Wachten op analyse van ‘Bende-wapens’

Allicht komt er in het kanaal Brussel-Charleroi snel een grote zoekactie naar de wapens van de Bende van Nijvel.

Als de wapens, munitie en andere voorwerpen die drie jonge magneetvissers in mei hebben bovengehaald in het kanaal Brussel-Charleroi een link hebben met de Bende van Nijvel, komen er snel grootschalige zoekacties in het kanaal. Dat bevestigt de Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer.

Maar eerst moeten de analyses door het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) op de voorwerpen klaar zijn. Dat kan nog dagen, of maximum enkele weken, op zich laten wachten.

De zoekwerken in het kanaal zouden gebeuren met een zogenaamde ‘magneetboot’ waarmee voorwerpen uit het water omhooggetrokken kunnen worden. Een dergelijke boot is er niet in België en zou elders gehuurd moeten worden.

Zulke zoekacties gebeuren over het algemeen door duikers op basis van gegevens die ze via een sonar doorkrijgen. Ze kunnen ook het water induiken met een metaaldetector.

De drie jonge magneetvissers haalden hun buit in mei boven op een plek die een kleine kilometer verwijderd is van die waar in 1986 de Delta-cel van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch voorwerpen van de Bende van Nijvel had bovengehaald. ‘Wij zijn enorm blij met de vangst van de jongeren’, zegt procureur-generaal De Valkeneer. ‘Wij zouden daar nooit zijn gaan duiken zonder dat we aanwijzingen hadden dat daar iets te vinden was. En die aanwijzingen waren er niet.’

70 keer herkend

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) roept vandaag het college van procureurs-generaal samen voor nieuw overleg over het Bendedossier.

Daar moet blijken hoe het nu verder moet. Een van de mogelijkheden is dat het onderzoek voortaan gecoördineerd zou worden door het federaal parket, werd vorige week geopperd.

Dat om een antwoord te geven op de kritiek van de – vooral Vlaamse – slachtoffers op het werk van de speurders in Charleroi. Maar het onderzoek veranderen van rechtsgebied zou uiteraard opnieuw vertraging meebrengen.

Een van de vragen waarop ook een antwoord verwacht wordt van de Luikse procureur-generaal, is waarom Chris B. niet al eind jaren 90 door de speurders werd ondervraagd.

Toen werd onder grote mediabelangstelling een hele reeks robotfoto’s verspreid van mogelijke verdachten van de Bende Nijvel. Daarbij ook de bewuste foto nummer 19 van ‘de Reus’, die was gemaakt op basis van de getuigenis van Theo K. uit Overijse.

K. was samen met zijn vrienden op 27 september 1985 verkiezingsaffiches aan het plakken op de parking van de Delhaize in Overijse toen de Bende van Nijvel toesloeg. Hij werd meer dan tien jaar later onder hypnose gebracht en op basis van zijn verklaring werd robotfoto 19 gemaakt.

Marc V.D., een jeugdvriend van Chris B., belde na het verschijnen van de robotfoto anoniem naar de politie omdat hij de man had herkend. Volgens onze informatie werden behalve Chris B. nog zo’n zeventig andere mensen herkend als de Reus.

B. stond een speekselstaal en vingerafdrukken af maar er was geen match met de weinige DNA-sporen en vingerafdrukken in het dossier. Toch werd de man nooit ondervraagd.

Bron » De Standaard

“Was mijn maat in staat om kinderen dood te schieten? Awel ja!”

“Ik worstelde ermee. Achtte ik mijn maat in staat om kinderen dood te schieten? Awel ja. Hij heeft het mij vaak genoeg gezegd, letterlijk: als ik een bevel krijg, wat het ook is, dan voer ik dat blindelings uit.” Alles wat we weten en graag zouden weten over Christiaan B.

“Het was in de Aarschotstraat in Brussel. Aan het Noordstation. Die straat met al die vitrines en halfnaakte meisjes. Wij moesten nooit betalen. Mannen van de rijkswacht betalen niet, zei hij. Chris was vier jaar ouder dan ik. Ik was eenentwintig. Hij nam mij, klein manneke uit Dendermonde, mee naar de grote stad.” Wij zitten in zo’n bar, hij staat op. Ik zeg: ‘Wacht, ik moet mijn pakske Belga nog betalen.’ Hij zegt nee. Dat vond ik raar. Dat ge uw drank niet moest betalen, oké. Maar sigaretten? Ze verkochten in die tijd nog sigaretten in de cafés.”

Bij de scouts

We zitten in café Tijl op de Grote Markt in Dendermonde met Marc Van Damme, de jeugdvriend van Christiaan B. die de naam van De Reus al in 1998 doorgaf aan de speurders, en zijn echtgenote. Sinds de foto van Christiaan B. met z’n piratenmuts in café Tijl werd genomen, is het interieur grondig verbouwd. Een stamgast klampt Van Damme aan: “Hebt gij uw tien miljoen al gekregen?” Warenhuisgroep Delhaize loofde dat bedrag, in frank, in 1985 uit voor de gouden tip. Van Damme snuift dat dat nu al de zesde keer is vandaag dat ze hem daarop aanspreken. “Ik ga geen nee zeggen tegen 250.000 euro. Maar serieus: daar gáát het nu toch niet om?”

Zij: “Marc en ik leerden elkaar kennen in 1990. Hij was er toen al mee bezig. De Reus. Dit speelt al dertig jaar door zijne kop. Mensen rondom hem, ik ook, raakten dat beu. Zijde daar nu weer met uwe Reus?”

Hij: “Ik kon niks bewijzen. Ik was hem in 1983 uit het oog verloren. Ik had alleen nog de herinneringen van de jaren daarvoor.” Een dikke week na de onthullingen in Het Laatste Nieuws staan data en feitjes weer scherper. Christiaan B., geboren op 6 april 1954 in Dendermonde, groeit op in een gewoon gezin, Greffelinck 17, Dendermonde. Zijn vader is beroepsmilitair.

Bron » Het Laatste Nieuws

Getuige achter beruchte robotfoto “Reus”: “Zijn haar, mager gezicht, tred: 90 procent zeker”

De man die onder hypnose de beruchte robotfoto 19 hielp optekenen, is er zo goed als zeker van: ex-rijkswachter Chris B. is de zogenoemde “Reus” van de Bende van Nijvel. Meer dan dertig jaar geleden stond de getuige – die anoniem wil blijven – oog in oog met de zogenoemde “Reus”. Hij doet nu zijn verhaal aan VRT NWS: “Een robotfoto maak je niet als je niet zeker bent van sommige details”.

Een lang smal gezicht, een grote bril en een snorretje: zo ziet de robotfoto van de “Reus” van de Bende van Nijvel eruit. Al decennialang staat de gele affiche met de bendeleden in het geheugen gegrift. Afgelopen week werd er plots een naam op de robottekening geplakt. De getuige die de robottekening hielp optekenen is er 90 procent zeker van: Chris B. is de “Reus”: “De manier waarop hij stapte, nu heb ik dat teruggezien. Voila.”

Robotfoto onder hypnose: “Hij was groot, mager en ik heb de helft van zijn gezicht goed gezien”

We gaan terug naar 27 september 1985: de getuige was samen met enkele vrienden verkiezingsaffiches aan het plakken aan de Delhaize in Overijse, toen de Bende daar toesloeg. Hij rende weg, maar keerde terug. “Tussen de wagens heb ik hem gezien, op enkele meters afstand stond ik voor hem. Ik zei: “Ola”.”

Wat hem opviel? “Het eerste dat mij opviel was zijn stap. Die was niet normaal, hij ging door zijn knieën. Hij was groot, mager en ik heb de helft van zijn gezicht goed gezien.”

De getuige wordt in de kazerne van Etterbeek onder hypnose gebracht om een robotfoto te reconstrueren. “Ik zat in de zetel en er werd voortdurend een zinnetje herhaald: “Je pakt de lift”. Nadat ik wakker werd, toonden de speurders mij een foto met de vraag of dat was wat ik gezien had. Ik heb de beschrijving gegeven en ik denk dat dat de goede is. Als je iets gezien hebt, dat is een beeld dat je nooit vergeet. Een robotfoto maak je niet als je niet zeker bent van sommige details.”

Bron » VRT Nieuws

Laat het Bende-dossier verjaren

Een proces over schuld en onschuld zal nooit meer plaatsvinden, zegt Joris Van Cauter. Laat het dossier dan maar verjaren, dat biedt veel voordelen.

De minister van Justitie bedacht voor de wetswijzigingen die hij doorvoert de naam “potpourri”. Je geesteskind noemen naar een luchtverfrisser: het is een vreemde naamkeuze. Stonk justitie misschien?

Eén van de potpourri wetswijzigingen in 2015 had betrekking op het verlengen van de verjaringstermijn van bepaalde misdrijven. Die wijziging was niet de vrucht van een groot debat over het concept van de verjaring in strafzaken. Neen, de wet moest snel aangepast worden om de verjaring van de misdaden van de Bende van Nijvel te voorkomen.

De eerste zin van de memorie van toelichting bij deze wet luidt dan ook: ‘De bloedige aanslagen van de Bende van Nijvel staan op de rand van de verjaring.’ Duidelijk. Maar, zegt de wetgever verder, leid daaruit toch maar niet af dat ik aan gelegenheidswetgeving doe: ‘dit (is) dus geen gelegenheidswetgeving aangezien zij wel degelijk bedoeld is om in voorkomend geval te worden toegepast op andere bijzondere ernstige misdaden, waarvan de verjaring evenzeer schokkend zou zijn.’ We zijn nu gerustgesteld. Er is een wet gemaakt die niet voor één uniek geval geldt.

Twee bendes

Maar er is meer. De wetgever meent in de memorie van toelichting dat de nieuwe wet de verjaring zal voorkomen van alle feiten die aan de zogenaamde Bende van Nijvel worden toegeschreven. Dat betreft diverse feiten, gaande van diefstal tot (roof)moord, te beginnen in 1982 tot het laatste feit in Aalst op 9 november 1985. De wetgever gaat er gemakkelijkheidshalve van uit dat al die feiten werden gepleegd met eenzelfde misdadig opzet.

Dat is een juridische fictie die toelaat pas te beginnen rekenen vanaf het laatste feit en zo oudere, normaal gezien verjaarde feiten, toch nog te redden van de verjaring. Maar wat is die fictie waard als er – zoals her en der wordt geschreven – sprake zou zijn van twee bendes? In dat geval schiet de wet allicht zijn doel voorbij en is alleen Aalst nog niet verjaard maar de rest wel. Misschien moet iemand dit ook eens durven zeggen.

In plaats van een juridisch bedenkelijke wetswijziging had de minister twee jaar geleden beter de waarheid gezegd. En die is even simpel als pijnlijk: een proces waarbij geoordeeld wordt over schuld en onschuld zal nooit meer plaatsvinden. Dat is uiteraard betreurenswaardig, maar zeker niet uniek. De meest gruwelijke feiten in de menselijke geschiedenis werden nooit aan een rechterlijk oordeel onderworpen.

Na verloop van tijd wint het belang van de historische waarheid het van het belang van de juridische waarheid. Dat moment is aangebroken. In plaats van meer politiemensen op het onderzoek te zetten moet de politie er juist mee stoppen. Laat politiemensen zich bezighouden met actuele feiten die wel nog kans maken om bij de rechter te belanden. De terreurdreiging zorgt al voldoende voor overbelasting van vaak onderbemande diensten. Politiemensen zijn geen geschiedschrijvers maar moeten ervoor zorgen dat verdachten van misdrijven door rechters kunnen worden beoordeeld.

Dat de eventueel te ontdekken waarheid dan niet meer tot straffen leidt, moeten we er maar bij nemen. Maar bestraffing is niet de enige weg naar maatschappelijke rust en herstel. De waarheid die naar boven komt, kan ook een maatschappelijke catharsis teweegbrengen. Waarom niet een soort van waarheidscommissie voor de Bende?

Het is juist dat eerdere parlementaire commissies er niet in geslaagd zijn om de waarheid te achterhalen. Maar naast de vraag of de politici wel competent zijn om een dergelijk onderzoek te voeren mag ook niet vergeten worden dat hun onderzoeksterrein beperkt was door het lopende gerechtelijk onderzoek.

De verjaring zou op dat vlak een bevrijding zijn. Of we die commissie moeten bevolken met historici weet ik, na De Standaard van dit weekend, ook niet meer zeker. De historici die vragen het onderzoek in hun handen te geven, beginnen – nog voor ze er één letter van het dossier hebben gelezen – al met de stelling dat de feiten een politiek karakter hebben in (DS 28 oktober 2017). Zouden ze die conclusie niet beter poneren na hun onderzoek?

Nog een voordeel van de verjaring is dat we dan ook meteen af zijn van dat vervelende geheim van het onderzoek. Dat heeft in deze zaak zijn waarde verloren. Het wordt de facto al niet meer nageleefd en doet alle betrokkenen in een kramp schieten, waardoor alleen maar meer argwaan wordt gewekt.

Of wat moet je anders denken over het feit dat een advocaat verklaart nog twee daders te kennen die de procureur generaal niet kent en dat vervolgens de communicatie stopt vanwege ‘het geheim van het onderzoek’. Het onderzoek is blijkbaar maar een beetje geheim. Dat is voor de perceptie dodelijk en een ideale voedingsbodem voor complottheorieën allerhande.

Het verval van de strafvordering door de verjaring zal bovendien ook een unieke kans bieden aan goede onderzoeksjournalistiek. Laat de Belgische Bernstein en Woodward maar graven naar de waarheid. Dan stopt het actuele blindvaren op de lekken van allerlei betrokken advocaten en/of onderzoekers. De scoops die daar een gevolg van zijn hebben geen maatschappelijke meerwaarde. Ze ruiken onfris en bespaar ons van goedkope luchtverfrissers.

Bron » De Standaard | Joris Van Cauter