Langlois doet pijnlijk relaas over dood An en Eefje

Onderzoeksrechter Jacques Langlois, die deze week in de rechtbank van Aarlen getuigt in het proces-Dutroux, heeft vandaag verklaard dat de vermoedelijk door Marc Dutroux ontvoerde en verkrachte meisjes An Marchal en Eefje Lambrecks in 1996 levend werden begraven in een tuin, nadat zij verdoofd waren.

Het gruwelijke relaas bewoog juryleden en aanwezige ouders tot tranen. Langlois richtte voor zijn getuigenis kort het woord tot het publiek. “Ik weet dat de vaders van An en Eefje in de rechtszaal aanwezig zijn. Ik wil hun vertellen dat wat ze nu zullen horen bijzonder pijnlijk zal zijn”, aldus Langlois.

Laetitia Delhez, een van de twee ontvoerde meisjes die werd bevrijd uit de kooi in Dutroux’ kelder, woonde vandaag voor het eerst de rechtszitting bij. Later in het proces zullen zij en Sabine Dardenne, die samen met haar werd bevrijd, in het proces getuigen.

Langlois vertelde dat Dutroux en medeverdachte Michel Lelièvre de meisjes An en Eefje meenamen in de auto toen de meisjes op 22 augustus 1995 aan het liften waren in Oostende. Ze werden verdoofd met slaappillen, naar Dutroux’ huis in Marcinelle gebracht, vastgebonden en meermaals verkracht. Nadat pers en publiek de rechtszaal even hadden verlaten, kreeg de jury foto’s te zien van de lichamen van de meisjes die op 3 september 1996 werden opgegraven in de tuin. Langlois zei dat de meisjes levend begraven waren.

Tijdens de opgravingen werd in de tuin ook het lijk van Bernard Weinstein gevonden. Dutroux zou zijn kompaan Weinstein, die de kooi in Dutroux’ kelder hielp bouwen, hebben vermoord. Dutroux en Lelièvre hebben bekend dat ze An en Eefje ontvoerd hebben maar ontkennen de verkrachting en de moord. Volgens Dutroux is Weinstein verantwoordelijk voor de dood van An en Eefje.

Reconstructie

In de assisenzaal werden video-fragmenten van een reconstructie van de ontvoering getoond. Te zien was hoe Dutroux en Lelièvre de meisjes pillen toedienden in de auto, hoe An en Eefje langs de snelweg in het struikgewas werden gelegd wanneer Dutroux autopech had en van hoe ze in het huis in Marcinelle zijn gedragen. Een reconstructie van hoe de meisjes in de auto stapten, is niet gebeurd.

“Men heeft mij verweten die wedersamenstelling niet te hebben bevolen”, gaf Langlois toe. “Ik heb dat niet gedaan omdat het geen misdrijf was vermits de meisjes vrijwillig in de auto gestapt zijn bij het liften. Marc Dutroux zegt dat dat in de Koningstraat in Oostende gebeurd is, terwijl Lelièvre de Rozenlaan aanduidt, twee parallelle straten. Ik wil er wel op wijzen dat speurders met de twee verdachten daar ter plaatse geweest zijn om ze op hun uiteenlopende versies te wijzen, maar dat we daar geen uitsluitsel over gekregen hebben.”

Langlois wees er ook op dat Dutroux Lelièvre beschuldigt An te hebben verkracht in het struikgewas terwijl hij een andere auto haalde. Lelièvre ontkent dat formeel.

Laetitia Delhez aanwezig

Laetitia Delhez, een van de twee meisjes die levend uit de kelder van Dutroux bevrijd werden, is vanmorgen voor het eerst verschenen in de zittingszaal van het hof van assisen in Aarlen.

Laetitia Delhez komt luisteren naar wat er tijdens de zitting wordt gezegd, zo stelde meester Georges-Henri Beauthier, een van haar raadsmannen. “Ze hoopt hier ook een antwoord te vinden op de vraag naar het waarom van haar ontvoering en ze wil ook weten of dat wat An en Eefje is overkomen ook haar lot zou zijn geweest indien ze niet uit de kooi was bevrijd.”

Laetitia Delhez werd op 9 augustus 1996 in Bertrix ontvoerd door Marc Dutroux en Michel Lelièvre. Op 15 augustus 1996 werd ze bevrijd uit de kelder in Marcinelle. Ze is op het proces opgeroepen als getuige op 5 april.

Bron » De Standaard