Parket Charleroi ziet in vondst van 200 wapens en tonnen munitie ‘geen bewijs van wapenhandel of criminele organisatie’.
In Charleroi zijn Sebastiano Di Luciano en zijn rechterhand Philippe Melchior vrijgelaten. Met de ontdekking van een spectaculaire hoeveelheid oorlogswapens in het kasteel van Di Luciano leek de Belgische tak van de Cosa Nostra eind vorig jaar een zware klap te zijn toegebracht. Nu worden de verdachten enkel vervolgd voor illegaal wapenbezit en BTW-fraude. Ze riskeren maximum vijf jaar cel. ‘Frustrerend’, klinkt het bij het parket. ‘Maar we vinden geen bewijzen.’
Maar liefst 500 speurders waren in november 2003 gemobiliseerd om in het Henegouwse Forchies-la-Marche binnen te vallen in het immense kasteel van Sebastiano Di Luciano en op 24 andere aan hem gelieerde adressen. Het resultaat mocht er zijn. Er werden meer dan 200 vuurwapens, vooral machinegeweren, in beslag genomen. Verder ook tonnen munitie, een MG42-installatie voor luchtafweergeschut en een partij oorlogswapens. In het kasteel werd ook een professioneel atelier voor de productie van geluiddempers voor handvuurwapens ontdekt. Kort na de spectaculaire vondst kwamen meteen felicitaties van premier Verhofstadt.
De vondst leek te stroken met getuigenissen uit de aanpalende woonwijk, waar mensen klaagden over wilde schietpartijen en nachtelijke vergaderingen waarbij peetvaders van de Cosa Nostra vanuit de hele wereld zich per helikopter naar het kasteel in Forchies lieten vliegen. Jarenlang leefde Sebastiano Di Luciano hier in de anonimiteit, ook al werd hij in diverse publicaties, boeken en een rapport van de Duitse inlichtingendienst BKA omschreven als Noord-Europese verbindingsman en peetvader van de Cosa Nostra, de Siciliaanse maffia.
Nu, een jaar later, lijkt het hele onderzoek als een pudding in elkaar te zakken. Begin januari stemde de raadkamer in Charleroi in met de vrijlating van de sinds 19 november 2003 in voorhechtenis zittende Sebastiano Di Luciano. Hij betaalde een borgsom van 125.000 euro en kan nu opnieuw gaan en staan waar hij wil. Op 13 januari werd ook Philippe Melchior vrijgelaten. Onder de dekmantel van een kleine tandartsenprakrijk in het centrum van Forchies-la-Marche trad hij op als financiële stroman van Di Luciano. Met de vrijlating van Melchior, onder voorwaarden, zijn nu allevijf de arrestanten van toen op vrije voeten. Domenico Di Luciano, broer van, werd midden vorig jaar vrijgelaten.
“Het onderzoek bracht tal van indicaties aan het licht over het bestaan van een criminele organisatie, maar helaas geen bewijzen”, zegt substitute Cathérine Badot, die bij het parket in Charleroi met de zaak belast is, aan De Morgen. “Tijdens hun verhoren hielden de verdachten stoïcijns vol dat ze al die wapens uit persoonlijke interesse verzamelden. Een beetje merkwaardig als je het over zoveel explosieven en oorlogswapens hebt, maar van wapenhandel hebben we geen bewijzen kunnen vinden. We weten niet waar al die wapens vandaan kwamen, we weten niet voor wie ze bestemd waren. De verdachten zeggen dat ze het zelf niet meer weten. Zoals het er nu naar uitziet, blijft de aanklacht beperkt tot illegaal wapenbezit en BTW-fraude. We hebben geen bewijs van wapenhandel of criminele organisatie. De verdachten riskeren maximaal vijf jaar cel.”
Voor Sebastiano Di Luciano is zelfs dat niet zeker, want tijdens zijn verhoren nam Domenico alle schuld op zich. In de ogen van de speurders leek het sterk op een geval van omerta, de beruchte zwijgplicht van de maffia, maar de broer hield vol dat alle wapens van hem waren. Sebastiano beaamde dat en stelde alleen de bezitter te zijn van enkele jachtgeweren. “Ja, het is frustrerend”, zegt Badot. “Maar in een rechtszaak heb je bewijzen nodig.”
Het onderzoek legde wel een grootschalige BTW-fraude bloot en ook een facturenzwendel via Di Luciano’s bouwbedrijf Ideal Constructions. Het zou leningen hebben verschaft aan Italiaanse spookfirma’s die op Belgische bouwwerven koppelbazen aan het werk zetten. “Maar”, zegt Badot, “dat valt buiten de krijtlijnen van ons onderzoek.”
De magistrate verwacht dat het onderzoek tegen juni afgerond zal zijn, waarna opnieuw enkele maanden zullen verstrijken tot de behandeling door de raadkamer, mogelijke bijkomende onderzoeksdaden en uiteindelijk de correctionele rechtbank. “Als het zover is”, zegt Bayot, “hopen we dat de rechter rekening zal houden met de vele indicaties dat we hier wel degelijk te maken hebben met een criminele bende en dat hij of zij strenge straffen zal uitspreken.”
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck