De verhoren van de laatste kans

Een speciaal team van de federale gerechtelijke politie is sinds gisteren bezig met verhoren in een 27 jaar oude zaak. Ze leggen een 15-tal mensen op de rooster die heel misschien iets meer weten over de moord op Christine VanHees (16). Het meisje werd in 1984 gefolterd teruggevonden in een verlaten champignonkwekerij in Oudergem. Het zijn de verhoren van de laatste kans.

De vijftien, haast allen mannen en vrouwen van eind de veertig of begin de vijftig, zijn nooit eerder verhoord. Gisterochtend werden ze thuis opgepikt door de politie en meegenomen naar Brussel. Onder hen brave huisvaders en -moeders. Sommigen zijn harde werkers, zijn getrouwd en hebben kinderen. Sommigen hebben een iets minder rimpelloos parcours afgelegd en kijken terug op wat eerdere aanvaringen met politie en gerecht.

Eén constante in hun leven: in hun jeugdjaren hebben ze mekaar gekend. Ze hingen begin jaren 80 rond in dezelfde Brusselse rockscene. Sommigen waren zelfs beste maten, anderen waren louter kennissen. De contacten waren al decennia verwaterd en wellicht had geen van hen verwacht dat ze mekaar op een dag zouden terugzien in de burelen van de federale gerechtelijke politie in Brussel.

Daar buigt de afdeling ‘Cold Cases’ van de moordsectie zich sinds begin dit jaar in alle stilte over de onopgehelderde moord op Christine Van Hees uit 1984. Het zestienjarig meisje was gefolterd, vermoord en achtergelaten onder een smeulende stapel hout. De doorgewinterde speurders ontdekten recent, bij een herlezing van het dossier, dat er destijds bijzonder hard maar helaas vergeefs gezocht werd in een bepaalde richting: het milieu rond punkers en skinheads.

Maar ze ontdekten tegelijk ook dat er bitter weinig gedaan was met het spoor rond enkele onbekenden in een auto met een zilverkleurige adelaar op de motorkap. Enkele getuigen hadden in de rand van het moorddossier die wagen beschreven en de inzittenden als ‘verdacht’ ervaren. Ze hadden het over een donkerkleurige Pontiac Firebird Trans Am. Er werd destijds akte genomen vandie getuigenis, maar voor zover bekend werden de inzittenden van die auto nooit geïdentificeerd.

Het nieuwe onderzoek naar die auto en de onbekende mannen aan boord, leverde de speurders nu een namenlijst op. Van mensen die hen misschien dichter in de richting van die wagen of de inzittenden kunnen brengen. Het merendeel van de personen werd gisteren al verhoord. Enkelen troffen ze niet thuis aan, maar werden inmiddels op een andere manier uitgenodigd voor verhoor in Brussel.

De speurders verhoren de vijftien overigens voorlopig louter als getuige en hopen dat ze op deze manier een doorbraak kunnen forceren. Voor zover bekend werd er gisteren niemand gearresteerd of in verdenking gesteld en konden de getuigen na hun verhoor gewoon weer naar huis.

Wel is het zo dat van sommigen onder hen DNA-stalen gevraagd werden, om die te vergelijken met de onbekende DNA-profielen die aangetroffen werden op de stoffelijke resten van Christine Van Hees. De wetenschap stond destijds dan wel nog lang niet zo ver als nu, maar toch is men er toen al in geslaagd om enig DNA van de moordenaar(s) te bewaren. Al had die zijn uiterste best gedaan om zo veel mogelijk sporen te wissen, door na de moord brand te stichten.

Het was de Brusselse brandweer die op 13 februari 1984 het lichaam van Christine Van Hees vond. In een vervallen herenhuis op een oude, verlaten kampernoeliekwekerij vlakbij de campus van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) was die avond brand uitgebroken. In de kelder, onder een stapel smeulende houten kistjes zagen brandweerlui het verkoolde lichaam. Een naakt meisje. Armen en benen vastgebonden met ijzerdraad.

Het Brusselse gerecht beet zich vast in de zaak en keerde het punkmilieu, van wie de leden geregeld gezien werden in dat leegstaande gebouw, binnenstebuiten. Een verdachte zou zelfs drie jaar in voorhechtenis zitten, maar betonharde bewijzen kwamen er nooit. De man werd uiteindelijk vrijgelaten en gezuiverd van alle blaam.

Het moorddossier schoot jarenlang voor geen meter meer op. Tot ergens in 1996, de volle Dutroux-periode, de fantaste X1 beweerde meer te weten. Het duurde even voordat die ballon doorprikt werd, maar een en ander zorgde er wel voor dat het dossier toen even van onder het stof werd gehaald. Zij het niet voor lang – het dossier belandde weer op de stapel ‘onopgehelderde zaken’, waar het veertien jaar nagenoeg onaangeroerd zou blijven liggen.

Tot de nagelnieuwe afdeling ‘Cold Cases’ zich er nu in vastbeet. De tijd dringt, want in 2014 zal de zaak verjaard zijn en kan niemand nog terechtstaan voor de gruwelijke moord. Bronnen dicht bij het onderzoek hebben het over de verhoren van de laatste kans. Als dit spoor niets oplevert, is de zaak reddeloos verloren.

Bron » Het Laatste Nieuws