VVJ: “Bronnengeheim geschonden door huiszoekingen bij journalisten”

De politie heeft de voorbije dagen huiszoekingen uitgevoerd bij drie journalisten thuis en in één redactielokaal om te zoeken naar apparaten die communicatie van politie- en veiligheidsdiensten via het Astrid-communicatienetwerk onderscheppen. Dat deelt de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) maandag mee. Volgens de VVJ zijn de zoekacties een flagrante inbreuk op het journalistieke bronnengeheim.

De politie nam bij de huiszoekingen zonder enig onderscheid computers, laptops, smartphones, gsm’s en ander materiaal in beslag, zegt de VVJ. Nationaal secretaris Pol Deltour vindt dat daarmee het opzet van het onderzoek, speuren naar inbreuken op de telecomwetgeving, ruim overschreden is.

“Justitie en politie hebben het recht om te zoeken naar illegale apparatuur. Maar dat moet gebeuren met respect voor het bronnengeheim. Het gerecht kan nu het hele bronnennetwerk van de betrokken journalisten in kaart brengen.”

De VVJ verstuurt morgen/dinsdag een brief naar onderzoeksrechter Patrick De Coster, die het onderzoek leidt, alsook naar procureur des Konings van Brussel Bruno Bulthé en minister van Justitie Stefaan De Clerck. “We willen onze verontrusting uitdrukken en vragen dat dit ophoudt. Het onderzoek gebeurt met de botte bijl – bij één journalist thuis hebben ze zelfs zijn vals plafond opengebroken.”

Bronnen die niets met het onderzoek te maken hebben, zouden ondertussen al politie over de vloer gekregen hebben. De VVJ zegt ook de journalisten te zullen steunen van zodra ze vervolgd zouden worden, omdat er schendingen zijn gebeurd van het bronnengeheim. Ook denkt de VVJ aan schadevergoedingen voor de journalisten van wie het bronnennetwerk blootgelegd werd.

Bron » Knack

Veroordeelden slaan vaker op de vlucht

Elk jaar slaan steeds meer mensen die veroordeeld zijn tot straffen boven de drie jaar op de vlucht voor ze in de gevangenis kunnen worden opgesloten. Het bevoegde team van de federale politie kon vorig jaar wel een recordaantal van 263 voortvluchtige criminelen in het buitenland inrekenen, al staan er momenteel nog 1.232 dossiers open.

Steeds meer veroordeelden nemen de benen voor ze in de gevangenis aankomen. Ze houden zich veelal in het buitenland schuil. Als het parket beslist die mensen internationaal te seinen, dan is het de taak van het ‘Fugitive and Asset Search Team (FAST)’ van de federale politie hen te gaan zoeken. In 2005 ontving dat team 247 nieuwe dossiers, 286 in 2006, 318 in 2007, 324 in 2008, 416 in 2009 en 563 in 2010.

Positief is wel dat het FAST meer en meer voortvluchtige criminelen kan opsporen en inrekenen. Wel staan er nog ongeveer evenveel dossiers open als dat er werden opgelost. “In ruim de helft van de gevallen gaat het over veroordeelden voor moord(poging), verkrachting en drugshandel”, Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) die de cijfers opvroeg bij justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V).

Het liberale Kamerlid merkt op dat correctionele straffen van meer dan drie jaar na tien jaar verjaren. In 2010 waren er 32 dossiers die verjaard raakten. Het optrekken van de verjaringstermijn is volgens de minister niet aan de orde, aldus Lahaye-Battheu. Ze pleit ervoor dat het FAST voldoende personeel en wettelijke instrumenten ter beschikking krijgt.

Bron » De Morgen

Geen geld voor radio’s hulpdiensten

Astrid, de beheerder van het communicatienetwerk van alle politie- en hulpdiensten in België, verkeert in geldnood. In die mate dat de beheerder openlijk toegeeft dat hij weet heeft van 75 probleemgebieden met het bereik van draagbare radio’s. Dat vernam De Tijd en bevestigt Astrid-woordvoerder Frederik Langhendries.

Tijdens de recente brand op de Kalmthoutse Heide was er een probleem met het bereik van het Astrid-communicatiesysteem. Maar de lijst met soortgelijke probleemgebieden is dus veel langer. “Die 75 problemen zijn heel divers”, zegt Langhendries. “Het gaat zowel om problemen met de dekking van de radiotoestellen in wagens als van de draagbare toestellen. Ook de locaties zijn zeer uiteenlopend, gaande van bosrijke gebieden tot welbepaalde gebouwen.”

Al drie opeenvolgende jaren (2009, 2010 en 2011) zijn de subsidies voor de nodige investeringen uitgebleven. “De weigering van de federale overheid betekent een echte tegenvaller. De gevolgen van de drastische cost cutting kunnen echter dramatisch zijn. Er is verzaakt aan aanwervingen die absoluut noodzakelijk zijn om tegemoet te komen aan de kwaliteitseisen, die nodig zijn om de betrouwbaarheid van de dienst- verlening te bewaken.

In het geval van een zware technische crisis beschikt het netwerk bovendien niet over een datacentrum om naar uit te wijken. Dat is een besparing op de uitgaven, maar onze veeleisende gebruikers lopen aanzienlijke risico’s”, luidt het.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid jaagt op nepjournalisten

Elke maand geeft de Algemene Vereniging van Belgische Beroepsjournalisten (AVBB) een geactualiseerde lijst van erkende beroepsjournalisten aan de Staatsveiligheid. De maatregel is een gevolg van de BIM-wet, die de Belgische inlichtingendiensten toelaat om telefoons af te luisteren, e-mails te onderscheppen en afluisterapparatuur te plaatsen. Dat meldt het jongste nummer van De Journalist, het magazine van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ).

Al meer dan twee jaar geleden waarschuwde Alain Winants, de grote baas van de Staatsveiligheid, voor het groeiende aantal als nepjournalist vermomde buitenlandse spionnen in Brussel. “Om het even wie kan zich uitroepen tot journalist”, zei Winants toen in de Senaatscommissie Justitie.

“Het is ontstellend hoeveel Chinese en Russische journalisten er in Brussel rondlopen, van wie men zich terecht kan afvragen of ze ooit een opleiding tot journalist hebben genoten.” In de wandelgangen preciseerde Winants dat het ging om ‘ettelijke tientallen’ spionnen die het beroep misbruiken als dekmantel voor hun illegale praktijken. Blijkbaar is de Staatsveiligheid ondertussen begonnen met de jacht op deze ‘speciale’ categorie buitenlandse correspondenten.

Vorig jaar is de wet op de bijzondere inlichtingenmethoden (BIM) in voege getreden, een wet die de geheime diensten veel meer middelen en armslag geeft. Maar de BIM-wet botst op sommige punten met de wet tot bescherming van de journalistieke bronnen, dit zijn de namen van de vertrouwelijke informanten of vertrouwelijke documenten die journalisten in handen hebben gekregen. “Een jaar na de inwerkingtreding van de BIM-wet blijkt dat de wetgever een aantal bepalingen inzake journalisten best verder uitklaart”, stelt het ledenblad van de VVJ.

Zo bepaalt de Bronnenwet dat journalisten enkel op vordering van een rechter ertoe gedwongen kunnen worden hun bronnen vrij te geven, en dat enkel als daardoor misdrijven kunnen worden voorkomen die een ernstige bedreiging vormen voor de fysieke integriteit van één of meer personen. De informatie moet bovendien van ‘cruciaal belang’ zijn, en mag op geen enkele andere wijze verkregen kunnen worden.

Volgens de BIM-wet daarentegen mogen inlichtingendiensten gegevens die beschermd zijn door het bronnengeheim enkel inkijken als ze vooraf over ernstige aanwijzingen beschikken dat de journalist persoonlijk en actief meewerkt aan het ontstaan of de ontwikkeling van een potentiële bedreiging. In dat geval mogen de inlichtingendiensten dus specifieke en uitzonderlijke methoden aanwenden, zoals telefoontap. Dit kan echter enkel na eensluidend advies van de BIM-commissie, die bestaat uit drie magistraten.

Maar wat gebeurt er als die potentiële bedreiging géén gevolgen heeft voor de fysieke integriteit van personen? Kan een journalist in dat geval een beroep doen op de bescherming van de Bronnenwet? Magistraat Paul Van Vliet, voorzitter van de BIM-commissie, spreekt in De Journalist geruststellende taal: “Mijns inziens kan het bronnengeheim enkel geschonden worden indien een journalist persoonlijk en actief betrokken is én er een rechtstreeks verband is met de bedreiging. De BIM-wet staat niet boven de wet op het bronnengeheim maar is van latere datum, waardoor het adagium lex specialis derogat legi generali dient toegepast te worden. De bijzondere regel heeft voorrang op de algemene regel.”

Een ander discussiepunt is de vraag: wie is journalist? Volgens de definitie die de BIM-wet hanteert, gaat het om journalisten die van Binnenlandse Zaken een erkenning hebben gekregen volgens de wet van 1963. De Bronnenwet daarentegen gebruikt een veel ruimere interpretatie en geldt bijvoorbeeld ook voor journalisten die geen lid zijn van deVVJ/AVBB, de lokale en periodieke pers, personen die journalistiek als bijberoep uitoefenen, burgerjournalisten, bloggers en al dan niet professionele internetjournalisten. Pol Deltour, secretaris van de VVJ/AVBB: “De wet van 1963 op de erkenning van beroepsjournalisten laat toe om te werken met punctuele lijsten.

Ook buitenlandse journalisten kunnen op basis van die wet officieel erkend worden en krijgen dan het statuut van beroepsjournalist. Het gaat om een 700-tal mensen bovenop de zowat 4.500 Belgische erkende beroepsjournalisten. Elke maand bezorgt de AVBB een geactualiseerde versie van die lijst aan de Staatsveiligheid. Daarop staat voor elke journalist de naam, voornaam, erkenningsnummer en geboorteplaats vermeld – formele gegevens die identificatie toelaten, zonder meer.”

Conclusie: de inlichtingendiensten mogen doen wat ze willen met (buitenlandse) journalisten die geen beroepserkenning hebben. Volgens Paul Van Santvliet bestaat voor hen geen extra bescherming. Professor mediarecht Dirk Voorhoof (UGent) nuanceert echter: “Inlichtingendiensten mogen evenmin bij niet-erkende beroepsjournalisten zomaar tot allerlei snuffelwerk of onderzoeksmaatregelen overgaan.”

Voorhoof verwijst naar een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In de zaak-Sanoma stelde het Hof dat enkel een (onderzoeks-)rechter of een andere onafhankelijke of onpartijdige instantie kan beslissen tot inzage van documenten die informatie bevatten over journalistieke bronnen.

Bron » Apache

Politie luisterde 5.390 telefoonnummers af

De politie heeft vorig jaar 5.390 telefoonnummers afgeluisterd. Dat aantal is het hoogste aantal ooit. Dat komt omdat steeds meer mensen verschillende telefoons hebben en gebruiken. Veel mensen hebben een vaste lijn en een gsm, of meerdere gsm’s.

De politie luistert steeds meer verschillende telefoonlijnen af. In 2007 werden nog 3.603 lijnen afgeluisterd, vorig jaar lag dat aantal op 5.390. Het gaat dan niet alleen om vaste telefoonlijnen, maar ook om telefoongesprekken via gsm, sms’en en mails.

“Steeds meer mensen gebruiken meer dan 1 gsm. Sommigen gebruiken een nummer 2 dagen, of 4 dagen. Als iemand verschillende gsm-nummers heeft en die altijd voor korte tijd gebruikt, telt elk nummer voor een nieuwe telefoontap”, zegt David Warnent van de federale politie.

Een telefoon afluisteren mag niet zomaar. “Het kan alleen voor bepaalde strafbare feiten, zoals terrorisme, moord en dergelijke. En dan nog kan een telefoontap alleen met de goedkeuring van een onderzoeksrechter”, zegt Warnent nog.

“Niet iedereen kan zomaar afgeluisterd worden, er zijn een heleboel wettelijke regels voor er een telefoontap kan komen.” Een telefoontap kan belangrijk bewijsmateriaal opleveren, bijvoorbeeld met wie een crimineel contact heeft gehad en waarover deze gesprekken of mails gingen.

Bron » VRT Nieuws