Medewerkers Staatsveiligheid reageren op uitspraken Tobback: “Dit helpt niet om de veiligheid in België te verhogen”

Louis Tobback (sp.a) slaat de bal mijlenver mis met zijn uitspraken over de Staatsveiligheid. Dat schrijven twee medewerkers van de Veiligheid van de Staat in een opiniestuk. “We zijn ondertussen in het jaar 2017. België en de Veiligheid van de Staat zijn niet meer hetzelfde als in de vorige eeuw.”

In de marge van het nieuws rond de Bende van Nijvel haalde gewezen minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback in een interview in De Morgen afgelopen weekend hard uit naar de Staatsveiligheid. Die hoort wat hem betreft thuis onder Binnenlandse Zaken, en niet onder Justitie zoals dat nu het geval is.

“De Staatsveiligheid vindt het natuurlijk best zo. Ze horen bij Binnenlandse Zaken, maar die hebben niks te zeggen aan hen, en Justitie is niet met ze bezig. Dus kunnen ze doen wat ze willen”, zei Tobback. “Misschien is de rijkswacht ooit een staat in de staat geweest, maar de Staatsveiligheid is het vandaag nog altijd.”

Veel veranderd

Tobback maakt “handig gebruik van de sfeer van geheimzinnigheid die rond de dienst hangt en die vaak mee in stand wordt gehouden door journalisten die zich hiervoor in de eerste plaats baseren op zaken die zich in de vorige eeuw hebben afgespeeld”, reageren de werknemers van de Veiligheid van de Staat in hun opiniestuk.

Ze wijzen erop dat er sindsdien heel wat veranderd is. Een voorbeeld is het Comité I dat in de jaren 90 opgericht werd en dat over de werking van de Staatsveiligheid rapporteert in het parlement. “Controle door politici dus, mensen zoals Louis Tobback, van wie we aannemen dat ze hun job willen doen in volle integriteit.”

Sfeer van wantrouwen

“Vergeet dus dat we cavalier seul spelen”, schrijven de auteurs, “want besef bovendien ook dat de dienst wordt aangestuurd door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en dat de directie van de Veiligheid van de Staat door beide ministers wordt afgerekend op de resultaten die ze behalen. Zoals het hoort, en daar is niets geheimzinnigs aan.”

De medewerkers van de dienst halen op hun beurt uit naar de gewezen minister. “Uitspraken zoals die van Louis Tobback of andere recente uitspraken over een ‘zieke’ dienst helpen helemaal niet om de veiligheid in België te verhogen. Misschien moeten we de hand in eigen boezem steken als het gaat over de sfeer van wantrouwen die rond de Veiligheid van de Staat wordt gecreëerd. Discretie is immers een belangrijk goed in de inlichtingenwerking.”

Bron » De Morgen

Kijk met een open blik naar cold cases

We moeten kritisch omspringen met de bewijzen in het dossier van de Bende van Nijvel. Bij onopgeloste zaken zijn die niet altijd betrouwbaar, schrijven Peter van Koppen en Robert Horselenberg.

Elke rechercheafdeling heeft wel een onopgeloste zaak, een cold case, die de plaatselijke speurders blijft achtervolgen. Ze nemen de zaak steeds weer op en hopen op een doorbraak. Het dossier van de Bende van Nijvel is zo’n zaak, maar dan een die alle Belgen in de ban houdt. Cold cases lijken ingevroren en onveranderlijk, zodat je ze op elk moment weer kan oppikken. Maar de bewijzen veranderen voortdurend.

1. Verouderd bewijs

In alle zaken veroudert het bewijsmateriaal, en dat gebeurt soms erg snel. Dat geldt vooral voor verklaringen van getuigen. Het is een illusie dat je van getuigen na 35 jaren een verhaal krijgt dat op alle belangrijke punten accuraat is. Vakkundige verhoorders moeten getuigen snel na een misdrijf ondervragen en dat gesprek opnemen. Dat is toentertijd bij de aanslagen van de Bende niet gebeurd.

2. Vergankelijk ontlastend bewijs

Niet alleen belastend bewijs wordt oud, ook ontlastend bewijs is vergankelijk. Stel dat u wordt aangehouden als verdachte van de Bende. Weet u dan nog wat u deed op, bijvoorbeeld, 17 september 1983 tijdens de overval op de Colruyt in Nijvel? Kent u de personen nog die u voor die dag een alibi kunnen verschaffen?

3. Potentieel fantasiebewijs

De meeste cold cases raken opgelost door verklaringen van getuigen, niet dankzij forensisch-technische sporen. DNA lost bijvoorbeeld amper 3 procent van de cold cases op. De overige zaken kennen een ontknoping dankzij getuigenverklaringen. Meer specifiek: van dankzij getuigen die hun leven zagen veranderen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vrouw die na een scheiding eindelijk tegen de politie vertelt wie is vermoord door haar ex-man. Dat geldt ook voor de dader die op zijn sterfbed zijn geweten wil zuiveren. Maar hoe zeker zijn we dat de gescheiden vrouw niet gewoon liegt of dat de stervende man niet gewoon fantaseert?

4. Uitzinnig bewijs

Na verloop van tijd gaan speurders, naarmate reguliere manieren van opsporen uitgeput raken, zich steeds meer wenden tot uitzinnige opsporingsmethodes. Daarmee bedoelen we manieren van opsporen die op onbewezen en vaak dubieuze uitgangspunten zijn gebaseerd. Zo is het uitzinnig om getuigen jaren na de feiten onder hypnose te brengen om robotfoto’s te maken, zoals eind jaren 90 gebeurde in het Bende-onderzoek (DS 28 oktober). Dat soort acties doet deskundigen meewarig met het hoofd schudden. Niet alleen heeft het geen zin om jaren na datum nog een robotfoto te maken, het is zelfs schadelijk om in het strafrecht gebruik te maken van hypnose om het geheugen op te frissen.

5. Verondersteld bewijs

Naarmate de tijd voortschrijdt, gaan veronderstellingen, wilde aannames en speculatie een steeds grotere rol spelen. Dat is een natuurlijke menselijke reactie. Als u uw sleutels kwijt bent, kijkt u eerst waar u ze normaal bewaart. Dan kijkt u op het tafeltje in de gang waar u ze ook nog weleens neerlegt. En vervolgens keert u het huis overhoop en zoekt u zelfs op plekken waar die sleutels zeker niet zullen liggen. (Ze blijken dan meestal gewoon nog in de voordeur te zitten.) Dat is natuurlijk gedrag, maar in strafzaken is het niet verstandig.

Historici Emmanuel Gerard en Rudi Van Doorslaer opperden in deze krant om een vorm van historisch onderzoek toe te passen en zo ‘materiaal boven te halen dat tot nu onsamenhangende feiten en figuren kan verbinden’ (DS 28 oktober). Die methode veronderstelt een zekere hypothese, mogelijk zelfs een complot. Het is niet uitgesloten dat er een complot was om uw sleutels te verstoppen, maar het getuigt niet van een open blik als u hiervan uitgaat.

Juist bij een cold case is een open blik essentieel. Je mag best veronderstellingen maken, maar je moet die wel zo goed mogelijk omschrijven en kritisch tegemoet treden. De politie, de procureur des Konings en uiteindelijk de rechter moeten voor elk bewijs vaststellen uit welke bron het komt: is het de historische waarheid of niet?

Joris Van Cauter (DS 30 oktober) stelt voor om het Bende-dossier te laten verjaren en onderzoekers, al dan niet journalisten, het werk te laten overnemen. Hij vergeet dat een finale rechterlijke beslissing meer zal oplossen dan een wetenschappelijk verantwoord rapport. Hij ziet ook over het hoofd dat we alleen essentiële lessen kunnen trekken als een rechter een oordeel velt. Dat is hard nodig, omdat juist de zaak van de Bende van Nijvel laat zien waar het gebrek aan kennis en vaardigheden ligt bij de opsporingsdiensten.

Een analyse van een cold case vergt veel van rechters. Wij hebben er een hard hoofd in of ze daar goed voor zijn toegerust, zeker als wij de voorgaande perikelen met de Bende van Nijvel overzien. Maar een open en kritische blik is broodnodig om recht te doen geschieden voor de komende verdachten, de slachtoffers, de nabestaanden van de slachtoffers en onze rechtsstaat zelf. Wat er in de toekomst met de Bende van Nijvel ook gaat gebeuren, de Belgische samenleving moet erop toezien dat ze beschaafder blijft dan het uitschot dat deze gruwelijke misdrijven pleegde.

Bron » De Standaard | Peter van Koppen & Robert Horselenberg

Waakhond voor Bende-onderzoek

Het federaal parket zal voortaan meewerken aan het onderzoek naar de Bende-misdrijven. Dat heeft de minister van Justitie Koen Geens (CD&V) dinsdagnamiddag gezegd in het parlement. Het onderzoek blijft in handen van de procureur-generaal van Luik Christian De Valkeneer en zijn collega van Bergen Ignacio de la Serna.

Maar het federaal parket zal – aldus Geens – ‘expertise ter beschikking stellen op het vlak van onderzoeksstrategieën, bijzondere onderzoeksmethoden en slachtofferhulp’.

Wat die medewerking aan het onderzoek concreet zal inhouden, is niet bekend. Op het vlak van slachtofferhulp staat wel vast dat op het federaal parket een centraal aanspreekpunt voor de slachtoffers van de Bende van Nijvel komt, net zoals dat er eerder ook was voor de slachtoffers van de aanslagen van Brussel en Zaventem.

‘Nog dit jaar komt er op 6 december overleg met de slachtoffers’, zei Geens, die ook zelf op het overleg aanwezig zal zijn. Daar zal onder meer besproken worden hoe de slachtoffers beter kunnen worden vergoed.

Eén van de mogelijke sporen is dat de Bende van Nijvel-slachtoffers ook zouden erkend worden als slachtoffers van terreur, net als de slachtoffers van Maalbeek en Zaventem.

B. nooit ondervraagd

De leden van commissie overstelpten minister Geens met een hele reeks vragen over het onderzoek naar de nieuwe verdachte Chris B.

De meest prangende van allemaal was waarom B. eind jaren ‘90 niet ondervraagd is toen getuige Marc Vandamme eind jaren 90 (anoniem) meldde dat hij zijn jeugdvriend B. had herkend als ‘De Reus’ van robotfoto 19. In die periode werden wel vingerafdrukken en speeksel van B. afgenomen. Dat speeksel werd echter pas in 2017 werd onderzocht op DNA. Het resultaat was negatief.

Een foto van Chris B. werd bovendien in 2000 voorgelegd aan Theo K., de getuige van de overval in Overijse op basis van wiens verklaring de foto werd getekend.

‘Er werden in totaal 70 personen herkend als ‘Robotfoto nr 19’ van de Bende’ zei Geens. ‘K. herkende er daar dertien van als de man die hij mogelijk had gezien. Formeel was hij niet. Eén van die 13 was Chris B.’

Maar Chris B. werd dus nooit ondervraagd omdat de speurders oordeelden dat ze niet voldoende elementen hadden. ‘Achteraf bekeken is dat spijtig’, zei Koen Geens. ‘Maar laat ons nu vooruit kijken in plaats van aan geschiedschrijving te doen.’

Een aantal commissieleden opperde om tests met de leugendetector te doen op alle verdachten in het dossier. Maar in het verleden gingen al een groot aantal verdachten in het Bendedossier aan de polygraaf – onder hen ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer. Het resultaat was telkens negatief.

Bron » De Standaard

Un ancien ami de Christiaan Bonkoffsky: “Il était obsédé par les communistes et pensait qu’il fallait un coup d’état”

Ils ont bien connu celui que l’on appelle “le géant”. Ils l’on connu dans sa jeunesse et certains d’entre eux croient effectivement qu’il était bien capable de tuer. Ils le décrivent comme un homme obsédé par son corps d’élite et qui disait être prêt à n’importe quoi à partir du moment où il recevait un ordre.

Het Laatste Nieuws a recueilli plusieurs témoignages de personnes ayant cotoyé Christiaan Bonkoffsky. quand il était encore à la gendarmerie.

“C’était à la rue d’Aarschot à Bruxelles. Près de la gare du Nord. Cette rue avec toutes les vitrines de filles à moitié nues. On ne devait jamais payer. ‘Les membres de la gendarmerie ne paient pas’, disait-il. Chris avait quatre ans de plus que moi. J’avais 21 ans. Il m’a emmené, moi le petit gars de Termonde, à la grande ville”, raconte l’un de ses amis de l’époque.

Marc Van Damme était un ami proche de Christiaan Bonkoffsky . Pourtant, il a parlé de lui aux enquêteurs car son ami d’enfance était, pensait-il, lié aux tueries.

Lorsqu’il passe à la brigade anti-banditisme, Christiaan Bonkoffsky ne sera jamais élevé à un grade supérieur. Il va en ressentir une frustration. Il est aussi obsédé par l’idée d’un coup d’Etat et par… les communistes.

“Il était obsédé par les communistes, disait qu’il fallait un coup d’état”, raconte son ancien ami Marc Van Damme. “De temps en temps, il faisait des scènes. Que les communistes prenaient le pouvoir. Que nos politiciens n’en avaient rien à foutre. Qu’il faudrait bien un jour un coup d’état”.

On retiendra encore du témoignage de Van Damme que Christiaan Bonkoffsky. était un homme prêt à tout. “Ça me hantait. Pouvais-je vraiment considérer que mon copain était à même de tirer sur des enfants? En fait, oui. Il me l’a assez répété, tel quel: si on me donne un ordre, quel qu’il soit, je m’exécute sans réfléchir”.

Bron » SudInfo

Jef Vermassen: “Mijn ervaring met Comité P en de federale gerechtelijke politie is dat ze tot op het bot gaan”

Advocaat Jef Vermassen is tevreden dat er negen extra speurders zullen werken op het dossier van de Bende van Nijvel. Dat heeft hij aan VRT NWS laten weten. “Mijn ervaring met Comité P en de federale gerechtelijke politie is dat ze tot op het bot gaan.”

Eerder vandaag had minister van Justitie Koen Geens (CD&V) verklaard dat de onderzoekscel naar de Bende van Nijvel er negen extra speurders bijkrijgt: vijf van de gerechtelijke politie en vier van het Comité P. Het federaal parket zal ook samenwerken met de onderzoekscel.

Een goede zaak, vindt advocaat Jef Vermassen. Hij vertegenwoordigt slachtoffer David Van de Steen, die zijn zusje en ouders verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst in 1985. “Onze vraag was dat er misdaadanalysten en specialisten bijkwamen. Ook speurders van Comité P komen erbij en mijn ervaring leert mij dat ze de zaken tot op het bot uitbenen. Wij hebben ook vertrouwen in de gerechtelijke politie. Mocht het waar zijn dat er manipulatie is binnen de eigen cel, kan dat nu niet meer.”

Ook met de medewerking van het federaal parket is Vermassen blij. “Ze gaan voor niks uit de weg. Als getuigen nu een aanspreekpunt krijgen, zal er veel boven water komen.”

Nabestaanden starten crowdfunding op: “Onafhankelijke doorlichting van 3 miljoen bladzijden van onderzoek”

Enkele nabestaanden hebben ook een crowdfunding opgestart om geld te vinden voor een aparte onderzoeksgroep die elke piste onderzoekt. “We willen dat er een onafhankelijk onderzoek komt met een doorlichting van het hele dossier van 3 miljoen bladzijden. Daarvoor is er 250.000 euro nodig. Ons vertrouwen in de cel in Charleroi is volledig weg. Het onderzoek naar de daders is “onvoldoende kwalitatief onderzocht”, zegt nabestaande Nathalie Palsterman.

“Het loopt al 32 jaar mis. Er zijn belangrijke pistes onaangeroerd gebleven en er zijn aanwijzingen dat leden van eigen korpsen werden beschermd. Er is gemanipuleerd, dat is duidelijk. En dat is als slachtoffer nog erger dan dat we niet weten wie de daders zijn. We beginnen ons veel meer vragen te stellen. Wat zit erachter en waarom? Ik weet niet wat de prioriteiten van de onderzoeksrechter zijn, maar manipulaties onderzoeken moet je heel discreet in alle stilte doen.”

Bron » VRT Nieuws