Verdachte moord op Simon Poncelet blijft aangehouden

De Bergense GP-commissaris Francis Leclercq blijft aangehouden als verdachte in de moord op GP-inspecteur Simon Poncelet. Dat besliste de Kamer van Inbeschuldigingstelling van Bergen, waar zijn advocaten gisteren zijn invrijheidstelling hadden gevraagd.

De commissaris, die een tijdlang zelf betrokken was bij het onderzoek naar de moord op de jonge GP-speurder Poncelet, heeft er inmiddels een tweede advocaat bijgenomen. Het gaat om de Luikse raadsheer Philippe Mayence. Die verdedigde onder meer ook GP-commissaris Georges Zicot van Charleroi toen die verdacht werd door het parket van Neufchâteau in het dossier van de aan Marc Dutroux gelinkte autozwendel.

De 49-jarige commissaris Francis Leclercq werd eind februari van dit jaar aangehouden, toen uit een analyse bleek dat de kruitsporen op de jas die hij op de avond van de moord droeg, overeenstemden met de kruitresten die werden aangetroffen op het lichaam van Simon Poncelet.

Het parket van Bergen verwacht eerstdaags een definitieve analyse van de kruitsporen. Tot nu toe kon het parket zich slechts baseren op een voorlopige analyse, die door het Duitse Bundes Kriminalamt in Wiesbaden werd verricht. Leclercqs advocaat Raoul Moury trekt de gegrondheid van dat rapport in twijfel.

Poncelet werd in de nacht van 21 op 22 februari 1996 vermoord in de hal van de GP-brigade van Bergen. Zowel hij als Leclercq waren die nacht van dienst. Het parket van Bergen beschikt over aanwijzingen dat Simon Poncelet commissaris Leclercq betrapte toen deze in papieren aan het snuffelen was in het kantoor van zijn overste, met wie hij in conflict lag. Leclercq was die nacht na de moord een van de eersten die met het lijk geconfronteerd werd. Hij huilde. Ook dat is een detail dat vragen doet rijzen bij de speurders. Leclercq was een geroutineerde speurder van de moordafdeling, die nooit emoties vertoonde.

Inmiddels hebben de zoekwerken naar het moordwapen, een dienstwapen van de gerechtelijke politie, nog steeds niets opgeleverd. De afgelopen maanden voerden speurders graafwerken uit achter de huizen van commissaris Leclercq, zijn schoonouders en zijn moeder op zoek naar het moordwapen.

In april werd dan, op aanwijzen van Guy Poncelet – de vader van het slachtoffer en tevens Doornikse procureur – gegraven in Oude, een plaatsje bij La Louvière, vlakbij het kanaal. Volgens een tipgever van Guy Poncelet zou het moordwapen daar begraven liggen.

Bron » De Morgen