VdB had in 1979-’81 een ‘special relationship’ met wapenmakelaar Dirk Ykelenstam. Die zakenman sloot destijds voor de Verenigde Arabische Emiraten contracten af met firma’s zoals onder meer Agusta, Dassault en andere wapenbedrijven. Puelinckx was daarbij zijn juridisch adviseur. Na zijn overlijden in Brussel, einde ’82, werd Ykelenstam als bemiddelaar in de wapenhandel aan de Golf opgevolgd door de Syriër Bashi, zoals bekend een spilfiguur inzake de commissiegelden van Agusta en Dassault op het einde van de jaren ’80.
In de papieren van Dirk Ykelenstam uit de jaren ’79-’82 duikt, volgens het weekblad Knack, ook ettelijke malen de naam op van Paul Vanden Boeynants. In een van zijn nota’s had Ykelenstam het zelfs over zijn “special relationship met VdB”. In andere documenten is er ook sprake van de verdeling van een commissieloon in een zaak met Dassault tussen Ykelenstam, minister Darmaki van de Verenigde Arabische Emiraten en Paul Vanden Boeynants. Eén van de notities is geschreven op een visitekaart van de ‘président du PSC’. VdB was na zijn ontslag als minister van Defensie van oktober ’79 tot november ’81 inderdaad partijvoorzitter.
In een brief van 4 april ’79 bedankt Ykelenstam ook defensieminister VdB voor de ‘prachtige’ ontvangst die hij op zijn vraag had georganiseerd voor sjeik Maktoum van de Verenigde Emiraten en voor de steun van zijn ministerie in de ‘zaak Dubai’. Dit laatste betrof naar alle waarschijnlijkheid een contract van Dassault met Dubai. Sjeik Maktoum was destijds de topman van de militaire veilgheidsdiensten in Dubai waarmee Ykelenstam in contact stond. Het lijkt er sterk op dat de ‘special relationship’ tussen Ykelenstam en VdB ook in verband stond met wapendeals in het Midden-Oosten.
In de papieren van Ykelenstam komt ook herhaaldelijk de naam voor van de firma Medico. Die werd door hem in Brussel opgericht in 1976 onder de volle naam Middle East Development and Investment Corporation. Deze spookfirma vlakbij de Brusselse Louisalaan met een kapitaal van zes miljoen frank diende om commissielonen, die Ykelenstam in het Midden-Oosten opstreek – onder meer op wapendeals – te versassen naar Liechtenstein.
Op 15 juni ’79, toen VdB nog minister van Defensie was, onderschreef zijn schoonzoon Philippe Chauveau een kapitaalsverhoging bij Medico. In maart ’80 werd Chauveau ook afgevaardigd bestuurder bij Medico naast Ykelenstam. Chauveau, die een tijdlang bij Paribas-België werkzaam was, dook wel meer op in firma’s van personen die op de wapenmarkt opereerden of die met defensieminister VdB militaire contracten afsloten. Zo was Chauveau in de jaren ’76-’81, samen met Celestin Van Acker, ook beheerder in de vennootschap Euralpha in Wilrijk. Die firma behoorde toe aan de groep van Joseph Beherman, destijds een bekend leverancier van ons ministerie van Defensie. Celestin Van Acker dook trouwens later ook met Chauveau op bij Medico.
Medico trok vanaf ’78 ook de aandacht van sommige gerechtelijke speurdiensten. De toenmalige BOB’er François Raes verrichte in de periode ’78-’79 opsporingswerk naar verdachte connecties rond deze firma. Dat kwam, zo verklaarde Raes gisteren aan onze redactie, omdat één van de grootste heroïnehandelaars in het Brusselse, Denis Marin, toen in een Mustang rondreed die op naam stond van Medico. Denis Marin, aldus nog François Raes, reed toen ook rond in een Pontiac met een valse nummerplaat uit Dubai. Raes deed destijds dat speurwerk omdat er vermoedens waren dat Medico ook in de drugshandel betrokken was. Toen Raes in ’79 andere opdrachten kreeg, gaf substituut Peytier, de drugspecialist op het Brusselse parket, hem de opdracht om het informatiedossier over Medico over te maken aan commissaris Binz van de Brusselse GP. Wat er verder mee gebeurd is, konden we nog niet achterhalen.
Dirk Ykelenstam was in de jaren ’70 in Brussel ook jarenlang vice-president geweest bij ITT International. Deze firma onderhield toen uitstekende connecties met de CIA. Ykelenstam dook in ’79 ook op in andere gerechtelijke onderzoeken. Zijn naam kwam bv. voor in het dossier van de ‘roze balletten’. Hij stond namelijk op de klantenlijst van het internationale callgirlnetwerk van Fortunato Israel en Lydia Montaricourt, waarover recent veel te doen was in de tweede Bende-commissie in de Kamer.
Fortunato Israel genoot toen hoge bescherming omdat ze jarenlang de hartsvriendin was van wapenhandelaar Roger Boas, VdB’s voornaamste vriend en wapenleverancier op Defensie uit de jaren ’70. Het callgirlnetwerk opereerde vanuit een appartementsblok van de vastgoedgroep Blaton in Schaarbeek. Het netwerk draaide in gans Europa rond vermogende klanten uit het Midden-Oosten, oliesjeiks en wapenhandelaars, die in afwachting van grote contracten door Europese firma’s werden verwend.
Bron » De Morgen | Walter De Bock