Aantal tuchtonderzoeken naar advocaten fors gestegen

Het aantal tuchtonderzoeken naar advocaten is de voorbije vier jaar fors gestegen. Dat blijkt uit cijfers die de Orde van Vlaamse Balies (OVB) opvroeg bij de Vlaamse afdelingen waarover Knack vandaag bericht.

Aan de Brusselse Balie steeg het aantal klachten tussen 2012 en 2016 van 110 naar 678, in Antwerpen ging het van 77 naar 125 klachten en in Gent van 34 naar 101. Als een cliënt een klacht indient, gaat het meestal over de kwaliteit van het geleverde werk, het gebrek aan informatie of een te hoog ereloon. Maar onderling dienen advocaten ook klachten tegen elkaar in.

Ereloon

Het grootste deel van de tuchtklachten gaat over het ereloon. Alleen de balie van Brussel registreert die klachten afzonderlijk. In 2012 ontving ze er 45, in 2016 was dat aantal gestegen tot 320. Vroeger bestonden er vrij duidelijke richtlijnen om het ereloon van een advocaat te berekenen, maar dat systeem is op verzoek van Europa stopgezet om de vrije concurrentie te waarborgen.

Volgens ereadvocaat Jan Dyck, tien jaar lang lid van de tuchtraad voor advocaten in Antwerpen, lichten veel advocaten hun cliënten onvoldoende in over de kosten die een rechtsgeding met zich mee kan brengen.

10.520 advocaten

Bernard Mailleux, stafhouder van de balie in Limburg en jarenlang kamervoorzitter van de tuchtraad Antwerpen-Limburg, wijst erop dat het aantal tuchtklachten vooral stijgt omdat er ook steeds meer advocaten en rechtszaken zijn. In 2007 waren er 8.525 advocaten in Vlaanderen, vorig jaar stond de teller op 10.520, een stijging met een kwart.

“Ongegrond en te banaal”

Uit het overzicht van de OVB blijkt dat de verschillende Vlaamse tuchtraden in 2007 17 tuchtuitspraken deden. In 2016 was dat gestegen tot 84. Daarbij werden 6 advocaten geschrapt en dus uit het beroep gezet. Gezien het aantal klachten valt het op hoe weinig tuchtuitspraken er uiteindelijk vallen. Volgens Mailleux is de meerderheid van de klachten ongegrond of te banaal om te vervolgen en te bestraffen.

In 2016 zijn zes advocaten uit het beroep gezet. Knack vroeg ook minister van Justitie Koen Geens om een reactie, maar hij wenste geen commentaar te geven.

Bron » De Morgen

België heeft ‘verontrustend’ veel advocaten

De laatste 25 jaar is het aantal advocaten in België bijna verdubbeld, tot meer dan 15 advocaten per 10.000 inwoners. Dat is bijna twee keer zo veel als in onze buurlanden, zegt advocaat Jan Dyck maandag in Het Nieuwsblad.

Dyck, die ook zetelt in de Antwerpse tuchtraad voor advocaten, is heel bezorgd over deze ‘advocatenexplosie’. “Er zijn in ons land meer dan 15 advocaten per 10.000 inwoners. Dat is dubbel zo veel als in Frankrijk. En beduidend meer dan in Nederland. Natuurlijk moeten we ons daar vragen bij stellen.” Hij baseert zich op de recentste advocatenbarometer.

Het teveel aan advocaten zorgt volgens Dyck voor een moordende strijd om cliënteel. “Onder strafpleiters is het bijvoorbeeld een strijd tussen leven en dood om interessante cliënten af te snoepen. Bovendien wordt ook aan abnormaal lage erelonen gewerkt. Dertig procent van de advocatuur schurkt aan tegen de armoedegrens met een alleenstaand inkomen van minder dan 1.000 euro per maand.”

Dyck ziet twee redenen voor de “verontrustende advocatengroei”, “twee poorten die openstaan”. Ten eerste is er de “diplomafabriek van de universiteiten”. Jaarlijks studeren er bijna 2.200 studenten af in de Rechten.

Ten tweede zouden de stages te makkelijk zijn. “Wie advocaat wil worden, moet daarna een driejarige stage bij de balie lopen en een examen afleggen. Maar dat is een lachertje”, zegt Dyck. “Je moet tegenwoordig al je vader en je moeder vermoord hebben om niet aan de balie binnen te geraken.” En dat heeft kwalijke gevolgen, zegt de advocaat. “Ik durf gerust te stellen dat er heel wat advocaten rondlopen die niet aan de vereisten voldoen.”

Dyck pleit voor een beperking van het aantal studenten Rechten en voor moeilijkere stages.

Bron » De Standaard

Opinie: Drempels voor rechtspraak zijn muren geworden

Nu verschillende parlementsleden aangeven de fel gecontesteerde wet op de advocatenkosten te zullen herbekijken, kunnen ze beter eens de hele rechtstoegang evalueren. Die is de afgelopen twee regeerperiodes mismeesterd. De drempels zijn verhoogd. Voor de gewone burger zijn die drempels muren geworden.

Een mens vraagt zich af of parlementsleden wel nadenken bij de wetten die ze aannemen. Het laatste wapenfeit stemt in elk geval tot nadenken. Afgelopen donderdag bonden fiscale juristen de kat de bel aan. Bij rechtszaken over fiscale geschillen, zou enkel de Belgische staat de advocatenkosten kunnen recuperen als ze de zaak wint, maar de belastingplichtige niet.

De reikwijdte van de wet gaat echter een pak verder. Letterlijk luidt het dat ‘een publiekrechtelijke rechtspersoon’ niet kan veroordeeld worden tot de advocatenkosten, voor zover die ‘optreedt in het algemeen belang’. Dat laatste zou er nog aan ontbreken, maar het verhindert niet dat de wet vele burgers zal treffen. Indien men bijvoorbeeld een GAS-boete betwist en het proces wint, zal de overheid de advocatenkosten niet moeten terugbetalen. Hetzelfde voor procedures tegen de stedenbouwkundige ambtenaar.

Indien men bijvoorbeeld een GAS-boete betwist en het proces wint, zal de overheid de advocatenkosten niet moeten terugbetalen. De inkt van de tekst was nog niet droog of verschillende parlementsleden lieten weten de wet te zullen herbekijken. Dit uitzonderlijk gebaar van zelfkritiek vond echter pas plaats nadat de gevolgen ervan in de openbaarheid waren gebracht, dat wel.

Mismeesterd

Bij die evaluatie zou men de gelegenheid te baat moeten nemen om de hele rechtstoegang onder de loep te nemen. In de afgelopen twee legislaturen werd de rechtstoegang immers mismeesterd. De twee meest in het oog springende dossiers zijn de wet op de advocatenkosten en de invoering van de btw op de erelonen en kosten van advocaten.

De – in mensentaal klinkende – wet op de advocatenkosten werd ingevoerd in 2007. Ze had als doel om ervoor te zorgen dat de winnende procespartij een deel van de advocatenkosten kon recupereren van de (verliezende) tegenpartij. Dit bedrag stijgt afhankelijk van de waarde van de vordering. Een dergelijk systeem heeft altijd al bestaan, maar de bedragen werden in 2007 fors opgetrokken, wat heeft geleid tot een drastische verhoging van de drempel voor justitie.

Een voorbeeld kan dit meteen duidelijk maken. Waar in zaken van arbeidsrecht vroeger het aan de tegenpartij te betalen bedrag altijd rond de 200 euro schommelde, is dit bedrag nu vastgesteld op 2.200 euro, als men een vordering heeft tussen de 20 en 40.000 euro.

Dit is verre van uitzonderlijk. Betwist men bijvoorbeeld een ontslag om dringende reden en vordert men een aantal maanden (bruto)loon, dan komt men daar makkelijk aan. Dit bedrag dient zowel door de (verliezende) werkgever als door de (verliezende) werknemer te worden betaald, maar formele gelijkheid betekent daarom nog geen echte gelijkheid.

Draagkracht

Zonder overdrijving kunnen we stellen dat de potentiële kost om een rechtszaak in te stellen op enkele jaren bijna verdubbeld is. De voornaamste kritiek op dit systeem is inderdaad dat het abstractie maakt van de ongelijke economische verhouding tussen partijen. Werkgever versus werknemer, eigenaar versus huurder, verzekeringsonderneming versus verzekerde, de overheid versus een (particuliere) belastingplichtige: telkens hebben deze partijen een andere economische draagkracht maar toch zijn de te betalen advocatenkosten dezelfde.

De gevolgen van dit systeem lieten zich onmiddellijk voelen voor de burgers en de advocaten die vooral hun belangen vertegenwoordigen. Voortaan werd op veilig gespeeld. Principiële procedures worden minder gevoerd want als men een proces verliest draait men op voor de advocatenkosten van de tegenpartij. Veel zaken zijn echter niet zwart noch wit, maar grijs. Toch is de wet op de advocatenkosten zonder genade: the winner takes it all.

Btw

Bovenop deze controversiële wet met ingrijpende gevolgen, werden de rechtsonderhorigen in juli 2013 nog getrakteerd op de invoering van de btw op de erelonen en kosten van advocaten. In dit systeem wordt zelfs geen gelijkheid voorgehouden: wie btw-plichtig is, zoals elke onderneming, kan de btw recupereren, burgers betalen als niet btw-plichtigen de volle pot.

De invoering werd verantwoord omwille van budgettaire redenen. Enerzijds zou de btw-wet niet-becijferde/becijferbare inkomsten voor de staatskas opleveren, anderzijds zou ze ons land verlossen van de jaarlijkse boete die aan de Europese Unie diende te worden betaald wegens het feit dat wij als enige land geen btw hiefen (ongeveer 80 miljoen euro per jaar).

Middenveldorganisaties en advocatenordes trokken naar het Grondwettelijk Hof waar de zaak inmiddels werd gepleit. Blijkt dat de boete van 80 miljoen euro in feite ‘maar’ 1 miljoen euro bedraagt en het ook niet echt om een boete gaat. Zal het Grondwettelijk Hof de moed hebben de btw-plicht naar de geschiedenisboeken te verwijzen? Binnenkort is judgement day…

Verdubbeld

Wat er ook van zij, de btw-plicht heeft van de drempel voor justitie een muur gemaakt voor de gewone burger. Waar deze laatste altijd al goed nadacht alvorens een rechtszaak in te stellen, is dit nu bijna een existentiële vraag geworden. Zonder overdrijving kunnen we stellen dat de potentiële kost om een rechtszaak in te stellen op enkele jaren bijna verdubbeld is.

In tijden waarin collectieve actoren en rechten meer en meer onder druk staan en processen vaak een noodzakelijk kwaad zijn, is dit een onaanvaardbare evolutie. Toegang tot justitie en het beroep kunnen doen op een advocaat zijn fundamentele rechten.

De regering en het parlement hebben de keuze om de rechtstoegang op een democratische wijze vorm te geven of om ze verder in te perken. Met het laatste wapenfeit in fiscale zaken opteerde ze resoluut voor de tweede weg. De toekomst zal uitwijzen of het bij dit accident de parcours blijft.

Bron » De Tijd | Door Jan Buelens, advocaat Progress Lawyers Network en gastprofessor Universiteit Antwerpen

Advocaten willen geen BTW op hun diensten

De advocaten zijn boos omdat ze vrezen dat de regering-Di Rupo 21 (of 22)% BTW wil heffen op hun diensten. “Een echtscheiding, een geschil met uw huisbaas, een betwisting over een factuur, het wordt dan allemaal 21% duurder”, zo laat een verontwaardigde Orde van Vlaamse Balies weten in een persmededeling. “Justitieminister Turtelboom heeft nu al geen geld om de rechtsbijstand uit te betalen. Maar die zal door de btw nog 21% duurder worden”, gispt ze.

De Orde vraagt zich ook af of “het beroepsgeheim wel gerespecteerd kan blijven als de fiscus een BTW-controle komt doen”. “In 1978 besloot het parlement dat advocaten geen BTW moeten aanrekenen omdat anders de kosten van justitie te duur worden voor de burger. Dat moet zo blijven”, aldus de Orde.

Bron » Gazet van Antwerpen

Advocaten: “Eens bij het parket, altijd bij het parket”

De Orde van Vlaamse balies wil dat mensen die bij het parket werken, in de toekomst geen zetelend rechter kunnen worden. Wie bij het parket werkt, moet daar blijven werken. Parketmagistraten mogen ook niet meer gedetacheerd worden naar ministeriële kabinetten. Dat schrijft de Orde in een memorandum aan alle parlementsleden en aan de toekomstige formateur.

De advocaten willen verder meer rechten voor verdachten, ze willen dat alle beroepsmogelijkheden en rechten die nu al bestaan in de 10% strafzaken bij een onderzoeksrechter worden veralgemeend naar alle andere strafzaken. Ze willen ook minder voorlopige hechtenissen, meer mogelijkheden voor de advocatuur om er achter te komen wie een politie-infiltrant in de georganiseerde misdaad was.

De advocaten willen niet dat de inlichtingen die de staatsveiligheid inzamelt in dossiers over terrorisme of de georganiseerde misdaad worden gebruikt in strafzaken tegen de betrokkenen. Ze willen voorts dat een advocaat aanwezig is bij het eerste verhoor van een verdachte. De Orde pleit ook voor meer rechten voor asielzoekers en illegalen.

De beroepsmogelijkheden tegen een afgewezen verzoek moeten op meerdere vlakken worden uitgebreid, er moet een bureau komen waar je gratis de vertalingen van allerlei documenten kan vragen en de asielzoeker moet tijdens de procedure van taal kunnen veranderen. (Er zijn grote verschillen in rechtspraak tussen de Nederlandstalige en de Franstalige kamers).

Alle taksen en heffingen op bepaalde procedures moeten worden afgeschaft net als boetes voor mensen die onterecht procederen. Over de rechten van slachtoffers vermeldt het memorandum niets.

Bron » Gazet van Antwerpen