Marc Verwilghen eist 17.000 euro van Nihoul

Marc Verwilghen, indertijd de voorzitter van de commissie-Dutroux, eist 17.000 euro van Michel Nihoul voor tergend geding en krenking van de goede naam. Dat meldt de krant Het Laatste Nieuws. De eis komt er nadat Nihoul – die tot vijf jaar cel veroordeeld werd in de zaak-Dutroux – eerder Verwilghen aanklaagde voor hetzelfde.

Die klacht van Nihoul dateert wel al van 1999. De Brusselse oplichter eiste toen 250.000 euro van Verwilghen nadat er een boek over de zaak-Dutroux verschenen was waarin ook de commissievoorzitter aan bod kwam. De zaak komt in maart volgend jaar voor de rechtbank.

Bron » De Morgen

Dossier Dutroux bis afgesloten na buitenvervolgingstelling

De raadkamer van Neufchâteau heeft vandaag het dossier Dutroux bis afgesloten door de buitenvervolgingstelling uit te spreken, zoals eerder gevraagd werd door het parket. Dat meldt de RTBF. Het dossier bevatte onder andere de analyse van haartjes die in de woning van Marc Dutroux aangetroffen werden.

Het dossier Dutroux bis werd geopend in de nasleep van het dossier Dutroux en omvat feiten die niet aan bod kwamen voor het hof van assisen in Aarlen. In het dossier werd niemand beschuldigd.

De onderzoekers zijn er niet in geslaagd om te achterhalen van wie de aangetroffen haartjes zijn. Vincent Cambier, procureur des konings van Neufchateau, was van mening dat er niets meer moet gebeuren in het dossier.

Tijdens de vorige zitting, op 1 oktober, was er slechts één burgerlijke partij aanwezig: Paul Marchal, de vader van de vermoorde An. Marchal betreurde toen dat de zaak niet tot op de bodem werd uitgespit, maar laat de zaak evenwel rusten en tekent geen beroep aan.

Bron » De Morgen

Wanbeheer met misdaadgeld: Topman van Justitie wordt ontslagen

Minister van Justitie Stefaan de Clerck heeft advocaat-generaal Francis Desterbeck ontslagen als hoofd van het Centraal Orgaan voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring (COIV). Francis Desterbeck, advocaat-generaal bij het Gentse hof van beroep, werd eind 2006 voor vijf jaar aangesteld tot directeur-generaal van het COIV. Hij werd in één klap verantwoordelijk voor alle mogelijke goederen (geld, aandelen, diamanten, onroerende goederen, wagens,…) die door het gerecht in beslag worden genomen.

Het gaat om veel geld. Begin 2010 stond er 280 miljoen euro op de rekeningen van het COIV. De ontslagnemende minister van Justitie, Stefaan De Clerck, bevestigde gisteren dat hij Desterbeck heeft ontslagen. Het bericht van het ontslag verscheen vrijdag in Het Staatsblad.

“We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Dit dossier loopt al een tijdje”, aldus de minister. “Ik heb voor mijn beslissing het advies van het college van procureurs-generaal gevolgd. Zij oordelen dat er ernstige managementsproblemen zijn. Maar ik wil er wel bij zeggen dat het zeker niet zo is dat we op dit moment feiten hebben vastgesteld die tot een strafklacht zouden kunnen leiden.”

Hoeveel geld de schatkist is misgelopen door het omstreden management van Desterbeck, kan de minister niet zeggen. “Het Rekenhof en het parket-generaal voeren op dit moment nog bijkomende audits uit om na te gaan wat er exact is fout gelopen en hoeveel geld verloren is gegaan. Maar het lijkt me duidelijk dat het niet de bedoeling kan zijn dat de waarde van in beslag genomen goederen vermindert door verkeerde beslissingen.”

Wat Desterbeck exact zou hebben fout gedaan, wil de minister niet kwijt. Volgens De Standaard zou Desterbeck onder meer op eigen houtje geld roekeloos in plaats van ‘conservatief’ belegd hebben en zou hij met – wat uit het verslag van de procureurs-generaal blijkt – de verkeerde banken en mensen in zee zijn gegaan om het geld van de overheid te beheren. Het COIV werd in 2003 speciaal opgericht om wantoestanden uit het verleden te doen vergeten. Al te vaak keek niemand in de loop van een onderzoek om naar in beslag genomen goederen.

Wagens werden wrakken, huizen werden krotten. Wanneer goederen na de gerechtelijke uitspraken verbeurd werden verklaard, waren ze vaak niets meer waard. Het COIV moest daar verandering in brengen. Maar blijkbaar loopt dat niet van een leien dakje. Desterbeck zelf wil liever niet reageren. “Het enige wat ik kan zeggen, is dat er helemaal geen sprake is van persoonlijke verrijking”, verklaarde hij aan De Standaard. Allicht keert hij nu terug naar het Gentse parket-generaal waar hij voor 2006 een gerespecteerd financieel magistraat bij het hof van beroep was.

Bron » De Standaard

“Staatsveiligheid leeft meldingsplicht aan minister niet na”

De Staatsveiligheid (VSSE) leeft de meldingsplicht aan de minister van Justitie, die op de hoogte gebracht moet worden als de naam van een actief federaal parlementslid opduikt in een verslag van de VSSE, niet na. Dat schrijft het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingen-en veiligheidsdiensten, in een rapport over het onderzoek naar de manier waarop de inlichtingendiensten informatie verzamelen over politieke mandatarissen. Sinds juni 2010 waren er “gemiddeld een tiental gevallen per maand waarin een melding diende te gebeuren”, maar “slechts uitzonderlijk werd ook effectief melding gemaakt”, aldus het rapport.

Het onderzoek “is het sluitstuk van drie onderzoeken die het Vast Comité I begin 2013 opstartte op verzoek van de Begeleidingscommissie van de Senaat en van de minister van Justitie”, zegt het rapport. Het ging onder meer om een deelonderzoek ‘Debie-Dewinter’, waarin werd onderzocht op welke wijze de staatsveiligheid omging met informatie over Filip Dewinter en de relaties van de VSSE met voormalige politiecommissaris Bart Debie.

Het Comité I voerde ook “een deelonderzoek ‘Scientology-Congo’, waarin aandacht werd besteed aan de activiteiten van de VSSE met betrekking tot Scientology en van de personen die zich in de entourage van deze organisatie begaven (meer bepaald een viertal personen van Congolese origine, waaronder drie parlementairen in functie).”

Sinds juni 2010, de start van de huidige federale legislatuur, werden 142 verschillende verkozenen vernoemd op de lijst ‘Collecte’ van de VSSE, en 93 politieke mandatarissen op de lijst ‘Analyse’. Er werden geen aanwijzingen gevonden dat de Staatsveiligheid politieke mandatarissen viseerde “om redenen buiten de wettelijke opgesomde belangen en bedreigingen om”, zegt het Comité I. “Wat de ADIV (de militaire inlichtingendienst Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, nvdr) betreft kan dezelfde conclusie getrokken worden: de ADIV vertoont geen interesse voor politieke mandatarissen as such.”

Meldingsplicht

Het Comité I stelde echter vast de meldingsplicht aan de minister van Justitie “in regel” niet nageleefd wordt door de VSSE. De instructie dat de minister van Justitie in kennis moet worden gesteld wanneer de naam van een actief federaal parlementslid in een verslag van de VSSE voorkomt, trad op 25 mei 2009 in werking.

“Echter, sinds juni 2010 werden in totaal ongeveer 350 verslagen en nota’s opgesteld waarin de naam werd vermeld van op dat ogenblik actieve federale parlementsleden (zowel door de Buitendiensten als door de Analysedienst). Het betrof dus gemiddeld een tiental gevallen per maand waarin een melding diende te gebeuren. Echter, slechts uitzonderlijk werd ook effectief melding gemaakt aan de minister van Justitie op de wijze zoals voorgeschreven door de richtlijn”, stelt het verslag.

“Dat de instructie nauwelijks werd nageleefd, werd blijkbaar nooit opgemerkt, gemeld, gecontroleerd en/of geproblematiseerd intern de dienst”, gaat het rapport verder. “Het Vast Comité wijst er overigens op dat de richtlijn niet volledig kon worden nageleefd alleen al omwille van het feit dat de VSSE niet beschikte over een (permanent geüpdatete) lijst van politieke mandatarissen. Gevolg was onvermijdelijk dat soms verslagen werden opgesteld over parlementsleden zonder dat men hiervan op de hoogte was.”

Technische ingrepen

De conclusie dat de Staatsveiligheid niet in staat zou zijn om aan een actuele lijst van parlementsleden te raken, wekt verbazing. In een reactie van de minister van Justitie aan het Comité I, zegt Annemie Turtelboom dat uit de opmerkingen van de Staatsveiligheid over het toezichtsonderzoek “blijkt dat de dienst duidelijk aangeeft dat ze reeds een deel van haar bedrijfsprocessen heeft aangepast en nog zal verbeteren in de nabije toekomst, en rekening zal houden met de aanbevelingen en conclusies van het toezichtrapport.”

De Staatsveiligheid stelt in een reactie: “Intussen werden technische ingrepen gepleegd die onze dienst toestaan om relatief eenvoudig (met de spreekwoordelijke druk op de knop) alle nieuwe documenten op te roepen waarin volgens de auteur van het document, politieke mandatarissen opduiken. Sinds ons schrijven aan de minister van 29 maart 2013 melden we aan de minister van justitie elke politicus die opduikt in analysedocumenten van onze dienst (dus niet wanneer ze opduiken in ruwe informatie beschikbaar voor onze dienst).”

Bron » De Morgen

Kelders van Brussels justitiepaleis puilen uit

De kelders van het Brusselse justitiepaleis puilen uit, met meer dan een miljoen gestolen objecten, wapens en andere bewijsstukken die er gestockeerd liggen. Dat schrijft La Dernière Heure. Dagelijks komen daar gemiddeld 200 objecten bij, waardoor er plaatsgebrek is.

De stukken moeten er soms tot enkele jaren voor de rechtszaken bewaard worden. Volgens het rapport van een werkgroep die zich over de problematiek gebogen heeft, is het vaak onnodig om alle stukken te bewaren.

“Zo is het bijvoorbeeld niet nodig om 100 identieke stukken te bewaren. Dat neemt enorm veel plaats in, terwijl een staal daarvan zou volstaan”, zegt Jan Vanvolsem van de griffie van de rechtbank.

Vanvolsem vraagt ook dat duidelijk zou aangegeven worden wanneer stukken een gevaar inhouden. Sommige zijn immers giftig, “maar omdat ze ingepakt zijn, weten we dat niet altijd”. Tot slot zou ook een snellere verkoop van in beslag genomen voorwerpen plaatswinst opleveren.

Bron » De Morgen