Het federaal parket moet het onderzoek naar de Bende van Nijvel voortzetten. Een spoor naar een nummerplaat zou nooit grondig zijn onderzocht.
Het federaal parket riep op 28 juni vorig jaar alle nabestaanden van de 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel samen om te zeggen dat ze het onderzoek zouden afsluiten. De grootste misdaad in de Belgische naoorlogse geschiedenis zou nooit opgehelderd worden. “Er was niets meer te onderzoeken”, klonk het.
Het voornemen van het parket leidde tot grote ontgoocheling bij de nabestaanden en de onderzoeksrechter kreeg zware kritiek. “Belangrijke sporen zijn niet onderzocht”, vond een aantal nabestaanden. De voorbije weken kregen de partijen die dat wensten de kans om bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Een van de partijen die dat deed, was advocaat Kristiaan Vandenbussche. Hij verdedigt de kinderen van Georges De Smet. Die man werd door de overvallers op de parking van supermarkt Delhaize in Aalst gegijzeld en kreeg daarna een kogel in het hoofd.
De kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Bergen vindt nu dat het spoor dat door Vandenbussche werd aangedragen, nader onderzocht moet worden. Het federaal parket had op de zitting de KI ervan proberen te overtuigen dat het spoor wel degelijk was onderzocht, maar ongeloofwaardig was. Maar de KI oordeelt dat het spoor toch grondiger onderzocht moet worden.
Schriftje van twee broers
De overval in Aalst in november 1985 was met acht doden de bloedigste en ook de laatste van de Bende. Het niet onderzochte spoor waarvan sprake leidt naar twee broers uit Opwijk, een gemeente op 10 kilometer van Aalst, die twee uur voor de overval van 9 november 1985 een donkerkleurige Golf en een lichtkleurige Mercedes zagen passeren in de straat waar ze woonden. Dergelijke auto’s zijn later genoemd door getuigen als zijnde de wagens waarmee de overval gepleegd is.
De jongens, die toen negen en zeven jaar waren, hadden een hobby waarbij zij alle passerende auto’s in een schriftje noteerden met daarbij telkens ook de nummerplaat. Na de overval vertelden de jongens aan hun vader dat ze mogelijk de Golf van de overval gezien hadden, omdat die met hoge snelheid was gepasseerd, samen met de Mercedes. “Aan boord zaten ongure types”, vertelden de twee nog aan hun vader, die de dag nadien met het schriftje naar de politie stapte en alles vertelde.
Verplicht extra onderzoek
“Met dat spoor is eigenlijk niks gebeurd”, zegt advocaat Vandenbussche. “De Bergense KI ziet dat ook zo en tikt het federaal parket op de vingers. De jongens, die nog leven, zullen ondervraagd worden. De Golf stond ingeschreven als bedrijfsauto van een Brusselse handelszaak. Ook die mensen die daar toen werkten, zullen nu speurders over de vloer krijgen.”
Vandenbussche hoopt “dat het parket dit spoor eindelijk ter harte neemt. Op die veelbesproken informatievergadering zag ik dat de fut eruit was, zowel bij de procureur als bij de onderzoeksrechter. Ik hoop dat ze dit spoor echt met goede moed en hoop op een doorbraak gaan onderzoeken. Als ze geloven in de zaak, kan er veel. De zaak-Dutroux is opgelost toen iemand een halve nummerplaat van zijn bestelwagen noteerde. Hier hebben ze een volledige nummerplaat.”
Zelfs als dit nieuwe spoor niet tot een doorbraak leidt, geeft Vandenbussche de moed niet op. “We hebben nog troeven achter de hand, maar daarover kan ik nog niets kwijt.” Ook enkele andere partijen in de zaak zullen de KI de volgende weken vragen om verder onderzoek te doen naar wat volgens hen ernstige sporen zijn.
Het federaal parket reageert bij monde van de woordvoerster op het nieuws: “Wij respecteren de beslissing van de KI . De onderzoeksrechter zit nog steeds op de zaak, dus het onderzoek kan hervat worden. Ook de federaal procureur hoopt dat deze zaak ooit opgelost raakt.”
Bron » De Standaard