Eddy Vos stopt met speuren naar Bende van Nijvel

Eddy Vos, de speurder die al 16 jaar onderzoek doet naar de Bende van Nijvel, stopt ermee. Dat meldt De Morgen. Vos heeft zijn overplaatsing naar een andere dienst gevraagd. Hij blijft wel beschikbaar voor advies.

Het dossier van de Bende van Nijvel is een van de oudste onopgeloste onderzoeken in ons land. Tussen 1982 en 1985 vermoordde de bende 28 mensen, de meesten bij aanvallen op Delhaize-supermarkten. Bij de overvallen werd veel geweld gebruikt maar relatief weinig buitgemaakt.

Eddy Vos was de onderzoeker die al het langst met het onderzoek bezig is. “Na 16 jaar is het toch wel eventjes genoeg geweest. Er zijn hypotheses en die worden onderzocht. Maar zelf heb ik het moeilijker en moeilijker om mij te motiveren om er elke dag, elke minuut mee bezig te zijn”, verduidelijkt hij zijn beslissing om naar een andere dienst te vertrekken.

In 2015 verjaart het dossier, speelt dat mee? “Alleszins. Het blijft de bedoeling om mensen voor een assisenhof te brengen. Maar 3 jaar lijkt me echt krap”, antwoordt Vos, die wel beschikbaar blijft voor de speurders die het onderzoek voortzetten.

Bron » VRT Nieuws

“Bende van Nijvel werkte mee aan Surinaamse coup”

Een Nederlandse oud-militair diste voor de Surinaamse krijgsraad, dat onderzoek doet naar een staatsgreep in Suriname in 1982, de Bende van Nijvel op. Peter Van Haperen verklaarde voor het eerst dat een Belgisch doodseskader meewerkte aan een tegencoup, een bende waaruit later de Bende van Nijvel zou gevormd worden.

Het verhaal, dat volgens de krijgsraad leest als een filmscenario, begint in 1982. Suriname stond onder het militaire bewind van de huidige president Desi Bouterse. Enkele tegenstanders planden een tegencoup op het militaire regime, tot vijftien tegenstanders op 8 december werden geëxecuteerd. De moorden staan nog steeds gekend onder de Decembermoorden, waarvan het proces naar de daders nog steeds loopt.

Ook het Nederlandse leger was betrokken bij de tegencoup. Peter Van Haperen was teamleider binnen de geheime dienst, opgericht door de Binnenlandse Veiligheidsdienst en gefinancierd door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Het team had de opdracht gekregen om een aantal doelwitten in de hoofdstad Paramaribo uit te schakelen, maar er was ook een dodenlijst. Op dat lijstje stond de naam van Desi Bouterse helemaal bovenaan.

Van Haperen getuigt: “Geen opdracht voor mijn manschappen, maar voor een Belgisch doodseskader. Bouterse omleggen was niet mijn prioriteit. Het waren mannen uit België, zoals ene Madani Bouhouche. Die hebben later de Bende van Nijvel gevormd.” De Decembermoorden maakten uiteindelijk een einde aan de plannen omdat heel wat leidende figuren werden gedood.

Madani Bouhouche was op dat moment actief bij de BOB, de Bewakings- en opsporingsbrigade van de rijkswacht. Zijn naam werd vaak genoemd in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, maar hij ontkende steeds. De piste dat de rijkswacht, militairen, een politieke kring of zelfs de CIA betrokken zou zijn bij de Bende van Nijvel is al langer gekend. Voor velen is dat meteen een van de belangrijkste redenen waarom het mysterie rond de bende, die begin de jaren tachtig 28 slachtoffers maakte bij brutale overvallen op supermarkten, nog steeds niet opgehelderd is.

Ook de Surinaamse piste niet nieuw. Het is echter de vraag of de verklaring van Peter Van Haperen iets zal bijbrengen. Er zijn al heel wat ‘fantasten’ met de meest onwaarschijnlijke verhalen in het onderzoek gepasseerd, en ook aan Van Haperen wordt getwijfeld. Ten eerste komt de verklaring dertig jaar na de feiten. “Uit angst”, zo meent Van Haperen. De Nederlandse militair vond het pas nodig om zijn verhaal te doen na de start van het decemberproces.

Ten tweede verklaart de Nederlandse Defensie geen Peter Van Haperen te kennen. “Logisch, ik zat in de geheime dienst”, besluit hij. In ieder geval zorgt het verhaal ervoor dat het mysterie rond de bende weer meer kleur heeft gekregen, en dat ook 30 jaar na de feiten het verhaal nog veel mensen begeestert.

Bron » Het Nieuwsblad

Turtelboom wil debat over deontologie magistraten

Om elke zweem van partijdigheid bij magistraten te vermijden, wil minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) de deontologische code voor de magistratuur herbekijken. Dat zei ze op de Antwerpse zender ATV naar aanleiding van het gecontesteerde bezoek van een aantal Antwerpse magistraten aan een Jain-tempel in Wilrijk.

De beelden van het omstreden bezoek kwamen vorige week aan het licht. Tegelijkertijd woedt er een quasi open oorlog binnen het Antwerpse openbaar ministerie over hoe een grootschalig diamantfraudedossier afgehandeld moet worden.

Turtelboom gaat nu de Hoge Raad voor Justitie vragen om de deontologische code te verfijnen. “Nu durven sommige rechters geen lid worden van een serviceclub, of van het bestuur van een voetbalclub, terwijl andere rechters dat een wereldvreemde houding vinden”, aldus Turtelboom op ATV.

“Ik denk dat we de deontologische code die nu bestaat moeten uitbreiden. Daarover moet trouwens een breed maatschappelijk debat komen. Elke zweem van partijdigheid moet worden vermeden”.

Bron » De Morgen

Van Haperen: “Tegencoup met Belgisch doodseskader”

Het relaas dat Peter Van Haperen (63) vrijdag vertelde aan de krijgsraad in Boxel leek bijwijlen te zijn weggeplukt uit een actiefilm. Hij was als getuige à decharge opgeroepen door Irvin Kanhai, de raadsman van hoofdverdachte Desi Bouterse. De hamvraag was achteraf wat er allemaal klopt van zijn verklaringen over de geplande tegencoup, een doodseskader uit België en zijn werkzaamheden bij het Nederlands leger.

Wat Van Haperen vertelde, was voor het Hof niet nieuw. Al in 2009 reisde hij, naar eigen zeggen voor het eerst in 25 jaar tijd, naar Suriname om een verklaring af te leggen bij de rechter-commissaris. Daar vertelde hij dat hij als lid van een geheime sectie van het Nederlands leger begin jaren tachtig een tegencoup op touw moest zetten om Bouterse weer uit het zadel te lichten.

Die tegencoup ging uiteindelijk niet door omdat de plannen uitlekten en de personen die in het nieuwe regime zouden worden geïnstalleerd, door de militairen op 8 december 1982 werden opgepakt en omgebracht. Het urenlange getuigenverhoor bracht de rechters van tijd tot tijd in verwarring. “Ik probeer me een beeld te vormen van wat u hier allemaal vertelt. Ik zie het voor mijn ogen als een film”, verzuchtte rechter Iwan Rasoelbaks op een gegeven moment. “Wij werkten niet met een filmscenario, wij hadden een draaiboek”, beet Van Haperen hem daarop toe.

Van Haperen vertelde de rechtbank uitvoerig wat hij vanaf 1981 in Suriname deed. “Ik was hier gestationeerd als teamleider binnen een geheime dienst van het Nederlands leger. Een parallelle, ondergrondse sectie, opgericht door de Binnenlandse Veiligheidsdienst en gefinancierd door de CIA, de Amerikaanse inlichtingendienst. De opdracht was om het militaire regime weer weg te coupen. Via Frans-Guyana zou een undercover sportteam naar Suriname worden gestuurd.

Van ofwel de Franse geheime dienst ofwel de toenmalige Nederlandse militaire attaché in Paramaribo, Bas van Tussenbroek, zou dat team wapens ontvangen.” Die vooruitgeschoven groep, waarin ook een luchtverkeersleider zat, zou met die wapens de internationale luchthaven aan Zanderij inpalmen, onmiddellijk daarna moest een vliegtuig vanuit Curaçao met wapens en manschappen landen. “Indien dat niet lukte was er nog de mogelijkheid dat ze met valschermen boven Paramaribo zouden worden gedropt”, zei Van Haperen.

De opdracht was om daarop met 79 manschappen verschillende doelwitten in de hoofdstad onschadelijk te maken: de kazerne, Fort Zeelandia en de marinebasis. Maar er was ook een dodenlijst, met daarop de namen van Desi Bouterse, Harvey Naarendorp, Iwan Krolis en Errol Alibux. Geen opdracht voor Van Haperens manschappen, maar voor een Belgisch doodseskader. “Bouterse omleggen was niet mijn prioriteit. Het waren mannen uit België, zoals ene Madani Bouhouche. Die hebben later de Bende van Nijvel gevormd en met hun overvallen een waar schrikbewind gevoerd.”

Ten slotte zou het politiek vacuüm na de tegencoup worden ingevuld door onder meer Chin A Sen, Wijngaarde, Daal, Leckie en Oemrawsingh, met steun van journalisten als Slagveer en Kamperveen. Van Haperen en zijn manschappen begonnen op 15 maart 1982 gericht te trainen, met de bedoeling de tegencoup rond kerstmis 1982 uit te voeren. “De hele situatie veranderde uiteraard na de ‘decembergebeurtenissen’ (de Decembermoorden, red.). De politieke back-up was weg, een tegencoup had geen zin meer. De hele operatie is toen afgeblazen.”

De verdediging probeerde met de getuigenis van Van Haperen de these te ondersteunen dat de slachtoffers van de Decembermoorden verwikkeld waren in een tegencoup. Na de passage van de Nederlander voor de krijgsraad bleven echter nog vele vragen overeind. Hoe realistisch klinken de plannen voor een tegencoup met slechts 79 manschappen? En waarom komt hij bijvoorbeeld pas nu met het verhaal, 29 jaar na dato? “Angst”, zo vertelde Van Haperen tegen de rechters. “Vijfentwintig jaar lang heb ik zelfs niet gedurfd af te reizen naar Suriname. Pas toen het decemberproces in Suriname begon te lopen vond ik het nodig mijn verhaal te doen.”

En de verklaring van Defensie in Nederland, dat ze hem helemaal niet kennen? “Natuurlijk zeggen ze me niet te kennen, ik zat in een geheime sectie”, klinkt het schamper. En hoe komt het dat hij op het tijdstip van de Decembermoorden, slechts enkele weken voor de geplande actie, in Groningen was; en het nieuws daarover pas twee dagen later hoorde, op 10 december? “Ik leidde een dubbelleven. Ik zat toen in een casino, daar was geen radio of tv.”

Van Haperen werd bovendien in 2005 genoemd in het Tros-programma ‘Opgelicht’. Hij werd beschuldigd Nederlandse bejaarden in Spanje voor tienduizenden euro’s te hebben opgelicht. Ook die beschuldigingen heeft Van Haperen steeds ontkend. Verschillende nabestaanden noemden de verklaringen van Van Haperen na afloop van de zitting ‘een fantasieverhaal’.

Bron » Radio Nederland Wereldomroep

Google populair bij politiediensten

Twintig procent van de politiezones in ons land maakt gebruik van Google Street View in de strijd tegen criminaliteit. Dat blijkt uit een onderzoek van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) en staat te lezen in Het Belang van Limburg en Gazet van Antwerpen.

Over het nut en het gebruik van Google Street View is al heel wat gediscussieerd. Dat twintig procent van de politiezones het programma inschakelt in hun werking is dan ook opmerkelijk. Volgens het NSZ maakt 10 procent al effectief gebruik van Google Street View en zal nog eens 10 procent dat weldra ook gaan doen. De helft van de zones heeft geen plannen om het programma in de toekomst te gebruiken.

Voorlopig wordt Google Street View hoofdzakelijk preventief gebruikt, om bijvoorbeeld de veiligheid van winkels, bedrijven en handelspanden te controleren. Op die manier kunnen de technopreventieadviseurs (TPA’s), die binnen elke politiezone bevoegd zijn voor preventie, preventief optreden en ingrijpen.

Bron » Gazet van Antwerpen