelijk een dubbele agenda op nahield.

Connerotte lichtte verschillende delen van zijn onderzoek toe. Op vraag van een van de advocaten van de verdediging bevestigde hij dat zijn collega Martine Doutrèwe tot hetzelfde resultaat zou gekomen zijn als hijzelf, indien zij tenminste over dezelfde informatie zou beschikt hebben. Connerotte gaf een enigszins verwarde en verbitterde indruk tijdens zijn getuigenis.

De onderzoeksrechter haalde een politiedocument aan dat al in juli 1995 werd opgesteld en waarin Dutroux genoemd wordt als potentiële verdachte in de ontvoering van Julie en Mélissa. “Men heeft het daarin over ontvoeringen van kinderen, van handel met het buitenland en zelfs -dat herinner ik me niet zo precies meer- van verborgen bergplaatsen. Ik was onder de indruk van al die informatie.”

“Een onderzoeksrechter die dat document in handen zou gehad hebben, zou net hetzelfde gedaan hebben als ik”, zei Connerotte, waarmee hij de intussen overleden onderzoeksrechter Doutrèwe van alle blaam zuiverde.

Julie en Mélissa

Wat de feiten betreft, zei hij onder meer dat hij verwonderd was geweest dat de meisjes Julie en Mélissa, volgens de verklaringen van Dutroux, honderd dagen in leven zouden kunnen gebleven zijn met slechts een heel klein beetje eten en water. “Een wetsdokter heeft me toen heel formeel gezegd dat een volwassen persoon dat niet meer dan zestig dagen kan volhouden”, legde Connerotte uit.

Tijdens het onderzoek beweerde Dutroux dat de meisjes nog in leven, maar stervende waren toen hij uit voorhechtenis vrijkwam op 20 maart 1996. Tijdens zijn verhoor voor het assisenhof woensdag wijzigde hij die versie en zei hij dat de meisjes toen wel al overleden waren.”

De onderzoeksrechter had het ook over de motieven van de beschuldigden voor het plegen van de feiten. Zo zei Dutroux dat hij Sabine had ontvoerd “om zijn familie te vergroten”. Wat betreft An en Eefje haalde de onderzoeksrechter de verschillende versies aan die Dutroux in de loop van het onderzoek gaf.

Eerst zou Lelièvre ze willen ontvoeren hebben om ze in een netwerk te steken, dan zouden ze ontvoerd zijn door Lelièvre en Weinstein. Ze zouden zijn gedood omdat het onhoudbaar was om ze in hetzelfde huis met Julie en Mélissa opgesloten te houden, zo klonk het verhaal dat Dutroux aan Connerotte vertelde.

Van de moord op Bernard Weinstein kon Connerotte het motief niet achterhalen. Ofwel wilde Dutroux daarmee Julie en Mélissa beschermen, ofwel wilde hij Weinsteins geld stelen. Voor Connerotte is de meest waarschijnlijke verklaring dat Weinstein “een getuige was die te veel wist”.

Voorgeschiedenis

Connerotte benadrukte tijdens zijn getuigenis dat de gerechtelijke voorgeschiedenis van Marc Dutroux, die eerder veroordeeld was voor zedenfeiten uit ’85, één van de redenen was om hem aan te houden en huiszoekingen te bevelen. Een ander doorslaggevend element was volgens hem het verhaal van twee getuigen die de bestelwagen van Dutroux in Bertrix hadden gezien, de dag dat daar Laetitia Delhez werd ontvoerd.

Connerotte benadrukte ook dat het voor hem al vroeg in het onderzoek duidelijk werd dat medebeschuldigde Michel Nihoul dubbel spel probeerde te spelen. Zo bleek Nihoul de BOB van Dinant als tipgever maar de helft te vertellen van wat hij wist. Hij stelde Connerotte voor hem vrij te laten, zodat hij als informant zou kunnen functioneren in het dossier van de verdwijningen van kinderen. Nihoul loog en speelde een kat-en-muisspel, zei de onderzoeksrechter vandaag.

Connerotte haalde ook verklaringen van medebeschuldigde Michel Lelièvre aan waaruit moest blijken dat Michel Nihoul er meermaals bij Dutroux en Lelièvre op zou hebben aangedrongen om in Tsjechië klassemeisjes te gaan halen die in staat zouden zijn om in België in clubs met een zekere standing te werken.

Doodsbedreigingen

Tijdens het korte verhoor vanmiddag zei Connerotte dat hij nooit op de hoogte gesteld werd van de inhoud van de doodsbedreigingen tegen hem. Hij zei wel dat een bepaald persoon, wiens naam hij niet wilde noemen, hem vertelde dat de veiligheidsmaatregelen werden getroffen “door de hiërarchie van de rijkswacht met het doel hem (Connerotte) te controleren en hem onder een stolp te houden”

Op de vraag of er veel druk is uitgeoefend op zijn onderzoek, zei Connerotte dat achttien uur werken per dag, drie slapeloze nachten en een schrijnend gebrek aan personeel allemaal als een zekere vorm van druk kunnen beschouwd worden.

Spaghetti-arrest

Connerotte had het hele onderzoek-Dutroux in handen bij het begin van de zoektocht naar Laetitia Delhez in augustus 1996. Onder zijn bevoegdheid werden de meisjes Sabine en Laetitia uit de kelder in Marcinelle bevrijd. Connerotte werd uiteindelijk van de zaak gehaald ten gevolge van het fameuze spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie.

Omdat de onderzoeksrechter aanwezig was geweest op een spaghetti-avond van Sabine en Laetitia, was hij niet langer voldoende onpartijdig om het onderzoek nog te leiden, vond het Hof van Cassatie.

Bron » De Standaard