Gevaar? Mannen vechten, vrouwen zijn passief

Tussen mannen en vrouwen zit een wereld van verschil. En dat is ook in de hersenen te zien. Onderzoekers hebben aangetoond dat er tijdens gevaar bij mannen en vrouwen een verschillend hersendeel actief is. Met een fMRI-scan konden de wetenschappers zien hoe de hersenen van mannen en vrouwen reageerden wanneer ze naar negatieve afbeeldingen keken.

En wat bleek? Mannen gebruiken een ander hersendeel dan vrouwen wanneer er gevaar dreigt. De Poolse onderzoeker Andrzej Urbanik denkt dat dit resultaat uitwijst dat mannen in gevaarlijke situaties vaker actie ondernemen dan vrouwen.

Mannen vertonen tijdens het zien van negatieve beelden veel activiteit in de linkerinsula (zie illustratie). Dit hersendeel speelt een belangrijke rol bij het reguleren van onvrijwillige lichaamsfuncties, zoals ademhaling en spijsvertering. De linkerinsula beslist ook of het lichaam gaat vluchten of vechten.

In vrouwelijke hersenen is er bij gevaar veel meer activiteit in de thalamus. Dit is een hersenkern die prikkels doorgeeft aan de pijn- en genotcentra. De thalamus beslist daar of de prikkels belangrijk genoeg zijn om naar de cortex gestuurd te worden. In de cortex wordt die informatie bekeken en omgezet in gedachten of concrete aansturingen van het lichaam.

Neurobioloog Jeroen Geurts, verbonden aan het medisch centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam, is niet heel erg verrast door het onderzoek. “Er zijn veel afwijkingen tussen mannen- en vrouwenhersenen, bijvoorbeeld in de manier waarop ze op ziekte reageren. Het brein zal dus waarschijnlijk ook verschillend reageren bij de verwerking van angst.”

Bron » Kijk

Waarom een man actie onderneemt bij gevaar

In een stress-situatie zal een man vechten of vluchten. Maar hoe komt dat? Volgens recent onderzoek is een gen op het Y-chromosoom hiervoor verantwoordelijk. Een mens reageert in stressvolle situaties op verschillende maar toch voorspelbare manieren.

Daar waar een man geneigd is om actie te ondernemen door zijn tegenstander te confronteren of door zich uit de voeten te maken, zal een vrouw zich eerder ontfermen over haar kinderen en de veiligheid van de groep opzoeken. Volgens Australische onderzoekers kan een gen op het mannelijke Y-chromosoom, het SRY-gen, een grote rol spelen bij dit zogenaamde vecht-of-vlucht-gedrag.

Het SRY-gen, ook wel het seksebepalende gen genoemd, is verantwoordelijk voor de vorming van mannelijke geslachtsorganen. Bij het ontbreken van dit gen zullen er vrouwelijke genitaliën ontwikkelen.

De Australische onderzoekers hebben ontdekt dat dit gen, naast in de teelballen, op meerdere belangrijke plaatsen in het lichaam voorkomt. De belangrijkste organen zijn de hersenen, het hart en de bijnieren, waar onder meer de hormonen adrenaline en dopamine worden gevormd.

Volgens de onderzoekers stimuleert het SRY-gen de vrijlating van deze twee hormonen, waardoor de hartslag sneller gaat en de bloeddruk wordt verhoogd. Hierdoor is meer lichamelijke inspanning mogelijk, wat nodig is om te vluchten of vechten.

Daarnaast heeft het SRY-gen invloed op de uiting van agressie. In een normale situatie wordt agressie door een bepaald proces onderdrukt, maar in een stress-situatie zorgt het SRY-gen ervoor dat deze natuurlijke rem verdwijnt. Al deze factoren dragen bij aan de vecht-of-vlucht-reactie van een man.

Omdat het gen alleen bij mannen aanwezig is, kan dit onderzoek ook aanwijzingen geven waarom er verschillen zijn in reacties tussen mannen en vrouwen in stress-situaties.

Daarnaast bestaan er niet alleen verschillen in de reactie op gevaar tussen beide geslachten; ook bepaalde aandoeningen komen vaker voor bij een van de seksen, zoals de ziekte van Parkinson. Verder onderzoek naar het SRY-gen leidt mogelijk oorzaken en zelfs behandelingen voor deze aandoeningen aan het licht brengen.

Bron » Kijk

Internetmedia vallen voortaan onder grondwettelijke bescherming van drukpers

Volgens twee recente arresten van het Hof van Cassatie kunnen strafbare meningsuitingen op websites enkel nog bestraft en vervolgd worden voor het hof van assisen. “Internetmedia genieten nu dezelfde grondwettelijke waarborgen als de klassieke drukpers”, schrijft hoogleraar mediarecht Dirk Voorhoof in De Juristenkrant. Artikel 150 van de grondwet heeft het hof van assisen en dus een volksjury bevoegd gemaakt om te oordelen over drukpersmisdrijven. Maar voor laster begint men geen assisenprocedure. Voor drukpersmisdrijven geldt dus een feitelijke straffeloosheid.

In twee recente arresten van 6 maart besliste het Hof van Cassatie om die feitelijke straffeloosheid uit te breiden tot alles wat op het internet gepubliceerd wordt. Websites of weblogs en internetfora worden voortaan ook beschouwd als drukpers.

“Het Hof van Cassatie maakte ook duidelijk dat de strafbare uitingen geen verband moeten houden met een maatschappelijk belang of een publiek debat: alles soorten strafbare meningen die via internet openbaar worden gemaakt en verspreid worden zijn drukpersmisdrijven. Dus ook puur persoonlijke beledigende opinies of waardeoordelen”, schrijft hoogleraar mediarecht Dirk Voorhoof in De Juristenkrant.

Wie te maken krijgt met lasterlijke, privacyschendende of kwetsende uitingen kan dus geen strafklacht indienen. Dat betekent niet dat iedereen nu om het even wat kan beweren op het net. Wie schade lijdt, kan klacht indienen bij de burgerlijke rechtbank die een schadevergoeding kan toewijzen. Ook een stakingsbevel via de kortgedingrechter kan nog.

Racisme kan wel nog vervolgd worden via de correctionele rechtbank. Voor aanzetten tot haat en discriminatie wegens geloof, levensovertuiging of seksuele geaardheid geldt die uitzondering niet. Wie zich benadeeld voelt, kan ook nog naar de Raad voor de Journalistiek stappen. Maar, zo schrijft Voorhoof, “die staat zwak om de journalistieke beroepsethiek ook ruimer te stimuleren en bewaken”. Het wordt voor de Raad dus een uitdaging om haar autoriteit (als ze die al heeft) ook te laten gelden voor individuele bloggers en commentaarschrijvers op het net.

De arresten van het Hof van Cassatie komen niet als een verrassing. Enkele rechters hadden ook al in die zin uitspraken gedaan. In 2007 verklaarde de correctionele rechtbank van Bergen zich onbevoegd in een zaak rond de publicatie van een stuk op het toenmalige Indymedia.be. Twee veiligheidsagenten van de NMBS voelden zich beledigd door een stuk van een burgerjournalist.

In 2011 ontsnapte de Gentse blogger Marc Ernst aan een veroordeling voor laster omdat de rechter zijn werk als journalistiek beschouwt. In 2006 verruimde het Arbitragehof de wet van 17 maart 2005 over het bronnengeheim voor journalisten. Ook bloggers en internetjournalisten kunnen daardoor het bronnengeheim inroepen.

Bron » De Wereld Morgen