Turkije levert handelaar in wapens aan ons land uit

Turkije gaat wapenhandelaar Jacques Monsieur (49) aan ons land uitleveren. Voormalig legerofficier Monsieur werd vorig jaar in ons land bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel wegens illegale wapenhandel.

De Belgische wapenhandelaar Jacques Monsieur werd op 11 mei in Istanbul gearresteerd. Hij kwam uit Teheran en wilde met het akkoord van de Belgische autoriteiten een vliegtuig nemen naar Brussel om zich hier ter beschikking te stellen van het gerecht.

Monsieur was in december in Iran veroordeeld voor wapenhandel en spionage, maar hij had zich, conform de Iraanse wet, kunnen vrijkopen.

Hij wilde daarna naar België afreizen en in België een gevangenisstraf komen uitzitten die hij hier in oktober 2001 had opgelopen wegens illegale wapenverkoop aan Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië. Hij gaf toen fictieve eindbestemmingen op voor de wapens of beweerde dat het om andere goederen ging.

Monsieur werd eerder ook al veroordeeld voor oplichting, misbruik van vertrouwen, schriftvervalsing en witwaspraktijken. Hij wordt algemeen beschouwd als één van de belangrijkste illegale wapenhandelaars ter wereld.

De Turken arresteerden Jacques Monsieur op 11 mei in Istanbul echter op vraag van de Fransen die hem onder meer over wapenhandel maar ook over zijn vermeende rol bij het omkoopschandaal Elf-Aquitaine wilden ondervragen. Zowel België als Frankrijk vroegen de voorbije maanden aan Turkije zijn uitlevering.

De voorbije vier maanden zat hij in een zwaarbewaakte Turkse gevangenis. De Turkse autoriteiten besloten hem nu toch aan ons land en niet aan Frankrijk uit te leveren.

Bron » De Standaard

Rijkswachter veroordeeld voor schending beroepsgeheim

De Brusselse correctionele rechtbank heeft gisteren gewezen rijkswachter Marc Toussaint bij verstek veroordeeld tot één jaar effectieve gevangenisstraf wegens schending van beroepsgeheim. Toussaint heeft volgens de rechtbank processen-verbaal uit het Dutroux-onderzoek ontvreemd en verspreid.

Toussaint, een gewezen rijkswachter bij de brigade Ukkel, kwam tijdens zijn carrière diverse keren in aanvaring met zijn oversten en de gerechtelijke overheid. Hij haalde na het losbarsten van de zaak-Dutroux de media met enkele stellingen over een vermoedelijk verband tussen de affaire Dutroux en enkele grote gerechtelijke affaires zoals de Bende van Nijvel.

Het gerecht stelde tegen hem een onderzoek in en vond in zijn huis kopie’s van pv’s uit de zaak-Dutroux en verhoren van getuige X1. De rechtbank vond dat Toussaint ernstige beroepsfouten had gemaakt en veroordeelde hem tot één jaar bij verstek.

Bron » De Standaard

Heisa over benoeming van Koen Dassen

De benoeming van Koen Dassen tot administrateur-generaal van de staatsveiligheid, vorige week door de ministerraad, is in de ogen van Tony Van Parys (CD&V) onwettig. Hij wees er gisteren op dat het koninklijk besluit over de leiding van de inlichtingendienst duidelijk zegt dat de administrateur-generaal van een andere taalrol moet zijn dan zijn adjunct. Momenteel is dat niet het geval, stelt Van Parys vast. Dassen is net als de huidige nummer twee, Jos Buysse, Nederlandstalig.

Het kabinet van Justitie deelt de visie van Van Parys niet. Volgens woordvoerder Joannes Thuy werd Dassen weliswaar benoemd door de ministerraad maar daarmee is die benoeming nog niet officieel. “Dat is ze pas na ondertekening van het KB door de koning en de publicatie van dat benoemingsbesluit in het Belgisch Staatsblad.”

Pas vanaf dat moment is Dassen volgens Thuy officieel de nieuwe administrateur-generaal van de staatsveiligheid. “Tegelijk met diens aantreden wordt de functie van adjunct-administrateur-generaal vacant verklaard en start de procedure voor de indienstneming van een nieuwe nummer twee. Dat moet een Franstalige tweetalige zijn. Zolang die er niet is, neemt de huidige adjunct de functie waar.”

Bij de staatsveiligheid werd gisteren met verbazing kennis genomen van de uitleg van beide bewindslieden. De discussie mist volgens ingewijden elke grondslag. “Het KB over de leiding van de staatsveiligheid zegt wel dat de administrateur-generaal en diens adjunct van een andere taalrol moeten zijn, maar dat KB steunt niet op een wet, zoals gebruikelijk. De wet op de inlichtingendiensten kwam er pas in 1998, terwijl het KB dateert van 1994. We hebben hier dus te maken met een vacuüm.” Kortom: de benoeming van Dassen kan niet onwettig zijn.

Toch blijft er nog één probleem: Jos Buysse. Hij kan niet zomaar worden weggestuurd. De Vlaming (van SP.A-signatuur) werd benoemd bij KB. Hij heeft nog een kleine vier jaar te gaan. Toch gaat Justitie ervan uit dat Buysse het veld zal ruimen. “Hij zal ingeschakeld worden in een andere waardevolle functie”, klonk het gisteren. Buysse weigert echter te vertrekken. Hij zwichtte zelfs niet voor de telefoontjes waarmee hij vorige week vanuit ‘de politieke wereld’ werd bestookt en waarin hem werd ‘verzocht’ op te stappen.

Bron » De Morgen

‘De Italiaan hoorde erbij’

Een valse hond en een garagist blijken een cruciale rol te hebben gespeeld bij de dood van Claude Haulotte (33) uit Waver op 30 september 1982. De wijkagent was het eerste slachtoffer van wat later de Bende van Nijvel zou heten. Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de sterfdag van de politieman sprak De Morgen met zijn ouders, de toenmalige en huidige politiechef.

Anno 2002 is men Claude Haulotte nog niet vergeten bij de politie in Waver. Om klokslag negen uur vertrekt een driekoppige delegatie, de hoofdcommissaris en twee vrijwilligers, met een groot bloemstuk naar het kerkhof. Het ligt op een heuvel langs de Leuvensesteenweg, in de richting van Grez-Doiceau. Bij het graf aangekomen, stellen de politiemensen vast dat iemand hen al voor was. “Na twintig jaar ben je nog altijd in onze gedachten. Dank aan hen die je niet vergeten. Groeten van papa en mama”, staat er op het handgeschreven kaartje tussen de oranje lelies. De politiemannen leggen hun bloemstuk ernaast, rechten de ruggen en staren vervolgens een minuut voor zich uit. “Over een paar dagen zullen we een bedankje krijgen van de ouders”, weet hoofdcommissaris Gilbert Hardy. “Zoals elk jaar.”

Hardy werkte in 1982 bij de rijkswacht. De moord op Haulotte maakte hij niet van nabij mee. Toch is het incident niet ongemerkt aan hem voorbij gegaan. “Ik heb geprobeerd er zoveel mogelijk lessen uit te trekken.” Die lessen verwerkt hij sinds zijn aanstelling als korpschef, in 1986, in de opleiding van nieuwe politiemensen. Die krijgen ingepompt dat ze niet zomaar mogen uitrukken, zeker niet alleen. “De basisregel van de tactische interventietechniek luidt: verzamel van tevoren zoveel mogelijk informatie. Eenmaal ter plaatse is het devies: bevries de situatie in afwachting van versterking.” Na de afronding van de opleiding herinnert Hardy zijn manschappen naar eigen zeggen ‘regelmatig’ aan de wijze raad. De reden ligt volgens hem voor de hand. “Het is de routine die doodt”, aldus de hoofdcommissaris.

De interventie waarvoor wijkagent Haulotte op die regenachtige 30 september 1982 werd uitgestuurd, had inderdaad alle kenmerken van een routineklus. “Een postbode had die ochtend klacht ingediend wegens een valse hond. Het beest had zijn tanden in de broek van de man gezet”, herinnert Marcel Gossuin (74) zich. Hij was destijds korpschef van de gemeentepolitie in Waver. Dat Haulotte naar de eigenaar van de hond werd gestuurd, was volgens zijn toenmalige baas toeval. “Hij kwam het commissariaat binnenlopen op het moment dat ik iemand nodig had. Bovendien was hij in zijn vrije tijd jager en had hij zowel zijn dienstwapen bij zich als zijn cassette met munitie.”

Gossuin zou zijn wijkagent nooit meer levend terugzien. Twintig jaar na dato valt het hem nog altijd zwaar om erover te praten. “Een tiental minuten nadat Claude was vertrokken, kreeg ik een telefoontje van de rijkswacht. Die vertelde me dat hij was doodgeschoten door twee gangsters die wapenhandel Dekaise hadden overvallen.” De gepensioneerde commissaris krijgt het te kwaad en staart een paar minuten zwijgend naar de grond. “Van het onderzoek weet ik verder niets”, vervolgt hij met trillende stem. “Vanaf de eerste dag was de boodschap steeds dezelfde: de rijkswacht is ermee bezig.”

De hoogbejaarde ouders van Claude weten na twintig jaar iets meer van het onderzoek naar de dood van hun enig kind. “We worden jaarlijks uitgenodigd in Charleroi”, legt Maurice Haulotte (81) uit. Zoals in het hele Bende-onderzoek blijven volgens hem ook in het dossier van zijn zoon vragen onbeantwoord. “Zo weten we nog altijd niet wat die vrachtwagen met Italiaanse bestuurder in de Brusselsestraat deed op het moment van de overval bij Dekaise.”

“Getuigen verklaarden te hebben gezien dat de twee overvallers naar hun wagen renden met zakken vol wapens. Op dat moment kruisten ze het pad van onze Claude. Die was door een garagist aangeklampt om mee te komen omdat er iets aan de hand was bij de wapenhandel. Hij had volgens de getuigen niet eens de tijd om zijn dienstwapen te trekken. De overvallers losten drie schoten. Het derde raakte Claude dodelijk. Al die tijd had de vrachtwagen de straat geblokkeerd. Ik ben er van overtuigd dat de bestuurder mee in het complot zat. De Italiaan verdween tegelijk met de overvallers”, aldus Maurice Haulotte.

Bron » De Morgen